Weten waar we beginnen, weten waar we eindigen en niet weten waar we tussen de twee in gaan terecht komen. Cotthembos, de landwegelkes errond en een fles cava wordt het. Met drie bekertjes uit kunststof. Ver weg van de klimaatbetogingen, dichtbij Covid19.
Beangstigend vind ik het. Hoe we als een kudde schapen volgen wat de beleidsmensen ons voorschrijven. Hoe ik een kind spontaan knuffel of verzorg en er toch vertwijfeld erop terugkijk. Hoe de verbondenheid van de eerste maand steeds verder weg lijkt en verdeeldheid nabij. Een artikel over een studie met kinderen las ik. Waar een groep kinderen in twee gesplitst werd en op een ander moment les kreeg. De ene groep kinderen werd bejubeld en positief gestimuleerd, de andere groep werd met negativiteit en afkeuring omringd. Zoals verwacht bleek dat na de studie de studieresultaten navenant de soort begeleiding waren en dat de groep die negatief benaderd werd negatief over zichzelf dacht. Echter : ook de groep die positief benaderd was vond de andere groep minderwaardig. Niet door informatie die ze kregen over de benadering, want die kregen ze niet, maar enkel door het feit dat zijzelf positief bejubeld werden. Beangstigend vind ik het dus, beangstigend hoe beïnvloedbaar we onbewust zijn.
De lente. De lente en meer bepaald de geuren en de kleuren; ik kan er niet over zwijgen. Ik vind het, naast menselijke acties en interacties, hetgene me meest inspireert, mijn hart verzacht.
Mijn wandelingen worden gekozen in functie van geuren en plaatsen waar de lentebloeiers niet beperkt worden door steeds omwoelende akkers en gemaaide graskanten.
Gisteren koos ik mijn fietsroute in functie van vlierbomen en meer bepaald de vlierbomen waar geen of zo weinig mogelijk verkeer langskomt. Het ochtenduur tegen de middag aan zou, hoorde ik, het hooguur zijn van de vlierbloesem : zich openend, ontloken, richtend naar de zon en zijn geur vrijlatend als op geen enkel ander uur.
Van de Boterhoek, de Asselkouter, door Munte en Baaigem naar de Kaaihoeve en vandaar langs de Schelde terug. Elk jaar komt er op mijn route een plukstop bij, dit jaar de Rollebaan, daar waar de Rollebaan geen baan, maar slechts nog een wegelke is.
De vlierbloesempluk, mijn eigen jaarlijkse bedevaart. Zoals ik verschillende bedevaarten heb op verschillende plaatsen op verschillende tijdstippen in het jaar bedenk ik net. En op verschillende gebieden. Steeds wederkerende gebeurtenissen, plaatsen, ontmoetingen. Sleutelmomenten waar de tijd aan op hangt.
Zoals bij de rozenstruik vandaag. Waar er in het doorgaan 4 ontluikende en 1 stralende roos waren en even later, toen ik met de auto er langsheen reed om de vlierbloesem te plukken, deze weg was. En de bijhorende vraag : wie zou deze geplukt hebben?
Elke week gaan kijken en de stand van zaken opmeten. En nu de dagelijkse roep en door corona ook de tijd om te gaan genieten. Mijn hart zo hoopvol en stil door de magie. Sleedoornboom, sleedoorngangetje, wait a sec, mummy is coming!
Minstens 1 keer per maand stap ik er voorbij. De meeste maanden meer, nooit minder. Voorbij de rozelaar met koraalrood-oranje rozen. En groot was mijn verwondering toen ik keer op keer zag hoe die rozelaar zich niets leek aan te trekken van de winterseizoenen en bijhorende koude gronden en gure luchten. Altijd was er wel een knop, een ontluikende bloem, een roos in al zijn glorie of op zijn minst een verschrompeld verkleurd rozenblad op de grond te zien. Iets. Maar vandaag en twee weken geleden, de dag voor mijn verjaardag: niets.
Niets was ook hetgene dat ik op mijn verjaardag hoorde van de persoon met wie ik af en toe naar de rozelaar gekeken had. In betekenisvol en schril contrast met de veel- en lieftallige paarse viooltjes op de grond onder de rozelaar.
Viola odorata, viooltje dat stinkt, maarts viooltje; wat zijn jullie mooi, ik dank jullie.
Men may think a wild woman is a woman to be feared. They think, "oh she's a wild woman, that must mean she's dangerous. She's probably crazy, too much to handle." And in a sense, it's true. She's too much for someone who isn't ready to show up fully and check their ego at the door. She's too much for someone who would rather have small talk than go deep. She's too much if you expect her to hold back her anger or her sadness or pain to protect you from seeing her in her chaos. But trust this: a wild woman is the safest type of woman you'll ever meet. She doesn't hold back. There are no surprises. You'll meet her and she'll let you see her for who she is. She trusts her own worthiness enough to reveal herself to you and let you decide whether or not you'd like to walk with her. She doesn't hide parts of herself in an attempt to keep your love because she doesn't have time for connections that lack depth and meaning. A wild woman will invite you to love all parts of yourself. She'll accept you in that place, because she has done the work to accept herself there.