Van vergrijzing van onze bevolking hadden we al veel gehoord, maar binnen kringen van gerontologen en demografen doet ook de 'verwitting' van onze bevolking als term ingang. Het aandeel van +100-jarigen neemt de laatste decennia indrukwekkend toe....
Een 101-jarige eeuwelinge komt zelfs op bij de gemeenteraadsverkiezingen in de Oost-Italiaanse stad Saludecio. Omdat haar kleinzoon burgemeester is van deze stad, antwoordde ze "Roberto is nog zo jong. Wat weet hij ervan? Hij heeft mijn steun nodig en ik heb 100 jaar ervaring. Ik ben oud, maar wijs, dus maak ik een goede kans". Een honderdjarige Duitse vrouw verliet plots het rusthuis waar ze zes weken verbleef omdat ze niet van oude mensen houdt. Er wonen "alleen maar oude mensen met witte haren en de mensen waren allemaal zo oud". "Bovendien ben ik een nachtmens. Een verzorgster zei me op een ochtend dat ik er nog slaperig uitzag. Met welk recht? Daarop heb ik mijn spullen gepakt en ben ik vertrokken!", voegde het krasse oudje eraan toe. De oude vrouw keerde terug naar haar huis in Blankenheim, waar haar hond Inka haar zat op te wachten, aldus de krant.
Vergrijzing is hoofdzakelijk het gevolg van twee grote demografische tendensen : een daling van het vruchtbaarheidscijfer en een stijging van de levensverwachting.
Toch is de vaak indrukwekkende stijging in historisch perspectief van de cijfers rond levensverwachting bij geboorte grotendeels op conto te schrijven van een daling van de zuigelingen- en kindersterfte. Levensverwachting bij geboorte in België ligt op 79 jaar, voor de mannen op 75 jaar, en voor de vrouwen op 82 jaar (World Health Report - cijfers 2003). In de bevolkingsvooruitzichten van het Federaal Planbureau 2007-2060, evolueren deze leeftijden in 2060 naar 85 jaar voor de mannen en 91 jaar voor de vrouwen. Is er dan vanaf de leeftijd van 65 jaar weinig veranderd in het verschuiven van het overlijdensjaar? De levensverwachting stijgt niet zozeer omdat mensen in absolute zin ouder worden, maar omdat steeds minder mensen voor hun 50-ste levensjaar sterven. Haalt men eenmaal de leeftijd van 65 jaar, dan is de levensverwachting, zeker van de mannen, niet significant toegenomen. In 1960 bedroeg de levensverwachting van een 65-jarige man gemiddeld nog 14jaar, tegenover 15,4 jaar in 2006.
De levensverwachting ligt nog steeds het laagst in Afrika (gemiddeld 52 jaar), met vooral uitschieters in zuidelijk Afrika en conflictgebieden als Sierra Leone, Liberia, Rwanda, Congo, ... Hiermee hangt nauw samen de kans op kindersterfte van gemiddeld 1 op 5 kinderen voor de leeftijd van 5 jaar significant. Wil je wereldkaart met de levensverwachtingen over de wereld, dan kan je de bijlage hieronder aanklikken of het cijfermateriaal van 'The Wordl Health Report 2005'
Vrouwen worden meestal ouder, toch vermindert dit verschil de laatste jaren, doordat de levensverwachting van de mannen ietsje sneller zou stijgen dan die van vrouwen.
Statistieken kunnen verschillend worden geïnterpreerd, en bovendien stelt zich de vraag of een spectaculaire stijging van de levensverwachting noodzakelijk ook een gestegen levenskwaliteit betekent? Maar een volgende keer iets daarover...
Een mathematisch doordenkertje... over honderdjarigen
Laat ons even rekenen.
In 1990 waren er in België 546 mensen van 100 jaar of ouder op een bevolking van net geen 10 miljoen inwoners. Terwijl er anno 2008 1.381 mensen van 100 jaar of ouder zijn op een bevolking van 10,66 miljoen inwoners. 2,5x meer +100 jarigen bij een quasi gelijke bevolking, zou puur statistisch kunnen betekenen dat de kans om eeuweling te worden 2,5 x zo groot is geworden in 18 jaar tijd
In 2050 zullen er volgens de prognoses 17.321 mensen van 100 jaar of ouder zijn op een bevolking van 17,3 miljoen Belgen. 31x meer +100 jarigen bij een bevolkingstoename x 1,7 zou puur statistisch kunnen betekenen dat de kans om eeuweling te worden 18x zo groot is geworden in 60 jaar tijd.
Op korte tijd werd via de media een peiling verspreid van twee ziekenfondsen over enerzijds de wens om naar een rusthuis te gaan en anderzijds over de kostprijs van een opname in een instelling die ver het pensioenbedrag overstijgt. Nieuws over beeldvorming rond rusthuizen, betaalbaarheid van het verblijf, en wie voor deze kost moet bijdragen.
