Een fototrip langs de beruchte spookmetro De trein - in dit geval: de metro - is altijd een beetje reizen. Maar niet in Charleroi ...
07-10-2009
Bienvenue au pays de Magritte ...
Mocht de befaamde schilder Rene Magritte vandaag de dag nog geleefd hebben, dan had hij zich wellicht verkneukeld aan de spookmetro van Charleroi. Op amper een paar kilometer van het ouderlijke huis van de familie Magritte in het voorstedelijke Chatelet verrees begin jaren tachtig van vorige eeuw een kant-en klare metrolijn waarvan tot op heden nog nooit een reiziger heeft kunnen genieten.
Eind jaren negentig had ik het geluk deze urbanistische nachtmerrie voor het eerst te mogen bewonderen. Mijn hart sloeg meteen een paar tellen sneller. Onlangs ben ik opnieuw naar deze spookmetrolijn gegaan en dit keer had ik mijn amateurfototoestelletje bij. Tientallen foto's heb ik gemaakt van de spookachtige, verlaten stations, van de verroeste tramsporen, de afgebladderde muren, de bestofte roltrappen die de metrolijn tussen Charleroi en Chatelet kleur geven.
De verlaten metrolijn van Chatelet is een paradijs voor Urban Explorers zoals ondergetekende. Nergens in de regio vind je zulk een combinatie van kleurrijke graffiti, verweerd staal en beton, een stel nutteloze investeringen op een hoopje, dit alles gedrenkt in een macabere, duistere sfeer die het geheel nog spookachtiger maken.
Op deze website focus ik niet alleen op de verlaten metro-antenne naar Chatelet. Ik neem de bezoekers van deze blog ook mee naar de halfafgewerkte lijn naar Gilly, een andere stille voorstad van Charleroi. En in een latere instantie trakteer ik jullie op een ritje langs de stations die deel uitmaken van de lijn richting Fontaine-l'Eveque. Die metrotak is operationeel maar de reis is er niet minder surrealistisch door.
Voor ik met jullie de (spook)tram opstap, wil ik er nog even bij vermelden dat deze site niet de bedoeling heeft het metrosysteem van Charleroi, de Carolo's of de Walen tout court te ridiculiseren. Integendeel zelf, mijn veelvuldige visites aan het Pays Noir hebben mijn respect voor dit onbekende stukje Belgenland flink doen toenemen. Deze blog is niks meer dan een foto-blog over een razend interessant gegeven en misschien ook een beetje een aanklacht tegen een kortzichtig (overheids)beleid dat de huidige en de toekomstige generaties opgezadeld heeft met een loodzware metro-erfenis.
Een beetje geschiedenis, voor de onwetenden onder ons. Sinds de jaren tachtig beschikt Charleroi over een (pre)metronetwerk. Eigenlijk is de Henegouwse stad te klein om een metro te rechtvaardigen. Experten beweren dat een grootstedelijk, ondergronds netwerk pas nut heeft in een stad van minstens 1 miljoen inwoners. Charleroi beschikt maar over een vijfde van dat inwonertal. De metro van Charleroi is er grotendeels gekomen dankzij de haven van Zeebrugge. Jaja, de ingrijpende uitbreiding van die zeehaven in de jaren zestig heeft de aanzet gegeven voor de megalomane werkzaamheden in en rond Charleroi. Toen Belgie nog niet gefederaliseerd was, maakte de overheid op geregelde tijdstippen gebruik van de beruchte 'wafelijzerpolitiek'. Aangezien Zeebrugge over een flink potje miljarden mocht beschikken, stroomde er tientallen jaren lang een gelijkaardig bedrag richting Charleroi. Niet om de economische reconversie in de door werkloosheid getroffen streek te bewerkstelligen, maar wel om een voor ingewijden totaal nutteloze metro te bouwen. Volgens de originele plannen zouden in en rond Charleroi acht metrolijnen worden gebouwd. Gedurende de jaren zeventig en tachtig sloeg de crisis genadeloos toe en droogde het geld op waardoor maar anderhalve metrolijn in gebruik kon worden genomen. De quasi volledig afgewerkte lijn tussen Charleroi Centrum en de voorstad Chatelet werd nooit in exploitatie genomen. Tot op heden ligt die spooklijn volledig te verkommeren. De lijn Chatelet (ook Centenaire genaamd) slingert zich door talrijke arbeiderswijken en langs recent gebouwde woonblokken, maar het nut ervan heeft nooit iemand van de omwonenden ingezien. De hele omgeving wordt door talrijke buslijnen bediend, dus de behoefte op een metrostel te stappen, was van meet af aan bijzonder klein. Aangezien er nooit een tram langs de perrons gepasseerd is, hebben de opstapplaatsen nooit een reiziger gezien. De stalen poorten van de stations blijven tot vandaag de dag potdicht en vormen alleen een uitgelezen schildersdoek voor graffitispuiters. Heel het traject is zo goed mogelijk afgeschermd van pottekijkers en nieuwsgierige omwonenden, maar met een beetje lef en vindingrijkheid kan je zo binnendringen in de verlaten stopplaatsen en een wandelingetje maken in de trambedding die er meer en meer als een stadsjungle begint uit te zien.
