Een zonnige dag, veldlooprustdag voor zoonlief en vorst in de grond. Alle ingrediënten waren nog eens aanwezig om mij naar een toertocht te begeven. De donkere dagen van december en januari hadden mijn conditiepeil naar een waar dieptepunt gebracht en de moddertoestanden in de bossen waren ook al niet van die aard dat ik mijn materiaal naar de filistijnen wou rijden. Hoog tijd dus om terug aan de lichamelijke conditie te werken.
In het naburige Westerlo werd door het plaatselijke MTB Westel hun 2de abdijentocht ingericht zodat ik al direct wist waar mijn pijlen op te richten. Op weg naar Westerlo had ik onmiddellijk geluk dat ik op de Hulshoutse Sjotbikers stootte zodat ik me zuinigjes in het wiel verstopte en me gewillig liet leiden naar de parel der Kempen. Bij gebrek aan een TT in Vlaamsbrabant, gekoppeld aan een afgelasting in Kalmthout was het koppenlopen aan de inschrijving. Pakweg een paar honderd bikers maakten gelijk met ons hun opwachting aan de inschrijvingstafel in fitnesscenter Heracles. Ik vertrok met de bedoeling de langste afstand van 60 km te biken en zou onderweg eventueel wel bijsturen als het lichaam niet meewilde. De eerste tracks richting Beeltjes was het ganzenpas rijden. Zulke drukte had ik nog nooit op een toertocht meegemaakt. Het contrast tussen recreatieve bikers die een voormiddag komen genieten en veel snellere, soms opgefokte bikers zou vandaag geheid weeral voor problemen zorgen.
Om de opgewarmde spieren te testen werden we aan de eerste beproeving van de dag blootgesteld : de Asberg. Deze zandduin werd enkele malen aan zijn oostzijde beklommen en mijn (veel) te hoge hartslag verraadde al dat het vandaag geen sinecure zou worden. De massa verplaatste zich naar de Kwarekken waar we straight naar het zuiveringsstation reden, de Westelse ring onder politiebegeleiding kruisten en via het Riet naar Bergom fietsten. Het 24uren parcours achter de grot werd aangedaan en het bleek dat ons op de singletracks vandaag heel wat vettigheid lag te wachten. Met het maken van de verplaatsing naar het Hertbergdomein werd het er zeker niet beter op. De Herseltse blosoroute werd nu meermaals aangedaan en de bijwijlen modderige toestanden deden mijn ketting en alle draaiende onderdelen kraken in hun voegen. De herhaalde mededeling op een mountainbikeforum dat het parcours goed bereidbaar was deed me vermoeden dat deze taalfout met opzet gemaakt werd door de forumbezoekers. Met de saus waar wij doorheen moesten kon je inderdaad menig gerecht bereiden, maar om met een duur juweeltje doorheen te rijden vond ik dit persoonlijk minder geschikt. Bovendien vervloekte ik dit gespierde stukje eveneens omwille van mijn mindere conditie zodat het constant randjes rijden en stoempen menig energietankje overboord gooide.
Eindelijk doken we op in Blauberg om na het kruisen van de N212 in tegengestelde richting van de Abdijenjogging naar Averbode te biken. Hierbij werd gelukkig een verschrikkelijke passage vermeden zodat een asfaltverbinding mijn rug wat soelaas bood en de hartslag terug naar normale waarden deed zakken. We bereikten de dreef naast de Weefberg waar bosbouwers dit meestal prachtige stuk hadden omgetoverd in een cyclocrossparcours. Nu ja, dit kon er nog wel bij en met het opduiken van de bevoorrading aan de Abdij was de ellende al snel vergeten. Ik had intussen al wel mijn verzadigingspunt bereikte en vervloekte die natte winters waar wij in de toekomst meer en meer zullen mee geconfronteerd worden.
Het was aan de bevoorrading weeral koppen lopen en zelfs in het rijtje gaan staan voor een drankje en versnapering. Ik besloot maar snel een lekker smakend gekleurd sportdrankje tot mij te nemen en vervolgde snel mijn rit. Ik besloot definitief mijn sportieve exploten te beperken tot de 48 km rit die me vandaag nog in de buurt van 70 bikekilometers zou brengen.
De Weefberg werd nu echt aangedaan en ik ontdekte zowaar nog enkele klimmetjes die ik in het verleden nog niet had beklommen. De uitdagingen lagen hier zomaar voor het rapen en behoedzaam met materiaal en lichaam trok ik me nog eens een rib uit het lijf om al rijdend boven te raken. Die voorzichtigheid was wel geboden want ik zag vandaag ettelijke bikers die door de combinatie van modder, chainsuck en ongecontroleerde krachtzetting hun kettingpons mochten bovenhalen om de gebroken ketting te herstellen.
We verlieten de Weefberg om doorheen de Mosvenne richting Wolfdonk te biken.Dit deel van het parcours was een stuk materiaalvriendelijker en ik kon me terug verzoenen met deze tocht. We werden nog getrakteerd op een heerlijke bmx-passage om vervolgens door gekende veldpassages af te buigen richting Blauberg en zijn hoofdgemeente Herselt.Aan de Kapittelberg pikten we nog eens een stuk van de rode blosoroute op om vervolgens over de heuvelkammen naar de Drie Eiken te trekken.
Mijn dieseltje begon eindelijk ook op temperatuur te komen en waar ik in het eerste deel van de rit wel als traagste van het lot leek rond te rijden, overvielen me nu steeds minder bikers. Niet dat ik nu sneller reed dan voorheen, maar het leek me wel dat bij veel bikers de scherpste kantjes verwijderd waren en zij zichzelf wat overschat hadden.
Met het naderen van Bergom was er een tweede bevoorrading neergepoot in het bos, maar de massa die op en af reed naar het drankpostje ontnam mij al snel de moed hier in de rij te gaan staan. Ik besloot dan maar mijn tocht onmiddellijk verder te zetten voor de resterende 15 km.
Op naar de grote Nete waar we over de met dolomiet verharde rechteroever richting Snepkens reden om halfweg terug de Kwarekken in te duiken.Het bos waar ik in het verleden ettelijke jogkilometers maalde, werd doorkruist met een web van singletracks waarna ook de Asberg er aan moest. De bekendste bewoner van Zoerle Parwijs werd als het ware verkracht met ettelijke klimmetjes, singletracks en korte kombochten waarna alweer een prachtige klim volgde.Ik vond het heerlijk uitdagend, maar vroeg me wel (terecht ?) af waarom deze organisatie die passage wel mocht nemen terwijl verschillende mountainbikeclubs uit de weide omgeving steeds op een njet stuitten van de plaatselijke boswachter ? Het was alvast een waardige afsluiter van deze tocht want even later werd via Overwijs en Geneinde de abdij van Tongerlo terug zichtbaar.
Een traktatie met blonde of bruine Tongerlo vlak voor het einde durfde ik gewoonweg niet aan om mijn tocht huiswaarts niet te hypothekeren. De correctheid van mijn keuze werd bevestigd als ik mijn tochtje naar Hulshout nog mocht bekopen met een kleine inzinking. Het lesje in nederigheid dat ik vandaag ontving leerde me weeral veel.
Misschien moet ik mijn motto ajel bie bak wel eens gaan wijzigen in ajel bie bak .meeejbie !?
Er verschijnen hier al enkele weken geen toertochtverslagen meer. De reden is dat ik toestanden zoals op naastliggende foto wens te vermijden.
Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze doet maken. Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtben niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.
Vandaar wacht ik het spreekwoord na regen komt zonneschijn nog even af. Zodra ik terug bikeplezier vind in de toertochten kan je hier opnieuw verslagjes terug vinden.
Zondagse bezigheden dreven mij nog eens naar een zaterdagse toertocht. Sinds onder de vleugels van Fietspromo elke zaterdag een toertocht in de Limburgse gouw wordt ingericht, is er steeds een leuk alternatief aanwezig.
Vandaag stonden de bikers van MTB Kattenbos te Lommel garant voor een toertocht over verschillende afstanden, zelfs een kidstocht van 15 km. Omdat Lommel me toch wat ver leek om op 2 wielen naartoe te rijden, haalde ik ons stokoude camionnetje nog eens van stal om de verplaatsing te maken. Jammer genoeg droeg ik hiermee ook bij tot de fijn stof ontwikkeling, maar de drukte rondom de centra van Westerlo, Geel, Mol en Lommel temperden gedurende 50 km mijn schuldgevoel. Met het naderen van Lommel vervormde het landschap alsmaar meer in een kerstverpakking. De industriële vervuiling had hier een laag smogsneeuw over de velden en aan de bomen doen plakken. De potentiële plaatjes voor een kerstkaartje stapelden zich op. Dit beloofde zodadelijk als ik mijn bike de bossen kon insturen.
Aan het voetbalveld van Kattenbos vonden de startverrichtingen plaats, kocht ik voor 3 een inschrijvingsstrookje waarna ik snel de start nam. De hemel was azuurblauw, de zon scheen in alle hevigheid maar het voelde best nog wel koud aan bij temperaturen rond het vriespunt.
In de richting van Overpelt zochten we de eerste naaldbossen op waar deze streek een patent op heeft. Ik heb al meermaals de term feeëriek gebruikt in mijn verslagen, maar deze omschrijving paste nu wel perfect bij het witgerijpte landschap waar ik doorreed. Daar kon geen Winterefteling tegenop. Brede zandpaden, soms afgewisseld met een singletrack tussen compacte dennenbossen brachten ons aan de spoorweg die Antwerpen met Roermond verbind, de zogenaamde ijzeren Rijn. Deze spoorweg zou voor de rest van de tocht als een rode draad door het verhaal lopen. De rode draad werd dus als het ware een ijzeren draad.
We verlieten de kortere afstanden en dreven het duinengebied van Park der lage Kempen in. Af en toe verlieten we de zandwegels om een uitdaging te vinden in een duinbeklimming. De droge, hard bevroren ondergrond zorgde er echter voor dat alles vlotjes te doen bleek. Ik prees me trouwens gelukkig dat de bodem er hard bijlag, want mijn oude diesel liet zich vandaag niet echt warmlopen. Een weerbarstige knie sinds een midweekwandeling, een inderhaast binnengestoken stuk cake dat me niet bekwam en de vrieskou die mijn vingertoppen martelde. Ik had me al beter gevoeld. Mijn voornemen om straks nog een extra toer te rijden borg ik hierdoor al snel op, mede omdat de zonnestralen intussen ook vat kregen op de gerijmde bomen. Het resulteerde in een sporadische regen van smeltende sneeuw die gelukkig niet voor onderkoeling zorgde.
We vervoegden aan de spoorweg de kortere afstanden om vervolgens terug te naderden op Kattenbos. Na nogmaals de spoorweg gerond te hebben aan het station van Lommel vonden we na 25 km de bevoorrading in een lokaal schooltje. Men had zich strategisch binnen opgesteld, maar ik verkoos mijn wafeltje en deugddoend soepje in de zonnestralen te verorberen. Niet te lang blijven staan was bovendien de boodschap, want eindelijk had ik me de laatste kilometers wat beter in het lijf gevoeld. De maag was terug in orde, de thermostaat wat hoger gedraaid en het vocht in mijn kniegewricht had ik onder impuls van een kleine versnelling weggereden.
De resterende 20 km zouden zich vooral afspelen ten westen van Kattenbos in de richting van Balen en het kanaal van Beverlo. Waar in het iets verder gelegen Keiheuvel, ontelbare duinen en singletracks liggen, kregen we nu een landbouwstreek voorgeschoteld. De brede veldpaden waren weliswaar goed berijdbaar, maar het uitgestrekte landschap was best eentonig te noemen. We kregen toch nog een toetje in de buurt van industriezone Balendijk. Acht majestueuze windmolens stonden in twee groepjes van vier als Zwitserse wachten te waken over de uitgestrekte vlakte. Deze hoogtechnologische voorzieners van groene stroom contrasteerden nauwelijks met onze door mankracht aangedreven MTB-juweeltjes.
De afsluiter van deze tocht speelde zich terug af in de naaldbossen over iets vettiger wordende paden. De zonnestralen hadden ook hun weg naar de bodem gevonden en speelden een machtsspel met de diepgevroren aarde. Het resulteerde bovendien in een schouwspel van sublimerende sneeuw die een dampgordijn trok waar de zonnestralen hun weg doorheen zochten. Langs de Kattenbosserheide en het Parelstrand verdwenen de laatste kilometers onder mijn noppenbanden. De afsluiter via een singletrackfestival maakte dat het mountainbike-ABC vandaag toch voldoende gebezigd was.
Ik verliet met een goed gevoel dit mountainbikeparadijs. Dat ik vandaag ook eens mocht spelen in deze Limburgse zandbak deed het besef rijzen dat mijn Zuiderkempen meer en meer als woonuitbreiding van Brussel en Antwerpen fungeren. Om tot dat besef te komen had ik geen 150 dagen nodig. Misschien moeten de Kempen maar eens een eigen staatshervorming doorvoeren. Ik ben klant voor La retour vers Limbourg !!!
Mijn bike had al enkele weken geen off-road ondergrond meer gevoeld omdat deze modderhater verkoos zijn ritjes op de weg af te werken. Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze deed maken. Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtben niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch . Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.
Eindelijk waren de weergoden mij nog eens gunstig gezind en dekten ze Vlaanderen onder een streng vorsttapijt. Een droge, hard bevroren ondergrond en tijd dus om terug de velden in te duiken. De hartverscheurende keuze tussen Tervuren of Lubbeek deed me kiezen voor het Hagelandse dorp tussen Diest en Leuven, waar in het regionale Sint-André ziekenhuis mijn amandelen op jonge leeftijd een andere bestemming vonden.
Sinds de Hagelandse chronorit terug een doel op zich is moet ik de kloof met de Bjeizel connection trachten te verkleinen. In de wetenschap dat het merendeel van dit zootje ongeregeld vandaag in de VIP-tent van de druivencross zat, maakte ik mijn verplaatsing dan ook per bike, zodat er een brede basisconditie zit aan te komen. Was het bij -6°C nog tintelende vingers verwerken, kreeg ik in de buurt van Horst toch een hartverwarmend privé-spektakel voorgeschoteld. Tussen de verstilde en wit gerijpte velden verscheen de eerste rode ochtendgloed aan de horizon. Een spektakel dat me een overweldigend warm gevoel bezorgde. Ik voelde me, naar de gelijknamige TV-serie .Koning van de Wereld Heerlijk !
Lubbeek dus .waar WTCOOL aan zijn 3de editie van deze toertocht toe was. Aan de voet van de Bollenberg waar ik in mijn jeugdjaren ettelijke wegkoersen betwistte, vonden we de sporthal waar de inschrijvingsverrichtingen doorgang vonden. De keuze uit 4 afstanden deed me belanden bij de langste 55 km-tocht waardoor mijn totaal vandaag weliswaar boven de 100 zou uitkomen, maar mits goed doseren en profiterend van de harde goed berijdbare ondergrond zou dit wel lukken.
Op de flanken van de Bollenberg vonden we na een lange asfaltaanloop de eerste off-road paden die doorheen enkele holle wegen kropen. De toon voor de rest van deze tocht werd onmiddellijk gezet : hard bevroren ondergrond, enkele tricky tractorsporen en vooral veel rijcomfort op deze met veel hoogtemeters doorspekte streek. Op weg naar Pellenberg werd ik ingehaald door streekgenoot Rocco. Over brede veldpaden konden we nog eens bijpraten tot Rocco op weg naar het Gasthuisbos het welletjes vond en mij ter plaatse liet. Rocco is nota bene in winterrust. Het zegt veel over biker Zjé zijn conditie. Ik werd bovendien nog overspoeld door mijn vrienden van de Wiekers die onder leiding van Jefke weer een koers der grote rugnummers hielden. Wijselijk probeerde ik zelfs niet aan te pikken in de wetenschap dat zij deze middag in clublokaal Het Straatje reeds hun tweede koffietje zullen slurpen terwijl ik nog huiswaarts fiets.
Via enkele asfaltverbindingen bereikten we Kessel-Lo en beklommen de steile Prediherenberg met bovenaan het klooster van de zusters Clarissen. Geen eieren voor de Clarissen, alhoewel het weer ons gunstig gezind was, doch wel een bevoorrading wachtte ons hier op. Mijn collega Theo van de Wiekers bereikte samen de soep zodat we rustig keuvelend ons stukje cake en sportdrankje konden verorberen.
Het was geen weer om lang stil te staan zodat we niet te lang treuzelden en terug op pad togen. Theo en zijn vrienden waren al snel terug stippen aan de horizon. Zelf hield ik een tempo aan op basis van hartslag en benengevoel. Ze moeten deze biker niet meer leren om te doseren. We doken een holle weg in met hoog technisch gehalte. Het was behoedzaam dalen tussen het met gladde keien en steenpuin bezaaide pad. Geen tijd om te recupereren want daar dook de als aartsmoeilijk aangekondigde Kiekenberg reeds op. Deze klim met kasseitrapjes leek me best wel te doen tot een biker enkele meters voor mijn neus onderuit ging. Mijn zelfvertrouwen kreeg hierbij een fikse deuk zodat ik ook van het juiste pad afweek en voet aan grond moest zetten. Soms is biken niet meer dan zelfvertrouwen hebben en worden hindernissen tussen de oren genomen i.p.v. met de stuurmanskunst. Een prachtige klim naar een kerkje in Pellenberg werd gevolgd door een afdaling waar zonder het vorstdeken ongetwijfeld de nokken van de wielen zouden opgezocht worden in de modder. Nu viel het al bij al weeral mee.
