"And once the storm is over, you won’t remember how you made it through, how you managed to survive. You won’t even be sure, whether the storm is really over. But one thing is certain. When you come out of the storm, you won’t be the same person who walked in. That’s what this storm’s all about." Haruki Murakami
Aan het werken voor school en mijn blik op de kast voor me die me terug brengt naar mijn papa. Zijn zware vingers de verf ervan schrapend met een stukje glas, een druppel bloed en hier en daar een vloek. De lichtblauwe verf die hij aan de binnenkant aanbracht is nog steeds dezelfde en is de achtergrond voor een deel van mezelf : keramiek die ik verkoop, drie foto's van mijn kinderen toen ze klein waren, foto's van mensen die heengegaan zijn en waarbij ik glimlach als ik aan hen denk en wat kaartjes. Waaronder een verjaardagskaart van mijn mama aan mij vorige maand. Aan de voorkant drie kittens geschilderd vroeg in de vorige eeuw, aan de achterkant woorden van Kris Gelaude:
Valentijn. Op deze dag waar de liefde en geliefde in de bloemetjes worden gezet hoorde ik dit lied als achtergrond in een restaurant. Een van de mooiste liefdesbetuigingen ooit. Een taartje te schoon om in te bijten. Een streling voor het hart en oor. Een heilig huizeke om niet aan te komen. Wat Mich Walschaerts een paar weken geleden wel deed in Oosterzele. En ik dacht 'Nee, nee, neen' en toen : Wauw.
Eentje die al even met me meegaat, dat ik al zoveel doorgegeven heb en nu regelmatig gebruikt wordt naar aanleiding van het conflict in de Gazastrook. Eentje dat inzetbaar is persoonlijk als mondiaal, eentje dat gevormd is met zachte woorden, maar een onbreekbare spiegel vormt, alstublieft, dit is voor u.
'If we wash our hands of the conflict between the powerful and the powerless, we side with the powerful, we don't remain neutral! '
My therapist said : 'the reason why you self-sabotage is because it allows you to predict what is going to happen, which is giving you the illusion of self control.'
Remi zegt niet zoveel, maar zo eens per week komt hij bij me zitten en dan weet ik dat hij gedachten wil uitwisselen. Deze keer een gesprek met oma, zijn meter en grootste supporter. Over wat hij later wil doen en hoe hij zich daar nu op voorbereid en ik hoor hem zeggen 'daar ga ik geen fruit van dragen' en ik schiet in een lach. Daar ga ik geen vruchten van kunnen plukken dus. Waar gaat het naartoe als mijn kinderen hun gedachten nu ook al engelstalig zijn?
Drie dagen waren er nodig om achtentwintig jaar Leefschool achter te laten en op te starten in de Steinerschool te Munte. Een grafrede bij leven, zoveel liefde en dankbaarheid. Wat beduusd door de snelheid en heftigheid van het hele gebeuren sta ik te kijken op het veld achter de kerk en de school. De plaats waar ik ooit een kundalini-ervaring had en overliep van gulpende, stromende liefde. Ik neem granen uit mijn short en strooi ze zaaiend uit. Vol vertrouwen en benieuwd wat ze me gaan brengen.
Vandaag zou mijn papa negenentachtig jaar geworden zijn. Vandaag, tien jaar na zijn afscheid, is Felientje geboren. Moge ze zijn krachtige, intelligente en humoristische kijk op het leven hebben! Welkom klein meisje 🩷
'A narcissist says : 'I don' t wanna lose you'. Not because he loves you. If you're gone, where does he get his power? He loves to control you, that's his power. That's what makes him feel important, because in the outside world nobody, who really knows him, respects him. Who can he control if you go? He does this things behind closed doors for a reason. And the moment you say : 'Enough' is the moment he loses all his power. '
Helena moet een paar maand geweest zijn toen ik op een werkdag op school uit een auto hemelse muziek hoorde die me direct meenam. Ik kocht de CD, één maar, en ik weet niet welk lied me meest raakte. Elk lied nam me mee en bracht me naar alle mogelijke emoties waar ik op dat moment in mijn leven doorging en doorga. Vandaag is ze overgegaan, een kaarsje en haar muziek. Moge je rusten in vrede.
https://youtu.be/3ecK0dkBUTc
Vijfentachtig jaar is mijn mama geworden en vijfentachtig gedichten wilden we verzamelen voor haar. Het zijn er honderdenvier geworden en mijn zussen en ik hebben met verwondering ernaar gekeken. Naar het aantal, naar het enthousiasme waarmee de vraag beantwoord werd, naar de verscheidenheid van de inzendingen. Van tegeltjeswijsheid tot liedjestekst van Rammstein over Guido Gezelle, Pablo Neruda tot Stijn De Paepe; het hele scala is ons gepasseerd. En ook zo bijzonder; de link tussen de verzender en zijn/haar keuze. Tranen van ontroering, tranen van het lachen. Waarbij de zin hiervoor ook mama's reactie beschreef toen ze de geschenkdoos opende. Dank jullie wel mijn lieve vrienden 🩷
Negentien jaar geleden is Helena geboren. Negentien jaar liefde en warmte en heel veel plezier. Negentien jaar haar naam waardig. Negentien jaar het meisje in mij wakkerder dan ooit.
Wat een ongelofelijk kado om ouder en een ouder te mogen worden en vanop de eerste rij de ontwikkeling van een kind te mogen aanschouwen. Gratitude met een grote G.
Fly high Helena, strooi jouw licht maar verder uit, de wereld heeft grote nood aan eigenzinnige en alerte jonge mensen die zich inzetten voor het collectief. We zien je zo graag 🩷
Mijn mama wordt 85 jaar. Gedichten leest, herleest, declameert en leert ze uit het hoofd. Zolang ik me al kan herinneren en nog steeds met evenveel passie. Vijfentachtig gedichten verzamelen we als verrassing voor haar. Onderstaande heb ik gekozen. Eentje dat, zoals goede vrienden, me reeds de helft van mijn leven vergezeld.
Voor wie dit leest
Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.
O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen.
Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid;
verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit.
Menige verzen heb ik al geschreven,
ben menigeen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven:
liefde is het enige.
Liefde is het meestal ook geweest
die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende vooroverboog
over de woorden die Gij wakker leest.
Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken naar uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn.
Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken,
zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven;
en laat Uw blik hun innigste niet raken
tenzij Gij door de liefde zijt gedreven.
Lees dit dan als een lang verwachte brief,
en wees gerust, en vrees niet de gedachte
dat U door deze woorden werd gekust:
Ik heb je zo lief.
Leo Vroman
Uit: 262 Gedichten
Querido, 1974
Een hele geladenheid hing er altijd rond mijn kinderjaren. Een geladenheid en een onduidelijkheid. Wegens maar korte tijd ergens wonen en de herinnering eraan die niet levendig gehouden werd doordat je door de beperkte media toen geen contact hield met de vriendinnetjes en mijn fotoalbum dat verdwenen is tijdens een of andere verhuis.
Moeilijk vind ik het als men vraagt ' waar kom je vandaan?' en als dat voor jou een gegeven is in de laag 'welke soep at jij vandaag?' dan weet je waarschijnlijk ook niet hoeveel die vraag gesteld wordt.
Mijn ouders kwamen uit 's Gravenwezel en Dudzele. Maar eigenlijk ook niet, want ook hun ouders waren inwijkelingen. Ik ben geboren in Antwerpen omdat we toen in Schoten woonden. Dan zijn we verhuisd naar Mariaburg en later naar Munsterbilzen. Nog wat jaren later naar Ursel en dan naar Snellegem. Van Snellegem en een jaartje Erps-kwerps naar Merelbeke waar ik me vasthoudt als een boomkikkertje aan een blad met zijn vochtige hechtschijven. Terwijl ik droom, droom, droom, van groene stille weidsheid.
Een hele geladenheid dus waar met regelmaat er stukjes vanaf brokkelden omdat er ongepland of onverwacht andere stukjes toegevoegd werden. Het hernieuwde contact met een boezemvriendinnetje nadat ik haar zus tegenkwam en meende te herkennen op een concert, een brief die bewaard was door een vroegere buurvrouw en die ik schreef als 12-jarige, het huis zien waar ik als kleuter woonde, wandelen in eerdere woonplaatsen, een school binnenstappen en deze foto. Getrokken in 's Gravenwezel bij mijn bomma en bompa. De zorgende armen van mijn meter rond me. Weer een stukje tastbare jeugdherinnering bij. Mijn hart blij.
Maandagochtend in de wachtruimte van de huisarts en dit op de radio https://youtu.be/oadhHk2xs6c
En ik bedenk hoe raar het is dat ik dit nu weer hoor. Ik kom nauwelijks in contact met radio, maar elke keer ik bij kapper zat of in winkel was hoorde ik dit lied. Eentje dat al vele jaren me gezelschap houdt en spontaan gezongen wordt.
De dag nadien heb ik een onverwachte ontmoeting in diezelfde wachtruimte. Doordat ik te laat ben nemen we stilzwijgend elkaars afspraak in. Het is Valentijn, dag van de liefde.
Ik kijk naar buiten, zing in mezelf 'the world was on fire... '
en moet lachen.
Wij zijn niet meer dan poppenkastpoppen met een illusie van zelfbeschikking en diegene die ons stuurt moet nu zoveel leute hebben.
Do not love half lovers.
Do not entertain half friends.
Do not indulge in works of the half talented.
Do not live half a life
and do not die a half death.
If you choose silence, then be silent.
When you speak, do so until you are finished.
Do not silence yourself to say something,
And do not speak to be silent.
If you accept, then express it bluntly,
Do not mask it.
If you refuse then be clear about it
for an ambiguous refusal is but a weak acceptance.
Do not accept half a solution.
Do not believe half truths.
Do not dream half a dream.
Do not fantasize about half hopes.
Half a drink will not quench your thirst.
Half a meal will not satiate your hunger.
Half the way will get you no where.
Half an idea will bear you no results.
Your other half is not the one you love.
It is you in another time yet in the same space.
It is you when you are not.
Half a life is a life you didn't live,
A word you have not said,
A smile you postponed,
A love you have not had,
A friendship you did not know.
To reach and not arrive.
Work and not work.
Attend only to be absent.
What makes you a stranger to them closest to you
and they strangers to you.
The half is a mere moment of inability,
but you are able for you are not half a being.
You are a whole that exists to live a life.
Not half a life.
Gibran Khalil
Heilige huisjes. En vooral deze waar niet aan geraakt mag en kan worden. Meer dan 35 jaar was dit een van mijn huisjes totdat deze versie op mijn weg kwam en me helemaal wegblies.
https://youtu.be/u9Dg-g7t2l4
« La chose la plus apaisante en ce monde, cest quand quelquun embrasse vos blessures en ne les voyant pas comme des catastrophes dans votre âme mais simplement comme des fissures dans lesquelles mettre son amour. »
Er wordt gevraagd naar geluksmomenten, groot of klein. Mijn kinderen komt als eerste in me op. En in het bijzonder : het zeldzame moment dat iedereen thuis is. Als iedereen dan in bed ligt en ik als laatste naar boven ga. Dat ik hen dan alledrie bij mij weet; gezond en veilig in hun warme bed. Dat is mijn grootste geluksmoment. En zoals Yin en Yang en eb en vloed en donker en licht, bijhorend ook mijn grootste verdriet; Lucas maar twee keer per jaar kunnen knuffelen. Dat kan me op een onbewaakt moment echt naar de keel grijpen.
Een ander geluksmoment, een moment waar ik reikhalzend naar uitkijk : de eerste keer weer sandalen aan. Het geluk dat dan door mij heengaat en zich weids verspreidt over de zomermaanden. En het bijkomend geluk als ik wat later kijk naar mijn blote voeten en de witte bandjes zie die mijn voet verdelen in bruine geometrische vlakken.
Sandalen, sandalen, sandalen; in allerlei stijlen, hoogtes, kleuren. Geluk.
Wat is voor jou een moment van geluk, groot of klein?
Air, I breathe. Water, I drink. Kindness, I give. Mother Earth, I thank. Ancestors, I remember. Connections, I deepen. Skills, I master. Friends, I cherish. Fears, I question. Anger, I release. Universe, I trust. Wisdow, I grow. Silence, I enter. Love, I share. Life, I am.
"Het grootste misverstand dat de moderne mens zich - vooral in onze Westerse cultuur en levenswijze - eigen heeft gemaakt is allicht de doodsangst of, misschien nog essentiëler de beklemmende overtuiging dat dit ene leven dat ons op een imaginaire tijdlijn wordt geschonken het enige zou zijn in een verder koud en eenzaam universum. Ten gevolge van die veel bepalende bewustzijnsvernauwing vertaalt de onrust zich - zoals in dit schijnbaar terminale tijdsgewricht overduidelijk blijkt - in een immense en uit de hand gegroeide schaal in obsessieve hebzucht en overconsumptie, vermits de valse overtuiging ons voortdurend wordt ingefluisterd dat het er, in de vermeend unieke rit, op aankomt om zoveel mogelijk te beleven, en liefst zo sensationeel of spectaculair mogelijk."
Nogal vaak zijn vrijdagen voor mij mama-dagen. Waarop af en toe een klus geklaard moet worden en meestal genoten wordt. Vaak in de natuur, fietsend of wandelend, soms in een stad. Maar altijd met één constante : het verlangen van mama of mij om iets te zien, te ervaren. En aangezien mama's hogere leeftijd, ze is vorige week vierentachtig geworden, en dus bijgevolg vermoedelijk laatste mobiele jaren laat ik haar kiezen. Fietsen in de hoge veluwe en Kroller-Muller, Watou, fietsen tussen het water in Bokrijk, wandelen in Wissant en de vele vele wandelingen en fietstochten vlakbij haar woning. Zo fietsten we vorige week vanuit Varsenare langs de kleinste baantjes slingerend door de polders naar Lissewege. Een terrasje doen en hup, zonder te verpinken de vijfentwintig kilometer terug. Met de elektrische fiets wel te verstaan, zonder helm en altijd op de hoogst mogelijke snelheid. Wegens verminderd gehoor en verminderende anticipatie met de omgeving een gevaar op de weg, maar zielsgelukkig. Meetkerke is één van de dorpjes waar onze fietstocht doorging en steevast stopt mama daar om het kerkje binnen te gaan en aan de rondliggende graven te tonen waar onze neef Koen ligt en dan de vele Wybo's. 'Allemaal familie' zegt mama. We laten de fietsen aan de kerk staan en gaan te voet langs het vaartje naar een klein kapelletje wat verder. Daar vlakbij, aan een molen, is mijn overgrootmoeder geboren. Regina Coleta Wybo. Als oudste dochter geboren in Meetkerke in 1867 in een gezin van veertien kinderen. Vijf kinderen haalden de eerste levensjaren niet. We zitten op het bankje naast de kapel, mussen vliegen in en uit de dakpannen en komen kijken hoe we een appel eten. Regina heeft haar hele leven daar gewoond en ik moet denken aan de ontelbare keren zij te voet langs dat vaartje gelopen heeft. Alle dagen om naar de kerk en school te gaan. Voor haar doop, communies en huwelijk. Lachend, proestend, dromend, verliefd, gelukkig, angstig, verdrietig, verward, bezorgd. Alle leeftijden, gelegenheden, kledij, emoties. 'We zijn maar een zandkorrel in een woestijn' zegt mama 'en het leven is in een oogwenk voorbij'.
In minder dan 2 weken tijd heeft onze jongste dochter afscheid genomen van haar moemoe, is ze afgestudeerd in het humaniora, is ze achttien geworden, heeft ze haar rijbewijs gehaald en is ze voor het eerst mee als leiding op het chirokamp. Bewogen weken dus voor haar. Een stap naar volwassenheid die in één keer enkele stappen samenneemt. Onverwacht was ik zwanger van haar in een moeilijke periode en het heeft jaren geduurd eer ik de schuldgevoelens rond de overweging van abortus kon keren naar 'ik heb bewuster voor jou gekozen dan voor wat dan ook in mijn leven'. Toen ze geboren werd, ze was mijn eerste gewone bevalling, sloeg ze haar armpjes open en omarmde de wereld en dat doet ze nog steeds. Mijn lieve stoere hippiedochter die het meisje in mij weer wakker maakte. 18 jaar geleden geboren en elke dag dankbaar geweest om haar komst : Helena.
De zon, de fakkel, de stralende, de schitterende.
Een groentje was ik tot ik via The Crown, La cocinera de Castamar, Bridgerton, Las chicas del cable en nu Downton Abbey, de geneugten van Netflix helemaal ontdekte. De meeslepende weidsuitgestrekte traagheid, I love it. En net toen ik zei dat ik het jammer vond dat ik het leven in Downton Abbey uitgekeken had wist Remi me te verrassen met het Afternoon Tea cookbook van de reeks. Het zal even zoeken worden om mijn weg te vinden in de oude en engelstalige recepten, maar hot cross buns, steamed figgy pudding en cornish pastries; here I come!
'As usual our expectations are disappointed. Let's have some tea.' Lord Grantham
Veel poortdagen zijn er in een jaar, maar deze is toch wel een heel bijzondere. Even bijzonder is Fran Tielemans en haar bijzondere duidingen. Voor wie graag meer wil weten: je kan ze steeds lezen op haar Facebookpagina.
De tekst voor vandaag : Veel kans dat je ook een glimp opvangt van de grote energieshift die aan de gang is: misschien voel je je heel ongemakkelijk, hoor je gesis of gepiep in je oren, heb je (anders dan gewoonlijk) een gevoel van kilte (en dan weer plots warmte), heb je moeite om te focussen, heb je een onrustig hart, droom je intens, ben je snel geïrriteerd of wat huilerig of wie weet angstiger dan gewoonlijk, enzovoort - zijn allemaal tekenen dat we heel veel energie aan het verwerken zijn. Normaal - al meer dan 14 dagen is de Zon heel actief, en je weet dat dat altijd beroering brengt in het lichaam, én in de wereld, zoals je dan merkt in de media. 22/2/2022, het is dan ook geen toeval dat deze datum een periode afsluit die begon op 2/2/2000 - waarna een grote shift is begonnen in ieders leven - met veel beroering, loslaten, verandering, uitzuivering. We beginnen nu aan een nieuwe fase, en dat voel je waarschijnlijk ergens in je systeem. Het kan je onrustig, vreugdevol, opgewonden, maar ook wat bezorgd maken - want onbewust voel je dat dingen onherroepelijk aan het verschuiven zijn, zodat ieder steeds meer afgelijnd in het leven staat, dat je je leven op een hoger niveau brengt, wat dat voor jou ook moge betekenen. De volgende keer dat we nog een intense 2-reeks-data krijgen, is in 2200 (wie weet zijn we er dan opnieuw :) )- en dat zegt veel over het belang van deze tijdsperiode voor de wereld: een cruciale scharnierperiode, waarin elke kleine en grote stap die elk individu in de wereld maakt om hem schoner, liefdevoller, zachter, milder, begripvoller en harmonieuzer te maken. Je weet - elke gedachte, emotie en daad doet ertoe in jouw en onze wereld: ze draagt ofwel bij aan de harmonie en positieve groei, ofwel aan de negatieve spiraal. Om eens bij stil te staan misschien, en je bewuster te maken van hoe jij jouw bijdrage levert aan de wereld'verlichting', die begint bij de verlichting van elk donker stukje in jezelf. Jij kan dat, wij kunnen dat, wij doen dat samen.
And those who were seen dancing were thought to be insane
by those who could not here the music.