Rusthuizen zijn niet de plaatsen die het meest tot de verbeelding spreken en waarrond een positief beeldvorming hangt. Uit een bevraging van CM Midden-Vlaanderen bij meer dan 1.200 Vlamingen waaraan zowel gepensioneerden als niet-gepensioneerden, zorgbehoevenden en niet zorgbehoevenden deelnamen, blijkt dat 98% van de actievebevolking (een deel van de bevraagde groep?) zegt liever nooit naar een rusthuis te willen gaan of er terecht te komen. Drie op vier Vlamingen wil tot het eind van zijn dagen in de eigen huiselijke omgeving blijven wonen. Kranten kopten dan ook onmiddellijk van eerder genuanceerd 'Vlamingen willen oude dag thuis doorbrengen', naar 'Vlaming wil niet naar rusthuis', tot een cassant'Vlaming heeft afkeer van rusthuis'. Logisch toch dat iedereen hoopt zolang mogelijk thuis te blijven als hij/zij oud wordt. Maar helaas is het rusthuis soms de enige mogelijkheid voor zorgbehoevenden, zeker wanneer je alleenstaand bent, de mantelzorg onvoldoende of onhaalbaar is. Op de vraag waarom deze overgrote meerderheid van Vlamingen niet naar een rusthuis wil gaan wordt vaak aangehaald dat rusthuizen verschrikkelijk duur zijn en het personeel wel zijn best doet, maar veel te weinig tijd heeft voor een goede verzorging. Wie moet de zorg opnemen voor zorgbehoevende wanneer hij/zij niet naar een rusthuis wil? Daarvoor rekent volgens dezelfde bevraging de Vlaming vooral op de steun van zijn/haar familieleden, maar uit statistieken blijkt dat de kinderen zich maar in 40 procent van de gevallen willen bekommeren om een zorgbehoevende bejaarde.
Toch kan de hoge kostprijs zeker als één van de mogelijke elementen zijn waarom bejaarde en zijn/haar kinderen niet naar het rusthuis willen en dus ook niet de bereidheid tonen om die kostprijs te betalen. Naar aanleiding van de resultaten van een bevraging van de socialistische mutualiteiten Limburg, kopten de kranten ' Pensioen ontoereikend!' en 'Hoge rusthuisfactuur reden voor uitstel opname'. Uit deze recente bevraging bij ongeveer 800 rusthuisbewoners (gemiddelde leeftijd 85 jaar) en hun verwanten blijkt dat amper één oudere op zeven (14 procent) met zijn/haar pensioen de rusthuisfactuur kan betalen. Liefst 86% moet m.a.w. andere bronnen aanspreken om de maandelijkse factuur te betalen : van deze groep gebruikt 53% zijn/haar spaargeld, 23% verkoopt of verhuurt zijn/haar huis, 6 % krijgt hulp van OCMW en 18% zoekt financiële steun bij familie. Eén op vier zou zelfs een noodzakelijke opname uitstellen wegens te duur.
Een studie van Lut Vandeboer in 2006 kwam tot dezelfde resultaten op basis van een bevraging van ongeveer 500 rustoordbewoners in Vlaanderen. 64% van de rustoordpopulatie kan hun factuur zelf betalen (pensioen, spaargeld, onroerend goed,..), 9% weet het niet, 27% moet steun zoeken bij derden (familie 17%, OCMW 7%, anderen 3%).
Toch scoort de algemene tevredenheid bij de bevraagde rusthuisbewoners volgens de studie van de socialistische mutualiteiten 80% matig tevreden tot heel tevreden. Scoren erg hoog: de vriendelijkheid van het personeel, de ligging van het rusthuis, de netheid, de verzorging, het comfort van de kamer en de activiteiten. Scoren minder hoog: het eten, de beschikbaarheid van het personeel en de kostprijs (!).
Ik moet begin twintig geweest zijn toen ik de in 1983 met een Gouden Palm bekroonde Japanse film Ballade van Narayama zag. Het schetst het leven in een arm en afgelegen Japans bergdorp in de 19eeeuw. Orin is 69 jaar en leeft samen met één van haar drie zonen en zijn kinderen. Het hele jaar bereidt ze zich voor op het naderend vertrek : ze regelt een nieuwe echtgenote voor haar oudste zoon, ze laat de vrouw de beste plekjes zien om te vissen en vertelt hoe ze voor het gezin moet zorgen. Op haar zeventigste wordt ze door haar oudste zoon naar de berg Narayama gebracht waar ze zal sterven. Bovenop de met skeletten bezaaide berg wachten kraaien op hun prooi. Berustend in haar lot onderneemt Orin samen met haar treurende zoon de zware beklimming.
Het themaliet me sindsdien niet los, in vlagen kwam het terug, de titel bleef in mijn geheugen gegrifd. De vraag hoe andere culturen omgaan met het ouder worden en de opvang van ouderen was een vraag die mijn horizonten letterlijk en figuurlijk deed opengaan. Als ex-directeur van een zorginstelling voor ouderenheb ik van nabij kunnen ervaren wat de zorgpraktijk inhoudt, enwelke zorgopvattingen er leven bij bejaarden, hun familie, professionelen,....
Met deze blog wil ik graag mijn materiaal delen. Interviewfragmenten, romanfragmenten, eigen ervaringen of standpunten, wetenschappelijke studies of interessante websites, video's,..... Jullie reacties en aanvullende informatie zijn welkom.
Kunnen wij immers niet iets leren uit de wijze van opvang in andere tijden ofandere culturen om die alhier ingang te doen vinden. Leren uit andere culturen en tijden als pad om het respect voor ouderen
En tot slot, nee ik ben geen zorgbhoevende bejaarde maar een 46-jarige met een jong gezin en een interesse voor een 'vaak verborgen ' zwakke groep binnen onze samenleving die ons respectdubbel en dik verdient.