We betraden het domein van de UZ-kliniek in Pellenberg waar ruimte werd gelaten voor een gemakkelijk en moeilijk parcours. Ik besloot de uitdaging aan te gaan waarbij een omtrekkende beweging rond het hospitaaldomein werd gemaakt. In dit broekgebied zou ik onder normale omstandigheden gevloekt hebben als een ketter maar nu kon ik zelfs nog genieten van de maretakken die als dichte trossen in de bomen hingen. Met een singletrack over mulle bosbladeren in het Herendaalbos werd het mountainbikeplaatje compleet gemaakt. Een nieuwe uitdaging met alternatief nam ik opnieuw gretig aan. Mijn durf werd beloond want na een heel steile klim belandden we in een villawijk op het hoogste punt van deze route. Verstilde straten, knappe bebouwing, mooi aangelegde tuintjes. Wat moet het hier, 100 m boven zeespiegelniveau, mooi wonen zijn.
We doken terug 60 m lager een zandgroeve in waar de tweede bevoorrading ons opwachtte in een loods van de plaatselijke zandboer. De cake smaakte weer en ik tankte voldoende sportdrank om de restende kilometers vol te maken. Over een gevarieerd parcours dreven we nu naar Kerkom. Hoogtemeters werden nog uitgelepeld in het Butselbos waarna over hoofdzakelijk brede veldwegen de contreien van Binkom werden opgezocht. We bereikten de Aarschotsesteenweg maar ik toonde karakter door toch parcoursgewijs opnieuw het Kapellebos richting Lubbeek in te duiken. De eerste tekenen van dooi traden stilaan op zodat modderspatten tegen het frame aanvroren, maar in de wetenschap dat het einde naderde nam ik er dit zonder morren bij.
Ik raakte aan de praat met een biker uit Putte maar met het bereiken van de Calvarieberg verstomden de gesprekken en joeg eenieder zijn hartslag omhoog. Op het forum van mountainbike.be verklaarde iemand eerder op de week dat hij hier nog een streep wou trekken, maar de enige streep die ik trok was een gebogen lijntje rondom de mond. Het gebogen lijntje verwerd tot een glimlach omdat ik door de mulle bosgrond toch de klim naar het grote kruis al rijdend kon nemen. Het was meteen de voorbode van het einde van deze rit die me meer dan 700 hoogtemeters en een handvol bikeplezier had opgeleverd. Ons zoontje van 8 zou zeggen : Het was vetleuk !
Tijd om met een ritje naar de Zuiderkempen de sportieve voormiddag af te sluiten. De door mezelf gevreesde schriele oostenwind was gelukkig iets zuidoostelijker gedraaid zodat ik met hoofdzakelijk zijwind mijn eenmanswaaiertje kon maken. Ik bereikte dan ook nog vrij fris de huisstee na mijn eerste winterse century. Marathonbiken zit hem soms ook meer tussen de oren dan in de benen ..
Mol, Kempische gemeente met 12 deelgemeenten en nog meer gehuchten had er eentje gevonden waar ik nog nooit van gehoord had : Galbergen. De naam zou een alpenlandschap kunnen herbergen, maar onze stille Kempen kennende zou dat er wel niet inzitten. Ik had met vrouw en zoontje besloten een zaterdagse snipperdag te nemen waarbij ik de toertocht van de Molse wielervrienden in Galbergen zou biken. Zij gingen intussen het familiebudget aan verleiding tentoon spreiden in de Molse winkelstraten. Een telefoontje van mijn bikepartner Charly die reeds aan de start stond, kwam veel te vroeg zodat hij besloot met de profs Hulsmans en Vansummeren op pad te gaan. Tja, je kan beter biken met mensen van je eigen niveau
Een halfuurtje later door mijn gezinnetje neergepoot in Galbergen viel me de rust en groene omgeving van de startplaats op. Dit was me wel een ster waard ! Even rondpiepen naar bekende koppen moest ik jammer genoeg afdruipen. Het was hier duidelijk de Zuiderkempen of het Hageland niet. Ik besloot mijn spieren niet te laten afkoelen op deze zonnige winterse dag en dook onmiddellijk de eerste singletracks in.
De toon werd onmiddellijk gezet dit zou vandaag een singeltrackfestival worden. In een met naaldbossen begroeid duinengebied werd op de smalle paadjes en korte hellingen mijn hartslag onmiddellijk in het rood gezet. De opeenvolging van singeltjes is niet echt de dada voor mijn lange lichaam en krakkemikkige rug. Het feit dat de paadjes er kurkdroog bijlagen na de stortvlagen van de voorbije weken stemde me echter gelukkig. Dit was me wel een tweede ster waard !
We kruisten het verbindingskanaal Dessel-Kwaadmechelen, lieten de befaamde pannenkoekenboot links liggen, maar doken even later op aan het Zilverstrand. Geen gebruinde welgevormde dames die lagen te zonnen, maar wel een mooi plaatje met de zandtras en het houten bruggetje die lagen te blinken in de zon. Ik nam even gas terug om te genieten van dit moois, maar even later kwamen we terug in de bewoonde wereld met het kruisen van de N71, de Molse ring.
We togen nu over de gemeentegrens naar Balen waar we een tijdje langsheen de spoorweg reden. Het oogt toch wel raar als je hier de spoorwegen nog niet geëlektrificeerd ziet. Het maakt dat er toch een wezenlijk verschil is tussen dit stukje Kempen en mijn eigenste Zuiderkempen. Ik kreeg weinig tijd om dit te overpeinzen want de opperste concentratie werd opnieuw gevraagd bij het betreden van het zoveelste met singletracks doorweven naaldbos in Wezel. Een overvliegend sportvliegtuig maakte me duidelijk dat we hier niet zo gek ver van de Keiheuvel zaten, maar we maakten een fikse draai om op de grens van Mol en Balen een mooi gestoffeerde bevoorrading te vinden.
Een overdadig buffet met soep, extran, suikerwafels en appeltjes van oranje lag op de talrijke bikers te wachten. Deze rijkelijke verwennerij was mij zeker een derde ster waard ! Ik liet het sportdrankje en een suikerwafel smaken, maar hield het bij een korte break. Mijn windjackje hield de gevoelstemperatuur niet echt hoog en ik had geen zin om een verkoudheid op te lopen.
Op naar de vallei van de Molse Nete waar het landschap wijzigde in een iets meer landelijk karakter. De paden bleven echter verrassend droog en als we even later een lang recuperatiestuk kregen langsheen het verbindingskanaal had ik zowaar spijt dat we niet off-road bleven. Het doel van dit geasfalteerde stukje bleek alras als bleek dat we een extra lusje hadden gedaan dat ons bijna terug bij de bevoorrading bracht. Ditmaal gingen we links de Rijsbergdijk in waar opnieuw de naaldbossen en smalle ganzenpaspaadjes werden opgezocht. Ik hield mijn tempo vrij hoog, maar was toch maar wat blij als ik soms een excuustruus vond in de vorm van tragere bikers waar ik zogezegd niet voorbij kon. Het liet mijn spieren en longen toe opnieuw zuurstof uit de steeds killer wordende lucht te zuigen. Langsheen het industrieterrein Berkenbos zochten we de vaart op die ons noordwaarts terug bij het eerder overschreden bruggenhoofd bracht.
We doken de bossen van Sluis in waar een bord 10 km ons stond toe te grijnzen. Samen met een perfecte bewegwijzering en regelmatige waarschuwingen bij gevaarlijke oversteek gaven ze deze tocht het cachet perfect mee. Die vierde ster was meer dan verdiend ! We naderden nu snel op Galbergen, nog 5 km, nog 3 km als daar reeds de startplaats opdook. Wow ! Dit was wel erg snel, maar de organisatoren hadden nog een aangename verrassing. We bogen terug weg van de startplaats om in de resterende kilometers nog een prachtig speelbos te vinden waar een samenvatting van de ganse tocht werd gemaakt. Duinen, afgewisseld met singletracks, enkele zandtras. Het was een heerlijk slot van deze tocht dat me een wrange bijsmaak bezorgde Dit smaakte naar meer ! Jammer genoeg was het uur van inschrijving reeds verstreken zodat de kans er in zat dat de pijlen reeds verwijderd waren. Intussen was echter het marathonbeestje in mij wakker geworden zodat ik vrouwlief opbelde met de mare dat ik wel met de bike naar huis zou fietsen. Haar torenhoge capaciteiten als huismanager stelden me gerust dat ze ons huisbudget goed zou beheren en ik zonder kopzorgen naar huis kon biken.
Het bleek een kleine vorm van zelfoverschatting als ik op de terugweg aan een fringale ten prooi viel. De Molse singletracks en invallende kou hadden blijkbaar toch meer energie uit mijn tengere lijf gezogen dan ik verwacht had. Als de nood het hoogst is, is de redding echter nabij. Op de Geelse ring werd ik overspoeld door mijn gezinnetje die me een banaan en chocoladereep in de handen duwden. Deze brandstof was meer dan welkom ! De rugwind deed de rest zodat ik uiteindelijk ons stulpje bereikte terwijl de zon reeds achter de kim verdwenen was.
Met 75 km in mijn oude knoken en een batterij zo plat als een Poolse Skoda liet ik me in een gloeiend heet schuimbad zakken. Dit overweldigende weldadige gevoel was bijna evenredig aan een bepaalde erotische ervaring. We gaan het hier fatsoenlijk houden, maar ik schreeuwde het wel uit : Mol-Galbergen, beste Molse wielervrienden .UW VIJFDE STER IS BINNEN !!!!
Actief en passief sporten gaan meestal niet hand in hand, doch als de papa zijn mountainbikeverslaafdheid wil koppelen aan de veldloopmanie van zoonlief kan je toch wel eens tot een compromis komen. Zo zou de zoon in Bonheiden zijn veldloopseizoen openen terwijl in het naburige Kampenhout een toertocht werd ingericht door WTC Relst. De opbrengst van deze tocht ging bovendien naar het goede doel met de 11.11.11-actie zodat mijn geweten nog meer gesust en mijn enthousiasme aangewakkerd werd.
Het was zaak om oerendvroeg te Kampenhout mijn opwachting te maken zodat ik reeds een stuk voor zevenen in mijn bewasemd camionnetje de verplaatsing maakte. Kampenhout is me als biker onbekend , maar als jeugdrenner reed ik wel graag in deze streek van grote vlaktes en kasseiwegels. De pittoreske namen Berg, Buken, Relst, Perk, Erps en Kwerps haalden de jeugdnostalgie in mezelf naar boven. Het ontbreken van hoogtemeters nam ik er dan maar bij ..dacht ik !!! Het oerendvroeg kon wel letterlijk genomen worden als ik kwartje voor den achten het scantoestel van de VWB nog moest laten opwarmen zodat mijn vergunning kon ingelezen worden. In ruil voor 3 euro kreeg ik een bandje met noodnummer,gratis tombolanummer en de vrijgeleide om mijn bike de tracks in te sturen. Ik liet het me geen tweemaal zeggen en vertrok onder een zwaarbewolkte hemel, doch wel windstille en zachte ochtendlucht.
Er werd door de organisatie voor 90% onverharde wegen beloofd, doch de asfaltaanloop doorheen het centrum van Kampenhout soupeerde reeds een groot deel van de resterende 10% op. Dat beloofde dus voor de rest van de rit. Na het kruisen van de N21, Haacht-Brussel begon dan ook het off-road werk met brede, goed berijdbare paden richting grensgebied Steenokkerzeel-Kortenberg. Doorheen witloof- en stoppelvelden genoot ik van de stilte die als een loodzwaar deken over de velden hing. In de verte zag ik reeds de oude watertoren van Kortenberg opdoemen als ik bruusk uit mijn dromen gewekt werd. Een grote zilveren Lufthansa-vogel scheerde laag over mijn hoofd om iets verder in Zaventem zijn lading aan de grond te zetten. Dit was toch wel een onbetaalbaar privé-spektakel dat me hier aangeboden werd.
Met het naderen van Kortenberg overschreed ik met de HST-lijn een tweede snelle vervoerlijn van de moderne tijden. Ik moest nog even wat staal en beton trotseren, maar na het kruisen van de N2 Leuven-Brussel startte het echte bikerswerk. We betraden namelijk de oude abdij van de Salvatorianen, waarna we in het prachtige bos achter de sporthal gekatapulteerd werden. Een afwisseling van singletracks, korte S-bochten, scherpe klimmetjes en dito afdalingen zorgden ervoor dat alles voor een leuk bikeparcours aanwezig was.
Via Meerbeek verlieten we het bos en togen op weg naar Everberg. Bij de splitsing der afstanden koos ik gulzig voor de 55 km, mezelf helemaal niet afvragend of de conditie wel voldoende ver reikte om dit tot een goed einde te brengen. Doorheen intussen iets slechter bollende veldwegen werden ook de hoogtemeters zachtjes en bij mondjesmaat ingelepeld. Ik werd nu vooral omringd door koolzaadvelden die volgend jaar voor een prachtig geelgekleurde lappendeken zullen zorgen. Ik mocht dit reeds eerder ervaren tijdens een voorjaarse toertocht in het nabije Winksele. De nabijheid van de E40 liet zich gelden door het steeds maar aanzwellende geluid van brullende vierwielers. We volgden parallel s lands drukst bereden autoweg om even later onder een brug van diezelfde autostrade reeds na 17 km een bevoorrading te vinden.
Een energiedrankje dat me niet echt smaakte, diende ik met een sinaasje weg te spoelen maar de rest van de uitgebreide tafel liet ik voor wat ze was. Er was nochtans een uitgebreide keuze maar ik had nog niet echt veel honger. Bovendien wou ik ook niet teveel tijd verliezen om mijn deadline in Bonheiden tijdig te halen. We betraden een bos met ettelijke, bijwijlen vettige singletracks aan de zuidkant van de E40 en mochten vervolgens in het Hogenbos een privé-jachtterrein betreden. Het landschap van droge paden middenin een heuvelend landschap van herfstgekleurde beuken was betoverend mooi.
Al te snel kwam er een einde aan dit fijne intermezzo en doken we via een konijnenpijp terug onder de E40 door om op die manier te naderen op Bertem. Hier vond ook de samensmelting met de kortere afstanden plaats zodat ik voor het eerst vandaag geconfronteerd werd met andere bikers. Erg verrassend stuitte ik reeds op de 2de bevoorrading na amper 27 km. Navraag bij iemand van de organisatie leerde me dat er geen 3de ravitaillement meer kwam. Tijd dus om mijn reserves goed aan te vullen voor de resterende 28 km. Een (lekkerder) drankje, wafeltje en stuk banaan later was ik dan ook klaar voor het restant van deze rit.
Een hollewegenspektakel bood zich aan tesamen met een korte opeenvolging van hellingen en kasseiwegels waar Bertem zo bekend voor is. Af en toe ving ik in de verte een glimp op van de vliegtuigradar, maar toch was het nog even schrikken als de veilige baken voor de vliegtuigen eensklaps voor mijn neus opdoemde. Dit moderne staaltje van techniek (zie foto) blijft toch in schril contrast staan met de omringende natuur.
Het werd hoogtijd om Bertembos met zijn lange door beuken en eiken omgeven lanen te betreden. Enkele fikse hellingen zorgden ervoor dat ik soms ook al eens op het puntje van het zadel moest i.p.v. cruisend mijn ogen de kost te geven. Een erg steil stukje zorgde er zelfs voor dat ik doorslippend op de bladeren de top al rijdend niet kon bereiken. Ik vond het jammer omdat zulke uitdagingen een TT toch wel een extra cachet geven. Mijn cruisen toonde ook de andere zijde van de medaille als ik klakkeloos een andere biker volgde doorheen een prachtige afdaling om beneden onthutst vast te stellen dat er geen pijltjes meer hingen. Het is een gouden maar ongeschreven regel dat iedere biker zelf op de pijltjes dient te letten. Gevolg was dat we beloond werden met een prachtige klim die waarschijnlijk erg weinig bikers gedaan hebben op deze tocht
We reden nu naar Veltem-Beisem, op en over N2 en HST om in Erps-Kwerps de Molenbeekvallei te bereiken. Het bordje vallei deed mijn instinctief red alert lampje branden, maar het goed berijdbare karakter van de voorbije 40 kms deden me toch hopen dat het al bij al wel zou meevallen. WOW !!! Langsheen de beek waarnaar de vallei genoemd was volgden we een singletrack die alsmaar natter en vettiger werd. Mens en materiaal werden niet gespaard en ik zag ettelijke bikers met een sierlijke duik in het decor belanden of vloekend vastrijden in alweer een modderige wak. Een kort verhard intermezzo deed me deugd maar opnieuw werden we langsheen het riviertje een verzopen natuurgebied ingejaagd waar de zuigende wegen en weilanden het laatste greintje energie uit mijn lijf pompten. Een bordje met voetweg 5 stond me grijnzend aan te staren. Ik vroeg me af wie nu in godsnaam zijn kinderen doorheen deze hel stuurt ? Heel dit gedoe maakte me spinnijdig en net hieruit haalde ik voldoende adrenaline om het traject toch tot een goed einde te brengen.
Het dient gezegd : de beloning voor kilometerslang pompen of verzuipen was prachtig. Langs de achterpoort reden we het privédomein van het kasteel van Wilder binnen waar een golfterrein lag te blinken, de bogeys en birdies ons om de oren vlogen en het golfvolkje ons meewarig nastaarde. Het contrast kon dan ook weer niet groter : mooi afgeborstelde, in lichte kleuren geklede golfers naast een beslijkt zootje op hun mountainbikes. Het was in elk geval een unieke gelegenheid om eens te biken op een golfterrein, tenminste op de rijkelijk uitgestrooide dolomietpaden.
Het einde van de tocht naderde nu wel met rasse schreden, want als met het oversteken van de N21 ook de kerktoren van Kampenhout in zicht kwam wist ik dat de beloofde 55 kms niet zouden gehaald worden. Met 53 km op het conto en tijdige check-out for Bonheiden was ik toch best tevreden. Het was een fantastische tocht met jammer genoeg een accident de parcours. Dit gaat de organisatie ons volgend jaar toch niet meer aandoen.