Friedrich Nietzsche
https://youtu.be/NGorjBVag0I
https://youtu.be/iX-QaNzd-0Y
https://youtu.be/q0hyYWKXF0Q
https://youtu.be/K5KAc5CoCuk
Vele jaren geleden kreeg ik dit lied toegestuurd. Mijn rouwende hart wou zich niet zomaar neerleggen bij het gemis en liet zich al evenmin zomaar troosten. Maar deze muziek kwam dichtbij en boodt sindsdien zijn liefdevolle armen aan aan mezelf en andere verdrietige harten rond mij om nooit te vergeten waar het echt om gaat.
https://youtu.be/2eNHANqbm3g
'A star is born' zag ik even geleden en de film blijft maar aan me hangen, onder mijn huid zitten en popt op op onverwachte momenten.
Kadootjes.
https://youtu.be/bo_efYhYU2A
Al altijd was ik fan van Meryl Streep, maar ontroerd was ik toen ik haar Julia zag vertolken in de film 'Julie and Julia'. Ontroerd en geraakt door het neerzetten van een passie die aanvoelde als de mijne.
Dit las ik vandaag en vatte samen wat ik de laatste jaren voelde. Life begins at fifty en het wordt steeds mooier en mooier en gemakkelijker.
'I no longer have patience for certain things,
not because Ive become arrogant, but simply because I reached a point in my life where I do not want to waste more time with what displeases me or hurts me.
I have no patience for cynicism, excessive criticism and demands of any nature. I lost the will to please those who do not like me, to love those who do not love me and to smile at those who do not want to smile at me.
I no longer spend a single minute on those who lie or want to manipulate. I decided not to coexist anymore with pretense, hypocrisy, dishonesty and cheap praise.
I do not tolerate selective erudition nor academic arrogance. I do not adjust either to popular gossiping. I hate conflict and comparisons. I believe in a world of opposites and thats why I avoid people with rigid and inflexible personalities.
In friendship I dislike the lack of loyalty and betrayal. I do not get along with those who do not know how to give a compliment or a word of encouragement. Exaggerations bore me and I have difficulty accepting those who do not like animals.
And on top of everything I have no patience for anyone who does not deserve my patience. - Meryl Streep
17 jaar geleden geboren. Een goedlachse jongedame die weet wat ze wil en wat niet en dat met haar blik onmiskenbaar duidelijk maakt. Met een groot hart voor mens en dier en uitgesproken interesse voor kledij en muziek waarvan dit lied tijdens deze vakantie dagelijks weerklinkt.
Helena, bon anniversaire, ma bien aimée! ♥️
https://youtu.be/7fxL-sxN7fo
Fietsen langs de Schelde en wegelkes om in Zevergem te baden in de geur van de bloeiende Vlierbes en daar niet weg te geraken.
'Genieten in veelvoud, in alle eenvoud' schreef een vriendin over het samenzijn in de natuur met haar lief en vatte daarmee alles samen wat ik niet kan verwoorden.
https://youtu.be/0E1bNmyPWww
In de week dat een mama van een kindje uit mijn klas uit het leven stapt, Lucas onverwacht eerder terug thuis komt, Remi twintig geworden is en hopelijk de laatste onderzoeken ondergaat, de volle maan als Bloemenmaan schijnt op de vele bloemen in de bermen langs de schelde, mama met mij wandelt langs de oostendse vaart, een vriend verjaart die eeuwig 67 blijft
brengt dit lied uit mijn kindertijd me steeds weer terug naar alle liefde die ik in me voel voor het leven.
https://youtu.be/RjEk0AMpI90
Ik mocht kiezen.
Ik wist het niet.
Ik koos de vrede.
De waarheid en de schoonheid,
ik liet ze gaan,
en ook de wijsheid en de weemoed -
zelfs de liefde
die zo verwonderd naar mij keek,
zwarte wolken dreven met haar mee.
Vrede, het was vrede.
En in de verste hoeken van mijn ziel
dansten wezens
waarvan ik zelfs nog nooit had gehoord!
En in de hemel hing een andere zon.
Een wandeling langs bloeiende bermen, Fluitekruid en Meidoorn. 't Is toch erg, zegt mijn mama, de vrouwen vroeger konden in bed nooit genieten. Ofwel waren ze bang om zwanger te worden van het zoveelste kind ofwel waren ze bang omdat ze niet deden wat de kerk hen zei. De kerk heeft toch veel slecht gedaan. Vrouwen waren ofwel een heilige ofwel een hoer en iets anders bestond er niet.
En ik moet denken aan de vrouwen die ik ken en hun issues en moet al zoeken naar een die tevreden is met sexualiteit in haar leven. Wegens ofwel onbestaand ofwel het verplichte nummertje op zondagochtend ofwel het niet kennen en bijgevolg niet uitspreken van hun eigen verlangens ofwel verwijten die naar de partner gaan wegens de onverenigbaarheid tussen verlangens die wel uitgesproken worden versus ego's die enkel hun eigen tekortschieten horen.
Sex. Eén van de dingen waar het meest wordt over gesproken, gestoefd, gegniffeld en tegelijkertijd het minst wordt over gesproken, het minst au serieux genomen wordt en het minst een plaats in de agenda krijgt.
Het eten in de oven, blote voeten en dit liedje luid: https://youtu.be/6ge53QaDpKQ
I'm a bitch
I'm a lover
I'm a child
I'm a mother
I'm a sinner
I'm a saint
And I do not feel ashamed!
Gsm beneden, regendruppels op het platte dak, de geur van dennehout en de warmte van de sauna, een boek dat ik moeilijk aan de kant kan leggen en de douchegel van Weleda die schuimende melk wordt eens in contact met natte huid. Sensualiteit; teder, nietsontziend en vooral: ten volle.
Waar gisteren de meidoorn me voortdurend deed stoppen en lokte om dichterbij te gaan ruiken komt vandaag deze tekst op mijn pad.
Ahawa, huis voor levensverdieping, sjamanisme-druïdisme :
Meidoorn, het Hart tussen de uitersten
Huath, de Meidoorn, vertelt over de kracht en de dans van uitersten.. over hoe door verscheidenheid de éénheid zichzelf leert kennen.
In de kracht van Meidoorn wordt de ene pool uitgedaagd door de andere pool om in eigen waarheid te gaan staan.. de uitdaging van uitersten door elkaar en ten opzichte van elkaar.
Wanneer het ene ten volle dat ene is, kan het het andere ten volle betreden, als het andere ten volle het andere is.
Vrouw noodzaakt de man om Man te zijn. Man noodzaakt de vrouw om Vrouw te zijn.
Omdat Meidoorn de uitersten uitdaagt om in relatie tot elkaar zichzelf te zijn, is ze tevens een boom van Balans waar de uitersten in Evenwicht vertoeven..
De Ouden kennen in ons lichaam een plaats die eveneens de Balans vertegenwoordigt: dit is het Hart.
Men kent drie primaire Schalen in het lichaam: de Schedel, het Bekken en het Hart. Het Hart dat tussen beide andere Schalen vertoeft, houdt het Evenwicht. Men zegt dan ook dat dit de reden is dat de Meidoorn als plant de medicinale eigenschappen bezit als ondersteuning voor het hart.
Het horizontale lichtgroen van de eerste beukenblaadjes geaccentueerd door de verticale gladde grijze stammen. Als de blaadjes nog doorzichtig zijn en de grond lila kleurt. Dan wordt ze teruggeworpen naar die dag. De dag waarop lichtgroen en grijs en lila en intens geluk samenkwamen.
De nieuwe maan vanavond, het elke keer reikhalzend uitkijken naar de interpretatie van Fran Tielemans en het boek 'Leven met de maan' dat ik vorige week onverwacht kado kreeg. Over hoe de maancycli werken en hoe je de energie van de maan in jouw leven kunt inzetten.
'Kom, zij die willen komen. Ga, zij die willen gaan. Blijf, zij die willen blijven' zegt Tom Waes op bezoek bij een druïde op de achtergrond. Benieuwd of dit boek en zijn inhoud iets is dat ik gewoon informatief zal lezen of werkelijk zelf toepassen. Wordt vervolgd. 'The moon she is waning, waxing and waning. The moon she is waning, for us to be free. Sister Moon, watch over me, your child I will always be. Sister moon, watch over me, untill we are free.'
Een of andere hoek
De wereld was één huis, wat straten en de buren. De dagen
gingen traag. Je telde af. Kruiste wensen in de folders aan
alsof je invloed had. Wie de koek krijgt, wie de gard.
Soms zocht je naar een hint, naar pakjes in de voorraadkast.
Je trof er nooit iets aan. Je moeder maakte
chocolademelk uit lege dozen.
Je grote broer gebruikte woorden die niet mochten, noemde dat
gedichten. Er liep een spoor van plakband door het huis.
Briefjes met verboden hier te komen.
Je zag je moeder, in de keuken, rekeningen tellen. Huur, gas.
Te kleine winterjas, broek met lapjes. Een chocolade Piet,
afgeprijsd, omdat ie al gebroken was.
Straks, dacht je, staat de rijkdom op ons dak. Een vriend
waarin je bleef geloven. Een sterk verhaal dat zelfs
je grote broer niet had verpest.
De geur van jute. Alles begon. De maan scheen ook bij jullie
door de bomen, net zo groot als bij de rest.
Je zong zo hard je kon.
Ester Naomi Perquin (1980),
2 december 2017
Rust. Rust in de onrust en angst die zo sterk naar voor komt in de maatschappij nu. De natuur, de mensen die belangrijk zijn voor me, de boeken van Christina von Dreien en deze muziek. Rust rond me, in me.
https://youtu.be/VrX9XA_dtEw
Een honderdtal meter achter onze tuin is er een bosje. Rond zonsondergang komen de eerste kauwen aangevlogen. Per twee, per drie, hier en daar een enkeling. Om een half uur later uit te monden in honderden kauwen die er een waar en luidruchtig schouwspel van maken. Het bosje, ondergaande zon, honderden kauwen en een zetel vanachter in de tuin. Geluk is soms zo eenvoudig dat we erover kijken.
Hoe covid-19 eens niet de eerste plaats innam, maar wel de presidentsverkiezingen in de USA. Opstaan en slapen gaan met de eerste en laatste blik op de nieuwsberichten. Waar tergend traag de boodschap gevormd werd dat Donald Trump mag beschikken. Eindelijk. Dat is één. Het tweede zal misschien een nog hardere dobber worden; het weer samenbrengen waar vier jaar lang verdeeldheid gezaaid is. Ook vier jaar lang heeft een vriend op Facebook elke dag een tekening of schilderij gemaakt, van de inauguratie van Trump tot en het beëindigen van zijn ambt, als stil en krachtig protest. 'We gaan op berejacht. We gaan een hele grote vangen. Wat een prachtige dag. Wij zijn NIET bang!'
Als Lucas thuis is heeft hij de gewoonte om muziek aan te zetten als hij een douche neemt. Waarbij de volumeknop niet anders kan dan een flinke 'draai' krijgen, aangezien hij anders niets hoort. Meerdere keren verbaasde hij me met zijn muziek. Ofwel omdat het voor mij een nieuwe liefde was of omdat ik de muziek kende uit mijn jeugdjaren. Zo passeerde onder andere Simon and Garfunkel, Deep Purple en Dire Straits de revue.
Welke muziek Remi beluistert weet ik niet. Ik weet wel dat oortjes of koptelefoon hem quasi overal vergezellen.
Helena daarentegen strooit zingend en dansend haar muziek rond en deelt graag haar ontdekkingen die blijkbaar vaak via Tiktok op haar pad komen. Zo ook in de auto gisteren.
Eeuwen geleden, nog altijd even smooth en nog altijd even recht naar mijn buik.
'I see the chrystal raindrops fall and the beauty of it all when the sun comes shining trough.'
https://youtu.be/Uw5OLnN7UvM
Mijn zus die vertelt over haar eerste keer skieën twee jaar na een zware beenbreuk door het vallen tijdens een slalomtraining. Hoe het leek alsof ze er nooit tussenuit geweest was. Hoe haar lichaam zich precies herinnerde hoe het moest en hoe het voelde. Hoe ik zo een paar handelingen en het gevoel dat ik erbij had kan oproepen dat blijkbaar in het geheugen van mijn lichaam zit en het boek op mijn nachtkastje. Heerlijk vind ik het : boeken naast mijn bed die me roepen waardoor ik verlang naar boven te gaan. 'Het sprekende hart' van Louise Hay deze keer. Hier een bespreking, gevonden op het worldwideweb.
Het celgeheugen van je hart: aangestuurd door oude opgeslagen herinneringen:
Dat hart van je: er is steeds meer over te lezen en te vinden. Je kunt geen tijdschrift meer openslaan of er staat wel een artikel in over het hart. Er wordt geschreven over de kracht van het hart en hoe mooi de wereld kan zijn als je in verbinding bent met je hart. Wat echter maar weinig mensen goed beseffen, is dat ons hart ook hersencellen bevat en ook een celgeheugen heeft. Vandaar dat het soms best een uitdaging kan zijn om in contact te komen met je hart. Dat betekent namelijk ook dat je je weer bewust gaat worden van alle herinneringen en beschermlaagjes die je onbewust hebt aangebracht of geparkeerd.
Donorhart
Wellicht dat je er wel eens van gehoord hebt. De verhalen van mensen met een donorhart, die ineens compleet andere behoeftes en gevoelens gaan ervaren na de operatie. Van een vrouw die ineens enorm trek kreeg in bier en bitterballen, terwijl ze hier voorheen nooit zin in had. Na navraag, bleek ze het hart te hebben gekregen van een man die in zijn vrije tijd graag een biertje dronk en bitterballen deelde met zijn vrienden in het café.
Ook Pearsall beschrijft in zijn boek Het geheugen van het hart meerdere van dit soort ervaringen. Een voorbeeld van zon ervaring vindt plaats wanneer een 8-jarig joods jongetje komt om bij een auto-ongeluk. Zijn dood betekent de redding voor een 3-jarig Arabisch meisje met een ernstige hartafwijking. Wanneer het meisje ontwaakt uit de narcose, vraagt zij haar moeder om een joods snoepje waarvan zij de naam niet kon kennen
En zo zijn er honderden ervaringen die gedeeld worden over de persoonlijke overdragingen na donoroperaties. Een prachtig gegeven, maar het laat ook zien dat ons hart bepaalde herinneringen opslaat en zelfs herkent als eigen. Hoe zit dat dan precies?
Celgeheugen
Naast de fysieke celopbouw heeft het hart ook een energetische functie. Dat wil zeggen: je hart heeft een bepaalde uitstraling. Die uitstraling noemen we ook wel eens een elektromagnetisch veld. Dit komt doordat er informatie uit die uitstraling kan worden opgevangen. Dit is ook het veld waar helder waarnemende personen hun informatie vandaan kunnen halen.
Dat informatieveld van je hart bevat alle ervaringen en persoonlijke gevoelens die voor jou als persoon heel gewoon zijn. Het hart slaat die ladingen van gevoelens allemaal op. Degenen uit je jeugd, maar ook je hedendaagse ervaringen. Je kunt je dat voorstellen als een hart met daaromheen allemaal onzichtbare laagjes. Ze zijn misschien niet per se zichtbaar, maar zeker wel heel voelbaar. Daar hoef je niet helder voelend voor te zijn. Iedereen kan waarnemen dat de ene persoon een veel luchtigere uitstraling heeft als een andere persoon. Dat heeft ook zo zijn weerslag op hoe jij je voelt en gedraagt bij iemand anders.
Gevoelsoverdracht
Jouw lichaam reageert namelijk ook op de uitstraling van een andere persoon. Omdat jouw lichaam een elektromagnetisch veld heeft, ben je door andere trillingen, gevoelens of uitstralingen beïnvloedbaar. Jouw lichaam heeft de neiging om mee te gaan bewegen met de uitstraling van jouw omgeving. In dit geval is dit een andere persoon om je heen. Het kan echter ook komen door bepaalde muziek of bepaald voedsel. Alles heeft zijn eigen informatieveld en beïnvloedt daarmee jouw informatieveld.
De Japanse wetenschapper Dr. Emoto bewees dit ook al. Hij heeft fotos gemaakt van het effect dat menselijke emoties, maar zelfs ook intenties, hebben op waterkristallen. Prachtige en duidelijke fotos van ijskristallen laten zien dat wij de hele dag door onze omgeving en materie beïnvloeden met onze uitstraling.
Sommige mensen voelen dit heel bewust. Andere mensen reageren er vooral onbewust op. Maar dat er een reactie ontstaat, is heel zichtbaar. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar kinderen of dieren. Zij zijn nog heel puur in hun reactie en vinden de speelse mensen vele malen interessanter dan mensen die vooral in hun hoofd zitten. Doordat ze daar niet zo veel bij voelen. Heel veel kinderen willen een persoon die niet lekker in zijn vel zit, van nature ook liever geen handje geven.
Je hart als generator
Je hart functioneert eigenlijk als een soort van versterker. Dat weet waarschijnlijk iedereen wel. Iemand die vanuit een passie spreekt, maakt veel meer indruk op je dan iemand die droge informatie met je deelt. Dat doet je letterlijk minder, doordat droge informatie alleen in het brein verwerkt wordt. Iemand die zijn/haar passie deelt, deelt echter naast informatie ook een gevoel. Hierdoor wordt jouw lichaam vele malen intensiever beïnvloed. Onderzoeken geven aan dat het verschil tussen een signaal van je hersenen of een signaal van je hart heel groot is. Een signaal van je hart heeft een 100x sterker elektrisch effect op je zenuwstelsel en een wel, houd je vast, 5000x sterker magnetisch effect op je lichaam en je omgeving. Jouw uitstraling bestaat uit dat elektromagnetische veld en laat dat nu net 5000x sterker worden beïnvloed door je hart dan door je hersenen.
Gregg Braden geeft daarnaast aan dat er zich ongeveer 40.000 gespecialiseerde hersencellen in je hart bevinden. Deze zijn zo geconcentreerd dat we die ook wel de kleine hersenen noemen. Deze hersencellen kunnen onthouden en communiceren met ons, onafhankelijk van de hersencellen in ons brein. Ze communiceren op een andere en subtielere manier met ons.
Maar wij zijn zo geconditioneerd om de wereld waar te nemen via onze hersenen, dat we de intelligentie van ons hart niet altijd serieus nemen.
Je hart als grote aanstuurder
Wat dat betreft werkt ons hart, naast als een enorm krachtige pomp voor ons bloedvatenstelsel, ook nog eens als een soort usb stick. Het slaat namelijk alle persoonlijke gegevens op die voor jou als persoon belangrijk zijn geweest. Maar met die opgeslagen informatie stuurt hij onbewust jouw uitstraling aan.
Dat begint al vanaf het moment dat je je eerste hartcellen aanmaakt in de buik van je moeder. Het gevoel dat je moeder tijdens haar zwangerschap heeft ervaren, zijn de eerste signalen en daarmee de eerste informatie die jouw hartcellen hebben mogen verwerken.
Je hart bevrijden en je usb stick opschonen
Hoe doe je dat nu zelf: je hart weer terugbrengen naar zijn oorspronkelijke vibratie? Naar een blanco informatieveld, zodat je niet steeds wordt aangestuurd door oude opgeslagen ervaringen.
Dat doe je door je hart consequent met een intensief gewenst gevoel in aanraking te brengen. Het gevoel en het bewustzijn dat je hart weer helemaal terug mag keren in zijn oorspronkelijke vrijheid, zonder oude informatie van je ouders en zonder oude opgeslagen informatie van je ervaringen. Des te vaker je je richt op het verlichte gevoel van totale vrijheid, zonder oude structuren, des te beter je hart dit gevoel gaat leren kennen. En het mooie daarvan is, dat het hart zijn oorspronkelijke ongeladenheid heel graag weer terug wilt. Het is een hele natuurlijke, haast kinderlijke toestand.