Op de tekening: oorspronkelijke plannen metronetwerk Charleroi
De lijn Chatelet telt vier afgewerkte stations: Neuville, Chet, Pensee en Centenaire, allen genoemd naar straten en wijken die deze metrolijn kruisen. In feite zijn deze stopplaatsen klaar om reizigers te ontvangen, dien te verstane dat er eerst een grondige opknapbeurt nodig is (vervangen van armaturen en lampen, verwijderen van graffiti, ontgroenen van de bedding). Deze eerste reeks foto's dateert van eind september 2009 toen ik alleen de buitenkant van de stations ging fotograferen. Een paar weken later bracht ik opnieuw een bezoek aan de verlaten stations en zette ik voet op verboden terrein. Het resultaat ervan zie je in de volgende fotoreeksen.
De prikkeldraadversperring van station Chet belemmert pottenkijkers - onder wie ik - de toegang tot de verlaten halte:
De ingang van het daaropvolgende station Pensee met op de achtergrond nieuwbouwflats:
Het station Centenaire in Montignies-sur-Sambre bevindt zich onder de parking van de plaatselijke Champion-supermarkt. Een blik op de met affiches beplakte hoofdingang:
Het ondergrondse station Centenaire is het laatste station op de Chatelet lijn dat volledig afgewerkt is. Het daaropvolgende Champeau is alleen in ruwbouw afgewerkt. Dat maakt de halteplaats er niet minder interessant op. Stroompalen staan kapot te roesten, het perron en de trambedding worden langzaam maar zeker overwoekerd en de site is een veelgefrekwenteerde pleisterplaats voor sluikstorters en graffiti-artiesten. Een blik op Champeau spreekt boekdelen: dit is een stedelijke nachtmerrie op klaarlichte dag ....
Graffiti, het blijft een controversieel onderwerp. Door sommigen bewonderd, door anderen verguisd. Persoonlijk kan ik een vleug graffiti in de stad wel smaken, maar het moet wel op een verantwoorde plaats zijn. Kale, grauwe muren die opgefleurd worden door kleurrijke tekeningen, ja dat zint me wel. Helaas leidt graffiti al te vaak tot vandalisme en ontsieren tal van misbaksels onze grootstedelijke muren en facades. Gelukkig is dat niet zo op de spookmetrolijn in Charleroi. Ontelbare staaltjes van graffiti-kunst hebben een vaste plaats gekregen op en langs de verlaten metrolijn. Sarcasten onder ons kunnen zeggen dat de mysterieuze spoorlijn toch nog zijn nut heeft .... als tentoonstellingsruimte in open lucht.
Foto's van de laatste halte. In Corbeau loopt onze spookmetro te pletter op een shoppingcenter annex terril. De volgende stations 'Tirou' en 'Chatelet' zijn gelukkig nooit gebouwd.
Let op de ietwat eigenaardige vorm van de hoofdingang. Blijkbaar heeft de toenmalige architect zich creatief flink mogen uitleven. Helemaal afgewerkt had deze stopplaats beslist wel zijn charmes gehad, vermoed ik. Het heeft helaas niet mogen zijn. Het ziet er naar uit dat dit ruwbouwstation binnen een paar jaar rijp zal zijn voor de sloophamer.
Champeau is een duistere plek op aarde waar heavy metal en groene vingers perfect samengaan:
Een kerkhof van spuitbussen in een brousse van beton en verf ....
Even voorbij Champeau stuit je op een muur van groen. Een mens raakt hier niet meer door, laat staan een metrostel. Vijfentwintig jaar eenzaamheid en Moeder Natuur eist terug op wat eens van haar was.
Voor de perfecte Halloween-sfeer moet je in de ondergrondse stopplaats Centenaire zijn. Tot hier werden in 1985 de tramsporen en de elektrische bovenleiding gelegd. Het is ook de laatste stop die volledig klaar voor ingebruikname werd gestoomd. Veel trams zijn er in die 25 jaar niet langsgeweest, helaas, maar het stikdonkere station kreeg wel geregeld ongewenste bezoekers over de vloer die alles wat maar kapot kon, aan diggelen hebben geslagen. De muren, roltrappen, deuren en schakelkasten waren en zijn nog steeds een geliefkoosd doelwit voor graffiti-spuiters. In station Centenaire heerst een bijna doodse stilte; het enige wat de rust verstoort zijn insijpelend regenwater en - jawel - een zoemende stroomkabine van 11.000 volt!
Pensee is de derde halte op de spooklijn richting Chatelet. Persoonlijk vind ik het ook het mooiste van alle verlaten stations. Aan het dakgebinte alleen al werden wellicht miljoenen oude Belgische frankjes gespendeerd. Het indrukwekkende perron is overdekt met gelamelleerd hout dat zelfs twee decennia na de constructie ervan amper iets van zijn glans verloren heeft. De rest van de stopplaats oogt even troosteloos als de overige metrostations: kapotgeslagen ramen, uitgebrande zekeringskasten, met graffititags bekladde roltrappen, leeggeplukte armaturen en vernielde toiletten spelen de eerste viool in dit godvergeten oord.
Om het station Chet in te geraken, dien je best een ommetje via het volgende station Pensee te maken. Wil je dat niet doen, riskeer je niet zonder kleerscheuren terug te komen, want de omgeving van de metrohalte is door middel van fonkelnieuwe prikkeldraad afgespannen. Inderdaad, de dode metrolijn is beter beschermd dan een doorsnee Belgische gevangenis.