De gelukzalige glimlach van zoonlief en mama een half uurtje later maakten alles goed. Lang vergeten was reeds de Molenbeekvallei waar intussen ongetwijfeld nog knarsetandend en vloekend een weg werd gezocht op zoek naar .een weg.
Op deze relatief zachte ochtend van Allerheiligen werden we uitgenodigd door de Landelijke Gilde van Westmeerbeek voor hun 4de Chrysanten MTB-tocht. Waar dergelijke organisaties van niet-MTB-clubs soms tot minachtende reacties leiden op mountainbikeforums, hadden mijn dorpsgenoten mij vorig jaar toch aangenaam verrast met hun tocht. Dit smaakte dus naar meer en ik liet me gewillig door de Bjeizel-connection naar Mjorrebeek leiden waar we hadden afgesproken samen de tocht te starten.
Die Bjeizel-connection is intussen een begrip geworden voor het samenraapsel van recreatieve bikers waar plezier en beleving hoog in het vaandel worden gedragen. Een tak van de Connection wist intussen ook op atletiekgebied hoge ogen te gooien met de organisatie van de succesvolle Beerzelse aflossingsmarathon. Het bewijst dat enthousiasme, goede wil en hard werken tot succes kunnen leiden.
Back to business aan de kantine van de Zwarte Duivels die intussen naar de hel zijn weergekeerd. In Westmeerbeek speelt namelijk geen eerste voetbalploeg meer maar beschikken ze wel over het enige en echte Manneke Pis. Niet voor niets noemen ze Westmeerbeek ..Klein Brussel !
Er bleek een grote opkomst voor deze toertocht, getuige de inschrijvingsbriefjes die op bleken te zijn bij onze inschrijving. Het voelt toch wel wat raar aan je geld te deponeren zonder effectief in te schrijven. Hoe dit zit met verzekering en dergelijke hadden we het raden naar. We lieten het niet aan ons hart komen zodat we met ons uitpuilend groepje van negen stuks de tocht indoken. Men bood ons een 28 km en 45 km tocht aan die een omtrekkende beweging maakte langsheen de vroegere Merodebossen, heden allemaal Vlaams staatsdomein geworden. Sommige politici spreken zelfs hoogdravend over het Zuiderkempen-Hageland landsschapspark, een mondvol dus.
In contrast met vorig jaar zou er dit jaar in tegenwijzerzin gereden worden zodat we op weg togen naar Herselt. Verrassend was de start via het Asbroek. Dit moerasgebied is doortrokken met vijvers, beekjes en wandelpaden maar werd ons nu op de nuchtere maag voorgeschoteld. De drassige en vettige paden noopten mij reeds met tegenzin tot het overschrijden van de overslagpols. Het zou vandaag niet de laatste keer zijn Gelukkig werd er geen koers van de grote rugnummers gehouden en bleven we in ganzenpas de tracks berijden en bewandelen. Mijn herstellend kniegewricht gaf namelijk onheilspellende tekenen van overbelasting, maar de kuddegeest dreef me toch mee met deze toffe bende. De gezelligheid was onbetaalbaar, het tempo niet al te hoog en de gespeelde verontwaardiging groot als er weeral eentje in het decor schoof op de glibberige paadjes.
We bereikten Herselt aan de Limberg om vervolgens door te steken naar de watertoren om hier de rode vaste blosoroute enkele keren op onze weg te vinden. De tracks werden nu beter berijdbaar en ook mijn humeur kreeg hierbij een boost. Ik ben nu eenmaal een modderhater en hou het liefst van de zomerse harde en goedberijdbare parkoersen. Doorheen het landbouwgebied tussen Herselt en Wolfsdonk vonden we afwisselende brede paden die het mogelijk maakten een beetje bij te praten. Een intermezzo waar eensklaps een einde aan kwam als we in Wolfsdonk op de splitsing der afstanden stootten. We namen afscheid van schoonbroerke Geert, Wim en Filip die aan hun eerste TTs sinds lang toe waren en de afstand naar Beerzel ook nog per bike dienden te overbruggen.
Tijd voor het ernstige werk want dra dook de heuvelzone op met de Rodeberg in Testelt. Theo die al een tijdje met de remmen dicht had gereden voelde het kriebelen en legde ons een stevig tempo op. Voorlopig volgde iedereen nog in het mooie heuvelende bosgebied alhoewel Ivo na de harde kennismaking met een boomwortel, gevolgd door een dooppoging in een grote plas, met technische problemen te kampen had. Zijn herstelbeurt was echter van korte duur zodat we op togen naar de Averboodse Weefberg.
De Weefberg werd doorweven als het web van de weefspin. Theo was nu helemaal losgebroken en etaleerde en demonstreerde zijn voorbeeldige conditie. De eerste grote cartouche die ik nu verschoot, baarde me toch wel wat zorgen met nog meer dan de helft van de kilometerstrepen te gaan. Elk paadje van dit heuvelgebied langsheen de Lange dreef werd bereden. Nu ja, bereden ..als we de aartssteile klim aan de Oostzijde voor de wielen kregen ontstond nogmaals wandelclub het Hijgend Hert. Mijn poging om toch al rijdend de knoest te overwinnen strandde op een uitstekende wortel en binnensmondse vloek.
Er was echter geen tijd om te treuren want onze vijftiger dreef opnieuw het tempo op zodat de rekbaarheid van ons groepje danig op de proef werd gesteld. In gestrekte draf verlieten we Averbode om via het gebied van de Herseltse loop naar Blauberg te varen. Het varen werd bijna letterlijk want de slijkpoelen waar we nu doorploeterden deden elk gewricht kraken in zijn voegen. In mijn ijver om de droge kantjes op te zoeken liep ik bovendien nog een jaap van een braamstruik op die mijn hematocrietwaarde op kunstmatige wijze deed dalen. Het vat liep nu wel in versneld tempo leeg, de hartslag lag veel te hoog en de benen liepen vol melkzuur. Als dit maar goed afliep.
Gelukkig dook na 28 km de bevoorrading in Blauberg op. Dit was werkelijk saved by the bell ! De suiker- en vanillewafels lagen rijkelijk uitgespreid naast een sportdrankje zodat ik mijn energiereserves zo goed mogelijk trachtte aan te vullen en mijn dipje te verbergen tegenover mijn bikematen. Het sein van Gunter om terug op pad te gaan leek me wel verstandig zodat we niet verder afkoelden, maar de vrees dat mijn herstel niet voltooid was bleek evenzeer een waarheid als een koe.
We doken onder impuls van good old Theo het provinciaal domein Hertberg in waar met het smaller en vettiger worden van de paden ook het tempo alsmaar hoger lag. Ik hing er achteraan nog wat aan te bengelen, de deur stond open, ik hing aan de rekker, zijn er nog omschrijvingen ??? Na mijn plaagstoten in de TT van Betekom waar ik de Bjeizel connection, Megamindy-gewijs gesard had was het nu payback-time. The Bjeizel-connection strikes back ! Ik kon mezelf wel vervloeken om mijn overmoedige daad van 10 dagen geleden. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een wegvergissing deed de kop van ons groepje van het parcours afdwalen terwijl ik met Steven en Werner toch nog voldoende luciditeit had om de juiste afslag te nemen. Grote hilariteit alom als wij eensklaps moesten wachten op onze conditioneel sterkere bikematen. Gelukkig kwam er aan de Hertberghel een einde als we in Bergom opdoken om vervolgens via het Riet te naderen op Westerlo en langsheen de Nete de prachtige omgeving van het Merodekasteel te doorkruisen. Blijkbaar waren de scherpe kantjes er nu bij iedereen wel af en werd er terug aan een gezapig tempo gevorderd.
De Westerlose ring werd gekruist aan de Marlybrug waarna we aan het zuiveringsstation natuurgebied de Kwarekken indoken. Wandelbos de Beeltjes met zijn Asberg werden, om voor insiders begrijpelijke redenen, niet aangedaan zodat de Netedijk opnieuw werd opgezocht. Het was nu verdorie toch wel Werner zijn beurt niet om er een lap op te geven !? Op de gruute ploate zette hij een versnelling die ons ter plaatse liet en waarop alleen Theo een gepast antwoord vond. Ik was al maar wat blij dat ik achter Gunter zijn brede rug beschutting kon zoeken en mijn wagonnetje aanpikken. Aan de Snepkens werd van oever gewisseld maar onze gabbers werden alsmaar kleinere figuurtjes tot we een bosje indoken waar een palettenbrug iedereen verplichtte om af te stappen. Even was het troepen verzamelen op uitzondering van Ivo die we in het strijdgewoel uit het oog verloren waren. Shame on us !!! Als we even later aan dancing Millennium opdoken werd opnieuw het tempo de hoogte ingejaagd.
We doorkruisten het Goor door zijn ontelbare verharde en onverharde baantjes en een verrassende ontmoeting met oude bekende Johan moest het stellen met een Hey, hoe ist ? Goe ! zodat het verder ging in gestrekte draf. Een draf die abrupt werd afgebroken als aan de Waregemse Gaverbeek. Niet door de val van het paard, dan wel door het einde van onze toertocht aan het voetbalterrein van de ter ziele gegane Zwarte Duivels. Werner haakte af naar zijn wagen waarna ik Steven, Gunter en Theo nog even vergezelde op hun huiswaartse tocht naar Beerzel. Wijselijk nam ik echter de afslag aan mijn spoorwegfietspad in de wetenschap dat er nog veel trainingswerk aan de winkel is om mezelf op een aanvaardbaar conditioneel niveau te tillen.
Waar hoogmoed komt voor de val niet goed voor is. Sorry beste Bjeizel-connection .
Is het een vliegtuig ? Is het een vogel ? Neen dat is het niet ! Het is Mega Mindy !!!
Eindelijk !!! Exact 355 dagen was het geleden dat ik nog aantrad in een toertocht. Bijna een vol jaar van kommer en kwel, van kniepijn en operatie, van nagelbijtend aan de kant toekijken. Maar nu was eindelijk D-day aangebroken .Biker Zjé gooide zich terug het toertochtgeweld in !
Als uitvalbasis had ik voor mijn geboortedorp Betekom gekozen waar de plaatselijke X-tremebikers hun wintertoertocht deden vertrekken aan het sportcomplex van de Tumkens. Charel en Geert waren mijn bikematen en hadden afgesproken om samen naar de poort van het Hageland te fietsen. Het was een blij weerzien op de bike en ondanks de bijtende herfstkou had ik een warm gevoel binnenin, ja je kon het zelfs popelen van geluk noemen.
Het was aan de inschrijving alras bekende koppen groeten, waarbij mijn vrienden van de Bjeizel-connection al even verrast waren mijn kop te zien als vice versa. De eerste plaagstoten rolden al over en weer : dit zat goed ! De lange inactiviteit had er voor gezorgd dat ik mijn VWB-vergunning van 2007 verloren gelegd had zodat ik bij de inschrijving een extra eurootje diende neer te leggen voor mijn deelname. Het zal nog wel even duren vooraleer ik het goede ritme terugvind.
De twijfel die ik voorgaande dagen nog had omtrent mijn mogelijkheden om een toertocht tot een goed einde te brengen, had me voorzichtig doen kiezen voor de kortste 25 km afstand. Naarmate de start echter dichterbij kwam gooide ik deze twijfel overboord en koos resoluut voor de langste afstand van 44 km. Het was als een koekjesdoos die je voor het kleine jongetje openhoud om ze vervolgens snel te sluiten als hij zijn handje uitreikt. Deze kleine biker ging voor de volledige inhoud van de koekjestrommel !
We doken na de start onmiddellijk Meetshoven in. De talrijk uitgestrooide singletracks geurden naar verse humus en bosnaalden, terwijl de bikers die ons reeds voorafgegaan waren, een pad bloot gereden hadden in de vallende herfstbladeren. Dit was echt maximaal genieten in het verstilde bos.
Traditiegetrouw doken we na een 10tal km op aan het Duracell rondpunt om via de off-road Demerdijk richting het kasteel van Nieuwland te biken. Mijn bikegenoten drongen me hoffelijk de leiding op, zodat ik dankbaar het tempo kon bepalen dat lijf en hartslag binnen bereik hadden. We bogen af naar de eerste ernstige hindernis van de dag met de Extreme putten waar we via Aarschots beroemdste bar de beklimming van de Liederberg aansneden. Ondanks mijn semi-slicks kon ik de klimmetjes toch al rijdend nemen. Het gaf een overheerlijke adrenalinestoot die me de rest van de rit zou voortstuwen.
We daalden af naar Gelrode, lieten verrassend het Kloesebos letterlijk en figuurlijk links liggen en zochten wat hoogtemeters op de flanken van de Hondsheuvel. De droge periode van de voorbije dagen had de tracks perfect berijdbaar gemaakt, zodat het heerlijk biken en intussen genieten van het landschap was. We volgden weliswaar regelmatig de vaste routes van Aarschot en Rotselaar, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat dit het verhaal van de kip en het ei was. Wie was er eerst ? De X-tremebikers leerden mij namelijk deze paden ontdekken, lang voor er sprake was van voornoemde vaste blosoroutes.
Als we eensklaps mijn vrienden van de Bjeizel connection in het vizier kregen, kon ik het niet laten een versnelling te plaatsen die me op en over de zwoegende roodhemden bracht. Onder het zingen van Mega Mindy nagelde ik hen aan de grond. Dat dit waarschijnlijk eerder te wijten was aan een lachkramp van hunnentwege en mezelf bovendien veel krachten gekost had, kon me niet deren. Er mag en moet al eens gelachen worden. Als ik met Ivo zelfs van bike wisselde om zijn nieuwe Epic te testen, zullen er wel bikers gedacht hebben dat dit zootje ongeregeld aan de drank zat, maar niets is natuurlijk minder waar.
Van drank gesproken, het werd tijd voor een lichte bevoorrading die alweer in de beste X-treme-traditie uitmondde in een buffet. Opsomming van de voorliggende waren zou me te ver leiden, maar laat me stellen dat er bakkers zijn die op zondagmorgen minder in de etalage liggen hebben.
Flink voldaan en enkele leuke babbels later togen we op weg voor het tweede deel van deze tocht. Het Hellegat beklommen we off-road waarna de Benninksberg zorgde voor een leuke snelle afdaling, waarbij langs zijn flanken richting Wezemaal werd getogen.
Vanaf nu was het gedaan met lachen want de hoogtemeters vlogen ons nu om de oren. De Wijngaardberg via de brede holle weg trok de laatste longblaasjes open. We daalden snel af naar de Leuvensesteenweg om vervolgens de aartssteile Ijzerenberg te bestijgen. Op kop van ons triootje reed ik met kleine versnelling naar boven, maar als halfweg Geert me voorbijgestormd kwam, maakte hij me duidelijk dat ik alleen maar bij genade van mijn bikegenoten het tempo mocht bepalen. Bovenaan in de wijk van de Middelberg was de hartslag laten zakken aangewezen want even later beklommen we nogmaals de ijzeren knoest aan de achterzijde vanaf de spoorweg. Op deze zwaarste klim van de dag was het laveren tussen gestrande reizigers, maar mijn stoomlocomotief kon toch op de rails blijven en al rijdend de top bereiken. Met de prachtige afdaling door de holle singletrack kwam een einde aan dit gebalde intermezzo.
Het Vorsdonkbos lag nu voor ons. De grote obligate plassen waren grotendeels drooggedampt zodat we zonder al teveel modderaverij opdoken achter het kasteel van Nieuwland om opnieuw de Demerdijk te vervoegen. Via de Betekomse beemden reden we naar de Putteberg, voorloper van de alom gevreesde Balenberg.
Maar de berg baarde een muis ! De zompige tracks waren door het spel van zon en wind omgetoverd in perfect berijdbare paadjes. Hoogtemeters werden met de glimlach verteerd, zeker als je denkt aan de jaarlijkse Nieuwjaarscross waar onze collegas veldrijders telkens een ware kalvarietocht lopen.
We bolden nu naar de laatste hindernis van de dag met de Molenberg die van ondergetekende de oscar van de dag kreeg. Niet zozeer door de 14de eeuwse molenruïne (zie foto !) die kortelings gerestaureerd wordt, dan wel omwille van de 4 holle wegen in alle windrichtingen waarop en rondom ik in mijn jeugdjaren ettelijke uren en broeken versleet. Het was dan ook ontwaken uit mijn droom als de basisschool voor onze ogen opdoemde en het einde van deze prachtrit aankondigde.
Met ons triootje nagenietende bikers togen we terug naar de Zuiderkempen om uiteindelijk 70 kilometertikjes te verzamelen op de teller. Dat dit gepaard ging met wat weerbarstige trekjes in de getormenteerde knie en s namiddags de spierkrampen aanjoeg, nam ik er met de glimlach bij. Een ijspack rondom het gewricht en wat noodzakelijke rust zullen deze biker wel oplappen. Nu het treintje terug loopt wil ik niet meer op een zijspoor belanden. Daar lag het fungehalte op deze tocht te hoog voor .
De lust bekruipt me om te starten met een citaat van Raymond .Das nu tien jaar dak int vak zit. Ik heb opgetreden in Aalst, Zwevezele, Peutie , maar nog nooit maakte ik een non-event mee zoals in Pijpelheide Ik had met Dany afgesproken bij het ochtendkrieken om samen iets voorbij zijn deur de toertocht te gaan biken waar hijzelf een vijftal jaren geleden zijn eerste toertocht betwiste. Was de organisatie destijds nog in handen van de fietskameraden van Gust Van Hout, werden nu na enkele jaren onderbreking de handen in elkaar geslagen door .Hand in Hand Baal en de vrouwenvoetbal Astrio.
We kwamen reeds om 8 uur de mooie kantine van Pijpelheide binnengesloft waar we voor 2.5 euro een inschrijvingsbonnetjes bekwamen en de melding op groot papier : Wegens klacht geen toelating om parcours in Aarschot te rijden. Nu ja we vertrouwden de inventiviteit van de inrichters en na een korte babbel met Jefke van de Wiekers trokken we op pad voor de langste afstand van 45 km.