Vandaar dat het hart soms zijn oude laagjes weer omhoog brengt om ze aan je te laten zien. Zodat jij de beslissing kunt maken, wil ik deze informatie bij me blijven dragen, of is het tijd om deze oude aansturing los te laten? Jij mag in ieder moment kiezen hoe je jouw leven wilt aansturen. Jij kunt jouw aansturing bepalen, mits je bereid bent om de subtiele taal van je hart te gaan leren kennen en te gaan leren spreken.
'Weet je wat ik graag zou hebben? Een schedel.'
'Een schedel als van : een doodskop?'
'Ja, ik zou dat graag hebben. Ik zie dat als meditatie. De vergankelijkheid, vanitas. Ik kijk daar graag naar.'
'Maar moeke, ik denk dat je dat zelf niet eens kan aankopen, dat dat verboden is.'
'Aja, natuurlijk. Maar moest ik een vinden op een kerkhof; ik nam hem mee.'
Een vrijdagnamiddag wandelen met mama op het strand aan De Haan, een stralende zon, de bistro's gesloten, een schedel en de gedachte: 'Je kent nooit iemand te volle.'
In de tuin ga ik rond en kijk naar de prachtige halve maan en naar het onvatbaar mysterie dat het heelal is, het universum, de hemel en vraag me af waar mijn papa is. Waar je ook bent papa; gelukkige verjaardag, ik zie je graag, ik mis je.
Zeven maal om de aarde te gaan,
als het zou moeten op handen en voeten;
zeven maal, om die ene te groeten
die daar lachend te wachten zou staan.
Zeven maal om de aarde te gaan.
Zeven maal over de zeeën te gaan,
schraal in de kleren, wat zou het mij deren,
kon uit de dood ik die ene doen keren.
Zeven maal over de zeeën te gaan
zeven maal om met zijn tweeën te staan.
Ida Gerhardt
Die mannelijke BV's, de blote filmpjes die ze van zichzelf doorstuurden en de reacties daarop; verbolgen word ik daarvan.
Die arme, weerloze mannen. In al hun kwetsbaarheid misleidt door en slachtoffer van vrouwen. In de onmogelijkheid om 'neen' te zeggen, de wil plots onbestaande, dat vlees weet je wel. "Ze hebben in een zwak moment een fout begaan".
En de reactie van een vrouwelijke BV erop; hoe anders zou het verhaal geweest zijn als het 'slachtoffer' een vrouw was. Een slet, een 'gemakkelijke' vrouw, een domme vrouw, iemand waarmee je geen medeleven moet hebben wegens het in de eerste plaats zelf gezocht hebben. Niets had ik met deze BV, maar nu denk ik 'go girl, you rule'.
Een grote serre staat er in onze tuin; restant van de azaleakwekerij die hier vroeger was. Aan de tuinkant; een lange glazen wand waar ik vijf jaar geleden struiken aanplantte.
In het voorjaar bloeit eerst de linkse struik, Ribes. Samen met het ontluiken van de bladeren van de Vlierbes is hij de eerste struik die de lente aankondigd. De Ribes ruikt niet lekker, maar vanop afstand maken zijn lichtroze bloemen mijn hart altijd blij in het voorjaar. Ik leerde over zijn kracht en toepassingsmogelijkheden en moest glimlachen toen nadien de ortomoleculaire arts me Ribes voorschreef. De wet van de aantrekkingskracht zo sterk en betrouwbaar. Kort daarna bloeit de rozelaar die ik van mijn papa kreeg met vele witte platte roosjes. Daarna komt de uiterst rechtse struik tot bloei; de paarse Seringen die ik vanuit een vriendin haar tuin kreeg en waar ik wel om het uur zou aan gaan ruiken. Na de Seringen is er even stilte in de rij, om nadien in vol ornaat en overdaad de ene na de andere vruchten aan te brengen. Eerst de rode aalbessen, dan de witte. Zelf met suiker op krijg ik ze thuis niet verkocht wegens te zuur, de doorzichtige heldere en wiebelende gelei met weinig suiker vliegt er dan wel weer door. Dan komen de frambozen, frambozerood en sensueel fluweelzacht en op het moment dat er slechts hier en daar nog een framboos te vinden is komen de braambessen eraan. Plagerig, want schijnbaar zwart en rijp, maar als je dan nog een of twee dagen wacht dan verdubbelen ze quasi in omvang en smelten ze op je tong. Ondertussen is papa's witte rozelaar zijn tweede bloei begonnen en zijn de japanse wijnbesjes zich volop aan het vormen.
Dankbaar ben ik. 's Morgensvroeg op blote voeten Mara uitlaten en ondertussen kijken, ruiken en proeven. Wat een geluk, zo groots in zijn eenvoud.
Afscheid nemen. Morgen van een vriend, overmorgen van de vader van een vriendin. En de vraag of ik morgen iets wil vertellen.
En de vraag in me : wat? Wat is er in me dat wil vertelt worden, wat moet nog gezegd worden tegen hem en ik vind niets en ik kom tot niets.
Tot ik daarnet met de auto kledij van hem naar een kledingcontainer bracht; de zakken naast me, één getuigenis van zijn bestaan, stilte in me. En dit lied dat ik hoorde vanuit het sjamanisme, a native song, spontaan uit me kwam. En waar vanzelf een foto van hem aan zee, zijn voeten in het water, opsprong. Dat zal het worden morgen. Mijlen ver uit mijn comfortzone voor een man die al jaren honderden mijlen meer zonder vrije keuze uit zijn comfortzone getrokken werd.
'The moon, she is waning, waxing and waning.
The moon, she is waiting, for us to be free.
Sister moon watch over me, your child I will always be.
Sister moon watch over me, untill we are free.
The sun, he is shining, rising and shining.
The sun, he is shining to brighten our way.
Father sun shine over me, your child I will always be.
Father sun shine over me and brighten our way.
The river is flowing, growing and flowing.
The river is flowing back to the sea.
Mother earth carry me, your child I will always be.
Mother earth, please carry me back to the sea.'
'Elkaar zien, elkaar vastpakken, elkaar de hand geven,
elkaars vel voelen, elkaar in de ogen kijken, dat is een fundamentele noodzaak om te kunnen bestaan.'
Ik stond gauw op, klopte de dennennaalden van mijn broek en maakte een heel diepe buiging voor Matsu.
'Neemt u me niet kwalijk, dat had ik niet mogen zeggen, Matsu-san.'
Het duurde even, maar tenslotte keek Matsu naar me op; zijn ogen namen een zachtere uitdrukking aan.
'Het was de boosheid die sprak, niet de man,' zei hij, en hij klopte op de grond naast zich om me te beduiden dat ik weer moest gaan zitten.
'U moet goed begrijpen, Stephen-san, dat het niets verandert aan wat uw o-to-san voor u voelt, maar alleen aan wat u voor hem voelt. Het is een droeve gedachte dat het geluk van de een soms wordt bereikt ten koste van anderen.'
Weten waar we beginnen, weten waar we eindigen en niet weten waar we tussen de twee in gaan terecht komen. Cotthembos, de landwegelkes errond en een fles cava wordt het. Met drie bekertjes uit kunststof. Ver weg van de klimaatbetogingen, dichtbij Covid19.
Beangstigend vind ik het. Hoe we als een kudde schapen volgen wat de beleidsmensen ons voorschrijven. Hoe ik een kind spontaan knuffel of verzorg en er toch vertwijfeld erop terugkijk. Hoe de verbondenheid van de eerste maand steeds verder weg lijkt en verdeeldheid nabij. Een artikel over een studie met kinderen las ik. Waar een groep kinderen in twee gesplitst werd en op een ander moment les kreeg. De ene groep kinderen werd bejubeld en positief gestimuleerd, de andere groep werd met negativiteit en afkeuring omringd. Zoals verwacht bleek dat na de studie de studieresultaten navenant de soort begeleiding waren en dat de groep die negatief benaderd werd negatief over zichzelf dacht. Echter : ook de groep die positief benaderd was vond de andere groep minderwaardig. Niet door informatie die ze kregen over de benadering, want die kregen ze niet, maar enkel door het feit dat zijzelf positief bejubeld werden. Beangstigend vind ik het dus, beangstigend hoe beïnvloedbaar we onbewust zijn.
De lente. De lente en meer bepaald de geuren en de kleuren; ik kan er niet over zwijgen. Ik vind het, naast menselijke acties en interacties, hetgene me meest inspireert, mijn hart verzacht.
Mijn wandelingen worden gekozen in functie van geuren en plaatsen waar de lentebloeiers niet beperkt worden door steeds omwoelende akkers en gemaaide graskanten.
Gisteren koos ik mijn fietsroute in functie van vlierbomen en meer bepaald de vlierbomen waar geen of zo weinig mogelijk verkeer langskomt. Het ochtenduur tegen de middag aan zou, hoorde ik, het hooguur zijn van de vlierbloesem : zich openend, ontloken, richtend naar de zon en zijn geur vrijlatend als op geen enkel ander uur.
Van de Boterhoek, de Asselkouter, door Munte en Baaigem naar de Kaaihoeve en vandaar langs de Schelde terug. Elk jaar komt er op mijn route een plukstop bij, dit jaar de Rollebaan, daar waar de Rollebaan geen baan, maar slechts nog een wegelke is.
De vlierbloesempluk, mijn eigen jaarlijkse bedevaart. Zoals ik verschillende bedevaarten heb op verschillende plaatsen op verschillende tijdstippen in het jaar bedenk ik net. En op verschillende gebieden. Steeds wederkerende gebeurtenissen, plaatsen, ontmoetingen. Sleutelmomenten waar de tijd aan op hangt.
Zoals bij de rozenstruik vandaag. Waar er in het doorgaan 4 ontluikende en 1 stralende roos waren en even later, toen ik met de auto er langsheen reed om de vlierbloesem te plukken, deze weg was. En de bijhorende vraag : wie zou deze geplukt hebben?
Elke week gaan kijken en de stand van zaken opmeten. En nu de dagelijkse roep en door corona ook de tijd om te gaan genieten. Mijn hart zo hoopvol en stil door de magie. Sleedoornboom, sleedoorngangetje, wait a sec, mummy is coming!
Minstens 1 keer per maand stap ik er voorbij. De meeste maanden meer, nooit minder. Voorbij de rozelaar met koraalrood-oranje rozen. En groot was mijn verwondering toen ik keer op keer zag hoe die rozelaar zich niets leek aan te trekken van de winterseizoenen en bijhorende koude gronden en gure luchten. Altijd was er wel een knop, een ontluikende bloem, een roos in al zijn glorie of op zijn minst een verschrompeld verkleurd rozenblad op de grond te zien. Iets. Maar vandaag en twee weken geleden, de dag voor mijn verjaardag: niets.
Niets was ook hetgene dat ik op mijn verjaardag hoorde van de persoon met wie ik af en toe naar de rozelaar gekeken had. In betekenisvol en schril contrast met de veel- en lieftallige paarse viooltjes op de grond onder de rozelaar.
Viola odorata, viooltje dat stinkt, maarts viooltje; wat zijn jullie mooi, ik dank jullie.
Men may think a wild woman is a woman to be feared. They think, "oh she's a wild woman, that must mean she's dangerous. She's probably crazy, too much to handle." And in a sense, it's true. She's too much for someone who isn't ready to show up fully and check their ego at the door. She's too much for someone who would rather have small talk than go deep. She's too much if you expect her to hold back her anger or her sadness or pain to protect you from seeing her in her chaos. But trust this: a wild woman is the safest type of woman you'll ever meet. She doesn't hold back. There are no surprises. You'll meet her and she'll let you see her for who she is. She trusts her own worthiness enough to reveal herself to you and let you decide whether or not you'd like to walk with her. She doesn't hide parts of herself in an attempt to keep your love because she doesn't have time for connections that lack depth and meaning. A wild woman will invite you to love all parts of yourself. She'll accept you in that place, because she has done the work to accept herself there.
'Een portret is afgedwongen intimiteit. Je tast af tot waar je welkom bent, welke kamer je mag betreden van de geest en van het lichaam.'
Cfr. S Vanfleteren
Een foto zie ik. Een onderwaterfoto. Op de foto zie ik een opeenstapeling van schelpen, wij noemen ze 'muiltjes', maar de correcte naam weet ik nu niet. De schelpen vormen een ketting die naar beneden hangt. Een ketting met de ene knik na de andere. Zoals een fijn kettinkje dat je uitdoet en nonchalant op de vensterbank legt. Nieuwsgierigheid waarom de schelpen een ketting vormen brengt me het volgende.
Wat een wonderlijke wereld. Een menselijk brein zou het nooit zo bedacht kunnen hebben. En wat zou het brengen als wij hun levenswijze zouden overnemen?
'Deze soort verandert in de loop van zijn leven van geslacht (protandrisch-hermafrodiet). Tussen maart en oktober worden 200-400 eieren in kapsels onder de schelp van het moederdier afgezet. De kapsels zitten als een druiventros vast aan een centrale as die aan het substraat bevestigd is. De kapsels blijven onder de schelp van het moederdier waar zij beschermd zijn tegen predatie en andere schadelijke invloeden. Na drie tot vier weken komen de eieren uit en leven de dieren ongeveer veertien dagen als plankton zwevend in het zeewater. Tijdens dit stadium heeft het dier een embryonisch schelpje met een operculum. Dit operculum verdwijnt weer na het planktonische stadium. Gedurende dit vrijzwevende stadium ontwikkelt de schelp zich verder. Als de schelp te zwaar wordt dan zinkt het dier naar de bodem waar het zich, als de plek geschikt is, verder kan ontwikkelen tot volwassen dier. Jonge dieren zijn mannelijk, leven solitair en zijn tamelijk mobiel. Na verloop van tijd worden soortgenoten opgezocht waar zij boven op de schelp van een ander individu gaan zitten. Vanaf dat moment zijn de dieren niet meer mobiel en doordat later jongere individuen zich op hun beurt op de laatste schelp vestigen ontstaat een gekromde 'ketting' van in grootte (en leeftijd) afnemende individuen. Het oudste en grootste individu onderaan de ketting is vrouwelijk, het jongste dier is mannelijk. Daartussen zijn de dieren in verschillende mate hermafrodiet.'
"The secret to living well and longer is: eat half, walk double, laugh triple, and love without measure" is in Tibet uitgesproken. Als dat geen op mijn lijf geschreven goed voornemen is
Onderweg naar mama en zee. Klara op de achtergrond, De Liefhebber. Dit lied.
https://youtu.be/rMxeXTnrRV0
De zee, zijn luchten en kleuren mooier dan ooit.
'Vertrouw op jezelf. Je hoeft niet de gehele weg te zien om de eerste stap te zetten. ' zat vandaag in mijn inbox van De Dagelijkse Gedachte. Da's een mooike. En een rake voor mij.
Een paar keer passeerde er een citaat dat mijn aandacht trok en me om die reden deed afvragen wie LOTR toch moge wezen. Lords Of The Rings dus, een voor mij ongekende wereld. Anyway, in een week waarbij de titularis van Remi de strijd verloor, een vriend in het ziekenhuis opgevolgd wordt, een vriendin haar borst verwijderd is en de papa van een van Remi's beste vrienden euthanasie kreeg brandden er hier witte kaarsjes en kwam dit voorbij : "All that we have to decide is what to do with the time that is given to us." Een waarheid een lord waardig.
Everything else is just wishful thinking and fairytales.
So you say you want a conscious man, hey?
You do realize this would require you to be a conscious woman, right?
Do you know what that means? Do you understand the demands that unavoidably come with this territory?
It will require your ALL. It will require that you own your shit, all of it, even the deep, dark, hidden, nasty bits.
Youll be forced to face:
The wicked witch within
The manipulative bitch who simply must get her way despite the cost
The prostitute who sells herself
The unhealed, needy little girl who wants constant reassurance from the outside
The destructive wild woman who will tear down an entire city simply because she feels like it
The unhealthy mother who treats her man like a little boy vs. her lover
The years of hiding the parts of self that arent accepted in our society will have to be opened to.
Youll have to look at your distrust of the masculine square in the eyes and tell it to fuck off.
Youll have to catch yourself every time you feel your body or your heart closing. And then youll have to work to open it.
Youll have to let go of the rage, the grief and the pain you hold toward him. Youll have to soften into an open hearted, completely trusting place so that this conscious man can take you to places you would never and could never take yourself to.
Theres a reason you crave a conscious man. Your heart and your soul knows whats possible.
But you must be willing to do the work to get there. This is no airy fairy ride that you can transcend your way into and it isnt for the faint of heart.
Talking to your angels will not get you there.
Opening your third eye will not get you there.
Skimming the surface and dancing around the truth of who you are will not get you there.
Knowing thyself will get you there. Knowing, seeing, opening to and accepting every aspect of yourself will get you there.
Letting go of the walls around your heart, your womb, your yoni and every other part of your body will get you there.
Forgiving every man who has ever wronged you in this life and every other life youve lived will get you there.
Forgiving yourself will get you there.
Theres two ways to do this:
You do the work on your own. You open, you release, you heal, you come to wholeness on your own and then you meet a conscious man who is on the same level you are.
You do it together, with a man who meets you where youre at right now. You evolve together. He becomes consciousness, you become love.
Heres whats true, you always attract and inspire a man as deeply committed to opening in love as you are, right now, which means that a man will be conscious and present to the same degree that you are actively radiating your love and allowing life force itself to roll through your being.
If you want a conscious man, go get him! But dont expect him to fall into your lap. He wont. Its against every natural law there is.
Do the work with a man who meets you where youre at now or do the work on your own until a man who meets you shows up.
Everything else is just wishful thinking and fairy tales.
Sabrina Lynn Domenosky
'Neutrality helps the oppressor, never the victim.
Silence encourages the tormentor, never the tormented. Always, always take sides.'schrijft Elie Wiesel en het bijgevolg onwegduwbare gegeven; waar zweeg ik en keek de andere kant op? In de kleine kring rond me? Op wereldgebied? Waar zweeg ik niet en wat gebeurde er toen? Wat bracht dat teweeg in me? Wat ga ik doen een volgende keer? Waar zwegen anderen toen ik een slachtoffer was? Wie ging in tegen onrechtvaardigheid en vergrootte zo zijn schoonheid en de schoonheid van het leven? Of liet gebeuren en zijn kop bewust in het zand stak om toch maar zelf niets te moeten opgeven? En zo dan eigenlijk het meest verloor.
Een gesprek op een terrasje met een gin tonic. Zomeravonden.
Uitwaaien door duinen, stilte overal, enkel de schelpenpaden knisperend onder mijn fietsbanden. Over dijken, links schapen, rechts de zee en zeilboten ver, lamsoor en de ziltegeur. Die geur; ik ben thuis. Het bankje met het citaat van Schweitzer erop : 'Het belangrijkste in het leven zijn de sporen van liefde die wij achterlaten wanneer wij weggaan.'
"Within minutes of sensing vibrations from pollinators wings, the plants temporarily increased the concentration of sugar in their flowers nectar. In effect, the flowers themselves served as ears, picking up the specific frequencies of bees wings while tuning out irrelevant sounds like wind."
One morning she woke up different. Done with trying to figure out who was with her, against her, or walking down the middle because they didn't have the guts to pick a side. She was done with anything that didn't bring her peace. She realized that opinions were a dime a dozen, validation was for parking and loyalty wasn't a word but a lifestyle. It was this day that her life changed. And not because a man or a job but because she realized that life is way too short to leave the key to your happiness in someone else's pocket.
1. To smell the rain. 2. To fill yourself with the fresh chill of spring.
3. To be like the trees.
4. To one day hear someone else's heart beat in time with your own.
winter. je ziet weer de bomen
door het bos, en dit licht
is geen licht maar inzicht:
er is niets nieuws
zonder de zon.
en toch is ook de nacht niet
uitzichtloos, zo lang er sneeuw ligt
is het nooit volledig duister, nee,
er is de klaarte van een soort geloof
dat het nooit helemaal donker wordt.
zo lang er sneeuw is, is er hoop.
Herman de Coninck
"Mag ik je iets laten zien? Ik ben opgegroeid niet zo heel ver hier vandaan. In een groot huis, met bedienden. We kenden hen, hun vrouw en kinderen. Een van de jongens; Manoj ... Die werd mijn vriend. We speelden vaak cricket samen. We deden eigenlijk alles samen en dat bleef een paar jaar zo en toen ...En toen werd het op een avond anders. We zijn een paar maand samen geweest en toen was er dat weekend in Uidapur waar... We zaten samen aan een meer naar de zonsondergang te kijken. Ik weet nog dat ik toen dacht dat ik nooit meer zo gelukkig zou zijn.
Tierlantijn -Tourist LeMC ft. Raymond Van Het Groenewoud
Honderd keer kan ik na elkaar dit liedje beluisteren.
Tierlantijn, versier me maar met schone schijn. Of beter : niet met schone en al helemaal niet met schijn.
Maandagochtend om 06.13h is de maan wolfsmaan, volle ijsmaan, supermaan, een bloedmaan en is er een maansverduistering. Het moment om intenties te plaatsen en te laten versterken en verankeren door de pracht en de kracht van deze maan. In ons bloot gat, lacht de vriendin die naast me wandelt, in ons bloot gat en dansend en zingend en toostend op al de schijn die mag beschikken. Tierlantijn!
De top 100 van Klara, Arvo Part op de tweede plaats en mama als fan gelukkig. En ik beluister en beluister en voel het niet. Het raakt me niet, het neem me niet mee. Niet naar mezelf, niet van mezelf weg, niet naar dromen.
Philip Glass daarentegen en zeker als Livinia Meijer 'Metamorphosis' vertolkt. Zie me dan nog terug.
Zoekend op het wereldwijde net naar vormen, texturen, glazuren, technieken bij klei die me raken kom ik steeds vaker dit tegen. Een eeuwenoude techniek. Een barst, een breuk die gevuld, hersteld wordt met goud.
De zwarte lijnen in mezelf.
De gouden lijnen in mezelf.
Ik lees het volgende in een notedop over het japanse concept 'een bosbad nemen':
zoek vijf dingen die je kunt zien, vier dingen die je hoort, drie dingen die je ruikt, twee dingen die je kunt voelen en één ding dat je kunt proeven.
Welk bos en op welke plaats ik ga zitten komt zo in me op.
People think that intimacy is about sex. But intimacy is about truth. When you realize you can tell someone your truth. When you can show yourself to them. When you stand in front of them and their respons is : you are safe with me. That's intimacy.
Het universum, dat niet enkel maar uit sterren en maan en planeten, bloemen, gras en bomen bestaat, maar ook uit andere mensen, heeft geen voorwaarden voor jouw bestaan tot ontwikkeling gebracht, heeft geen plaats voor jou ingeruimd, en als de liefde de poorten niet wijd zal doen openzwaaien, dan zal of kan geen enkele andere macht dat doen. (James Baldwin, Niet door water maar door vuur, 1963)
Verontschuldiging
Ik heb geen hart; het is een vogelnest.
Het is gemaakt van mossen, pluis en veren
en de aorta is met schors begroeid.
Mijn vreugde, in het voorjaar, was geen liefde
maar een uitbundig, overmatig tjilpen
van jonge vogels.
Mijn genegenheid was niet voor jou
maar voor je kussen, waarmee ik hen voedde,
voor je woorden, die zij hongerig en haastig vingen
met korte wiekslagen, de eerste ontrouw.
Nu is het herfst. Ik kan niet bij je blijven.
Het hart is leeg en nog van zang verward
kunnen wij brieven naar het zuiden schrijven;
jij om mij, ik om mijn vogelhart.
Ankie Peypers (1928-2008)
uit: Letters van een naam (1985)
Ik weet dat de liefde is als een spaarbekken : als je een bres laat ontstaan waardoor een straaltje water kan ontsnappen, zal binnen de kortste kerende dijk het begeven en komt er een moment waarop niemand nog in staat is de kracht van de waterstroom te beheersen.
Ik pluk de chrysanten op de oostelijke haag. Ik kijk in de verte in de zuidelijke bergen. Hoe mooi is het in de bergen. Bij het vallen van de avond. Een vlucht vogels keert terug. Daarin schuilt een werkelijke gedachte. Maar wanneer ik haar wil uitspreken vind ik de woorden niet.
Tao Yuanming 365 na Ch.
F: Fijn dat je kon komen. M: U belde. Links of rechts mevrouw?
F: Pardon? M: Als we bij het kruispunt zijn, wilt u dan links of rechts afslaan? F: Wat doe jij als je een moeilijke beslissing moet nemen? M: Volgens mij bestaat dat niet. Als je een muntje opgooit, weet je op welke kant je wilt dat het landt. Links of rechts mevrouw?
Nu de voorjaars- en lentebloeiers uitgebloeid zijn, de witte stippen in de bermen en boskanten vervangen zijn door roze, lila en felgele dotten, nu ruikt de lente heerlijker dan ooit. De struiken en bomen, enkel voor een attente kijker bloeiend en zo, zo intens geurend. Fietsend, wandelend, van geur naar geur. De rooswitte roosjes die papa me ooit gaf in de tuin. In bed met een boek van Toon Tellegen, deze ochtend geruild op een geefplein. Zomaar een pagina openslaand, verwachtingen scheppend.
Mijn pols nog ruikend naar rozenwater en zon, wind en water. Restanten van een feestje in de zeilclub aan het Galgenweel, waar mijn bompa, papa en zus beurtelings lid waren.
Uit Toon Tellegen : Daar zijn woorden voor, pag 80 :
Maar hij vergat haar te kussen en toen hij het kasteel verliet was het stil achter hem. De lucht was grijs, de rozenhagen hoog en stijf, er scharrelden wat mussen rond, maar hij had haast, wist niet waarom.
En toen iemand hem staande hield en vroeg of het al donker was wist hij ook dat niet en zei dat het waarschijnlijk nog licht was en dat hij het zelden mis had en reed toen door.
Thuisgekomen werd hij bestormd: En?Heb je haar gekust?
Ach, zei hij, dàt ben ik vergeten, sloeg zich voor zijn hoofd.
Maar toen hij terugkwam, spoorslags, was het kasteel verdwenen, of was er nooit geweest, en hij kwam niemand tegen, de geur van rozen was hij kwijt.
De Nachtegaal zegt hij. Neenee, de zanglijster zegt zij. De Merel denk ik. Niets zingt zo mooi als het mannetje Merel, hoog op de nok van het dak, de schoorsteen, de boom.
The only obsession everyone wants: 'love.' People think that in falling in love they make themselves whole? The Platonic union of souls? I think otherwise. I think you're whole before you begin. And the love fractures you. You're whole, and then you're cracked open.
Uit kijk ik altijd; naar de maanden april en mei. Verlangen naar het sleedoorngangetje naast de Schelde en het gevoel dat het in me teweegbrengt. Verlangen, zinderen, leven, stromen, licht, hoop, blijde verwachting. De belofte van lente, van langere warmere dagen. Van de merel die je wakker zingt. Om dan, maar enkele weken later, over te gaan in helder groene borders met bruidswit. Daslook, Look zonder look, Grote Muur, Meidoornbloesems en Fluitekruid. Mijn lievelingsbloem naar waar ik, eens de jaarwende voorbij is, reikhalzend en de dagen aftellend naar uitkijk. Dit is geluk voor mij vandaag: kijken naar mijn voeten met de bandjes van mijn wandelsandalen bleek afgetekend erop door de vele uren wandelen in de natuur. Kijkend naar het Fluitekruid, ruikend aan de Meidoorn, luisterend naar de vogels. Wandelend alleen of met mensen die deze liefde graag met me delen. Lente.
Sexualiteit en meer bepaald de link naar de psyche en sociale gegevens errond hebben me altijd geinteresseert. Ietwat smalend werd er vroeger over een vriend van de familie die op latere leeftijd Sexuologie studeerde gesproken. Ietwat zekerder hoor ik nu een stem in mezelf die dat eigenlijk ook nog wel zou willen doen. Een van de vele dingen. Tot dat moment zijn het boeken, artikels, die me zoethouden. En zo kwam ik terecht bij een stelling die in een zin zoveel samennam : 'hij/zij masturbeerde met mijn lichaam'. Waarbij niet het werken naar een orgasme toe het bepalend gegeven was, maar de liefde- en de zielloosheid in het toewerken naar. Sprekend verwoord vond ik die zin. De essentie van de zelfbevrediging, het zelfstandig zorgen voor uw orgasme, schrijnend mooi verpakt in wat een liefdesspel net zo onevenaarbaar bijzonder maakt : versmelting. Waarbij de persoon die masturbeert met het lichaam van de ander de beperkende gedachtengang heeft dat enkel de lichaamssappen kunnen versmelten. En is het niet de symbiose waar elk levend wezen naar streeft? In een poging even te ontsnappen aan wat al even sprekend existentiele eenzaamheid genoemd wordt?
Ze zeggen dat alles uit zaad bestaat en de wereld één grote moestuin is
dat niet altijd alles met elkaar te maken heeft maar we graag bruggen bouwen.
Als ik bedenk dat moeders ooit ook dochters waren die iemand nodig hadden
om de overkant te bereiken werd ik bang voor de mijne omdat ik haar alleen ken
van de jaren waarin ik zelf nog wist wie ik was en welke rol ik moest spelen, kinderen
zijn van oorsprong wetenschappers. Alleen op mijn verjaardag nam ze mij op schoot
vertelde dat er een plantje in haar was geplant, dat vader de walnotenboom omhakte
om een stoel bij te maken. Soms droomde ik dat de aarde in water veranderde
mijn moeder eindelijk eens gewoon thee ging zetten, de bank bewonen en dat
we het dan zouden hebben over bruggen die altijd tussen twee kanten in hingen
geen begin of einde hadden maar één ding was zeker: ze hadden een reden
om te blijven. Met een bolle buik van het potaarde eten, zei ze onder kaarsjes
uitblazen dat ik nooit zomaar van iemands draagkracht mocht uitgaan, dat zaad bij
de kieming altijd een moeder nodig had, daarna snel groot worden zodat vader
niet alle bomen hoefde te kappen.
Marieke Rijneveld
'Ik heb ergens gelezen dat de verkeerde trein je soms naar het juiste station brengt. We zien wel.'
Uit : De Lunchbox.
Een prachtige indiase film over aandacht hebben voor elkaar.
Of niet.
Alain De Botton, een filosoof, is mijn maat op Facebook. Hij post niet frequent, maar als hij iets neerschrijft lees ik het steeds graag.
Van A tot Z. Van voor naar achter. En opnieuw.
En raakte daarmee vandaag een gevoelige snaar : ben ik nog van waarde voor jou? En in het bijzonder : het niet antwoorden daarop.
Waarbij het niet antwoorden daarop meer zegt dan woorden ooit zouden kunnen vatten. Mr. De Botton en zijn verhelderende, opentrekkende kijk op de wereld in en rond ons. Het artikel van gisteren :
Do you still love me?
There are sweet moments early on in relationships when one person cant quite work up the courage to let another know just how much they like them. Theyd love to touch the others hand and find a place in their life; but their fear of rejection is so intense, they hesitate and falter. Our culture has a lot of sympathy for this awkward and intensely vulnerable stage of love. Were taught to be patient about the way people might become somewhat flustered or tongue-tied. Or they might act sarcastically or coldly, not from indifference, but as a way to disguise a disturbingly powerful enthusiasm. However, the assumption is that the terror of rejection will be limited in scope and focused on one particular stage of a relationship: its beginning. Once a partner is finally accepted and the union gets underway, the assumption is that the fear must come to an end. It would be peculiar for anxieties to continue even after two people had made some thoroughly explicit commitments to one another, maybe after they had secured a joint mortgage, bought a house together, made vows, had a few children and named each other in their wills.
But one of the odder features of relationships is that in truth, the need for, yet fear of, rejection never ends. It continues, even in quite sane people, on a daily basis, with frequently difficult consequences chiefly because we refuse to pay it sufficient attention and arent trained to spot its counter-intuitive symptoms in others. We havent found a stigma-free, winning way to keep admitting just how much reassurance we need.
Acceptance is never a given, reciprocity is never assured; there can always be new threats, real or perceived, to loves integrity. The trigger to insecurity can be apparently miniscule. Perhaps the other has been away at work for unusual amounts of time; or they were pretty animated talking to a stranger at a party; or its been awhile since sex took place. Perhaps they werent very warm to us when we walked into the kitchen. Or theyve been rather silent for the last half an hour.
Even after years with someone, there can be a hurdle of fear about asking for proof that we are wanted. But with a horrible, added complication: we now assume that any such anxiety couldnt possibly exist. This makes it very difficult to recognise our feelings, let alone communicate them to others in ways that would stand a chance of securing us the understanding and sympathy we crave.
Rather than requesting reassurance endearingly and laying out our longing with charm, we may instead mask our needs beneath some brusque and hurtful behaviours guaranteed to frustrate our aims. Within established relationships, when the fear of rejection is denied, two major symptoms tend to show up.
Firstly, we may get distant - or what psychotherapists call avoidant. We want to get close to our partners but feel so anxious that we may be unwanted, we freeze them out instead. We say were busy, we pretend our thoughts are elsewhere, we imply that a need for reassurance would be the last thing on our minds. We might even have an affair, the ultimate face-saving attempt to be distant and often a perverse attempt to assert that we dont require the partners love (that we have been too reserved to ask for). Affairs can turn out to be the oddest of compliments; messages that we reserve for, and secretly address to, those we truly care about.
We become avoidant, when original attempts at closeness ended in degrees of rejection, humiliation, uncertainty or shame that we were ill-equipped to know how to deal with. We became, without consciously realising it, determined that such levels of exposure would never happen again. At the first sign of being disappointed, we therefore now understand to run far and fast. We wont stay around and mention that we might be hurt. We chiefly dont want to talk about it.
Or else we get controlling (what psychotherapy calls anxious). We are suspicious, frantic and easily made furious in the face of the ambiguous moments of love: catastrophe never feels too far away. A slightly distant mood must be a harbinger of rejection; a somewhat nonreassuring moment is an almost certain prelude to the end. Our concern may be touching, but our way of expressing it is less so. In the face of the others swiftly assumed nastiness and unreliability, we complain administratively. We demand that they be back exactly by a certain hour, we berate them for looking away from us for a moment, we force them to show us their commitment by putting them through an obstacle course of administrative chores. We get very angry rather than admit, with serenity, that were worried. We ward off our vulnerability by denigrating the person who eludes us. We pick up on their weaknesses and complain about shortcomings. Anything rather than ask the question which so much disturbs us: do you still care? And yet, if this harsh, graceless behaviour could be truly understood for what it is, it would be revealed not as rejection, but as a strangely distorted yet very real plea for tenderness.
A central solution is to normalise a new, and more accurate picture of emotional functioning: to make it clear just how predictable it is to be in need of reassurance - and at the same time, how understandable it is to be reluctant to reveal ones dependence. We should create room for regular moments, perhaps as often as every few hours, when we can feel unembarrassed and legitimate about asking for confirmation. I really need you; do you still want me? should be the most normal of enquiries. We should uncouple the admission of need from any associations with the unfortunate and punitive term, neediness. We must get better at seeing the love and longing that lurk behind some of our and our partners most frosty, indifferent or managerial moments.
De wereld was één huis, wat straten en de buren. De dagen
gingen traag. Je telde af. Kruiste wensen in de folders aan
alsof je invloed had. Wie de koek krijgt, wie de gard.
Soms zocht je naar een hint, naar pakjes in de voorraadkast.
Je trof er nooit iets aan. Je moeder maakte
chocolademelk uit lege dozen.
Je grote broer gebruikte woorden die niet mochten, noemde dat
gedichten. Er liep een spoor van plakband door het huis.
Briefjes met verboden hier te komen.
Je zag je moeder, in de keuken, rekeningen tellen. Huur, gas.
Te kleine winterjas, broek met lapjes. Een chocolade Piet,
afgeprijsd, omdat ie al gebroken was.
Straks, dacht je, staat de rijkdom op ons dak. Een vriend
waarin je bleef geloven. Een sterk verhaal dat zelfs
je grote broer niet had verpest.
De geur van jute. Alles begon. De maan scheen ook bij jullie
door de bomen, net zo groot als bij de rest.
Je zong zo hard je kon.
Men moet geduld hebben
met onopgeloste zaken in het hart
en proberen de vragen zelf te koesteren
als gesloten kamers
en als boeken
die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.
Het komt erop aan alles te leven.
Als je de vragen leeft,
leef je misschien langzaam maar zeker,
zonder het te merken,
op een goede dag
het antwoord in.
~ Rainer Maria Rilke
'De Weg van de Vrede lijkt een strijd, maar is het niet.
Het is de kunst van het aanvullen van het tekort en het lozen van het teveel' schrijft Paulo Coelho in 'Aleph'. En ik moet denken aan een vriendschap van me waar het lijkt dat de tekorten en de tevelen in me duwen en trekken. De tekorten mijn huid opentrekken, mij in de maag stompen, mijn buik leegmaken. De tevelen die net hetzelfde in me bewerkstelligen.
En de vraag in me of ik het feit dat een ander dit allemaal in me wakker maakt wel ok is voor mij. Waar kies ik voor? Ga ik voor een ontspannende relatie die bruist van zekerheid, vertrouwen en warmte? Of is een relatie die bruist van onzekerheid, waar niets conform het gangbare is, die me bijna voortdurend uit mijn comfortzone trekt hetgene dat ik nu nodig heb?
Moeilijk vind ik het. Laat ik het of pak ik het aan? Deel ik het of zwijg ik? En als ik het deel : wat gaat het teweegbrengen? Het platform tot echtheid en
open communicatie: kan ik daar mijn ego weghouden? Kan de ander zijn ego daar weghouden?
De weg naar Vrede lijkt inderdaad een strijd.
To wait. This was the first lesson I had learned about love. The day drags along, you make thousands of plans, you imagine every possible conversation, you promise to change your behavior in certain ways -- and you feel more and more anxious until your loved one arrives. But by then, you don't know what to say. The hours of waiting have been transformed into tension, the tension has become fear, and the fear makes you embarrassed about showing affection.
― Paulo Coelho, By the River Piedra I Sat Down and Wept
Jezelf kunnen, durven, mogen, willen zijn zonder enige restrictie.
Beperkingen door de ander , maar hoofdzakelijk door jezelf opgelegd. Onbewuste conditionering door de maatschappij, je contexten, die nog maar net of al eeuwen meegaan.
Hoeveel procent van onszelf is ons-zelf?
En als we dat willen onderscheiden, hoe krijgen we dat in kaart?
We hebben we het er over aan de telefoon gisterenavond.
Supporteren, aanmoedigen, troosten, luisteren, porren, in vraag stellen, tijd geven, vertrouwen.
Wit licht. Met gouden sprankeltjes erin, dansend in het licht, een witte lijn van hart naar hart.
Wat een kado, wat een godsgeschenk.
'Kom terug.'
Als ik die woorden eens zó zacht kon
zeggen
dat niemand ze kon horen, dat niemand zelfs kon denken dat ik ze
dacht...
en als iemand dan terug zou zeggen
of desnoods alleen maar
terug zou denken
op een ochtend:
'Ja.'
Toon Tellegen
Een zomerdag. De zon trilde in mijn ogen.
Ik had een afspraak met mijn nieuw vriendinnetje en probeerde te vergeten, maar mijn been deed pijn en mijn hoofd zat vol akelige gedachten die ik maar niet van me af kon zetten.
Er kwamen wat mensen samen : jongemannen, vrouwen in jurken, net bloemen.