De aanloop was ons nog goed gekend uit het verleden met enkele korte off-road stukjes achter het sportcentrum van Booischot en in het Kasteeltjesgoed op weg naar Begijnendijk. We doorkruisten de terreinen van boomkweker De Bruyn naar de Meertsels om vervolgens in de Madestraat op te duiken en de oude spoorwegbedding (mijn spoorweg ! ) naar Aarschot te nemen. Allemaal nog gekend van de vroegere tocht, maar wanneer we in Ourodenberg verwachtten dat we richting Gijmelberg zouden afdraaien, werd er verrassend doorgestoken naar Meetshoven. We hadden nu reeds 10 km over hoofdzakelijk asfaltwegen gereden. Het stoorde me in beginsel niet echt omdat ik zodoende mijn knie met opgestapeld vocht wat kon losrijden, maar het werd stilaan toch wel tijd voor het betere mountainbikewerk.
In Meetshoven vonden we dan ook een mooi parcours met de gekende singletracks die vooralsnog perfect berijdbaar waren. We fronsten wel de wenkbrauwen dat Gijmelberg wel, maar Meetshoven vanaf heden blijkbaar niet meer in Aarschot ligt, als we na 5 km bikeplezier op de bevoorrading stootten.
Na amper 15 km vonden we deze reeds op ons pad zodat de resterende 30 km wel een hele brok zouden worden. Het dient gezegd : op de bevoorradingstafel was niets af te keuren. Een mooie mix van fruit, wafels en sportdrank voorzag voldoende voor iedereen. Alleen .het was toch nog zo vroeg om nu al aan het schransen te slagen. Ik vroeg aan één van de inrichters waar we nu naartoe zouden biken als ik het laconieke antwoord kreeg :seffens hier naar links. Tja, zover kon ik ook nog wel kijken maar op mijn aandringen welke streken we zouden aandoen moest ik het met een schouderophalen stellen. Er begon stilaan een rood alarmlichtje te branden
Na een korte break hervatten we onze tocht om via de oude trambedding richting Begijnendijk te drijven. Mijn stille hoop om toch nog naar de Molenberg of Balenberg te biken werd bij deze vakkundig de grond ingeboord. Wat volgde was gewoon over het asfalt binnenrijden, kort afgewisseld met het OCMW-bos te Begijnendijk en 1 (één) veldwegeltje in Pijpelheide. Vermeldenswaardig is wel dat er een seingever stond bij elke gevaarlijke wegovergang. Het ontlokte bij Dany de oneliner van de week als hij schamper fulmineerde : ze hebben hier meer seingevers dan kilometers.
Klokslag 9 uur passeerden we reeds de kerk van Pijpelheide waar we alleen beloond werden met een aanstekende stormwind, gitzwarte lucht en een prachtige regenboog. Deze kon jammer genoeg niet op het conto van de organiserende instanties gezet worden. Met amper 23 km op het tellertje had ik nog niet echt zin om naar huis te fietsen. Ik besloot dan ook deze wegrit nog eens te bollen terwijl Dany zijn zoontje uit de zetel ging jagen om nadien ook de paden nog eens berijden.
Ondanks de regen die bij momenten striemend op het gezicht joeg vertrok ik dus maar eenzaam voor mijn 2de ronde. Gelukkig trok de bui snel over en kon ik toch nog genieten van een deugddoend zonnetje. De ijdele hoop dat we tijdens onze eerste doortocht een wegvergissing gemaakt hadden of een splitsing gemist, smolt als sneeuw voor de zon als ik na 15 km weer dezelfde bevoorrading bereikte.
De 2MS-renners Gerry, Silvio en Benny stonden net vertrekkensklaar zodat ik even later met Jos, mijn compagnon van de vorige tocht in Westmeerbeek, het laatste deel volmaakte.
Binnensmonds vloeken, grommend mompelen of een scheldtirade afsteken het brengt allemaal geen zoden meer aan de dijk. Maar de Ladies van Astrio en de Gentlemen van Hand in Hand zijn ons volgend jaar in elk geval een klinkende revanche verschuldigd.
Een toertocht in je eigen hometown zou je eigenlijk nooit mogen laten voorbijgaan, en toch
Eerdere edities waren door omstandigheden allerlei steeds de mist ingegaan en ook nu stonden mijn sterren door een verjaardagsfuif onder een slecht gesternte.
Echter .de verstoring van mijn bioritme had ik opgevangen door een matig alcoholverbruik. Het extra zomeruur (of is het winteruur ?) deed de rest.
Jammer genoeg moest ik alleen aan de start verschijnen.
De Bjeizelconnection had na de vlucht naar Egypte, nu voor een Bierbeekse versie gekozen.
Charel en Geert hadden lichamelijke problemen en vaste gabber Dany stond reeds in Westmeerbeek toen ik me bed-gewijs nog eens in de warme schoot van het vrouwtje vleide.
Deze bikester Inspé heeft trouwens haar bikeplannen ook opgeborgen tot na de winterperiode wanneer haar geteisterde spieren terug buitensporten toelaten.
Op een voor mezelf ontiegelijk laat uur (9 uur) bood ik me dan ook aan bij de inschrijving aan het voetbalveld van de Zwarte duivels Westmeerbeek, waar de plaatselijke Landelijke Gilde borg stond voor deze inrichting.
Het was best druk aan de inschrijving. Alhoewel hier geen mountainbikeclub aan het roer stond hadden de positieve commentaren en beloftes op een mountainbikeforum toch heel wat bikers gelokt. Het was nu alleen nog kwestie van die beloftes waar te maken.
In het spoor van een 6tal Antwerpse bikers trok ik me op gang om, zoals later bleek, al onmiddellijk de eerste splitsing van de langste afstand te missen.
Mijn doel om de 57 km te biken zou zo alvast een paar kilometers minder bedragen, maar het lusje via de Poervisvijvers passeer ik wekelijks, zodat ik niet veel miste.
We drongen het Westmeerbeekse Goor binnen om over de harde kiezelpaden en asfaltbaantjes naar de N15 Heist op den Berg - Westerlo te biken.
We passeerden hierbij het huis van mijn casuele bikegenoot Geert die door het vrouwtje gestraft was met een garagekarweitje.
Ik stopte voor een korte babbel en de tinkellichtjes in zijn ogen verrieden de immense spijt dathij toch niet op zijn bike zat.
Op naar de Snepkens waar we in een privébos enkele leuke singletracks te verwerken kregen in de mulle bosgrond. Een oversteek van een beek via een palettenbrug gebeurde behoedzaam en als we even later aan de Netedijk opdoken was het gedokker over de oeverwand slechts van korte duur. Dra doemde reeds restaurant t Kempisch pallet op, waar we van oeverkant veranderden bij het kruisen van de N152 Aarschot-Herentals.
Voor ons lag nu natuurgebied de Kwarekken waar ik enkele jaren geleden, in mijn strijd tegen obesitas, alle paden letterlijk en figuurlijk heb platgejogd.Alhoewel ik dus wel wat parcourskennis dacht te hebben, vonden de parcoursbouwers hier toch een origineel traject doorheen het wirwar van singletracks.
Dit was leuk biken en de korte asfaltaanloop van het begin was reeds lang vergeten.
Dit zou een tocht met een erg hoog off-road gehalte worden.
Na het kruisen van de N19 Aarschot - Westerlo betraden we één van de schilderachtigste plekjes van Westerlo, parel der Kempen.
Over de Netedijk waan je jezelf in de sprookjesachtige middeleeuwen met aan de overzijde het kasteel van de Merode en aan de rechterkant nog mysterieuze turfwinningsputten die intussen met lissen begroeide vijvers zijn geworden.
Deze mooie plaatjes kregen nog een verlengstuk met de 57km splitsing die ons via de wipperschutting en het fietserbruggetje naar de Kaaibeekhoeve bracht.
In het Riet vervoegden we al snel terug de kortere afstanden om vervolgens richting Bergom te biken.
Met het provinciaal domein Hertberg voor de neus was er voor de meerwaardezoekers een prachtlus van de langste afstand aangelegd.
We doorkruisten de bosrijke omgeving met en tegen de groene en blauwe vaste blosoroute, tussendoor nog doorspekt met enkele eigen bevindselen.
Het gaf de tocht een originele aanblik en dat er regelmatig in tegenstroom met de vaste route gereden werd, hinderde helemaal niet. Deze sterk ondergewaardeerde route kent in de winter namelijk erg weinig bezoekers.
De voorbije droge periode had trouwens weinig modderstroken voorzien terwijl we eveneens bespaard werden van de natste doorgangen.
Na de samenvoeging der afstanden was het tijd om een bevoorrading te vinden in Blauberg.
Door mijn late vertrekuur was de zelfgebakken cake blijkbaar al verorberd door het onverwacht grote contingent bikers (600 naar verluid).
Een stukje banaan en een glaasje water moesten het dan maar doen want de hij geeft je vleugels-drank liet ik mijn maagwand liever niet aanvallen.
Ik stootte hier tevens op mijn ploeggenoot en wedstrijdrijder Jos zodat ik tevreden om wat gezelschap de tocht hervatte. Of het tempo van Jovano me niet te machtig zou worden moest ik maar afwachten.
We togen nu naar Averbode om in het recent opengestelde Averbodes bos een lusje te maken en vervolgens de Weefberg op ons pad te vinden.
Op en om de Weefberg werd een prachtig parcours uitgetekend waarbij de hoogtemeters flink aantikten en verschillende uitdagingen lagen te wachten.
Op het puntje van het zadel trachtte ik mijn nieuwe compagnon bij te benen, maar als hij op de zandheuvel aan de drukkerij zijn hardtail feilloos door het mulle zand joeg, moest ik toch passen.
Behoudens de gestegen snelheid was ook mijn hartslag aan hoge pieken onderhevig zodat ik me gelukkig prees dat Jos even later ook eens een hapering maakte die me toeliet terug bij te benen en zelfs het commando te nemen.
Oude rat Zjé nam het genoegen om op kop toch even te recupereren maar als mijn felle bikemaat terug de kop nam was het harken, puffen en blazen.
We kregen de trappistenklim, een lange en steile klim langs de zuidhelling voor de boeg.
Daar waar ik hem vorige woensdag in mijn eentje nog wist te bedwingen, bepaalde de vermoeidheid nu dat het grootste gedeelte al stappend zou overbrugd worden.
Iedereen rond mij moest trouwens van de fiets en getuige de vele voetsporen waren er hier vandaag nog niet teveel bovengereden.
Na het stevige Weefbergintermezzo werd richting Testelt gereden waar we de tweede helling die naam waard zouden vinden met de Rodeberg.
Weer zorgden de aangelegde tracks voor een afwisselend parcours met verschillende beklimmingen en singletracks die elke vierkante meter leken te berijden.
De technische moeilijkheden bleven nu wel beperkt zodat we de bike overal konden doordrijven. Drijven was misschien een understatement voor het krachtdadige optreden van Jos die op het randje doorheen de bossen en singletracks scheurde.
Daar waar ik meestal al freewheelend en cruisend mijn toertochten afwerk, was het ditmaal toch aanpassen. Kenners weten dat ik normaliter alleen in de Hagelandse chronorit mijn beste beentje voorzet.
Met het verlaten van de Rodeberg richting Wolfsdonk was ook het lastigste gedeelte achter de rug. Over vlakke paden waar enkele verharde stroken meer hun aandeel eisten, stopte ik me vakkundig weg achter Jovano. Met het terugkeren naar de heimat was namelijk ook de wind op kop een stevige tegenstander geworden en laat net kort in het wiel rijden één van mijn specialiteiten zijn
Zo kon ik eindelijk mijn hartslag naar een aanvaardbaar niveau laten dalen zodat de opdoemende Kapittelberg te Herselt geen problemen meer opleverde.
We flirtten nog eens met de rode blosoroute om vervolgens op de Molenberg de feeërieke klokkenkuilen te vinden. Tijdens de wintermaanden van mijn jeugdjaren leerde ik hier de eerste stuurmanskunsten op een aftandse crossfiets. Wat zijn onze dikke bandenfietsen intussen toch juweeltjes van techniek en materiaal geworden.
Omdat Jos het merendeel van het kopwerk tijdens de laatste kilometers voor zijn rekening genomen had, nam ik intussen bij mondjesmaat ook al eens het commando om hem achter mijn brede rug wat rust te gunnen.
Na het kruisen van de N19 was het trouwens uit met de pret. Een blik op mijn kilometerteller deed me besluiten dat de Raamdonkbossen nog voor wat extra kilometers zouden zorgen maar na een asfaltzone van enkele kilometers bereikten we via de Dieperstraat simpelweg terug de start- en aankomstzone.
Navraag bij Dany later op de dag leerde me trouwens dat hij ook slechts 52 km verzameld had op de tocht.
Op uitzondering van aanloop en binnenrijden was de slotsom toch dat we een fijne bikevoormiddag beleefd hadden op een uitzonderlijk mooi parcours.
Daar was zeker geen vlucht naar Egyp ..euh Bierbeek voor nodig geweest.
Voor de toertocht in mijn geboortedorp had ik met verschillende mensen afgesproken om samen te biken, maar de nazomerse ochtend startte met een valse noot.
Dany en Geert moesten verstek laten zodat ik met Charel en 2 toevallige passanten uit Morkhoven naar Betekom fietste.
Bedoeling was van Gunter nog op te pikken, maar doordat we te laat aankwamen, was onze collega van de Bjeizelconnection reeds op bikerspad.
Een hoop bekende gezichten met o.a. Agfa-collega Leo en de pas geuniformiseerde mannen van mtb-club kjeis oat nodigden uit tot het slaan van een praatje, maar de stille hoop om Gunter alsnog bij de bevoorrading bij het nekvel te vatten, joeg ons snel de grootste omloop op.
In tegenstelling tot vroegere wintertochten van de X-tremebikers werd er vertrokken langs Meetshovenbos. Dit betekende meteen dat het zwaartepunt van de tocht ditmaal op het einde zou vallen zodat doseren aangewezen was.
Ik had het echter niet zo begrepen en wou onmiddellijk in de Meetshovense singletracks een stevig tempo aanhouden.
Spijts de grote drukte aan de inschrijving bleken we nu toch vrij rustig te kunnen biken zodat het genieten was en met grote precisie het voorwiel tussen de bomen drijven.
Een amechtig puffende duotrein op zwarte Epic-rails hees zich door dit domeinbos.
Dat een foutje of pech op een klein plaatsje kan liggen bleek alras... Een Team2MegaSaeco-sportlid die met zijn collega een gebroken ketting wou herstellen, bleek niet over een kettingpons te beschikken.
Ik zette mijn doel om Gunter nog in te halen dan maar opzij om deze onfortuinlijke jongens hulp te bieden. Het geeft me uiteindelijk meer voldoening dan het rijden van een hoog gemiddelde.
Terug op pad bleek Charel niet echt zijn dagje te hebben. Mijn bikecollega had al enkele malen een gaatje gelaten, maar als ik dacht dat dit was om een beter overzicht over de tracks te hebben bleken rugklachten aan de grondslag van zijn mindere dag te liggen.
Ik kan meespreken van dergelijk krachtenvretend letsel en bewonderde hem dan ook voor het doorbijten.
Rekening houdend met wat nog op het menu stond zou het alleszins geen sinecure worden.
Langs de Demerdijk richting het kasteel van Nieuwland om vervolgens via de spoorweg terug naar Aarschot te biken, was het de laatste vlakke voorbode van al het lekkers dat er aankwam.
De Extremebar lieten we nog even (letterlijk) links liggen om de Eikelberg over het asfalt te beklimmen, de duik te maken naar Gelrode en met de off-road klim van de Liederberg aan te komen op de hotspot van deze tocht : De Extremeputten !
De zelfbenoemde Extremeputten zijn genoemd naar Aarschots beroemdste bar aan de voet, maar is eigenlijk een oude ijzerzandsteenwinning waar een waar bikepark kan uitgetekend worden.
De ramptoeristen waren dik gezaaid (vooral inrichtende X-tremebikers) zodat onder luid gejoel en commentaar kon geprobeerd worden om drie uitdagingen tot een goed einde te brengen.
De eerste moest ik staken onder het gesternte van verdienstelijke poging, maar de volgende twee kon ik toch al rijdend nemen zodat ik mijn buurman en gastcommentator Robby Vereecken even de mond kon snoeren.
De adrenaline van zelfvoldaanheid die dan door je aders jaagt is met geen pen te beschrijven.
We verlieten de Extremeputten aan de bovenkant om over de kam van de Liederberg naar s Hertogenheide te biken en de beklimming van de Schaapsvijver aan te vatten.
Alweer een kuitenbijter die menig biker teveel bleek zodat we tussen wandelende bikers onze weg moesten zoeken op deze nochtans goed berijdbare helling.
Het Kloesebos werd doorkruist waarbij we na ca 18 km op de bevoorrading stuitten.
De traditie bij de X-tremebikers indachtig was het weer een wandelend dessertenbuffet waarbij ik er niet in slaag een opsomming te maken van al het lekkers dat uitgestald lag.
Dit leek meer de rayon van een grote colruyt in de buurt.
Ik gunde Charel zijn rustpauze terwijl ik me intussen onledig hield met het vastzetten van mijn kopserie. De geluiden die ik voortbracht tijdens een off-road afdaling deden meer denken aan een ratelende kar op de keien.
Het onding liet me ten derde male deze week in de steek zodat de opmerking van mijn vrouwtje dat ik teveel met de bike op pad ben, door mijn hoofd speelde.
Dat wordt weeral mijn spaarvarken aanspreken voor de noodzakelijke onderdelen.
De mooie beklimming door de holle weg van de Hondsheuvel bracht ons bij de E314 waarna we richting Wijngaardberg bolden.
Het steile klimmetje naar het Wijngaardbos konden we ongehinderd nemen, waarna we ook in het bos de omgevallen bomen keurig omzeilden.
De hoogtemeters volgden mekaar nu verder in sneltempo op met de klim van de Wijngaardberg doorheen de holle weg en de frontale aanval op de Ijzerenberg na het overschrijden van de N19 Aarschot-Leuven.
En nog was de pret niet uit. Door de verkaveling van de Middelberg werd afgedaald naar de spoorlijn waarna we een nieuwe frontale aanval op de Ijzerenberg startten langs zijn noordzijde. Ik had geluk dat het pad net vrij was op het moment dat ik het bosje indook zodat opnieuw een rijdende klim aan de scalp kon.
Slachtoffer van dienst was echter mijn bikegenoot die door de korte opeenvolging van nijdige hellingen kraakte in al zijn voegen .voorlopig brak hij nog niet.
Zijn aanmanen om niet meer te wachten klonk in dovemansoren, want het samen uit, samen thuis-principe is me heilig.
Ik nam bewust wat gas terug om Charel terug op zijn positieven te laten komen, want met de bult van Baal als dessert stond er nog iets te wachten.
Na de Ijzerenberg doken we aan het station van Gelrode het Vorsdonkbos in dat zijn natte traditie niet kon waarmaken. We dankten de weergoden op onze blote knieën voor de voorgaande droge periode die de grote plassen omgezet had in waterdamp.
Via de Demerdijk bereikten we de brug in Betekom om vervolgens het broekgebied in te duiken. Eenzelfde verhaal hier waar de aangeboden paden deden denken aan een drooggelegd havengebied in de polders.
Omdat we nu via de Bosseplein en windaf naderden op Balenberg, liet ik Charel de kop om hem rustig zijn eigen tempo te laten kiezen en Vervecken-gewijs te kunnen recupereren.
Die laatste 10 km moesten nu ook op zijn palmares. Daar was geen lievemoederen meer aan.
Ik sprak af me nog eens uit te leven op de Sven Nys bult om nadien samen binnen te rijden.
De steile binnenkomer naar de watertoren kon al direct tellen, waarna we zowat het ganse parcours van de nieuwjaarscross aandeden.
Een brede variatie van singletracks, korte nijdige klimmetjes, lange energievretende hellingen en brede tracks over het motorcrosscircuit. Het was allemaal inbegrepen voor dezelfde prijs.
Ik liet mijn hartpomp nog eens lekker op hoog toerental komen, intussen de zuurstofrijke ochtendlucht binnenpompend als ware het mijn laatste ademhappen.
Een tent met redbullgirls en hun drankje kende blijkbaar heel wat meeval, maar het is nu éénmaal niet mijn drankje en ik weigerde zelfs de smeekbede van een mooie babe om haar blikje aan te nemen.
De neus stond nu éénmaal gericht op biken en de laatste tracks die nog lagen te wachten.
Na het verzamelen van ons duo was het stilaan tijd om naar de startplaats af te zakken.
Dit kon uiteraard niet gebeuren zonder mijn jeugdspeeltuin, de Molenberg nog eens op te zoeken.
De klim en doorkruisen van de holle weg waren gekend, maar de blauwbloezen van de organisatie hadden ook nog een nieuwe singletrack uitgetekend die in de mulle bosgrond voor het betere bochtenwerk kon zorgen.
Het ijzerzandstenen monument (de oude windmolen) zullen er weinig zien staan hebben, maar wie kan het hen kwalijk nemen als de resterende paden nog voor heel wat bikeplezier konden zorgen.
We verlieten het domein aan de basisschool waar ik 6 jaren van mijn jonge leven de broek versleet, waarna ik samen met biker Charly naar de Zuiderkempenafdroop.
Mijn bikegenoot zag asgrauw met een vertrokken gezicht van de pijn, maar hij had het toch maar mooi volbracht.
Zijn vertoon van wilskracht op de met 400 hoogtemeters doorspekte omloop was van een hoog niveau en daar woog geen enkel snelheidsgemiddelde tegen op.
Maar wat wil je .een duo dat samen bijna 100 jaar is kan wel tegen een stootje .
Met een nazomer die maar niet wil stoppen, stond bikester Opsné te popelen om met haar ventje te gaan biken. We hadden zowaar keuze uit 2 zaterdagse tochten binnen bereik, maar de keuze Mol-Kasterlee helde over naar de groene long van de Kempen omdat men hier 85% onverhard en slechts 500m op de vaste blosoroute van Herentals-Kasterlee beloofde.
Het gehucht Houtum was onze gastheer op hun kermisdagen zodat de inrichtende wielertoeristen van Kasterlee hun 2de Houtumse mtb-tocht konden voorstellen. Onder een stralende hemel boden wij ons aan in de feesttent om te merken dat de organisatie wel op punt bleek te staan. Een bewaakte fietsparking, noodnummer en gratis tombola verraadden reeds extraatjes die een tocht net dat ietsje beter georganiseerd maken. Recht tegenover de Klaveren drie moest ik denken aan stichter Juul Kabas, maar vooraleer ik mijn lijflied ze noeme maa de Zjé kabas aanhief , stuurde Opsnéetje haar bike reeds naar de aanpalende velden voor de kortste bike-afstand van 27 km.
Een prachtaanloop ging langs de Kleine Nete waar we over de lage oevers, rakelings langs het water stroomopwaarts reden. Nu ja, rakelings is een ruim begrip voor een weg die tussen 1 en 2 meter van het water loopt, maar mijn echtgenote voelde zich toch pas op het gemak zodra ze het heilige mtb-principe huldigde : steeds kijken naar het pad waar je naartoe wil sturen. Te snel kwam er een einde aan dit mooie pad als we via een houten bruggetje de waterloop verlieten en doorheen zanderige boswegen terug afbogen naar de N19. We reden een erg traag tempo, want de ogen de kost geven terwijl je het snot in de ogen rijdt gaat moeilijk samen.
Langsheen het Breeven en via enkele mooi gelegen visvijvers bereikten we de N19, Geel-Kasterlee, die we kruisten om de landbouwgebieden richting Bobbejaanland in te duiken. Ellenlange zandpaden lagen ons voor, waarbij de tegenwind een spel speelde om bij gebrek aan hoogtemeters, toch voor een bepaalde lastigheidgraad te zorgen. Een splitsing die richting natuurgebied de Zegge leek te draaien, lieten we links liggen om ons aan de vooropgestelde 27 km-afstand te houden. Mijn benen kriebelden maar ik kon mijn meid toch niet in de steek laten. Het liep in mijn beginjaren niet anders De diversificatie aan landschappen was trouwens nog niet ten einde, want we betraden nu tussen Langenberg en Lichtaart de grote aaneengesloten naald- en loofbossen van het Koningsbos en de Hoge Mouw, ook wel de Kastelse bergen genoemd.
Het beloofde stuk vaste blosoroute gaf ons iets meer dan een kilometer bikeplezier op één van de mooiste stukjes op de blauwe route met licht hellende holle wegen.
In kamphuis t Boslicht vonden we de bevoorrading die, raar genoeg met dit stralende weer, binnen was opgesteld. Met sinaasappels, bananen, droge koeken, koffiekoeken en Actus sportdrank was er weeral meer dan voldoende voorradig. Alleen jammer dat we in dit eerder muffe lokaal niet echt konden genieten van de zuivere boslucht, oorverdovende stilte en warme septemberzonnestralen. Hiervoor moesten we op de bike zijn, zodat we onze pauze tot een minimum beperkten en dra terug het hazenpad kozen.
We kruisten nu de N123, Lichtaart-Kasterlee om parallel aan deze weg ook de eerste singletracks op onze tocht te vinden. Smalle dichtgegroeide paden, afgewisseld met kombochten waar het zand weinig houvast bood voor het voorwiel. Een leuk intermezzo dat te snel aan zijn einde kwam als we het bos uitdoken vlakbij de grote rotonde in Kasterlee.
Een blik op de teller leerde ons dat we toch nog een ommetje zouden maken. We trokken noordwaarts, parallel aan de N19, richting Turnhout om langsheen de Hoge Rielen weer een zeer afwisselend parcours te vinden. Singletracks doorheen enkele bosjes wisselden af met lange zanderige veldwegen waar men dezer dagen wel een patent lijkt op te hebben in de Kempen.
We kruisten opnieuw de N19 om zuidwaarts naar onze vertrekplaats af te zakken. Dit zou niet zonder slag of stoot gebeuren. In de buurt van een manege was een waar militaryparcours aangelegd, door hetwelk wij eveneens onze weg mochten zoeken. Korte nijdige bultjes, zandwadden, scherpe kombochten .alles was voorradig voor een technische bijscholing der bikers.
Bikester Opsné was niet echt meer voorzien op dit mountainbikegeweld en gooide haar laatste energietankje overboord om toch op een ordentelijke manier dit tussenstuk te overleven. Dra dook echter een lang verhard stuk op dat ons na het kruisen van de N123 naar Retie, aan de watertoren bracht die zich vlak bij ons vertrekpunt situeert. De zucht die mijn eega slaakte was er duidelijk eentje van opluchting en blijdschap om weer een prachtig volbrachte tocht. Er kwam echter nog een aap uit de mouw, er zat nog een addertje onder het gras en het venijn zat hem bovendien nog in de staart. Allemaal gekende uitdrukkingen voor het Fitometerparcous waar we nog indoken. Achter de Kastelse sporthal is namelijk een fitometer neergeplant in een duinengebied. De sporthal noemt dan ook niet voor niets Duineneind. Het BMX-parcours dat hier was uitgetekend, inclusief linten, was goed voor een kilometer heerlijk balanceren tussen vallen en recht blijven, tussen net wel of net niet bovengeraken, tussen fris eindigen of net iets minder fris . Bikester Opsné vond hier haar Waterloo en transformeerde terug naar bikester Inspé. De overmoed in het militaryparcours moest ze nu cash betalen tot groot ingetogen jolijt van haar partner.
Het uiteindelijk bereiken van de feesttent op Houtum was dan ook meer dan een voldoening in het besef dat de supercompensatie de volgende dagen wel de rest van het werk zal doen. We ontmoetten op de parking nog een oude schoolkameraad van mijn vrouwtje, Peter, die niet oud is maar wel een vroegere schoolbankengezel. Hij stond nog klaar voor het vertrek, maar kon de doffe ogen van mijn vrouwtje zeker niet opmerken achter haar grote zonnebril. Mijn advies dat dit een prachtomloop was klonk dan ook niet in dovemansoren zodat hij alvast blijgemutst de wel degelijk mooie omloop met zijn zware finale indook.
Wij doken intussen het zonovergoten terras op, waarbij ik genietend van een heerlijk koud schuimende Leffe nog kon kennismaken met Team2MegaSaeco-genoot Bart Heylen MTBart voor de vrienden. Bikester Inspé keek intussen al uit naar haar volgende tocht, want de verslavende endorfines hadden intussen hun werk gedaan. Biken vraagt nu éénmaal naar meer, nog meer en .veel meer !
De toertocht van Wiekevorst betekent voor mij één grote brok nostalgie Exact drie jaar geleden traden wij namelijk op deze door de Wiekers ingerichte mountainbiketocht voor het eerst aan als Smulhoek Cycling Team. Een bonte verzameling van voornamelijk streekgenoten van Hilset, maar met allemaal diezelfde (recreatieve) mountainbikepassie. Intussen, bijna 1100 dagen later, blijven alleen manager Mark en ikzelf nog over van die bende en is ons team uitgegroeid tot één van de toonaangevende mountainbiketeams in België. Dit met een grote groep raceleden, maar tevens een even gepassioneerde bende recreatievelingen waar ongetekende ook deel van uitmaakt
Ondanks de moordende concurrentie van de toertocht in Kessel-Lo en het manifest gebrek aan hoogtemeters in onze Zuiderkempen, verkoos ik toch mijn kameraden van de Wiekers een hart onder de riem te steken en aan hun inschrijvingstafel te passeren. Ik deed dit extra vroeg omdat ik om 10u een afspraak had, zodat ik iets na 7u30, de spits afbijtend, de velden tussen Itegem en Wiekevorst indook. Het was vrij zacht en dit gecombineerd met een kurkdroog parcours maakte dat ik me best wel zou amuseren. Een amusementswaarde die nog steeg als na enkele kilometers, oud dameswielerkampioene Mariette Laenen, mij zowaar stond aan te moedigen vanuit haar tuin. Haar komaan Zjéke ! maakte mijn tevreden grijns nog breder en deed me nog meer genieten van mijn koppositie in het deelnemersveld.
Aan de dromen kwam vrij vlug een einde als ik even later, vlak voor het kruisen van de Itegemsesteenweg een klapband opliep. Weg rustig cruisen, weg koppositie, welkom stress om tijdig mijn afspraak van 10 uur te halen. Een supersnelle herstelling later vervolgde ik richting de Wiekevorstse en Bruggeneindse Goren die hun naam te danken hebben aan het vloeigebied van de Goorloop.
Omdat deze tocht langsheen de Herenbossen op minder dan een kilometer van mijn voordeur en iets meer van mijn achterdeur passeerde, besloot ik snel een ommetje langs huis te maken. Snel het te warme thermisch ondergoed verwijderd, een extra reserveband in de materiaaldoos, wat extra druk bijgepompt in mijn bandje en een snelle knuffel voor vrouwtje en zoon maakten mij terug strijdvaardig voor het vervolg van de rit. Ik pikte terug in aan de houten brug over de Nete om kort hierop de splitsing 25/43 km te vinden. Ik koos voor de langste afstand omdat die toch korter was dan de aangekondigde 50 km en ik zodoende tijdig mijn afspraakje kon halen. Doorheen het Westmeerbeekse Goor naderden we Herselt waar in de omgeving van camping de drie Eiken op de vaste blosoroute van Herselt werd aangesloten. Over steeds harde en stofferige tracks kon ik het tempo er goed inhouden en in de bossen van het uitgestrekte Hertbergdomein werd ik slechts sporadisch gepasseerd door snellere bikers.
Het was tijd voor een korte pitstop, want op een wandelparking was de bevoorradingsplaats geposteerd. Met sportdrank, water, sinaasjes, bananen, suikerwafels en zowaar zelfs Grannys waren de puntjes duidelijk op de i gezet. Dit buffet was uitgebreid en niet voor discussie of kritiek vatbaar.
Blosoroutegewijs trokken we verder richting Bergom waar verrassend genoeg het singletrackparcours achter de grot niet in het parcours verwerkt was. Naar ik achteraf vernam wegens het niet toekennen van vergunningen die trouwens op het uittekenen van de tocht een zware impact zouden hebben. Niet getreurd echter. Aan de Marlybrug kruisten we de ringlaan van Westerlo om op de Netedijk stroomafwaarts tot aan de Kwarekken te rijden. Een prachtig aaneengesloten natuurgebied met de Beeltjes welke we dan ook beide mochten doorkruisen, zij het enkel over de hoofdpaden. Mountainbiketechnisch niet onoverkomelijk maar wel prachtig als je de ogen de kost wou geven. We bereikten het Gooreinde (3 maal Goor is scheepsrecht !) en kruisten aan de vijfhuizen de N152 Aarschot-Herentals.
Zoals in het verleden reeds bleek was het vanaf nu racen naar Wiekevorst. De Zoelse Goorheide was het vierde scheeprecht en enkel een ommetje naar de Balebossen stond nog in voor een stukje onverhard. Dra bereikten we de oude spoorwegbedding Aarschot-Herentals die ons naar Morkhoven bracht. De Bertheide, een oud heidegebied dat heden alleen nog landbouwgebied oplevert, bracht ons toch nog wat hobbelige veldwegen op waarna we aan het waterzuiveringsstation van Wiekevorst de kop terug opstaken. Met de kerktoren van Wiekevorst in het vizier kruisten we via een smal bruggetje nog de Wimp, die verderop haar gezuiverde water aanbied aan de Nete. Hierna was het nog wachten op de technische afsluiter met een singletrackparcours aan de vijver van de Wimpel.
Een blik op de klok leerde me dat ik zelfs te vroeg voor mijn afspraak binnengedenderd was, maar ik had gelegenheid genoeg om her en der een praatje te slaan. Met de jongens van de Wiekers, het kliekske van Hilset, Mark en Luc van de Bjeizelconnection waren de heys en joews weer niet uit de lucht.
De tijd was veel te kort want stipt om 10u stond mijn date daar reeds te blinken in haar gecombineerde Smulhoek/Team2MegaSaeco outfit. Bikester Inspé was eveneens met de bike tot aan sporthal de Wimpel gekomen om samen met haar begeleider de 25 km te biken. Niet getreuzeld dus en dra doken wij de velden in die ik 2.5 uur eerder reeds spoorslags doorkruist had. Bikester Inspé had er zin in en trok haar volgeveerde Cannondale strijdlustig doorheen de tracks, wat haar na enkele kilometers reeds een rood aangelopen gelaat opleverde. Ik moest glimlachen om haar gedrevenheid en daagde ze nog verder uit door een plaspauze te nemen en haar aan te manen intussen verder te fietsen. Mijn helse achtervolging duurde tot de lange Kapelstraat in Hulshout waar het ontbreken van haar schim aan de einder een belletje deed rinkelen dat er iets niet klopte. Ik nam rechtsomkeer om haar even later lachend tegemoet te komen. Ze had Rik Van Looy-gewijs in eigen gemeente een wegvergissing begaan, waarna ik achter haar rug wel de juiste tracks had bewandeld.