Ik zag je een eindje van hen vandaan staan, in een groene jurk. Je schaduw viel schuin op de weg. Je had zacht donker haar, grijze ogen en een trage blik. Er ging een deur in mij open.
Huis van herinneringen, Nicci Gerrard, blz 315
Misschien ligt uw lichaam weer bij mij
wanneer ik uit dezen droom ontwaak,
maar ik weet niet hoe ik meer van u raak,
ik stroom in u aan mijzelf voorbij
en laat me zonder medelij
achter tot aan den dageraad;
want misschien ligt uw lichaam nog bij mij
wanneer ik uit dezen droom ontwaak.
Wat is de zin van dit verhaal?
Het toont alleen maar aan dat, al leeft men met een waanidee, alles nog goed kan komen als men het aanvullende gedeelte ervoor vindt.
Waanideeën zijn op zich onschadelijk, ze kunnen alleen kwaad als men de enige is die erin gelooft, als men geen omgeving kan creëren waarin ze in stand gehouden kunnen worden. Wat maakte het uit of de bus echt rood was zolang Chloé en ik konden blijven geloven in de oneindig tere zeepbel die Liefde is?
uit : Proeven van liefde- Alain De Botton
De Maya's voorspelden het reeds duizenden jaren geleden: 2017 is op spiritueel vlak een bijzonder jaar. De Leeuwenpoort die zich opent.
Startend met een verduisterde volle maan op acht augustus. Vooraf gegaand en opgevolgd door twee nieuwe manen, beide opkomend in hetzelfde teken: Leeuw. En eveneens in augustus een zonsverduistering.
De Leeuwenpoort die zich opent dus en daardoor alle emoties vele malen uitvergroot en versterkt. Waardoor 'wees voorzichtig wat je (iemand toe-) wenst' nooit eerder zo betekenend was en positieve en zuivere intenties nooit eerder zo krachtig.
Maar ook de aanvang van bewogen en moeilijke jaren op elk gebied. In jezelf, in de ander, op wereldvlak.
Zware tijden die nodig zijn om tot een ommekeer te kunnen komen.
Ik las iets over transitie.
In een notedop samengevat : vroeger werd er van hogerhand (de kerk, de politici, werkgevers, ...) met zachte of harde hand gedachtengangen bekeert. Nu komt het van binnenuit, van onderaan. Van minimini-initiatieven die langzaam, maar zo, zo zeker, zich uitbreiden.
De ommekeer in onszelf die nodig is om tot een ommekeer op wereldvlak te kunnen komen.
En de Leeuwenpoort die ons steunt.
dit is wat een schilder zou zien:
de gebleekte graskant, kastanjes
en linden, het warme maar heengaande
licht van de avond en tegen de haag
op de andere oever een loper, en zijn
gedachten, hoe schilder je die
en boven het water de meeuwen
en tussen het licht- en het donkerder groen
de plecht van een jacht, het schuiven
der dingen, de richtingen
het water zelf kun je hier waar wij zitten
niet zien en ik vraag me nog af hoe je
afstanden schildert, steeds lichter misschien
tot je wit overhoudt, en hoe het verleden
toen jij daar nog liep
hoe schilder je dat je nooit weer
daar zult lopen, tegenstribbelend
aan je vaders hand
De ui moet heel fijn gesneden worden.Ik raad u aan een klein stukje op uw kruin te leggen om hinderlijk getraan bij het snijden te voorkomen. Het vervelende van huilen bij uien snijden is niet het simpele feit van het huilen, maar dat men er soms mee begint en er dan niet meer mee kan ophouden. Ik weet niet ofdat u weleens is overkomen, mij eerlijk gezegd wel. Ontelbare keren. Mama zei altijd dat dat kwam doordat ik net zo gevoelig voor uien als Tita ben, mijn oudtante.
Onze lange wandelingen over de zo aardse landerijen, de constante en geruststellende aanwezigheid van het verleden, brengen de ziel van mijn zeevogel wat tot rust. Op zijn gezicht komt het kinderlijke weer boven, maar zijn ogen lijken minder blauw. Bepaalde ogen die bij het water horen verbleken aldus op het platteland. Als ze het blauw van de zee weerspiegelen komt alle kracht aan de oppervlakte.
Benoite Groult, pag 201
Wakker worden en denken aan Sandra,5 jaar geleden.
Haar laatste adem, de rozen op haar buik.
Nadien in haar tuin. Mensen her en der. Verspreidt, verbouwereerd, verslagen.
Het blijft een dag die zich afspeelt als in een film waar ik naar aan het kijken ben, maar geen deel van uitmaak.
Sommige dingen zijn te bewogen om ze in volheid te voelen.
Afscheid nemen vandaag ook.
De oudercontacten in de klas. Lieve, zachte, dankbare woorden. Woorden van wat je kan betekenen voor een kind.
De grootsheid van een glimlach, een aai over de bol, een hand.
Kaartjes, bloemen, kadootjes, zoenen. De papa die de papa niet is en patchouli voor me gekocht heeft. Het 16-jarige meisje met het vredesteken eeuwig op haar borst in me ontroerd en klaarwakker.
Stabat Mater Dolorosa, de diepbedroefde moeder, omringd door deze hemelse klanken afscheid nemen van Bea, haar warme woorden, haar gezonde voedingswinkel.
Afscheid nemen van één van de leukste en liefste Leefschoolcollega ooit.
Het is een dag van afscheid nemen.
En van de uitersten van emoties die afscheid teweeg kan brengen.
Link : https://www.youtube.com/watch?v=jhD11qRrT0g
Home in Missoula,home in Truckee, home in Opelousas, ain't no home for me.
Home in Ol'Medora, home in Wounded Knee, home in Ogallala, home I'll never be.
Papa in een strakke jeansbroek, gehurkt voor de open haard. Met zijn rechterhand legt hij houtblokken op het vuur, zijn linkerhand de flank strelend van onze hond Duc.
We woonden toen in Ursel, ik kan niet ouder dan 12 geweest zijn. Georges Moustaki op de achtergrond.
Ma liberté.
In tijden van terreur.
In tijden waar we angst vrijheid niet mogen laten overnemen.
Link : ma liberté
Op het veld liggen een jongen en een meisje die aan vroeger doen denken.
Ik vermoed dat wij het zijn, acht jaar geleden, maar ze lijken zo sterk op onbekenden dat ik niet naar hen toe loop om te zeggen dat ze het fout onthouden hebben.
Die dag trokken geen vogels over, geen sneeuw of ijs op het veld, oktober nog.
Het riet rond de vijver verderop stond halfhoog en dor, op de achtergrond
in intervallen het geluid van een trage auto op de steenweg, verder niets.
Ik zeg hen niet dat zij hier tussen de laatste muggen en de eerste kussen
namen voor de kinderen zal bedenken, niet dat de werf ondertussen
een siliconenfabriek werd, of dat hij haar hand alvast moet loslaten opdat het went voor later, wanneer ze elkaar enkel nog per ongeluk en met ongemak zullen aanraken.
Ik zeg niets, want precies zo, zoals ze daar liggen, was het ook:
de overgave, het blinde licht in de middag en later daarover de gedichten.
Charlotte Van den Broeck (1991)
uit: Nachtroer (2017)
Morgen ben ik jarig. En ik kijk ernaar uit.
Voor het eerst.
Eigenlijk heb ik nooit echt iets gehad met mijn geboortedag.
En al helemaal niet meer sinds die dag vier jaar geleden samenviel met papa's laatste levensdagen.
Lieve wensen van lieve mensen die door onwetendheid zo totaal geschift binnen kwamen.
Maak er een fijne dag van! Het is jouw dag, geniet ervan! Santé!
Maar morgen doe ik dat.
Op de een of andere manier ben ik erin geslaagd complimenten over mezelf te kunnen aanvaarden. Omdat ik op de een of andere manier nu pas ze zelf zie, nu pas echt zie waar ik me onderscheid van andere mensen, wat mijn talenten zijn. Nu pas een vaag aanwezig, maar onwankelbaar gevoel in me heb : dit ben ik. Dit zijn mijn grote kanten. Dit zijn mijn kleine kanten. Dit zijn mijn pijnpunten. Dit zijn mijn positieve sleutelmomenten. Dit ben ik. Te nemen of te laten. Want dit ben ik.
Dus, laat die felicitaties maar komen, bring it on. Ik ontvang het met graagte. Het is mijn dag.Ik ben er klaar voor.
Een artikel van Liesbeth Gijsel vandaag in dS.
Over het belang van vrij spelen.
Het werkelijke in vrijheid vrij spelen tijdens vrije tijd.
Waar we vroeger in onze agenda in de namiddag 'vrij spel' mochten aanduiden, staat nu 'hoekenwerk'. Niet zomaar vrij alle hoeken van de klas exploreren, experimenteren, maar heel duidelijk in welke hoek welk materiaal of activiteit, conform het project, aangeboden wordt en welke ontwikkelingsdoelen daarmee nagestreefd worden.
Op zich kan dat enkel toegejuicht worden, maar niet als het het vrije spel als onwaardige partner bekeken wordt.
De discussies erover met mijn directie zijn op meer dan één hand te tellen.
De keuze voor een papieren editie van een krant valt ook te betwisten, maar deze keer heeft P het voordeel aan zijn kant : maandag hangt het artikel aan het teambord.
Alle wegen leiden naar Rome en wie het schoentje past trekke het aan enzovoort.
The rain to the wind said,
You push and I'll pelt.'
They so smote the garden bed
That the flowers actually knelt,
And lay lodged--though not dead.
I know how the flowers felt.
- Robert Frost
Be soft.
Als een kapstok, ernaar teruggrijpend, me rechthoudend, me zonder zeil en roer de zee opsturend, het lichtbaken voor me.
Als een mantra, herhalend tot het deel van me is.
'Wat is jouw voornemen voor het nieuwe jaar?' vroeg iemand rond de tafel van de schoolraad aan me.
Geen bescherming meer tegen anderen.
Geen aanpassingen meer in me omwille van de hardheid van anderen.
Met alle zachtheid die ik in me heb spreek ik.
En ik was me er niet bewust van dat ik me er zo bewust van was.
Het ontglipte me, sprong uit me als een meisje in bikini uit een verjaardagstaart.
Be soft.
Do not let the world make you hard.
Do not let pain make you hate.
Do not let the bitterness steal your sweetness.
Take pride that even though the rest of the world may disagree, you still believe it to be a beautiful place.
Kurt Vonnegut, Jr.
Een kadobon die ik kreeg en de tientallen boeken die riepen 'neem me mee!'.
En zo kwam ik bij deze twee uit:
'Destructieve relaties op de schop, psychopathie herkennen en hanteren' van Jan Borms.
Niet de psychopaat die de media haalt, maar de mensen met psychopatische trekken rondom ons.
Maar liefst één op twintig mensen.
Waarvan een heel deel 'verdronken kinderen' zijn, waar emotie en bijhorend geweten vanuit ondraaglijke pijn vervangen werd door leegte.
Gelezen omdat een vriendin me het vroeg.
Gelezen omdat de auteur zegt dat iedereen die werkt met mensen, en kinderen in het bijzonder, dit zou moeten lezen.
(Onder andere dit denk ik erachter)
En'Borderline times: het einde van de normaliteit' van Dirk De Wachter.
Zestig- tot tachtigduizend mensen zouden in Vlaanderen met Borderline gediagnosticeerd kunnen worden.
Gelezen omdat ik alles wil gelezen hebben van Dirk De wachter.
Gelezen omdat alles van het lichaam en geest me interesseert en we allemaal wel iemand kennen die grenzeloos over onze of andermans grenzen gaat.
En zo komt de gedachte rond kinderen weer op.
Hoe kwetsbaar zijn ze, hoe onbeschermd, hoe onbeveiligd.
En hoe groot is onze verantwoordelijkheid als leerkracht, als ouder?
En hoe oppervlakkig, hoe niets afdoend wordt daarmee omgegaan?
Alles onder het mom van het recht om je voort te planten?
En hoe zit dat dan in elkaar? Want de wie niet is vastgelegd, maar de wie wel?
Ze zit een tijd alleen in de auto, buiten is het donker.
De radio aan, ze geniet van de rust.
Van de dag die zo mooi was, de zetelverwarming, het repetitieve van de verlichtingspalen.
Dit lied op de radio, haar hart bonkt in haar keel.
Spottend cynisme versus treurende loyaliteit.
Link :
Laroute
'Ik dacht dat het iemands beltoon was' zegt ze lachend nadat overvliegende en kwetterende eenden voorbij de boomtoppen naast de schelde zichtbaar worden.
Ik schiet elke keer weer in een lach als ik eraan denk.
Min moaten, min moaten, Ineke, Veerle, Wietje, Neleke; ik zie junder geirn, wa zoekik doen zunder gieder?
Link :
MinMoaten
"There's a wonderfull old italian joke about a poor man. He goes to church ever day and prays before the statue of a great saint, begging. Dear saint, please, please, please : let me win the lottery. Finally; the statue comes to life and looks down at the begging man and says : my son, please, please, please : buy a ticket. "
Ik zie een fotootje aan haar muur hangen en zie mezelf, stappend met haar in een ardeens bos.
Een kaartje met dit citaat erop eraan vastgemaakt.
'Het mooiste van alles dat wijsheid ons biedt om het leven prachtig te maken, is zonder twijfel vriendschap'.
En het raakt me, binnenglippend als een onverwachte zonnestraal tussen donkere wolken door.
Zielezingen en een uitnodiging daarvoor. Niet wetende wat het zou inhouden, wat het me zou brengen. Een hoop kussens, schapevellekes, fantastische madammen en mijnheren en mantra's later weet ik het wel .
Niente me manca
Het ontbreekt mij aan niets.
Cause I'm leaving and I'm not going to do
this again. I am just wandering if there is one general thing that you found over the years to be generally true in a generally way that can help anyone with any situation?
That's a great question. Yes. I say: figure out what you want and learn how to ask for it.
And if they don't take you seriously : search someone who does.
Was je bang?
Waarvoor?
Om dood te gaan.
Een goed schrijver is niet bang voor de dood. Ben jij bang?
Ja, het is mijn grootste angst zelfs.
Iedereen gaat dood.
Ik weet het.
Heb je ooit met een geweldige vrouw gevrijd?
Mijn verloofde is best wel sexy.
Voel je bij het vrijen een grote passie en vergeet je dan even je angst voor de dood?
Nee, dat gebeurt niet.
Echte liefde zorgt voor respijt van de dood. Lafheid komt door niet of niet juist te beminnen. En als een dapper man de dood in de ogen kijkt, zoals de neushoornjagers die ik ken of Belmonto de stierenvechter, is dat omdat hij met genoeg passie liefheeft om de dood te vergeten. Tot de angst terugkeert. En dan moet hij opnieuw goed beminnen. Denk daar eens over na.
Oktober, de maand van borstkanker. De roze lintjes vliegen rond onze oren, in de media getuigenis na getuigenis.
Want één op acht vrouwen krijgt in haar leven borstkanker.
Hoe kan het dan dat het zo ver van ons bed was? Dat we onze borsten pront vooruit staken en verder zweefden op borstkankervrije wolken? Wegens geen zussen, tantes, mama's, oma's met opgespelde roze lintjes en korte haren?
Een aantal bewogen maanden en een gele aanvraag tot borstonderzoek, met onderlijnd 'fam.' erop, in de hand later zit ik bij de radioloog te wachten.
En kan mijn gedachten niet wegkrijgen van Sandra. Hoe zij zou te weten gekomen zijn dat ze borstkanker had? Waar was ze en wanneer? Was ze alleen? Hoe zou ze zich gevoeld hebben? Wat zou er door haar gedachten gegaan zijn? Zou ze iemand gebeld hebben en wie?
Ik neem me voor naar haar vriend te bellen. Omdat ik weet hoe graag hij nog even over haar spreekt. Hoe graag wij nog spreken over haar. Als liep ze op dat eigenste moment in haar tuin onder haar geliefde lindeboom.
Alsof gedachten één zijn post hij iets op Facebook over haar.
Synchroniciteit zegt Jung.
Zo'n ongelofelijk bijzondere vrouw denk ik.
Het Zielezingen gisteren en de opmerking dat het altijd gaat over groeien, groeikans en dat we misschien beter zouden ontgroeien.
Minderen versus meerderen.
Niet alleen op gebied van consumptie dus.
Terug naar ons begin, naar wie we zijn, naar ons levensdoel.
Zoals de vlinders die vanaf de grens van mexico 5000 km vliegen om samen te komen in noord-amerika met miljoenen soortgenoten.
En hoe ze steeds bij hun doel aan komen.
In 3 generaties vliegen ze heen, in 2 generaties terug.
Iedere volgende generatie heeft dit doel reeds in zijn lichaam meegekregen. En de vraag of dit misschien ook bij ons zo is dat er een doel opgeslagen in ons lichaam, een levensopgave?
In een artikel daarover 'De berg van de geest' uit pentagram lectorium rosicrucianum staat :
Deze opgave; zijn weg terug te vinden naar zijn geestelijke oorsprong, is eerst onbewust.
In de alchemie noemen we dit de nigredo-fase, de duistere toestand in de mens die het op hem schijnende licht niet waarneemt.
Wij identificeren ons veel te veel met onze gevoelens en onze gedachtes, ons denken.
Naarmate we door onze ervaringen merken dat we uit onszelf niet verder komen, gaan we op zoek naar alternatieven.
Het vierkant, circel en driehoek als symbool vinden wij zowel bij de alchemisten als bij de rozenkruisers terug.
De vierhoek : als teken voor de vier elementen, als een symbool voor de aarde, waar de zoektocht begint.
De cirkel : als teken voor de microkosmos, een sterrenhemel.
De driehoek : als teken voor het noodzakelijke proces.
En wat een verrassing was het dat ik tijdens de Gentse Feesten een kettinkje tegenkwam met deze symbolen.
Waar ik naar gelang mijn nood/mood kan kiezen welk symbool ik draag of niet.
Waar ik naar gelang mijn nood/mood kan kiezen tussen zilver-, goud- of bronskleurig.
Waarbij ik mezelf toespreek dat het Leven vast en zeker niet zal vallen over mijn aardse invulling. Alle wegen leiden naar Rome enzovoort.
Lucas' ideëen voor hoger onderwijs gingen van Multimedia naar Maakelarij naar Bedrijfsmanagement naar Hindi en Sanskriet.
Maar tot dan eerst nog even weg met rugzak en tent; zijn neus achterna. Ontdekte toen Global Convoy en gaat nu met hen tot in juni de wereld rond. Van Frankrijk naar Italië, Slovenië, Rusland , Kazakhstan , Uzbekistan , Kyrgystan, zuid-Korea, japan, Canada, noord-, centraal- en zuid-Amerika. En vandaar via Marokko weer naar huis.
Een jong kind was hij toen hij al zijn verlangen uitsprak om veel en ver te reizen.
Gelukkig moest hij door het veranderen van plan eerst even naar huis komen om visa en vaccinaties te regelen.
En de allerbeste slaapzak aan te schaffen.
En om hem te knuffelen. Een ganse week lang.
Vandaag, onderweg naar Charleroi, mijn hand even op zijn knie.
Zoals ik deed toen hij als baby naast me zat in de maxi-cosi.
Goede reis schatje, wees voorzichtig.Ik mis je nu al.
Gisteren las ik iets over vrijheid.
Namelijk dat vrijheid in een relatie met iemand nooit meer dan halve vrijheid kan zijn.
Omdat jouw vrijheid maar kan reiken tot waar de ander zijn vrijheid komt.
En indien jouw vrijheid meer dan halfweg reikt er iets niet klopt.
Want waar sta je met jouw vrijheid als de ander aan zijn vrijheid moet inboeten?