Onze Herenbossen waren intussen totaal verlaten en als we even later langs de Netedijk na visvijver De Poer de splitsing namen van de 25 km, stootten we dra op de bevoorrading die apart opgesteld bleek van die van de lange afstand. Op het bedrijfsterrein van Wiekersponsor Verpoorten was het eenzelfde buffet als eerder op de dag aan de Hertbergparking. Dorpsgenoot Wilfried en mijn bikecollegas Charel en Geert hadden blijkbaar ook niet genoeg gehad met de 43 km, want zij kwamen hier ook voor hun 2de doortocht aangetuft. Haar babbelzieke begeleider werd door bikester Inspé onderbroken als zij fluks het voortouw nam om na het kruisen van de Nete het tweede deel van de tocht aan te vatten. Het tempo dat ze aanvatte deed me vermoeden dat ze Charel en Geert niet zomaar wou laten terugkomen. Typisch vrouwelijk .Bikester Inspé leek meer Bikester Opsné te worden. Het duurde dan ook tot het zuiveringsstation van Wiekevorst vooraleer we door mijn 2 gabbers werden overspoeld. Dit was dan ook het sein voor Inspéetje om te breken, want de benen blokkeerden werkelijk bij al dit bikegeweld zodat de A.G.-collegas op het korte vervolg nog volledig uit het zicht verdwenen.
Bij aankomst aan de sporthal waren de terrassen goed gevuld en stootten we op mijn manager Mark van het eerste uur en huidig hoofdsponsor en mecenas Ben van Saeco. Zij hadden hun tocht en après-bike reeds achter de rug. Geert en Charel die hun vrouw niet hadden meegebracht, kozen de korte vlucht huiswaarts terwijl ik me nu wel kon permitteren rustig een Leffe te gaan drinken in de sporthal. Dat wij geen geluk hadden bij de gratis tombola kon de pret niet meer drukken. Onze dag was meer dan geslaagd en daar kon zelfs de elfendertigste poulidorplaats van mijn idool Erik Zabel op het WK niets meer aan veranderen .
Een kwartet was in mijn puberjaren een populair kaartspel. Je kan het ook in een muzikale vorm gieten als bv vier strijkers of koperblazers tot een muzikaal samenspel willen komen. Tot slot kan je zelfs met 4 aluminium kaders tot een kwartet komen als gelijkgezinde bikers, gezamenlijk naar een toertocht willen biken. Zo verzamelden wij ten huize van Geert aan de rand van het Westmeerbeekse Goor onder een oorverdovende stilte op deze zondagochtend. Charel en Dany maakten met Geert en mezelf het kwartet kompleet.
Door de voorbije kille nacht werd er vooral verzameld in truien met lange mouwen, armstukken en zelfs een regenjasje, maar de eerste zonnestralen die doorheen het bladerdek een feeëriek spektakel boden met de nevelslierten , gaven aan dat er wel een prachtige dag te wachten stond. Ons doel was Tessenderlo, Looi voor de vrienden, dat tesamen met Averbode en Veerle voor een drieprovinciënpunt zorgt ter hoogte van de wereldberoemde Lekdreef.
Geert leidde ons als man van de streek doorheen het provinciale Hertbergdomein naar Averbode, waarna we langs de Luyksedreef in Gerhagen het parcours bereikten. Een trip naar de startplaats zou ons wel wat extra kilometers, maar tevens een immense drukte op deze door de MTB Crossers georganiseerde zomereindhappening bezorgen.
We doken dus onmiddellijk de afgepijlde tracks van Gerhagen in, waar we amper bikers opmerkten en genoten van de rust en stilte die in dit natuurdomein heersten. Gevolg was wel dat we reeds na enkele kilometers op de bevoorrading stootten die zich, traditiegetrouw op een zanderige tra in de heide situeerde.
Verrassend genoeg waren er toch al een twintigtal bikers van de partij om te genieten van chocoladekoekjes en Gatorade sportdrank. Uit een gesprekje met oude bekende Nick leerde ik dat zij al een 23tal kilometers op het parcours verzameld hadden, zodat tezamen met het passeren aan de inschrijvingstafel ons ritje ook wel goed ingedeeld zou worden. Wij zouden kiezen voor de langst aangeboden afstand van 40km. De ongeduldige blikken van mijn bikematen, die zich trouwens intussen in korte mouwen hadden gezet, maakte mij tot het gulzig ledigen van mijn 0.5 liter sportdrank om snel de rit verder te zetten.
Door kurkdroge bospaden en singletracks was het een snelle rit die slechts gedempt werd door opgeworpen stofwolken en een sporadische zandwad. Er werd afgebogen naar Engsbergen waar met de Houterenberg de eerste hoogtemeters verwerkt werden. Door de perfect berijdbare paden was dit echter een sinecure en een goede opwarming voor wat nog volgen moest.
De hoofdmoot van de rit kwam er namelijk aan met de Rodenberg die aangekondigd werd door middel van een waarschuwingsbord met doodshoofd. Een gesmaakt grapje van de organiserende club. Op de eerste steile klim kon ik met leedvermaak toezien hoe een vijftal bikers die ons net voorbijgevlogen waren, nu te voet de klim maakten. Jongens toch, het zou ons niet overkomen. Overmoedig en nonchalant stormde ik dan ook naar boven .tot na de moeilijkste passage, een stuurfout mij voet aan grond deed zetten. Biker Zjé kon dus ook aan de wandelbak. En dit was spitsroede lopen, want mijn bikegenoten reden fluitend de helling op, ondertussen vragend of ik een wandeltocht maakte . Tja, overmoed en hoogmoed komen voor de val zeker ? Het grijnzend wachten op hun te voet gestelde bikegenoot beantwoordde ik nors met.... geen tijd en weg waren we voor nog 3 steile, vrij technische klimmetjes en dito afdalingen. Dit was nog eens echt mountainbiken en gedreven door adrenaline maakte ik nu geen fouten meer .heerlijk ! Als we boven op de plateau van de Rodenberg verzamelden op het Marslandschap onder een warm zonnetje, werd de opmerking gemaakt dat we het hier wel enkele uurtjes konden uithouden. De nazomerzon maakte vandaag eensklaps alle ellende van augustus goed.
Via hoofdzakelijk grindwegen en op het einde zelfs vrij veel asfalt, bereikten we zo het centrum van Tessenderlo om in de sporthal aan de looppiste van AC Looise de inschrijving te vinden. Ook hier zat het ons mee, want de grote massa bleek intussen ergens op het parcours te zitten, zodat wij rustig onze inschrijvingsformaliteiten konden vervullen om 3 euro armer onze tocht te beginnen ..of te vervolledigen. Het is maar uit wiens standpunt je het bekijkt.
Een nieuwe asfaltaanloop maakte dat we de laatste 10 km wel erg veel verhard onder de wielen hadden gekregen, maar bij het induiken van de Schoterse bossen en het naderen van Gerhagen was het terug peis en vree in mountainbikeland. Enkele hoogtemeters in de buurt van de Houterenberg werden nog vlotjes verteerd, maar bij het induiken van de Gerhaagse bossen in de buurt van de VVV-toren, sloeg het noodlot toe.
Met nog een 7tal kilometers tot ons vertrekpunt voor de boeg maakte een schurend geluid een einde aan mijn bikeroes. Een gescheurde velg over een afstand van pakweg 15 cm bedwong zelfs de Mac Gyver in mij. Ik heb tools en reservemateriaal bij om zelfs een aardbeving of vulkaanuitbarsting te bedwingen, maar een reservewiel behoort tot nader order nog niet tot mijn herstelkit zodat na 53 kilometer hier mijn rit eindigde.
Ik maande mijn kameraden aan hun rit verder te zetten en belde depannagedienst Christel uit de Zuiderkempen om mij uit mijn benarde toestand te verlossen. Een korte wandeltocht bevrijdde mij uit de bossen zodat ze mij aan de Luyksedreef kon komen oppikken. Ze wist de weg reeds want enkele jaren terug moest ze mij hier eveneens oppikken nadat ik door mijn reservebanden heen zat na de toertocht van juist ja, Tessenderlo.
Mijn vrouwtje laadde stilzwijgend biker en bike in haar wagen. Het stilzwijgen werd duidelijk ingegeven door haar angsten om ooit als bikester Inspé haar eerste lekke band te moeten vervangen. De ettelijke bikers die vandaag stopten en spontaan hulp aanboden, sterken mij wel in de overtuiging dat bikester Inspé op dat moment suprème zelfs de handen niet zal moeten vuilmaken. Het bikerswereldje is een toffe familie ..
Tradities dienen om gebroken te worden. Na verschillende jaren met prachtig weer op de dag van de Diestse marathon, hadden de inrichtende United Bikers ditmaal het geluk niet aan hun zijde. Misschien had mede-inrichter Beny als bevoorrecht werknemer, onvoldoende zijn macht laten gelden bij de Meteo-Wing ? Wie zal het zeggen Feit was dat er reeds een zwaar dreigende lucht hing over het voetbalterrein van FC De Barreel als ik mijn camionnetje iets na 7u de voetbalweide opstuurde. Dit was niet het moment om te treuzelen zodat ik zodra de inschrijvingsdebatten openden, onmiddellijk voor 10 euro een inschrijvingsbonnetjes kocht en een flashy rood controlebandje om de pols kreeg.
Men beloofde voor de langste afstand 106km ipv de voorziene 100km. Dat kon alleen maar gratis bonus zijn voor hetzelfde geld, zodat ik blijgemutst samen met Rocco uit Wiekevorst voor de langste tocht vertrok. Ik liet Rocco echter onmiddellijk voorop rijden, want het tempo van deze wedstrijdrijder is niet mijn ding. Een gezapige opwarming zat er niet echt in, want reeds na 3 km stootten we op de helling van het Grasbos, een steile asfaltklim die nog overgaat in een dolomietpad en waar op hartslag naar boven rijden gewoon uit den boze is. Gelukkig waren de naliggende paden van een zachter allooi zodat ik recupererend richting het kasteel van Arendschot in Okselaar mijn hartslag liet zakken en even later zelfs aan de praat raakte met een biker die blijkbaar regelmatig deze toertochtverslagen leest.
Langs het Averboodse Vierkensbroek bereikten we Testelt waar aan de zuidhelling van de Voortberg een uitdagende singletrack-klim voorlag. Ik twijfelde even of ik mijn poeder zou verschieten in een rijdende klim, als een snelle achteropkomende biker mijn keuze snel bepaalde. Deze klim die ik in het verleden nog geen drie keer kon bovenrijden, prijkte nu wel op mijn scalp. Het gaf me voldoende adrenaline waar ik wel een tijdje mee voort kon. Ik kon het ook gebruiken want met de Rodeberg en de Weefberg werden nog wat hoogtemeters bij op het conto gesmeten.
Intussen vonden we na 19km tevens een bevoorrading waar volgens de dame aan het buffet nog maar 10 bikers gepasseerd waren. Tja, hier reden dan ook alleen maar de 106km-rijders, wat ook de rust op het parcours verklaarde. Met sinaasjes, bananen, wafels en sportdrank was er zelfs teveel voorradig om zo vroeg mijn reserves aan te vullen. Ik maakte dan ook een superkorte break. Ik nam me voor met een rustig tempo, gekoppeld aan korte bevoorradingsstops een maximaal voortschrijdend rendement te behalen. Een redenering die menig wiskundige kan doen blozen
Op naar het tweede deel dat ons terug naar Averbode bracht. Een rechttoe, rechtaan beklimming van de Kroningskapel had voor mij geen geheimen meer want hier heb ik met vrouw en zoontje reeds menig ijsje gesleten. De zanderige passage doorheen de hondenweide bracht ons aan domein De Vijvers, waarna we de samensmelting met de kortere afstanden volbrachten. Eensklaps was het nu ook uit met de rust want dichte drommen bikers verschenen ten tonele. Gelukkig was er na de Luykse dreef bij het binnenrijden van Gerhagen opnieuw een splitsing der afstanden zodat de rust min of meer terugkeerde.
Opvallend was wel dat ik erg weinig rode polsbandjes (106 km-rijders) opmerkte. Zoals mijn vrouwtje zou zeggen De zotten bleken dun gezaaid vandaag
Bij het oprijden van de Schoterse heide maakten ook de donkere wolken hun verwachtingen waar. Het begon te regenen en daar waar dit in het begin nog aarzelende motregen was, zou dit dra overgaan in een stevige plensbui van een half uurtje. De 2de bevoorrading die we tezamen met alle afstanden namen, verliet ik nog vlugger dan de eerste omwille van het dreigende natte zwerk.
De Schoters bossen waren ons volgende doel, waarna we de Engsbergse Rodeberg aanvielen. Intussen was die befaamde bui in al zijn hevigheid het landschap aan het besproeien, zodat ook het zand op mijn ketting, pion en kettingbladen vervaarlijk begon te kraken. Gelukkig werd de Rodeberg niet van zijn steilste kant genomen en werden 2 doenbare klimmetjes aangeboden. In Engsbergen verlieten we voorgoed de kortste afstanden om via het Schaffens veld richting de Vleugt te biken. Er werd naast het materiaal ook meer gevergd van de stuurmanskunsten, want de kapotgereden natte toplaag zorgde voor schuivers en energievretend bijsturen.
Kenisberg en Kruisberg, met ook een oude zandsteenwinning, het stenen kot genoemd, stonden garant voor nog meer energievretend biken. Een eerste steile klim gaf ik veel te snel op, waarna ik mezelf oppompte om de resterende klimmetjes toch al rijdend te nemen. Op de vettige singletracks en hellende wegen voelde ik voor het eerst mijn spieren branden. Als dit maar goed kwam
Gelukkig stond bevoorrading nr3 te wachten, waarbij ik mijn lichaam opnieuw tot rust liet komen in een korte stretch- en eetpauze.
Ten zuiden van de N29 doken we opnieuw de gouw van Steve Stunt in om in Zelem het natuurgebied Hees te bereiken. Dit stond weeral garant voor een aantal hoogtemeters, waarna via Bakel en een bos met de welluidende naam Grote Dorst de E314 bereikt werd. Parallel aan de autostrade reden we richting Lummen om daar de Duizendjarige Eik te vinden. Welke eik nu de beroemdste was van dit Millenniumbos, is me nog steeds niet duidelijk, want meer dan één werd blijkbaar geëerd met vlag en wimpel. Intussen waren we ook samengevallen met de toertocht van Zolder die blijkbaar ook vandaag zijn gebeuren kende en over dezelfde paden voor een kortstondige samenwerking zorgde. We kruisten nu de E314 en vonden ten zuiden hiervan het Stenen Kruis, een bos met ettelijke hoogteverschillen en nog meer singletracks.
De bevoorrading in het plaatselijke sportcentrum viel na 85 km. Tijd om eens iets anders dan fruit tot mij te nemen. Een wafel die men versierd had met confituur en slagroom smaakte me als honing op het puntje van de tong .Heerlijk !
Ik was nu klaar om de Willekensberg te bestormen. De aanlopende singletracks waren van een erg vettig karakter, maar gelukkig waren de twee aangeboden klimmen van een droger kaliber. Desondanks ging ik toch helemaal niet vlotjes meer naar boven en de klokjes van een plaatselijke kapel klonken mij meer als doodsklokken in de oren. Het feit dat ik her en der toch enkele lijken kon oprapen, gaf me net die enkele grammetjes adrenaline om alles tot een goed einde te brengen. Na afscheid genomen te hebben van de jongens van Zolder was het ook hoog tijd om terug de noordkant van de E314 op te zoeken. Dit werd op een unieke manier gedaan, want via enkele leuke singletracks parallel aan de spoorlijn Hasselt-Aarschot, gingen we even later samen met het spoor onder de autostrade door. Kort hierna werd terug Grote Dorst bereikt, waarna via enkele asfaltverbindingen in versneld tempo onze oude vestingstad Diest werd opgezocht. Ik had zorgvuldig mijn krachten gespaard en nog een cartouche bewaard voor het einde. Uit ervaring wist ik dat het venijn nog in de staart zat.
Op de oude stadswallen van Diest werd nog mountainbiken met een grote M bedreven, waarna ik de beloofde 106 km bereikt had. De organiserende United Bikers houden echter wel van een beetje teasen en joegen ons eerst nog richting het militaire vliegveld. De klim van het Fort Leopold werd niet van de steilste kant genomen, maar op de Lazarijberg verging het lachen me al meer. Als tot slot ook de Keiberg ons tot boven de startplaats verhief, was er ruimte en tijd genoeg om de laatste energietankjes leeg te maken. Met intussen 109 km en 750 hoogtemeters op het conto kon ik tevreden zijn over mijn voormiddagje biken.
Ik reed even langs de kantine om te kijken of de beloofde gratis braadworst hier te verkrijgen was als ik plots mijn naam hoorde roepen. Verrassend genoeg was het Gert, een talentvol atleet van de atletiekclub van gouden Kim Gevaert waarmee ik in het verleden ettelijke malen een pintje dronk (ik dan vooral de pintjes). Ter compensatie van de harde atletiektrainingen en voor een stuk ook als revalidatie na een kwetsuur reed hij enkele toertochtjes. Dat hij hier in Diest de 60 km had gereden, bewees nogmaals uit welk hout die atleten gesneden zijn. Verbouwereerd vergat ik er warempel mijn braadworst bij en droop stilletjes en nederig af naar mijn camionnetje.
Mijn inwendige mens versterkte ik later op de dag tijdens het verjaardagsfeestje van ons petekind, waar de hemelsluizen een ganse dag dicht gebleven waren. Blijkbaar hadden ze in Beerzel een beter contact met de Meteowing
Een ganse week had bikester Inspé mij overstelpt met meer, meer, nog meer . Onze mountainbiketrip vorige zaterdag in Hechtel was haar zo goed bevallen dat ze er in het midden van de week zelfs een extra trainingstochtje voor over had om dit weekend opnieuw te kunnen gaan baaikeuuuuu . Wat kan je hier als man dan nog tegen inbrengen ???
Om Inspéetje een gelijkaardig parcours te kunnen aanbieden richtten we onze pijlen daarom op de toertocht van Hamont-Achel, een organisatie van De Lopende Crossers uit Hamont. Deze uithoek van Limburg is mij totaal onbekend, behoudens de Achelse kluisabdij, gelegen pal op de landsgrens, waar ik als jonge puber een schoolretraite mocht beleven. De mountainbiketocht bleek deel uit te maken van fiets-event de Hamonter fietsdag, waar ook een gezinstocht en wegtocht voor wielertoeristen aan verbonden waren. Na het neertellen van 3 euro in de kantine van de plaatselijke tennisvereniging, gelegen in het stadspark (stad ?) konden we op pad.
Mijn bikegenote koos, de wegvergissing van vorige week indachtig, resoluut voor de kortste afstand van 25 km. Al wat we aan splitsingen zouden missen was gratis bonus, glimlachte ze. De aanloop was niet erg veelbelovend doorheen enkele wijken en voor 100% verharde wegen. Net als ik me al begon te ergeren aan weeral een fiets-event waar de mountainbikers stiefmoederlijk behandeld worden, doken we over de landsgrens en pikten hier de vaste mountainbikeroute van Budel op. Het contrast kon niet groter....
Doorheen kronkelende, zanderige singletracks in een immens groot naaldbos kon ik me onmiddellijk verzoenen met het parcours. De muizenissen van de eerste kilometers waren al vergeten. Hoogteverschillen waren er niet te vinden, maar de bochtige paadjes waren ideaal voor het bijspijkeren van de stuurmanskunsten en haalden er in elke kombocht de snelheid volledig uit. Het voorliggende traject deed denken aan de singletracks op de groene blosoroute van Herentals, met dien verstande dat er nu wel geen einde leek aan te komen. De singletracks wisselden af en toe met enkele lange brandgangen doorheen het bos, maar de variatie die aangeboden werd, was meer dan voldoende. De vaste route werd weliswaar steevast gevolgd, maar zodra we terug ons vaderland en Achel binnendoken, werd er ook een zelf gekozen traject uitgetekend.
Een minpunt bleek wel de karige plaatsing van pijltjes waardoor wij, ondanks ons trage toeristentempo, tot 5 maal toe van het parcours afraakten. Het leidde toch tot de bonus waar ik stiekem van droomde...
Bij de kantine van een plaatselijke ruitervereniging vonden we na ca 15 km de bevoorrading. Wafel, koeken, speculaas, (iets te groene) bananen en Actus-sportdrank deden ons neervlijen op een bankje waar we midden een prachtig stukje natuur onze koolhydratenvoorraad konden aanvullen. Als ik dan ook nog eens aan de praat raakte met een local in zijn sappige streekdialect was het vakantiegevoel niet ver weg. Een dwingende blik van bikester Inspé vertelde me dat er nog 10km bikeplezier lagen te wachten, zodat we als duo onze tocht verderzetten.
Ik trachtte haar bij de splitsing nog te overhalen voor de 35km te kiezen, maar ongerede twijfels over haar eigen kunnen deden de balans toch terug richting Hamont doorslaan. Het heidegebied dat nu voorlag, zorgde opnieuw voor een afwisseling van singletracks en zandpaden, waar je rustig kon één worden met de natuur.
Net als je denkt van probleemloos binnen te rijden, kregen we op 5 km van het einde toch nog wat animo. Een echtpaar vergezeld van hun honden, vond het belangrijker te melden dat hun viervoeters niets deden ipv ze aan de leiband te houden. Gevolg was dat ze uiteraard achter onze draaiende crancks aangingen. Toen de grootste zijn glimmende tanden grommend en blaffend liet zien vond ik mezelf toch verplicht hem even te laten kennismaken met mijn schoenmaatje 47. Niet mooi tov van dit dier, het is zijn natuur, maar mijn overlevings- en beschermingsdrang tegenover mijn maatje maakten deze zeer afdoende reflex.
Gedreven door een aangetrokken wind maakten we de resterende kilometers vol om op een ontiegelijk vroeg uur terug het stadspark te bereiken. Het uitnodigende terras deed alle wilskracht smelten als sneeuw voor de zon zodat we ons tegoed deden aan een deugddoende après-bike.
Als ik tijdens de terugtocht, overmoedig door trappistenvocht, meldde dat ik mijn spieren lekker losgereden had met het oog op de marathon van Diest s anderendaags, kreeg ik een allesvernietigende blik toegeworpen. Het lachsalvo dat volgde zou pas kilometers verder uitsterven .
Onder een stralende hemel had ik met Dany afgesproken om samen naar Tielt-Winge te fietsen voor de plaatselijke toertocht van de Tieltse Wielervrienden Peup !!!!!!....verkeerde openingszin !?
Als ik om 7u mijn rolluiken optrok werden de Zuiderkempen gegeseld door een fikse stortbui. Dit gecombineerd met het enerverende geluid van een binnenkomende sms van Dany die verkoos niet door de regen te rijden, deed mij vroegtijdig de aftocht blazen en me terug neervlijen tegen moeder de vrouw onder het warme dons, dromend van grote mountainbikeraids
Retteketetteketet ! Tweede couplet Als ik fris uitgeslapen omstreeks 9u mijn neus aan het venster stak, keek ik uit op een uitgeklaarde hemel zodat mijn kuiten terug begonnen te kriebelen. Mijn vrouwtje verklaarde me gek als ik hals over kop alsnog mijn materiaal bij elkaar zocht, alles in de camionette laadde en tussen het verorberen van enkele boterhammen haar nog snel een warme knuffel gaf. Mijn uitnodiging aan Bikester Inspé om mee te rijden, wimpelde ze vriendelijk af wegens nog teveel Hechtels melkzuur in de benen, zodat ik even later als lonesome cowboy alsnog mijn weg naar Tielt-Winge zocht. De inschrijvingen duurden tot 10u30 .dat moest dus nog wel lukken.
Aan de Solveldsporthal aangekomen, stond ik verwonderd hoe weinig autos er wel stonden . Waar vroeger zelfs de parking van dancing Cosmo benut werd, volstond nu één weide achter de sporthal om alles te bergen. Vermoedelijk waren er heel wat bikersvrouwen die vanmorgen een ontbijt op bed kregen, zodat ik met een beetje wroeging mijn 2.5 euro ging neertellen en koos voor de 45 km-tocht, die volgens de organisatoren een 48 km-tocht zou worden.
Onder het oog van reeds binnenlopende bikers, trok ik me iets na tienen op gang voor deze tocht waar ik een haat-liefdeverhouding mee heb. De haat vind zijn oorsprong in de doodsmak die ik hier 2 jaar geleden maakte op de Tienbunder. Liefde vanwege het toeren door mijn Hageland en de goede opvang die ik van de organisatoren mocht genieten ten tijde van mijn kwalijke schuiver.
Het opgediste recept was hetzelfde als ik de voorgaande 3 edities reeds mocht beleven. Er werd een start genomen via de Solveldroute, waar met de beklimming van de Bleireberg naar het houten staketsel reeds een fikse opwarmer werd voorgeschoteld. De paden waren doorweekt door de voorbije overvloedige regenweken. Ze waren weliswaar berijdbaar, maar door het licht inzakken in de zompige bodem kreeg je een soort van zuigeffect dat alle snelheid uit de fietsbeweging nam.
Met pijn in het hart liet ik de 55km-lus, richting Bekkevoort en Molenbeek-Wersbeek, rechts liggen en hield me aan de voorgenomen 45km. In het gebied tussen de N2 en E314 werden hoofdzakelijk veldpaden opgezocht, alhoewel een BMX-parcours in een mooi naaldbos ook niet te versmaden viel. Enkele zeer zwaar lopende graspaden langs de E314, richting de afrit Tielt-Winge, lieten met gras gevulde modderklompen gretig ingrijpen op het kader van mijn bike, zodat ik al snel extra gewicht diende mee te zeulen. Het beloofde een flink atletisch tochtje te zullen worden.
Reeds na 13 kilometer wachtte een eerste bevoorrading op de carpoolparking aan de E314, waar met sportdrank, sinaasjes, bananen en wafels voldoende voorradig was om mij een snelle hap te bezorgen. Ik liet mijn spieren niet afkoelen, zodat ik enkele minuutjes later reeds op pad trok naar het meer heuvelende deel van de tocht.
De afdaling tussen het wijnkasteel van Haksberg en de E314 lag er extra glad en tricky bij, maar waar deze tijdens droge toertochten garant staat voor valpartijen, zorgde de omzichtigheid op het spekgladde wegdek net voor dat extraatje aan concentratie waardoor ik vlotjes en probleemloos de afdaling kon nemen.
Met de Tienbunder te Rillaar diende zich nu het stevigere werk aan. 3 Stevige klauterpartijen op een kapotgereden slijtlaag vergden de nodige stuurvaardigheid en krachtpatserij. De laatste klim was er teveel aan, zodat ik hier jammer genoeg de wandeleigenschappen van mijn beslagen schoenen kon testen. De supersteile afdaling van meer dan 25% naar de IJsbeek was spectaculair, maar sinds ik kan vertrouwen op mijn Avid juicy seven schijfremmen, kan ik ook dergelijke hindernissen zonder vrees nemen.
Achter het Tienbundershof door reden we naar de Schaapkensberg, waar in tegenstelling tot vorig jaar geen keuze werd gelaten tussen een moeilijke of gemakkelijke klim. De organisatoren begrepen blijkbaar dat het zowieso wel moeilijk genoeg was en boden ons de asfaltklim aan.
Langs de technische singletrackafdaling van de Kaaskorf naar de Neringesteenweg, werden we opnieuw de Kaaskorf opgestuurd via een eindeloze vettige holleweg, waar ik mijn stinkende best deed om toch al rijdend de top te bereiken. Het slaagcijfer gaf me een enorme voldoening, maar tevens het brandende gevoel in de spieren dat meldde dat deze oefening niet teveel moest uitgevoerd worden.
In tegenstroom met de Solveldroute bereikten we Houwaartberg, waar langsheen de Wijngaard naar de top moest geklommen worden. Het laatste steile stukje was er weer teveel aan en kon ik niet meer al rijdend volbrengen. Niet door technische moeilijkheden, maar gewoon omdat ik aan mijn fysiek platform zat, met een hartslag die tegen mijn HFmax aanleunde. Tijdens de korte wandeling aanschouwde ik watertandend de blauwrijpe druiventrossen, maar als wijnliefhebber kon ik het niet over mijn hart krijgen enkele centiliters van dit Hagelandergoud te verspillen. Een flinke slok van de camelback moest volstaan en bracht me via de lange uitloper van Houwaartberg aan de voet van Nieuwrode bij het kruisen van de N223.
Het vlakke intermezzo richting Horst en de Lozenhoek, deed me deugd zodat ik met vernieuwde moed nieuwe heuvels in Sint-Joris-Winge kon bestormen. Het Troostenbergbos lag er maar troosteloos en eenzaam bij, maar het gevoel alleen tussen deze majestueuze eiken en beuken te rijden, gaf me een heerlijk gevoel. De gevaarlijke afdaling naar de Gempemolen kwam ik probleemloos door, zodat ik toch 2 zwarte punten, waar ik de voorgaande jaren op mijn bek gegaan was, achter mij kon laten. De Bensberg werd Solveldroutegewijs in 2 schuifjes genomen, via het asfalt en vervolgens nog eens via het holle ruiterspad, waar weer een slijklaagje voor energievretend stoempen zorgde.
Het kruisen van de N223 aan de Roesselberg kon alleen maar gepaard gaan met de obligate klim langsheen de trappen naar de Roesselkapel. Ik heb me de voorbije maanden deze technische klim voldoende eigen gemaakt, zodat ik hem fier al rijdend kon nemen. Boven stonden de Red Bull girls die ik vriendelijk bedankte voor een drankje dat me niet ligt, waarna verrassend genoeg enkele meters verder de tweede bevoorrading wachtte aan de kapel.
Met intussen 38 loodzware kilometers achter de rug deed ik me tegoed aan het restant van bananen en ice-tea dat nog te verkrijgen was. Het was intussen al laat geworden, zodat men hier stilaan aan opkramen dacht.
Na opnieuw een ultrakorte pauze trok ik verder om achter het golfterrein de laatste zware klim van de dag te vinden. De holleweg lag er weer in al zijn natte pracht en praal bij en bracht me naar het hoogste punt van deze tocht. Over de heuvelkam van het Kiekenbosveld kreeg ik onder een intussen staalblauwe hemel een prachtig zicht over onder andere Meensel-Kiezegem en kon ik zelfs de basiliek van Scherpenheuvel onderscheiden aan de andere einder.
Het zware gedeelte van de tocht was nu voorgoed voorbij, zodat de cooling-down kon ingezet worden op de dolomietpaadjes tussen de twee dorpskernen van Tielt-Winge. Het bordje nog 1 kilometer was er verrassend vlug, zodat ik uiteindelijk slechts met 45 kilometer op de teller, maar wel 570 hoogtemeters de parkeerweide bereikte.
Thuisgekomen en onmiddellijk aan het reinigen van de bike begonnen, kwam Bikester Inspé met verwonderde blik mijn arbeid aanschouwen. Haar bike die daags voordien, na de zandtocht in Hechtel, geen water gezien had stond nog steeds blinkend in de garage, daar waar mijn vehikel nu nog moeilijk te onderscheiden viel van een tractor. Maar toen ik mijn mond opentrok voor een gevat antwoord ..dacht ik aan al die bikersvrouwen die vandaag een ontbijt op bed gekregen hadden. Ik keek mijn vrouwtje aan en zei : Ik heb het zelf gezocht zeker ? Haar kamerbrede grijnslach sprak boekdelen ..
Al herhaalde malen had een vrouwelijke bikester in spe me gevraagd wat me zo boeit in dat mountainbiken en na lang aandringen liet ik me overhalen haar eens mee te nemen naar een toertocht. Een zaterdagse toertocht in het Limburgse Hechtel, ingericht door wielertoeristenclub de doorzetters leek me wel ideaal voor een vrouwelijke debutant.
Hechtel ligt midden in de Kempense zandgronden verscholen op een boogscheut van Leopoldsburg, waar ik nog 10 maanden van mijn jeugdige jaren weggegooid heb tijdens mijn legerdienst.
Ze diende zich stipt op tijd aan in haar Smulhoektenue en terwijl ik onze zwarte Cannondale en Specialized mountainbikes in de camionette laadde, mijmerde ik naar lang vervlogen tijden toen ik met mijn toenmalige bikegenoten alle verplaatsingen naar de TTs nog met dit vehikel maakte. Op weg naar Limburg grapten we over de nickname die ze eigenlijk wel moest aannemen, naar analogie met Biker Zjé. Het evolueerde van Bikester in spe over She-bikester tot Bikester Ché. Dit laatste maakte onze connectie nog inniger, maar de verwijzing naar het gelijknamige weekblad vond ze toch te ver gaan, zodat even later Bikester Inspé boven de doopvont werd gehouden.
Trots over mijn vrouwelijke verovering bereikten we het Duinenstadion in Hechtel, bekend van zijn Nacht van de Atletiek. Na het neertellen van onze 3 euros inschrijvingsgeld vertrokken we voor de kortste afstand van 20 km. De kidstocht van 10 km was wat weinig, de overige afstanden zouden Inspéétje misschien wel wat te zwaar gaan vallen voor een eerste keer.
Een leuke start over de Hechtelse heide stond ook borg voor enkele duinen waar mijn bikegenote zich flink uit de slag trok op haar bike zonder klikpedalen. Het was heerlijk biken over afwisselend brede bospaden, enkele singletracks en uiteindelijk een uitbreidend veldwegenlandschap. Verwonderlijk genoeg waren de paden door de stortregens van de voorbije week niet omgetoverd in modderbaden zodat Inspéétje met haar Racing Ralphs zowaar een betere bandenkeuze had gemaakt dan ik met mijn Noby Nics. Na het kruisen van de N175 naar Houthalen, betraden we het grondgebied van Wijgmaal, waar maïsvelden en weiden het landschap bepalen en enkele hobbelwegen onze fullys aan een eerste test onderworpen.
Om haar niet teveel te willen imponeren, liet ik Bikester Inspé het tempo bepalen en zette ik me vakkundig in het wiel om haar derrière af te schermen van al te kijklustige ogen. Ons tempo was, toegegeven, niet van een hoog niveau maar als we regelmatig sportief plaats maakten voor snellere bikers kon er meestal wel een bedankje af, terwijl ook op de singletracks door diezelfde bikers rustig gewacht werd tot er plaats was om ons in snelheid te nemen.
De kilometers vervlogen gestaag en met het betreden van deelgemeente Eksel veranderde tevens het landschap terug in de naaldbossen waar deze gouw zo rijk aan is.
Inspéétje had haar tocht goed ingedeeld, maar mijn advies dat na ca 10 kilometer een bevoorrading op ons wachtte, leek meer en meer in holle woorden uit te draaien. We naderden stilaan reeds de 20 kilometergrens en alhoewel we steeds de 20km-aanduidingen hadden gevolgd, doemde nu pas de bevoorrading op aan het sportcomplex te Eksel. Had ik me dan toch teveel op die derrière gefixeerd in plaats van de bordjes te volgen ?
Nu ja, een bevoorrading met Actus sportdrank, sinaasappels en overheerlijke watermeloen bood meer dan compensatie voor haar stilaan leeglopende beentjes. Haar doffe blik verborgen achter de zonnebril, vroeg ik me af of ik de blijde boodschap durfde brengen dat deze tocht wel iets langer zou uitlopen.
Inspéétje toonde zich van haar beste kant en mijn aanmoedigingen om nog eventjes door te bijten joegen ons vooruit langsheen het domeinbos Den Brand en de militaire oefenvelden om ten zuiden van de N73 even later opnieuw een groot gemeentelijk bosgebied en de Hechtelse heide te bereiken.