Mensen zijn de enige wezens op aarde die een God claimen. Het is ook het enige wezen dat zich gedraagt alsof er geen god is. Behoort de wereld jou alleen toe? Toen hij dat zei was ik verbluft. Niet om wie het was die sprak, maar omdat ik eindelijk het verband zag tussen de kinderen die afval doorzoeken en de glanzende koperen platen op de gevels van banken.
Acht juli was een onwezenlijke dag.
Op onze huwelijksverjaardag werd Helena geboren en vierde dit jaar haar verjaardag in Italië met haar turngroep.
In het ziekenhuis waar Helena voor het eerst het daglicht zag, op dezelfde datum en hetzelfde uur twaalf jaar later zat mama voor me op intensieve op servietjes haar uitvaart uit te schrijven. Wie we moesten uitnodigen en wie niet, geen rouwbrieven maar wel aankondigingen in kranten, welke muziek en welk eten in welke gelegenheid enzovoort.
Verdwaasd moet ik erbij gezeten hebben. Hoeveel sleutelmomenten kan één datum bevatten?
Zij vervoegt de klei.
Scheuren trekt ze in de klei, demonteert haar meisjesjaren
onderzoekt gedachtekieren, kneedt woorden, bergt
geheimen op, kan er zomaar tussen vallen.
diep zijn de sporen die de vader met rechte hand
haar jeugd in ploegt, hij wijst haar het eerste groen
van wintertarwe, bij God, over de dijk komen alle
lijnen samen.
Hij legt haar languit in de voren, van dichtbij ziet ze
barsten, lieveheersbeestjes ontvouwen vleugeltjes
van glas, zij wil op blote voeten over stoppelvelden
rennen.
Bij schemer is zij soms te zien met wilde eenden, ze
glijden
samen door de klei, glippen sloten in, zoeken bodems af
in kopstand.
Waar de boer onafgebroken zijn lijnen trekt, waggelt
ze achter hem aan, vindt koppig zijn grote hand terug
kneedt de klei in nieuwe vormen.
Aly Freije (1944)
Relaties. En in relatie zijn met iemand. Met je zus, je kind, je collega, je partner, een vriend.
En hoe de groep mensen in twee kunnen gedeeld worden.
Mensen die een relatie vanuit verbondenheid aangaan. Mensen die een relatie vanuit gebondenheid aangaan.
Waarbij in beeldtaal verbondenheid zichtbaar is als een streng vertrekkend vanuit het hart naar de andere persoon. Een streng soepel en onmeetbaar lang. Waardoor er vrij bewogen kan worden, dichtbij elkaar of elk aan een andere pool van de wereld; de verbondenheid blijft even groot.
Waarbij in beeldtaal gebondenheid zichtbaar is als een stalen stang vertrekkend uit de buik; kort en geen beweging toelatend.
En hoe de twee participanten van de relatie vanuit een verschillende binding kunnen vertrekken. Omdat ze handelen volgens wat ze ooit aangeleerd zijn of zichzelf eigen gemaakt hebben.
Waarbij het niet zo is dat in een waardeschaal vanuit verbondenheid hoger of lager gequoteerd wordt dan vanuit gebondenheid, maar het wel zo is dat verbondenheid een evolutie is van gebondenheid.
Een gemengd huwelijk tussen deze twee kan, maar is moeilijk.
De participant die vertrekt vanuit verbondenheid kan enkel warmte maar laten stromen en zo de ander uitnodigen om ook in verbondenheid te gaan staan. Pas als gebondenheid zichzelf graag kan zien en zichzelf waardevol genoeg vindt om graag gezien te worden kan hij zich verbinden.
Maar daarvoor komt alles binnen als bedreiging, terechtwijzing, beperking. Wegens het niet herkennen van de taal en de projectie van eigen angst,nood en denkpatroon.
Waar de' ik mis je' komt bij de verbondene vanuit een overvloed en wil tonen : ik word geraakt door iets en deel dat met je omdat ik die schoonheid, die ontroering, die vreugde wil delen met je. Komt de 'ik mis je' bij de gebondene over als een tekortkoming, een terechtwijzing van het niet aanwezig zijn.
Overvloed-delen-vrijheid-verbondenheid versus tekort-nemen-beperking-gebondenheid.
En waarbij dit niet meer of niet minder is dan één van de honderd mogelijke belichtingen van relaties, die naar gelang de mood of nood van de dag naar voren geschoven wordt of niet.
Van de Eikelmuisroute naar werken en wroeten in GEA naar de kermis van Oosterzele met vijf 11-jarigen.
Van de schoonheid van de natuur nu en de niet te beschrijven betoverende geuren naar opentrekken van geest en gevoel naar ambiance, lawaai en de geur van hamburgers en friet.
Wat een bewogen, maar mooie dag.
Terwijl sommige hoog gerateerde films met moeite door me kunnen gereconstrueerd worden wegens van de huid glijdend zijn er van die laag gerateerde films die onder de huid kruipen. Ongevraagd. En soms ook onduidelijk waarom. Om dan een paar dagen, weken nadien, langzaamaan naar beneden te dwarrelen.
Anyway, deze dus:
'The wedding party' Amanda Jane 2010.
In de duinen zaten ze te praten.
Zo lang tot ze van binnen warm waren, aan de buitenkant rillend koud.
Op 3 mei 2020 zouden ze afspreken aan de vuurtoren van Alderney.
Eensklaps beseft ze dat elf jaar reeds verstreken is. Wat vliegt de tijd en klopt het wat haar mama zegt: dat de tijd steeds sneller gaat?
En hoe gaat dat dan? Hoe laat je tijd tijd wezen en voorbij vliegen zonder het aan je neus voorbij zien te gaan?
Sleutelmomenten? Momenten waar je de tijd kan aan ophangen?
Zoals eergisteren. Brandnetels voor en achter en Helena met de slappe lach op mijn rug. Mei 2016.
Peter Wohlleben en het verborgen leven van de bomen. Hun vaardigheden, hun zorg voor zichzelf, voor elkaar.
Het boek wacht op me. Mijn fijnere gevoeligheid weet niet of ik wacht op het boek. De 'sorry' als ik per ongeluk tegen een boom bots. Het gevoel dat ik heb als ik in de lente de zaailingen van de tamme kastanje uit de grond trek omdat ik het zonde vind dat het ontkiemen en groeien zoveel energie vergt van een plant, wetende dat hen toch geen plaats in onze tuin gegeven wordt.
En de link naar mezelf: als ik geweten had wat ik nu voel en weet; had ik dan geopteerd voor een vriendelijke,vakkundige eliminatie bij aanvang of de meedogenloze botte bijl die nu gehanteerd wordt?
Wat had ik gekozen?
Helena past een jurkje dat ze van een vriendin kreeg.
Een dun stofje, donker met bleke bloemetjes. Het staat haar zo mooi.
'Ik weet dat het mooi is mama, maar het past niet bij mijn innerlijk.'
De vriendin schiet in een lach, maar ik herken wat ze bedoelt.
Zij het omgekeerd.
Die bloemetjesjurken toch.
Aldoende bezig
het alledaagse te doorbreken.
Met niets anders dan het
zinloze verweer tegen voortgang,
wat zich lezen liet als een verweesd dagboek
opgetekend zonder havens en kades,
in een grauw decor van verlaten water,
onbewoonde oevers met schonkig riet.
Wie herkent dit archaïsch landschap niet,
die ingeprent door een oeroude stem
nu wil jij dat het persoonlijker, dichter
op de huid en minder meeslepend, meer
van onze gezamenlijke nietigheid getuigt.
Geef me dan een pen met sleutelwoorden,
die in basale levensbehoeften voorzien, zoals
brood en beleg, tranen en troost, huis en bed.
Een onnozele romantische donderdagavondfilm en een vriendin die me een boekje erover uitleent.
Een boekje dat Flairsniveau en -gewijs vraag en antwoord is.
Meer heb je niet nodig om op de carroussel te zitten.
Door herkenning grinnikend tot schaterlachen tot 'maar allé...' tot stil van binnen.
En hoe het op het eerste zicht zo van je huid lijkt af te lopen; ze houden een spiegel voor die niet wil wijken. Over de anderen, over jezelf.
He's just not that into you.
Beste Greg,
Je bent eigenlijk een stomkop. De man met wie ik omga (en die ik heb gevraagd, Greg, maar dat tussen haakjes) is hartstikke belangrijk en heeft het hartstikke druk. Hij maakt videoclips en reist en maakt lange draaiuren en heeft werkelijk talloze verantwoordelijkheden. Soms, als hij aan het werk is, hoor ik dagenlang niets van hem. Hij heeft het echt druk Greg! Sommige mannen hebben het echt maar dan ook echt druk! Heb jij nooit van die hele, echt hele drukke dagen? Ik heb geleerd ermee te leven en ga hem niet aan zijn hoofd zeuren, want ik weet dat dit de prijs is die ik moet betalen voor een relatie met iemand die veel succes heeft, veel gevraagd is en het druk heeft. Waarom vertel je die vrouwen toch dat ze zo afhankelijk moeten zijn? Nikki
Beste Nikki,
Leuk weer van je te horen. Of eigenlijk ook niet. Nou moet je eens goed naar me luisteren, Nikki. Echt druk is gewoon een andere manier om te zeggen : 'Ik zie je niet helemaal zitten.' Hartstikke belangrijk is een andere manier om te zeggen: 'Jij bent onbelangrijk.' Geweldig dat je iemand in de wacht hebt gesleept die zelfs naar je eigen idee van jouw kaliber is. Te druk en te belangrijk om je te vragen met hem uit te gaan of om je te bellen - wat een vangst. Gefeliciteerd met je neprelatie! Het moet een fantastisch gevoel zijn te weten dat je in het mobieltje van zo'n veel gevraagde en belangrijke en drukke kerel staat, ook al gebruikt hij het niet om je te bellen. Alle vrouwen met wie hij uitgaat zullen je benijden. Ik ga nu een woeste, extreme en strenge regel stellen voor relaties: het woord 'te druk' is een hoop onzin en wordt vooral gebruikt door klootzakken. Het woord 'druk' is het massavernietigingswapen voor relaties. Het lijkt een goed excuus, maar uiteindelijk vind je in elke opslagplaats die je ontdekt een man die te weinig om je gaf om je te bellen. Onthoud dit goed : mannen hebben het nooit te druk om te nemen wat ze willen hebben.
Groetjes, Greg.
Vandaag is het 3 jaar geleden dat de afscheidsviering van papa was.
Papa steeds verderweg en toch dichterbij.
Grinnikend op het bankje als we iets stoms of grappig doen. Ons zacht toelachend als we triest zijn, zijn rechterenkel op zijn linkerknie, zijn linkerhand op hond of kind, zijn rechterhand op de achterleuning.
Islam. Verhalenderwijs geschreven door Anton Wessels, hoogleraar godsdienstwetenschap, in 2001.
Toen de woorden over de islam zich nog beperkten tot reisverhalen en een turkse pizza in de Sleepstraat.
Tot ik even geleden, naar aanleiding van een uitlating van een van mijn kinderen over moslims, aan mijn mama vroeg : 'Maar moeke, wat moet ik daarmee doen?'
Waarop mama me dit boek in handen stak.
En de raad het deel per deel te lezen.
Vertrekkend aan de eerste kruistochten in de 7de eeuw na Christus en eindigend op deredactie.be met dagelijkse input.
En een antwoord dat steeds verder af lijkt te zijn.
Dit boek ligt nu op mijn nachtkastje. Gemakkelijk te lezen, eenvoudige taal.
De inhoud; niets nieuw onder de zon, maar de manier van verwoorden blijkbaar wel.
De boodschap is gekend, maar hij zet ze in plaats van voor me op mijn schoot.
Vragend : "Voilà. En wat gaat ge er nu mee doen?
Hij heeft me flink bij mijn pietje te pakken.
Je leert je kinderen dingen die je zelf niet kent.
Je bent enkel hun mind aan het conditioneren, want jouw mind werd door jouw ouders geconditioneerd. Op deze manier gaat deze wantoestand verder van de ene op de andere generatie.
Er staat een notelaar in onze tuin. Hij laat zijn noten vallen op de oprit, op het voetpad, in het ren van onze hond.
Het was vorig jaar dat Remi van school thuis kwam en zei 'Mama, weet jij dat er een mevrouw bovenop een auto op onze oprit staat?'
Ik schoot in een lach en ging toch even kijken, met Remi weet je nooit.
Maar jawel, een auto op onze oprit en een mevrouw er bovenop die noten van de notelaar aan het plukken was.
Wat verbouwereerd en wat verbolgen zei ik dat ik dat op die manier niet leuk vond. We waren thuis en met gewoon even vragen had ze alle noten die ze kon rapen of plukken met een glimlach mogen hebben.
Ik kan het gesprek dat erop volgde niet reconstrueren, maar het kwam neer dat ze boos in de auto stapte na een eenzijdige en stomende reeks verwijten die we naar ons hoofd geslingerd kregen. Waarbij het feit dat ze een hoofddoek droeg vooral niet gemeden werd.
Waarna ik nog meer verbouwereerd naar binnen ging, het hoofd vol vragen, de buik zacht.
En zo leuk was het toen ik daarnet thuis kwam en geschreven woorden op de achterkant van een winkelticket in de brievenbus vond:
'Beste, ik heb je notenboom gezien. Verkoop je de noten. Zowel mag je mij eens bellen op ******** '
Een smsje naar het nummer en een zak met noten aan de voordeur later werd er aangebeld om te bedanken.
Een donkere man met donkere kinderen. Ik had hem wel kunnen kussen.
Guy Béart is vandaag op 85-jarige leeftijd overleden. In één flits 40 jaar terug naar Ursel, het huis tussen de koeien en de varkens, mama zingend in de keuken.
Prisoner's dilemma. Ik had er nooit eerder over gehoord, maar nu draait het rond in me.
Twee mannen zitten voor hetzelfde vergrijp in de cel.
De politie heeft niet voldoende bewijs om een aanklacht op te stellen en daarom wordt met iedere man afzonderlijk een deal gesloten om hem tegen de ander te laten getuigen.
Het is dezelfde deal, die ruwweg hierop neerkomt: als ze allebei hun mond houden worden ze allebei veroordeeld voor een minder ernstig vergrijp.
Als de een tegen de ander getuigt, krijgt hij vrijspraak, maar de ander een extra zware straf.
Als ze allebei bekennen, moet ieder langer zitten dan wanneer hij zijn mond had gehouden, maar korter dan wanneer de ander tegen hem had getuigd.
(U hebt het over Julius en mij.
Speltheorie. Deze specifieke spelvorm is in 1950 of daaromtrent bedacht door een wiskundige. Sindsdien wordt hij voortdurend toegepast.
De oude man ademt in en dan langzaam uit. Aha.
Het is een niet-nulsomspel, in tegenstelling tot een nulsomspel. Het laat ruimte voor samenwerking. Er bestaat een zet die beide spelers voordeel biedt. Hij houdt het gezicht van Elias Cole nauwlettend in de gaten.
Ja, zoals ik al zei is de theorie me bekend. Het is me niet duidelijk wat het verband is met Julius en mij, behalve dat wij, heel letterlijk gevangenen waren. Wat u natuurlijk ontgaat, is dat ik niets kon betekenen omdat ik nergens bij betrokken was. Dus die mogelijkheid had ik niet? Ik heb de enig mogelijke weg bewandeld.
Natuurlijk, zegt Adrian. Dat begrijp ik volkomen. Laten we voor dit moment bij het spel blijven. Ziet u, het gaat in wezen over kwesties als eigenbelang en verraad. Als gevangene A besluit uit eigenbelang te handelen, wint hij.
Maar alleen als de andere gevangene niet hetzelfde doet.
Precies, als de andere gevangene dat wel doet, verliezen ze allebei. Tenzij natuurlijk gevangene A weet dat gevangene B hem waarschijnlijk niet zal verraden. Dat versterkt de positie van gevangene A. Het is echt heel fascinerend. Wiskundigen en filosofen zijn niet de enigen die in de resultaten geïnteresseerd zijn. Ook economen. Concurrerende producenten van, nou, ik noem maar iets, frisdrank, hondenvoer. Zij moeten beslissen wat het beste is : vaste prijzen of concurreren. )
Helena is zo eentje die haar driemaal daags kan omkleden. Waarbij, indien nodig, zelf het ondergoed en haaraccessoires aangepast wordt. Viermaal per week wordt ze ook verwacht op de tumblingtraining. En zo komt het dat ze daarnet de topsporthal inhuppelde; gouden ballerina's onder haar turnpakje en lipgloss op de lippen. Manman, dat wordt wat als die tiener zal zijn. Piet zucht al over Lucas, en ik denk zacht in mezelf : 'you ain't seen nothing yet ... '
Vreemd is dat; mensen en dingen die achter je staan. Achter je rug, achter jou. Die staan te springen en te huppen van 'kijk naar mij, ik ben je droom, ik kan hem waarmaken, ik kan jou waarmaken, dat weet je toch?' En hoe je blik toch voor je gericht blijft. Star, selectief horend en hardleers. Vasthoudend aan de flard van een droom die eigenlijk nooit echt was en waar je veel voor betaald hebt. Wetend met elke vezel van je lijf dat het waarmaken niet voor je ligt, maar achter je. Bij en door en met de mensen en dingen die daar zijn. Benieuwd wat oudejaarsnacht tweeduizenddertien brengen zal. Benieuwd of we erin zullen slagen rond ons te kijken. Naar de wereld, dieren en mensen zo complex. En zo mooi.
I Like You When You Are Quiet I like you when you are quiet because it is as though you are absent, and you hear me from far away, and my voice does not touch you. It looks as though your eyes had flown away and it looks as if a kiss had sealed your mouth....
Like all things are full of my soul You emerge from the things, full of my soul. Dream butterfly, you look like my soul, and you look like a melancoly word.
I like you when you are quiet and it is as though you are distant. It is as though you are complaining, butterfly in lullaby. And you hear me from far away, and my voice does not reach you: let me fall quiet with your own silence.
Let me also speak to you with your silence Clear like a lamp, simple like a ring. You are like the night, quiet and constellated. Your silence is of a star, so far away and solitary.
I like you when you are quiet because it is as though you are absent. Distant and painful as if you had died. A word then, a smile is enough. And I am happy, happy that it is not true.
Niet goed begreep ik de blijdschap voor mij van verschillende mensen toen ze hoorden dat ons derde kindje een meisje was. Lucas en Remi waren reeds zo anders, zou een meisje in huis dan een verschil uitmaken? Maar lang duurde het niet eer ik dat anders bekeek. Een echt meisje was ik als kind, compleet met staartjes en een Holly Hobbiepop. Een echt meisje is Helena, speldjes, rekkertjes en hartjes overal. En dit vond ik toen ik de koelkast opendeed, het meisje in mij helemaal wakker.
Terug rij ik naar huis. Naast me in de auto ligt Lucas met zijn volle éénmeterennegenentachtig centimeter languit te slapen. Ik kijk naar hem, mijn buik overwelmend warm. Als ik één moment zou moeten verwoorden waar ik me intens gelukkig voelde dan was dit het misschien ... Mijn oud blauw Golfke, Lucas als baby naast me in zijn donkerblauwe Maxi-cosi. Mijn blik naar voor gericht, af en toe kijkend naar hem, mijn hand op zijn beentje. Hoe ik me toen voelde slaat als een golf weer over me. Dit https://www.youtube.com/watch?v=HDOtWKYtgPo postte ik gisteren op de Facebookpagina van een vriend. Daarvoor zou ik alles geven.