Een bordje met nog 5 km verraadde dat onze tocht de 30 km zou benaderen en het leukste moest nog komen. Via heerlijke singletracks in het heide- en duinengebied lagen nog enkele leuke technische en steile stukjes te wachten, maar tot mijn grote verbazing slaagde mijn vrouwelijke collega er in enkele al rijdend te bedwingen. Op een moment liet men de keuze een track te volgen voor ervaren bikers waar ik haar aanspoorde de minder technische kant te volgen. Ik moest toch een beetje imponeren door mijn stuurmanskunsten boven die van haar te verheffen, niet ? Op die manier zag ze mijn geklungel niet als ik tot tweemaal toe van de bike moest om mijn slijklap (waar was die in godsnaam voor nodig ?) terug te monteren. Ik trof Inspéétje even verder in paniek langs de kant aan, wachtende op haar herder in de waan dat ze terug op het parcours van de 40 km zat. Ik kon haar echter geruststellen met de boodschap dat er een bordje hing dat je op het parcours van de 4 km (niet de 40 !) zat en dat dit bestemd was voor een wandeltocht die s anderdaags zou plaatsvinden. Mijn kamerbrede grijns overhaalde haar tot de bekentenis dat het vat volledig af was, maar mijn bewondering voor deze eersteling kon ik toch ook niet onder stoelen of banken steken. Met 30, hoofdzakelijk off-road kilometers bracht zij het er meer dan mooi van af en ik durfde amper de vergelijking maken met mijn eerste mountainbikeritje dat een veel korter leven beschoren was.
Alzo reden Zjé en Inspé terug naar hun Zuiderkempen in de wetenschap dat een nieuwe verslaafde geboren was. Naast haar persoonlijke overwinning, want lijdend aan een reumatische spierziekte, was er nog de hunker naar meer, meer, nog meer ..een gevoel dat ik na al die jaren mountainbiken maar al te goed ken
Iedereen kent wel de mop over de fanfaremuzikant, die bij het einde van een muziekstuk bemerkt dat hij een verkeerd stuk zat te spelen. Wel, dat leek ditmaal ook het geval met Sabine, onze weersvoorspelster nr1. Blijkbaar had zij de avond voordien ook de verkeerde weerkaart geraadpleegd om vervolgens met veel bombarie een archislechte dag te voorspellen. Een actieve regenzone zou ons de ganse dag plagen en met zeer veel neerslag gepaard gaan. Verwonderlijk genoeg was iets voor de middag nog steeds geen druppel gevallen in onze Zuiderkempen zodat ik uiteindelijk met Dany toch maar afsprak de toertocht van Vorst te gaan biken.
Vorst is een semilandelijke gemeente in de Kempen, die samen met Veerle en Eindhout de fusiegemeente Laakdal vormt. De E313 en het industriegebied in Eindhout contrasteren fel met de landbouwbedrijven en woonwijken die het gebied doorspekken.
Dany was mijn gids op weg naar Vorst, want ik vind persoonlijk in deze fusiegemeente moeilijk mijn draai, lees de weg Uiteraard maakten we per bike de verplaatsing en hierdoor stootten we bij toeval aan de Marly-Nete-brug in Westerlo op de rode Heylen-pijltjes die deze tocht van de TTbikers uittekenden. De keuze was snel gemaakt om het parcours te volgen en zodoende onze voorziene afstand toch een beetje in te korten.
Met een uitzonderlijk mooi uitzicht op het Merodekasteel op de andere oever van de Nete was meteen de toon gezet voor best wel een leuke tocht. Via het Riet en de Kaaibeekhoeve reden we via veldwegen door Varendonk richting Zammel waar we na het kruisen van de N127, Geel-Diest opnieuw de Netedijk opzochten. Opvallend was hoe smal de Nete hier nog is in tegenstelling tot enkele kilometers verder stroomafwaarts in Westerlo. Langsheen het Zammelsbroek was het leuk toeven op de oever, waarna we even later van kant wisselden via een smal fietserbruggetje. Het voorgeschotelde traject was nu van een ander kaliber, want meer van het principe : Is er geen weg ? We maken een weg ! Het gedokker op het al dan niet bestaande pad ging gelukkig snel over bij het bereiken van Eindhout.
Deze tocht leverde ons verrassend genoeg enkele hoogtemeters op met het bereiken van de Eindhoutse berg. Nu ja, berg is een groot woord voor een door de geologische geschiedenis bijeengewaaide zandduin met amper 15 m hoogteverschil. In de naaldbossen was echter een mooi XC-parcours uitgetekend waarbij we toch regelmatig even naar het middenblad moesten en bovendien op de bochtige singletracks regelmatig uit het zadel moesten om terug snelheid te halen.
We doken uit de bossen op vlakbij autostradeafrit Geel-Oost, waarna we de E313 nog een tijdje parallel volgden over een opgespoten zandtraject. Het zonnetje was intussen, tegen de afspraken met Sabine in, flink haar best aan het doen. Ik had me tegen de voorspelde neerslag en kille temperaturen gewapend door middel van een kniebroek en trui met lange mouwen, maar dit brak me nu wel zuur op. Ik prees me dan ook gelukkig dat we intussen de kleine broer van Vorst, Klein-Vorst bereikten alwaar in een feesttent de mountainbikebende ontvangen werd.
Plichtsgetrouw ruilden we 2.5 euro in voor een inschrijvingsbonnetje, waarna wij voor het 2de deel van onze tocht vertrokken. In onze haast zagen we blijkbaar een inschrijvingsbus voor de bonnetjes over het hoofd, waardoor we enkele kilometers verder beseften dat er geen controle op inschrijving meer zou staan. Nu ja, dan gaven we ons briefje straks aan de bevoorrading maar af.
Doorheen een groot broekgebied was het intussen een atletisch stukje mountainbike geworden. Op de vettige paadjes doorheen rietvelden en het overstromingsgebied van de Laak was het een balans zoeken tussen recht blijven en toch een redelijke snelheid aanhouden. Met wisselend succes namen Dany en ikzelf om beurten het kopwerk voor onze rekening, maar onze oude-mannetjes-ruggen waren toch blij als we bij paardenmelkerij Trichelhof na ca 15 km reeds een bevoorrading vonden.
Bij het nuttigen van een wafel, banaan, sinaasappel of Actus-sportdrank konden we bewonderend genieten van de paarden die net uitgelaten werden. Het ontlokte ons de opmerking dat hier toch voor een enorm kapitaal aan viervoeters in de weide stond, de ene nog mooier dan de andere.
Onmiddellijk na onze herstart konden we de splitsingen van 20-40-60 km kiezen, waarbij we uiteraard voor de langste afstand kozen, omdat we ook terug aan ons vertrekpunt in Westerlo wilden geraken. Via de kleine, grote en rode Laak bereikten we Veerle, waar we in bewondering voor het kokette domein van de Maekelhoeve zowaar het juiste parcours verlieten. Gelukkig boden de enkele honderden meters wegvergissing ons nog eens een ander perspectief op de zonevreemde horecazaak met zijn feestzalen. Langs de oever van de grote Laak naderden we de visvijvers van Veerle Roost, waar weer enkele vettige singletracks lagen te wachten. Alles bleef echter steeds zeer goed berijdbaar zodat de overlast uitsluitend voor onze mountainbike-onwaardige ruggen bestemd was. Bij het opnieuw kruisen van de N127, stond een laatste splitsing 40-60 km waarbij we uiteraard aan onze stand verplicht waren voor de 60 te gaan. Verwonderlijk genoeg kozen enkele supersnelle bikers, die ons net voordien machteloos achterlieten, hier voor de 40 km .strange !!!
Over hoofdzakelijk kurkdroge veldwegen naderden we Westerlo, waar we in de buurt van de Kaaibeekhoeve het parcours van de 24 u van Westerlo opdraaiden. Het singletrackparcours in Bergom achter de grot kon hier uiteraard niet bij ontbreken. Voor Dany was dit zijn eersteling zodat ik dankbaar gebruik maakte van mijn parcourskennis om ook eens enkele lengtes voorsprong te nemen. Mooie liedjes duren echter niet lang, want na het verlaten van de kleinste deelgemeente van Herselt doken we de groene vaste blosoroute van deze commune in. Een door mezelf al vaak verguisde blosoroute omwille van de obligate slijkstroken die het provinciaal domein Hertberg nu eenmaal telt. Ik kreeg hier trouwens mijn eerste mountainbikeinstructies van oer-bikecollega Gert, waarbij ik een mislukt technisch hoogstandje over een omgevallen boom, bekocht met 5 weken inactiviteit wegens gekneusde ribben. Kortom, ik ben niet voor die groene blosoroute ! Ik besloot me maar niet al te flauw op te stellen en moest trouwens vaststellen dat het al bij al nog wel meeviel. De kurkdroge julimaand had blijkbaar voor voldoende zuigkracht in de bodem gezorgd, zodat de regen van de voorbije weken alleen maar voor vermijdbare plassen had gezorgd. Het betere baggerwerk, zoals dit in de wintermaanden achter Mie Maan kan gedemonstreerd worden, bleef nu achterwege. Voor 99% off-road werkten wij op deze manier ons laatste traject af via Mie Maan, de Drie Eiken, Kipdorp en de Hertberg om vervolgens na bijna 65 km op het afgepijlde deel een tweede bevoorrading te vinden.
Alhoewel wij ons intussen aan het eind van onze rit bevonden, lieten we het toch smaken en vulden onze leeggemaakte energietankjes terug aan. De jongens aan de bevoorrading bevestigden ook ons vermoeden dat er wel erg weinig mensen op de 60 km zaten, want er bleken op dit late uur amper 110 bikers gepasseerd op een totaal van 438 geregistreerde deelnemers. Onze tocht zat er alleszins op en mocht best leuk en verrassend genoemd worden.
Leuk en verrassend was het trouwens ook voor onze eegas en kindjes die na onze zaterdagrit op een zondagse verwendag zonder mountainbikegeweld vergast werden. Dit is een kwestie van geven en nemen, net zoals het weer niet altijd schitterend is of de fanfare niet steeds datzelfde leuke deuntje speelt ..
Een sombere zondagochtend, posttraumatische verwerking van het positieve B-staal van Floydje de bedrieger, verwerking van een slechte nachtrust, de koffiezet die overloopt .ik had al betere zondagochtenden meegemaakt. De zin om terug tegen het warme lichaam van moeder de vrouw te kruipen was groot, maar de wetenschap dat bikemaat Dany mij seffens stond op te wachten op ons date-plekje in Ramsel deed me toch naarstig verder doen.
We zouden vandaag namelijk naar Bekkevoort fietsen om aldaar de parel van t Hageland te gaan biken, een inrichting van de Megabikers. Bekkevoort is een landelijke gemeente in het Hageland die door de E314 en de Staatsbaan gevierendeeld wordt. Landbouw en verkeer leven dus noodgedwongen in symbiose en doorheen dit kluwen zouden wij vandaag onze weg moeten vinden.
Bij een relatief hoge luchtvochtigheid brak het zweet me op de heenweg reeds uit zodat de 25 kilometers opwarming mij al het uitzicht van een zwetend rund gaven. Bij de inschrijving liepen we bikers Charly en Geert tegen het lijf, maar door mijn onbehaaglijke gevoel durfde ik zelfs niet vragen om even te wachten op ons. Dany had al toegezegd om het kalmpjes aan te doen, zodat ik me al wentelde in zelfmedelijden. Na het neertellen van onze 3 euro togen we dus rustig op weg voor een tocht die ons normaliter wel moet liggen. Deze kant van het Hageland staat namelijk bekend om zijn brede glooiende veldwegen, zonder al te technische passages, zodat wij al sportend ook onze kennis van de fauna en flora kunnen bijspijkeren.
De aanloop van de tocht was vrij gemoedelijk over relatief vlakke wegen richting Webbekom. Nooit werden de watertoren en GSM-mast, die in Bekkevoort hoog boven de kim torenen, uit het oog verloren, zodat het wel leek alsof we een plaatselijk naTourcriterium reden. Ons tempo was niet echt indrukwekkend en we waren overtuigd dat we aan zowat de traagste snelheid van heel het deelnemersveld rondreden. Dany kreeg zelfs de slappe lach als we, met alle respect voor deze man, voorbijgereden werden door een zestiger met hoog opgetrokken kousen en een bike uit den Aldi. De naam Bekkevoort zinspeelde in mijn hoofd : Doe een "bekke voort . Mijn hartslagmeter wist me echter te vertellen dat ik het piano, piano-principe moest blijven huldigen, wou ik deze middag nog uit één stuk thuis geraken.
In deelgemeente Assent werden zowat alle paden platgereden en met de E314 als leidraad schoven we stilaan op naar Halen waar we een eerste bevoorrading troffen onder de brug van de autostrade. Wie we ook terug tegen het lijf liepen waren onze broeders Charly en Geert, waarbij Charly klaagde over maagpijn die een stel avondlijke Duvels veroorzaakten. Hij promoveerde zichzelf als door de Duvel bezeten en bezwoer ons stil te zijn, want in zijn buikje rijpte de Duvel Zijn geweeklaag maakte wel indruk op mij, maar tevens begon ik me af te vragen waarom wij hen dan niet ingehaald hadden, als hij zich inderdaad zo slecht voelde. Als we even later dan samen onze tocht wilden verder zetten, bleek hij ook nog een gebroken spaak te hebben die zijn achterwiel volledig deed blokkeren tegen de V-brakes. Dit begon al meer op uitlachen te lijken mijn moraal die al niet te hoog stond, viel nu helemaal terug op het laagste pitje. Tot overmaat van ramp zette onze Duvelbroeder onmiddellijk een stevig tempo in op weg naar Loksbergen. Hij wou duidelijk een "Landisraid" opzetten, maar er zijn grenzen aan het belachelijk maken van uw bikegenoten. Eerst zijn cadans gaan breken door te vragen of hij kwaad was op ons, was al goed voor de slappe lach en even later eens flink doortrekken op de Kluisberg volstond om hem de scherpste kantjes te ontnemen.
Zo konden we dus terug als kwartet de zelfbenoemde meest landelijke gemeente van het Hageland opzoeken. Het gevarieerde landschap evolueerde over gemaaide graanvelden naar maisplekken en ontelbare boomgaarden, waar de sterk buigende takken een goed appel- en perenseizoen voorspellen.
We naderden Waanrode waar ik op bekend terrein kwam van de plaatselijke toertocht in juni. Potenbreker Tumulus lag hier weer in zijn twee schuifjes te wachten. (Een tumulus is volgens Wikipedia een grafheuvel waar de Romeinen hun belangrijke doden eerlang begroeven). We maakten gebruik van dit ingetogen herdenkingsmonument om halt te houden op de bult en te genieten van het prachtuitzicht dat we over Waanrode en verre omgeving kregen aangeboden. Dat het zonnetje intussen af en toe doorbrak tilde ons humeur naar nog hogere sferen en deed slechte benen en wispelturige maaginhoud naar het achterplan verdwijnen.
Na het kruisen van de N29, de langste rechte baan van België, betraden we het rijk van Wersbeek. Charly begon intussen aan het uitzweten van zijn 7de Duvel, maar de hiermee gepaard gaande afvalstoffen stapelden zich intussen ook op tussen zijn spiervezels. Hoog tijd dus voor een tweede bevoorrading die we op de gecombineerde 25/68 km lus vonden tussen de boomgaarden. Een overvloed aan suikerwafels, bananen en sportdrank bevestigden al het goede dat we bij de eerste rustpauze reeds hadden aanschouwd. Opvallend was echter het ondertal aan bikers dat nu met ons nog aanschoof aan het buffet. Blijkbaar hadden velen van de 1400 deelnemers toch voor de kortere 48 km afslag gekozen.
Mekaar nog even moed ingepompt voor het laatste stukje van 15 km, wist ik uit ervaring dat er nog enkele kuitenbijters lagen te wachten. De Muggenberg, een met blauwe maandag kassei bezaaide heuvel liet ons de tanden nog eens op elkaar persen en bracht een pijnlijke herinnering naar boven, daar ik in mijn jeugdjaren op deze bult van Molenbeek-Werbeek nog belachelijk gemaakt werd door ene Erik VanderAerden. Waar is de tijd Kort nadien werden we nog eens vergast op de steile kasseiklim aan de St. Laurentiuskerk in Molenbeek. Nu was het pompen of verzuipen, nog even doorzettend op de klimmende off-roadpaden die ons naar het hoogste punt boven zeespiegelniveau van deze tocht tilden. Charly zag nu alle kleuren van de regenboog, maar als goede bikegenoten vergaven we hem zijn overmoed van enkele uren terug en namen we met de Heideberg, gegroepeerd de laatste steile hindernis van de dag. Na het kruisen van de N2-Staatsbaan, werd met een klein ommetje via Tielt-Winge gedurende een ogenblik de Solveldroute gevolgd, waarna even later terug het voetbalveldje van VC Bekkevoort in zicht kwam.
Geert en Charly waren met de wagen gekomen, zodat ik met Dany een tweemanswaaier moest vormen naar onze Zuiderkempen. De intussen strak aangespannen Noordoostenwind maakte de terugtocht niet echt tot een makkie, maar onze ervaren bodys hadden nog wel een energietankje op slot gehouden voor deze terugtocht.
Uiteindelijk hadden we met 115 km en 550 Hagelandse hoogtemeters onze doelen toch bereikt. Laat de supercompensatie nu maar volgen, want met 220 wegkilometers per mountainbike naar Middelkerke voor de boeg, kan ik nog wel wat extras gebruiken. En aangezien ik een fervente anti-dopingaanhanger ben, zal het met training, bokes met choco en een goede nachtrust moeten gebeuren. Of zou ik toch de Duvel bezit laten nemen over mijn lichaam ????
Ik ben Roger Van Bael, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Biker Zjé.
Ik ben een man en woon in Hulshout (België) en mijn beroep is Productieplanner.
Ik ben geboren op 21/12/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: zorgen voor mijn zoontje, vrouwtje en bike...in die volgorde.