Een kaarsje voor opa, voor Sandra, voor Klaas, Kaarsjes voor de mensen die weg zijn, maar misschien nog meer voor zij die achterbleven. Een kaarsje voor een goed examen, voor een voorspoedige operatie, voor veilig thuiskomen. Rozengeur van het kaarsje en rozen zo groot, zo mooi, zo sterk. Aardbeien en confituur in de keuken, een boeket pioenen. Lucas doodmoe en gelukkig, voldaan thuis na zijn eerste festival. Helena en vriendinnetje tekenend en pratend op de achtergrond. Remi en vriendje en de opdracht weer naar binnen te komen met veertig vlierbloesemschermen. Piet in Stuttgart en de cava die fris staat voor de vriendin die vanavond komt. Vakantie.
Ik weet niet hoeveel mensen mij hebben geschreven -toen het slecht met me
ging- "we zullen een kaarsje voor je opsteken". Mensen uit alle lagen van
de bevolking, onder wie ook gelouterde mensen die zelf ooit hard hebben
moeten knokken. Op die momenten voel je dat zo'n kaarsvlammetje niet
zomaar een sentimenteel lichtje is. Als iemand een kaars pakt en een
lucifer en die kaars voor iemand anders aansteekt, dan is er toch
sprake van warmte van de ene mens voor de andere mens. Duizenden en
duizenden mensen steken op een dag een kaarsje aan. Dat is iets heel
anders dan wanneer duizenden mensen geen kaars aansteken.
Als je op Facebook de pagina van Geert De Kockere fijn vindt, dan krijg je dagelijks een schrijfsel, een gedicht, een overdenking van hem te lezen. Dit gedicht is het vandaag: Ontgoocheling. Kamerbreed. En bijzonder is dat met zo'n emoties; hun sterkte is steeds het equivalent van de liefde voor. En ik denk aan haar en haar ontgoocheling in mij. En mijn ontgoocheling in hem. I wasn't there when she needed me. He was not here when I needed him. He wasn't there when she needed him. En hoe niets is wat het lijkt, alles projectie is. En nog uitgesprokener : hoe alles is wat het maar is. En zo komt het dat we uiteindelijk met de slappe lach tussen de velden lopen, de tranen nog nat op onze wangen. De grond vochtig, het zonlicht zo mooi vallend op het groen dat niet mooier en frisser kan zijn dan nu. Tientallen geuren die ons op onze passen laten terugkeren. Lente. Openbaring, duidelijkheid, eerlijkheid, oprechtheid, echtheid. Een nieuw begin. Elke dag opnieuw.
Daar had je ontgoocheling weer. Op kousevoeten sloop ze naar binnen. Eerst met één voet, daarna de andere. Traag, maar zeker. En O, wat was ze groot! Kamerbreed.
Eerst hoopte ik nog dat ze mij niet zou zien zitten. Of dat ze zou zeggen: O, pardon, van kamer vergist. Maar ze zei niets en wierp haar schaduw als een somberte over me heen.
En toen vroeg jij : ben je nu boos? Nee, zei ik stil en dacht: was ik het maar.
Ik rij naar mijn lievelingswegje hier in de buurt. Vorige week kwam ik hier al naartoe. Reikhalzend uitkijkend vanaf Februari, Maart. Aftellend tot de eerste dagen van Mei. Op zoek naar wat ik één van de allermooiste dagen in een jaar vind, iets dat zo mooi is dat het mijn hart kan doen lachen; het Fluitekruid bloeiend in een berm. En ik denk aan papa en de twee papa's die voor elkaar wippen in mijn hoofd; de lachende sterke gezonde papa, de zieke en zo kwetsbare papa. Ik denk aan mijn vrienden en hoe ze stuk voor stuk hun eigen strijd voeren. Tegen de ander, tegen zichzelf, voor de Liefde en tegen de Liefde. Ik denk aan de vriend die nu naar huis komt en aan zijn thuis. Aan mijn kinderen en aan Piet en of wij later ook met zoveel weemoed zullen terugkijken naar de foto's die nu getrokken worden. En is het zo dat we allemaal veel te veel denken en veel te weinig voelen? Of wel voelen, maar dat gegeven aan de kant duwen wegens ondergeschikt aan onze kennis? Maar moeten we soms niet wat we voelen aan de kant zetten en het bekijken op wereldniveau zoals dat zo mooi in het Boedhisme gezegd wordt? Maar is met dat referentiekader niet alles totaal onwaardig om je er zorgen over te maken? En is het gevaar dan niet dat onverschilligheid en modder-maar-wat-aan en sla-maar-in-het-rond daar dan bij aansluit? Ik denk aan het vraagstuk dat voor me ligt en zie de emotie die er bij mij mee gepaard gaat versus het belang dat het heeft voor me. I'll play that game and pretend.
Het huis is ons vreemd na de
kortste vakantie, veel vreemder dan verre hotels of paleizen. Het
glansloze vloerzeil negeert onze voetstap, een stapel van krantenpapier ligt
op tafel. De zeep is verdroogd en gebarsten, en went maar met weerzin aan
onze voorzichtige handen. De kamers, de trappen vergaten volkomen ons
dagelijks leven, dat nu weer bezit neemt van stoelen en banken. Steeds
sterker verstoren wij gasten het rustige leven der dingen: de klok, die
haar tijd had gevonden, moet doorgaan en draaien, weer stroomt het geduldige
water door buizen, zojuist nog verzadigd van stilte. Wij zetten de eigen
TV aan en kijken, en houden ons aarzelend voor dat wij thuis
zijn.
'Onderweg krijg ik te maken met stromingen, winden, stormen, maar ik roei door. Uitgeput en me ondertussen al bewust ervan dat ik uit koers ben geraakt, zie ik dat het eiland dat ik wilde bereiken niet langer aan mijn horizon ligt. Toch heeft omkeren geen zin, ik moet hoe dan ook doorgaan, anders ben ik verloren, midden op zee.
28.09.2009, drieeneenhalf jaar geleden kwam ik hier voor het eerst. Zoekend naar een weg om de onmacht in mijn buik rond het ziek zijn van Zita en de confrontatie met de kwetsbaarheid rond mijn eigen kinderen van me af te kunnen schrijven. Tien kleine meisjes stonden deze ochtend vooraan in de kerk. En elk van hen ken ik van dag één in de peuterklas. Sommigen van hen al van toen ze slechts nog maar een kinderwens van hun mama en papa waren. Zo ontzettend mooi waren die tien kleine meisjes, hoe ze eruit zagen, wat ze deden. En zo bijzonder, zo ongelofelijk prachtig dat zij ertussen stond.
Buiten aan de tafel zit ik boontjes te snijden. En stil val ik even als ik me bewust word van wat ik aan het zingen ben. Niets had ik met dit liedje. Tot Seppe het zong op de afscheidsdienst van papa. Hij zong en zijn papa begeleidde met de gitaar. Het was door zijn eenvoud zo ongelofelijk mooi en groots. http://www.youtube.com/watch?v=XyYG5VFYE88&gl=BE
Ze denkt na welke potten ze waar zal zetten en waarmee ze ze zal vullen. Neemt viooltjes in haar hand, combineert ze in gedachten met de potjes en twijfelt. Ze zijn allemaal zo mooi. Thuisgekomen stapt ze door de tuin, schept aarde onderaan uit de composthoop, de schelpen van de okkernoten nog duidelijk aanwezig. Vult de drie potjes met aarde, plant in het kuiltje de viooltjes, veegt haar handen af aan haar zwarte short en vraagt zich af of ze dit jaar even mooi zullen bloeien als vorig jaar.
Ik sta op, ontbijt met Helena en douche me. Toen we bijna acht jaar geleden terug naar hier verhuisden waren er enkele dingen die voor mij in orde moesten zijn: ik wou kunnen koken, op een trap naar boven kunnen en een douche of bad kunnen nemen. Dat vond ik noodzakelijk voor de kinderen, voor mezelf. Het bad en de douche waren geplaatst en op een hik en een gauw had ik tegeltjes, lichtgroene glasmozaiekjes, gekozen en geplaatst. Helena wippend in haar wipstoeltje naast me. De snelheid waarmee het gekozen en geplaatst werd liet de badkamer niet los. En maakte dat hij eigenlijk nooit echt afgewerkt werd. Ik sta op, ontbijt met Helena en douche me. Trek mijn oude jeans en trui aan en werk. Het washok leegmaken, want na de vakantie wordt die gevloerd. De badkamer leegmaken. Alles reinigen, sorteren, weggooien, weggeven of houden. De badkamer leegmaken tot op een gestripte muur, want na de vakantie wordt hij betegeld en ingericht. Deze keer wel overdacht en gekozen. De nieuwe handdoeken wassen en opvouwen. De buitentafel en stoelen afwrijven en inolieen. Het terras en de tuin lenteklaar maken. De kledij van de kinderen waar ze uitgegroeid zijn uit hun kasten halen. Werken. Opruimen, sorteren, afbreken en opbouwen. Tot je niet meer kan van de rugpijn. Tot de moeheid en op-zijn groter is dan het verdriet in je buik. Al is het maar voor even.
Nacht was het toen mama belde dat ik beter komen kon. Stappen van een parkeerplaats naar De Vlinder. Koud en donker in het hart van Brugge. Een verpleger die me opwacht en de voorbije uren schetst. Papa's ene hand in die van mama, zijn andere in die van mij. De hand van zus op zijn hoofd. Lieven achter ons. Zijn laatste ademteugen. De zon komt op. Het is voorbij. Papa, lieve papa.
Helena stopt met kleuren en vraagt : 'mama, moet je studeren om mama te worden?' Nee schatje, dat word je vanzelf. Zodra je zwanger bent ben je mama en is de papa papa. 'En hoe weet je dan hoe dat alles moet met je kindje?' en ze slaat haar rechterarm open, het hele restaurant tonend. Dat gaat ook vanzelf zusje. Helena kleurt verder en ik moet denken aan de honderden foto's die ik al weken aan het sorteren ben. Aan de eerste foto's die getrokken zijn toen ze geboren was. Het was een zonnige zomer. Het witte huidsmeer op haar blank velletje in schril contrast op mijn bruine huid. Het zweet parelend op mijn voorhoofd. Het gaat vanzelf bedenk ik. Het gaat vanzelf en vraagt tegelijkertijd meer van je dan je ooit voor mogelijk hield te kunnen geven.
Ik kom toe met Lucas bij oma en opa. De kleinkinderen kent opa al even niet meer, als hij iemand herkent dan is het Helena. Helena, die als jongste meisje van de familie het vaakst meegaat en het makkelijkst nog contact zoekt met hem. Ik zeg 'hey paptje' en geef hem een zoen. Mama vraagt dan soms aan papa wie ik ben. En zo moeilijk vind ik dat. Het voelt voor mij altijd wat denigrerend aan. Terwijl ik weet dat dat voor haar een noodzakelijke meetlat is. Zwart - wit. Hij herkent Katrijn - hij herkent haar niet. Maar voor mij maakt het niet uit of papa op dat moment weet wie ik ben. Hij herkent me en lacht naar me of begint te huilen. Maar altijd is er teken van herkenning. 'Zusje' is er. 'Zusje' ben ik en was ik ook altijd al. Ik kan me niet herinneren dat papa me ooit aansprak met mijn naam. Zoals hij ook voor iedereen Bob is in plaats van Yvo, de naam die zijn ouders hem gaven. Zus ben ik dus, en 'Zus' is ook mijn andere zus en ook nog mijn andere zus. En ook zijn zus. En ook alle meisjes rondom hem. En zo noem ik Helena vaak 'Zusje'. En de meisjes op school. En de meisjes in de klas. En vriendinnen. Ik word ouder en zie steeds meer en duidelijker wat we allemaal krijgen en doorgeven. Anna, Hanna en Johanna. Bob, Katrijn en Helena.
uit het niets kwam u op me af, boog u zich naar mij toe: ik wil u wel gezelschap houden. u gaf niet meer details. u zei niet : even. u zei niet : een leven lang. u zei niets over een hand vasthouden, u zweeg over mij verblinden met uw lijf. ik had nooit in uw ogen mogen zinken, mijn hoofd had ik moeten afwenden zodat u het niet gek had weten maken. u zou goed gezelschap zijn. en ik geloofde dat.
De zomer na mijn achttiende verjaardag was een verwarrende zomer. Ik had geen idee wat ik zou aanvangen in september, welke richting ik wou inslaan in mijn leven. Om meer duidelijkheid te krijgen over het HRITCS in Brussel had ik via-via een afspraak met iemand die daar op dat moment Beeld- Geluid-Montage studeerde. We hadden afgesproken op de Sint Jacobsmarkt in Gent in de vroege vooravond, een uurtje had hij ervoor uitgetrokken voor hij met een vriendin afgesproken had. Vele uren later, de vriendin was reeds weg, sloten we 'het uurtje' af. Johan Vernimmen zong op Sint jacobs, bleef zingen en iedereen zong mee.
Een uitblinker was ik niet. In geen enkel vak van Sierkunsten. Goed genoeg om het diploma te behalen, niet goed genoeg om verder te gaan in een kunstrichting in het hoger onderwijs. Ik kreeg geen leven in mijn werken. Ik zag het, ik kreeg het te horen. Het leven uit mijn hoofd en in mijn buik kon ik niet doorgegeven via mijn handen. Vijfentwintig jaar later krijgt Remi pastelkrijt kado, gaat aan tafel zitten en maakt in vijftien minuten tijd en uit zijn hoofd zijn eerste pasteltekening. Het leeft.
Naast mijn bed staat een eikenhouten blok. Daarop een leeslamp en een klein keramieken potje dat mijn hart stal. Daarnaast een stapeltje lectuur; wat tijdschriften, boeken en briefjes. Briefjes en tekeningen van Helena, dingetjes die ze gemaakt heeft. Post van Helena aan mij, soms ook aan Piet, die ze via mijn nachttafeltje of via het witte-linnen-zakje-met-rood-vogeltje-erop aan mijn deurklink hangt. De briefjes zijn soms mededelingen, vragen, maar meestal ontboezemingen. Een neerslag van intense emoties. En daardoor probeerde ik me niet af te laten leiden door de niet altijd even katholieke woordenschat, maar enkel in te gaan op het inhoudelijke ervan. Wat aangezien de gebruikte woordenschat niet altijd even gemakkelijk was. Helena en haar post. De laatste weken in een notedop:
* ik haat Remi* neergeschreven op een piepklein roze briefje.
*bedankt voor de tampasta* idem.
*mama mag aleen maar kijken* op een bruine envelop. Erin twee tekeningen waar erbij geschreven staat * je mag er naar kijken maar hij is van mij ik zou er uuren naar kunen kijken*
Een grote verpakkingsdoos waar speelgoed dat ze gekregen had in zat: * waar moe ik het legen? ik wil het hebben. en het mag nie weg. *
En dan laatst, but not least, neergeschreven met een blauwe stift op wit papier : *weetje, xxx is een klotzak een echte klotzak. ze is een loezer. ze is ales te zamen van (een woord dat ik niet kan lezen). ze is een ieritand kind. en ze schrijft ook een blad en ik ben tog veel beeter dan haar in schreiven en turnen*
Ik en data. Een datum die jaren verstreek zonder aandacht en plots, vaak zonder enig voorteken, gepromoveerd is tot datum met betekenis. En vanaf die dag dat blijft. Bij mij, een persoon bij wie enige rigiditeit niet vreemd is. En zo komt het dat ik in gedachten nog steeds verjaardagen of andere gebeurtenissen gedenk. Sommige al meer dan drieendertig jaar lang. En me wegens zinloos elke keer voorneem dat niet meer te doen. Maar patronen houden ons recht en bieden structuur in deze bewogen wereld. En zijn bijgevolg moeilijk te bestrijden. Hoppend van datum met betekenis naar de volgende datum met betekenis glijden de eerste dagen van het nieuwe jaar voorbij. Gelukkige verjaardag vriend.
Remi, piepkleine mannetjes en het uren spelen daarmee. En zijn nood om meer materiaal te hebben om zijn maquette dichter te laten aansluiten bij zijn droomwereld. Zo kwamen Remi en ik deze namiddag terecht bij Schleiper in Gent, 'een winkel waar alle benodigdheden te verkrijgen zijn voor kunstenaars en grafici'. Eeuwen geleden moet het geweest zijn dat ik daar was. Eeuwen en toch gisteren. En wat heb ik het gemist. De geuren, de materialen, de kleuren, de ontdekking. De verwachting, de belofte, de mogelijkheden, het kriebelen in je handen en buik om iets dat eruit wil. Wat is het lang geleden. Wat is de tijd snel gegaan. En waar was ze zo mee gevuld? Lucas aan het gamen op zijn kamer, Remi aan het werken aan zijn maquette, Helena bij vriendinnetje Reni. Een uur tussen opruimen en het eten bereiden door. Rust. In mijn handen een blok Ingres pastelpapier, een tas thee, mijn oude doos met pastelkrijt. De poes heeft me gezien en komt naar me toe, haar pootjes hoog geheven, het gras nat.
Ik herinner me de dag dat we vierentwintig jaar geleden voor het eerst naar de tennisclub in Merelbeke gingen. Toen nog een kleine club, een houten chalet, drie buitenpleinen, Remi en Lydie achter de toog en iedereen kende iedereen. Heel wat jaren later noemden we onze tweede zoon naar deze goedlachse Remi. Waar elke keer als we elkaar in winkel of op straat ontmoetten hartelijk om gelachen werd. Al was de lijn Remi-Remi niet kaarsrecht. Dolgraag wou ik het jongentje in mijn buik Roman noemen. Maar Piet zag daar enkel een negatieve connotatie in met bier en bijhorend oudmannekescafé. Rémy daarentegen, daar kon Piet zich wel in vinden, al moest de schrijfwijze wel vlaams zijn. En zo werd ons Roman-rémy'tje Remi. Onverwacht werden de twee Remi's later ook nog buren. Toen ons huis verbouwd werd, wij een tijdelijke woonst zochten, en het huis naast hen vrijkwam. En deze ochtend, tussen warme kerst-en nieuwjaarswensen, ontvingen we een overlijdensbericht. Niet mijn papa nam 2012 mee, maar wel Remi. Op de laatste dag van dit jaar, helemaal op de valreep, wordt Remi begraven. We geven en we nemen, we komen en we gaan. Niets is van betekenis en alles is.
'There are two basic motivating forces: fear and love. When we are afraid, we pull back from life. When we are in love, we open to all that life has to offer with passion, excitement and acceptance. We need to learn to love ourselves first, in all our glory and our imperfections. If we cannot love ourselves, we cannot fully open to our ability to love others or our potential to create. Evolution and all hopes for a better world rest in the fearlessness and open-hearted vision of people who embrace life.' schreef John Lennon. Stel je dat eens voor. -Imagine-
Nooit eerder was het in mijn hoofd of hart opgekomen 'Johnny Cash' in te tikken in een zoekmachine. Maar dit hoorde ik in de auto. En stond voor ik het wist aan de kant.
Een bijzonder jaar is het geweest. Eentje met meer builen, bulten en blauwe plekken dan ooit tevoren. Eentje met meer oprechte glimlachen, eerlijke woorden, tedere handen en zachte zoenen dan ooit tevoren. De puzzelstukjes helderder dan ooit tevoren, de waarde die anderen hechten aan me, die ik hecht aan anderen. Wie we verwacht hadden heen te gaan is nog, wie we niet gedacht hadden te moeten afgeven is weg. Een leegte achterlatend, een pijn in de buik bij het voorbij rijden van hun straat. Een warmte, stromend, helemaal door me heen, bij het denken aan haar. Door het raam naar buiten kijken en hem zo zien stappen over de speelplaats, maar hij is er niet. Met 'carpe diem' worden we rond onze oren geslaan en we weten allemaal waarom. De wereld gaat niet vergaan en ik erger me aan de mensen die zo licht omgaan met wat één van de oudste en meest ontwikkelde beschavingen van onze aarde ooit beschreven. Remi heeft morgen zijn expo met A. over éénentwintig december. Ze schreven hun gemeenschappelijk nichtje aan, wonend in Guatemala. Dit schreef Joke naar hen, als antwoord op hun vragen:
"Ik woon sinds begin 1995 in Guatemala,
dus bijna 18 jaar.
Met AFOPADI, de organisatie die we
opgericht hebben (Omar, een broer van hem, de vrouw van die broer en ik) werken
we in Mayadorpen in de bergen rond duurzame landbouw (we gebruiken geen
chemische middelen), gezondheidszorg (bijvoorbeel met geneeskrachtige planten),
en we werken samen met de mensen tegen de mijnbouw door grote bedrijven die de
natuur vernielen en al het water gebruiken.
Vanaf het begin hebben we interesse
voor de Mayacultuur en zijn we beginnen lezen en studeren. We hebben cursussen
gevolgd en na een tijd hebben we kennis gemaakt met een mayapriester waarmee we
begonnen zijn mayaceremonies te vieren. Een mayaceremonie is de mayategenhanger
van de katholieke mis, alleen wordt een mayaceremonie altijd in de natuur
gehouden, op plaatsen waar er een speciale energie is: onder een grote boom, in
een grot, op een berg.
De voorouders van de huidige maya´s
waren gefascineerd door de sterren en de planeten. Op basis van langdurige
observatie van de hemel hebben de maya´s heel veel dingen ontdekt over de cosmos
en hebben ze verschillende kalenders ontwikkeld. Ze organiseerden de tijd in
grote en kleinere cirkels. Een van de grootste tijdscirkels telt 5200 jaar,
genaamd B'aktun. Volgens de maya´s eindigt op 21 december de vierde periode van
5200 jaar, of de vierde zon. Telkens als er een periode van 5200 jaar eindigde,
maakte de de vorige schepping plaats voor een nieuwe, betere versie. Dus, het
idee is dat na 21 december de mensheid beter wordt, dat we bewuster gaan leven,
beter voor de natuur zorgen en voor onze medemensen. Dus van het einde van de
hemel wordt helemaal niet gesproken.
De maya´s hier zijn niet gelukkig met
de manier waarop in de rest van de wereld en ook in Guatemala zelf (door niet
maya's) de oude wijsheden uitgelegd worden en misbruikt worden voor commerciële
doeleinden. Er wordt veel nagedacht over het einde van deze cyclus en het begin
van de nieuwe, maar niet over het einde van de wereld. "
Mijn zus, mijn mama en ikzelf en moeten lachen om dezelfde dingen. Krijgen evenveel de slappe lach om dezelfde onnozele dingen. Zoals bijgevoegde foto. Ik blijf maar in een lach schieten elke keer ik ernaar kijk.
What if you slept? And what if in your sleep you dreamed? And what if in your dream you went to heaven? And there plucked a strange and beautiful flower? And what if when you awoke you had that flower in you hand? Ah, what then?
Mama's broer die een verjaardagsfeest geeft en zus en ikzelf die ondertussen zorgen voor papa. Als we binnenkomen krijgen we een lijstje waarop geschreven staat wat voorzien is om te eten voor ons. soep groenten rode rijst kip voor papa joghurt flantjes chocomousse rijstpap en aan de ommezijde van het blaadje papier: brood + kaas in de koelkast Vreemd is dat; hoe je steeds kind blijft bij je ouders. Ook al ben je zesenveertig en vierenveertig jaar.
I'm a bitch, I'm a lover I'm a child, I'm a mother I'm a sinner, I'm a saint I do not feel ashame.
Een posting op Facebook in verband met de kinderen in Palestina in oorlog en de kinderen hier in blijde verwachting van Sint. En het gehakketak dat daarop ontstond. De woorden dat er altijd wel ergens honger en oorlog is. En de pijn in mijn buik en het draaien in mijn hoofd daarvan. Is het zo dat onze kinderen de geluksvogels zijn en ooh, what a pity ... voor wie dat niet is en op naar het volgend kado? Kan het zo simpel zijn? Could it?
De reden waarom ik dingen neerschrijf vraagt hij me. Ik weet dat eigenlijk niet goed. Het is niet zo dat ik op een bepaald moment denk : 'ik zou nog eens iets moeten schrijven'. Het is iets dat moet, dat eruit moet. Iets dat het nodig heeft om op de één of andere manier verwerkt, geuit te worden. Het is iets in mijn buik of hoofd dat draait en keert tot het neergeschreven wordt. En dat hier dan draait en keert in woorden tot hetgene ik voel en de woorden die zich lieten intikken als één samenvallen. Het is voor mij nu het dagboek dat ik als kind bijhield. Het lied dat ik speelde. Het gerecht dat ik klaarmaakte. Hetgene ik boetseerde of schilderde. En toen ik deze blog opstartte heb ik enige tijd getwijfeld. De optie 'enkel voor mezelf' of 'openbaar' openhoudend. Maar pragmatische en eenvoudige denker die ik ben wist ik dat enkel mensen die oprecht geinteresseerd zijn in dit deel van me hier zouden blijven lezen. En ook al verwarmt mijn hart van de woorden die ik van hen terug krijg, meestal klik ik wegens te persoonlijk aan : ' keur deze reactie af'. Maar weet dat ik jullie dankbaar ben. Voor jullie betrokkenheid, jullie tijd. Jullie in vraagstelling, jullie bevestiging. Liefs, k.
In haar laatste levensmaanden ruimde ze op: de kledij van haar dansgroepen, attributen, de doos met make-upprodukten waar haar mama vertegenwoordiger van was. Ik ben in de badkamer. Het muziekblad van het lied dat we straks in de afscheidsviering gaan zingen bij me. Een kop thee. Een douche. Droog mijn haar. Wrijf mijn huid in en doe mascara op mijn wimpers. Waterproof. Van haar gekregen voor haar afscheid. Nu opgedaan voor zijn afscheid. Alles is verbonden. Alles stroomt. Panta rhei. Laten we zingen.
De kinderen gaan een bloemenzaak binnen. Kiezen elk een bloem, een kaart. Die drie kinderen daar zo aan de rouwtafel zien zitten. Hun tijd nemend om hun kaart te schrijven. Zo ernstig en sereen. Zoveel dat jouw heengaan teweeg brengt. Jij mooie mooie man.
Met Lucas zit ik in de wachtkamer. Te wachten op de zachte handen en behandeling van de osteopate. 'Vonkel ... een luisterend huis' staat er op een folder. En ook : 'een instaphuis en ontmoetingsplaats voor omgaan met sterven, dood en rouw. En één zin in het bijzonder die me pakt : 'Wij waken bij een alleenstaande stervende thuis, in een woonzorgcentrum of in een ziekenhuis. Bij een begrafenis of crematie van iemand die niet omringd is door familie of vrienden willen we zinvol aanwezig zijn.' Het is haar mama, een psychiater, die met twee andere gelijkgestemden dit initiatief zonder subsidies en steunend op vrijwilligers op poten gezet heeft. Een Godsgeschenk moet dit zijn als je alleen bent; iemand die je bij staat in je laatste levensdagen. Ongeacht wat je in de levensjaren ervoor gedaan of niet gedaan hebt.
Vriend, metgezel, die meer en minder is dan vader, moeder, minnaar, kind hetzelfde als ik, maar anders onafhankelijk en toegewijd ouder, jonger, van dezelfde tijd. Trooster, die getroost kan worden baken en verhanger van borden broder, maar van een andere moeder, zonder rivaliteit met wie ik samenloop en die mij begeleidt. Hij gunt mij om te leven en als ik dood zou willen, geeft hij mij gelijk. Soms is het, dat ik om hem alleen verdragen blijf, wat zonder hem ondraaglijk scheen. Zonder een enkele verplichting loop ik en altijd in zijn richting.
Remi voetbalt. Tweemaal per week heeft hij een training, eenmaal per week een match. En de tweede keer dat hij naar de training ging was er een jongen die 'Dag Remi' zei en zo ervoor zorgde dat Remi's schroom eensklaps verdween. Na de training bleek dat die jongen aan de andere kant van Gent woont en met de bus op en neer reist. En pijn deed mijn hart als ik hem dan na een training of match alleen aan de bushalte zag staan, een zwart jongentje, een muggescheet groot. Met zo'n mooie blik en zo lief. Het kind dat als iemand valt op het veld de hand reikt en rechttrekt, jeweetwel. En pijn deed mijn hart als ik elke keer zag dat hij zijn voetbalkledij ongewassen uit zijn zak haalde, dat hij elke match daar als enige stond zonder ouders. Pijn had ik toen Remi vertelde dat hij moest stoppen met voetballen omdat het lidgeld nog niet betaald was. Maar dan gelukkig de week nadien alsnog geld meehad. En vandaag kwam Remi thuis met de boodschap dat E. niet meer mag voetballen. Niet meer in merelbeke. Wegens diefstal van geld uit de voetbalzak van een ander voetballertje. Natuurlijk mag niemand iets nemen dat niet van zichzelf is, maar alles in mij zegt, weet, dat dat jongentje geen kwaad in zich heeft. Piet met Remi naar de sportwinkel, want het wordt nu wel koud om zonder onderkledij te spelen met een nylon voetbalpakje aan. Het goede nieuws is dat er steeds minder ouderen in ons land armoede hebben, het slechte nieuws is dat het steeds meer kinderen treft was een nieuwsitem deze week. Onmacht en verdriet draaiend in mijn buik.
Bij mama en papa staan er meisjes op de schouw. En nu eentje erbij. Van links naar rechts: Helena 5 oktober 2012 B. Luini 1480-1532 D. Ingres 1780-1867 F.Gérard 1770-1837 L. Janmot 1814-1892
Gepakt heeft hij me op mijn gevoelig punt. Het punt waar woorden stromen. Een woordenwaterval moet ze zijn zal hij denken, niet wetende dat ik woorden meer niet vind dan wel. Maar als het gaat over tieners en meer bepaald hun gelukkig of ongelukkig zijn dan heeft hij me. Dan heeft hij mij als jong meisje, wachtend aan de ronde tafel in het donker tot mama en papa terug kwamen van het ziekenhuis waar zus naar toegebracht was na een zoveelste zelfmoordpoging. Dan heeft hij mij als dochter van mijn vader die kijkt hoe haar zus in een ziekenhuis voor de spiegel staat en haar papa haar rug insmeert met een verzorgende zalf. Dan heeft hij mij in al mijn onmacht kijkend naar zus liggend en vastgebonden op een bed . Dan heeft hij mij in mijn onzekerheid als ik op weg ben naar haar kamer en mensen mij aanspreken en vastnemen. Dan heeft hij mij in mijn eenzaamheid, in het niet vallend naast een zieke zus. En toch; geen minuut zou ik willen wissen uit mijn jeugd. Ik heb een fantastische zus die ik met niemand zou willen ruilen en het is wie ik ben, wat deel uitmaakt van me. Niet meer en niet min. 'De lijn tussen ziek en niet ziek zijn is flinterdun. Verlies van job, partner of gezondheid kan de slinger helemaal naar de andere kant doen overslaan'. Het zijn de woorden van psychiater Dirk De Wachter. De mens in al zijn kwetsbaarheid. En tieners in het bijzonder denk ik erbij. Misschien moet ik met dat vuur in mij iets doen.
Papa achtenzeventig jaar en de gewoonte in onze familie kaarten met wensen te schrijven. Ik laat mijn kinderen altijd vrij wat en hoe op een kaart te schrijven. En benieuwd was ik nu hoe ze dit zouden oplossen. Want de combinatie oud en ziek en een verjaardag is niet zo vanzelfsprekend. Pragmatisch als Lucas is schreef hij : 'Gelukkige 78ste verjaardag opa!' Helena schreef in het rood èn in drukletters, want remi's en haar geschrift zijn nauwelijks te onderscheiden en dat vindt ze niet fijn : 'Gelukkige verjaardag, ik hoop dat het en leuke dag wort'. 'Beste opa, ik wens jou nog een gelukig leven' waren de woorden van Remi. Als dat geen mooie wensen zijn.
Papa die morgen achtenzeventig jaar wordt. Vandaag is het feest. In ons ouderlijk huis, want een oude boom verplant je niet zomaar. Mama heeft met papa haar handen vol en ik kook en organiseer graag, dus dat was het deel dat ik op me nam. En lang duurde het eer ik wist wat klaar te maken als hoofdgerecht. Niet het gemengd publiek (één veganist, drie verstokte vegetariers, drie halfomhalvers en drie notoire vleeseters) baarde me zorgen, maar wel waar ik papa ècht plezier zou meedoen. En een terugblik naar mijn kinderjaren bracht soelaas. Terug naar 's Gravenwezel, de grote diepe tuin met het Mariabeeldje en druivelaar, bompa schakend met papa, bomma in de keuken, ... vleesbrood met warme krieken en bloempatatjes. Dàt zal papa's feestmaaltijd worden. Smakelijk eten paptje.
Over Pessoa heeft hij het. En in één beweging ben ik weer waar ik stond. 'Van wat niet was, ook niet kon zijn, en alles is.'
Er zijn ziekten erger dan ziekten, Er zijn pijnen die geen pijn doen, zelfs niet in de ziel, Maar pijnlijker dan alle andere. Er zijn gedroomde angsten, werkelijker Dan die welke het leven met zich brengt, er zijn gevoelens Die men voelt alleen door ze te denken En die meer de onze zijn dan het leven zelf. Er zijn zovele dingen die, zonder bestaan, Bestaan, die tergend traag bestaan En tergend traag de onze zijn, de onze en onszelf... Boven het troebel groen van de brede rivier De witte circumflexen van de meeuwen... Boven de ziel de nutteloze wiekslag Van wat niet was, ook niet kon zijn, en alles is.
De straat waar mama en papa wonen is doodlopend. Doodlopend en doorlopend. In een dreef naar het kasteel van 'De Baron'. De baron die een paar keer per jaar zijn koets uithaalt en waar de boeren in de straat nog net niet voor buigen als hij met veel hoefgekletter voorbij rijdt. Papa slaapt en mama en ik wandelen even tot aan het kasteel. Waar we traditiegetrouw en onuitgesproken de gesloten poort even aanraken en op onze passen terug keren. Over rouwbrieven die ze niet wil heeft mama het en over een rouwbericht in de krant dat ze wel wil en in welke kranten wel en welke zeker niet en over een kerkelijke begraving die ze helemaal niet wil en papa nooit zou gewild hebben en over een viering die absoluut in heel intieme kring moet en meer. En moeilijk vind ik dat. En geheel in tweestrijd verlopen mijn dagen nadien. Te praten over iets dat nog komen moet en dat ik als dochter van mijn papa het allerliefst nog jaren voor me uit zou schuiven. Te voelen als dochter van mijn mama haar nood om te praten over wat komen gaat. Te weten voor mezelf: face it Katarina, het is niet omdat je elke avond in bed je papa meegeeft dat hij mag gaan als hij er klaar voor is dat jij er zelf in het reine mee bent. En misschien is dat hetgene dat sleutelmomenten in je leven tot sleutelmomenten maakt. Je weet het pas op het moment dat de sleutel wordt omgedraaid.
Even doorbijten moest ik toen ik begon met het lezen van 'De Zielenreis' van Michael Newton. Doorbijten door de eerste indruk van een amerikaans commercieel boek. Door de eerste indruk van een boek dat mensen wil overtuigen dat er meer is dan datgene dat ons tastbaar omringt. Een gegeven waar ik niet van overtuigd moest worden dat terzijde, maar als zus en mama zeggen dat het een goed boek is dan weet ik dat het een goed boek is. Maar dat het zoveel zou openen en anders zou belichten, dat had ik niet verwacht. Licht.
Neuroplasticiteit is
de naam die hij gaf aan de blog waar hij zijn gedichten weergeeft. En even
nadenken moest ik bij die titel. Of de blog zou geopend worden op een diagonaal
of open moment, dat zou nu bepaald worden. Een diagonaal moment werd het en
na het navenant bekeken te hebben wist ik dat ik op het verkeerde paard gewed
had. Ik had het kunnen weten.
-onthechting-
Ze duwt de tube
leeg terwijl ik me uitspreid op een bed van
piepschuim
Ik staar me blind op ranke pezen getrimde kuiten gelaserd wild
vlees
Pagegaai de formule oppervlakte van een gelijkbenige driehoek die
haar inkomhal markeert
Broos en viscoos ontdekt ze me, glibbert op de
tast naar het wachtbekken
Na de ouverture
weerklinkt fluisteropera, solo van de spinto
sopraan:
al zijn we voor elkaar geboren, ik kan de krassen op je
ziel niet blijven dichten, alleen onthechting zal ons
redden
Steeds vaker ziet ze het. Dat de tekorten die ze met zijn naam ondertekent de hare zijn. Dat het verzet dat ze in zich voelt haar verlangen is. Haar verlangen, haar strijd, haar weg naar zichzelf. En zijn armen.
Ik ga voor een paar uur naar mijn mama en papa. Vroeger was mama altijd de chef die in de potten roerde, papa was het keukenhulpje. Groenten en fruit snijden, afwassen, de tafel dekken, ... dat deed papa graag. En zo keek ik toe deze middag hoe hij buiten de tafel dekte. De verwondering groot hoe die man met twee universitaire diploma's, door een klein verschil in zijn hersenen, nu de tafel dekt. Nonconformistisch en zich er de tijd voor nemend, welbewust dingen verplaatsend en leggend tot het zijn goedkeuring krijgt. Onze hersenen, ons brein, ongelofelijk moet dat zijn. Meer en veel meer zou ik daarover willen weten. Ondertussen stapt papa wat heen en weer, neemt iets vast, doet er iets of niets mee en legt het weer neer, gaat ergens naartoe kijken, zet zich neer en staat weer op. Mama kijkt er lachend naar en ik zeg haar dat ze precies een peuter in huis heeft. Papa gedraagt zich werkelijk zoals de peuters in onze klas; hun neus volgend en vlinderend de dag door. Een groot deel van papa's dagen is de laatste weken gegaan naar chemotherapie en bestralingen. Het andere deel wordt nu kijkend doorgebracht. Na het beluisteren van klassieke muziek en het zelf spelen van gitaar is nu blijkbaar het schrift weggevallen. Niet dat hij technisch niet meer kan lezen, de zin is weg. Of het komt door het zich niet lekker voelen door de chemotherapie of een volgende stap in zijn dementie is niet zo duidelijk. Wat wel duidelijk is is papa's stijgende interesse voor het luchtruim. Nooit heb ik mijn papa weten kijken naar het luchtruim. Papa's blik was ofwel op de grond gericht naar dieren en planten of net erboven naar insecten en vogels, maar nooit heb ik interesse gezien in het luchtruim. Waar papa nu blijkbaar vele uren naar kijkt, mama voortdurend wijzend op de witte lijnen in de lucht, de vliegtuigen en helicopters die voorbij gaan. Hij zit al tussen hemel en aarde lachen we. Die papa.
Zakgeld krijgen Remi en Helena nog niet, wel mogen ze alle centen die ze krijgen van moemoe en oma houden en vrij uitgeven. Mijn zelfgekozen rol bestaat uit het in gesprek gaan en zo samen te kijken of het een weloverwogen uitgave of een uitgave in een opwelling betreft. Waarbij ik geluk heb met Lucas als grote broer en voorbeeld. Een voorganger die een keuze maakt en doelbewust spaart. Helena geniet van het sparen op zich, het nauwkeurig bijhouden, het veelvuldig tellen en luidop verkondigen van het bedrag van haar gespaarde centen. Remi daarentegen heeft veel interesses en evenveel ideëen om zijn geld aan te spenderen. Gaande van een katapult tot twee muizen in een kooi tot Lego Star Wars. Een aantal jaar en miskopen later hebben blijkbaar het één en het ander teweeg gebracht. Dat tot volgende bedenking, zittend naast mij in de auto, resulteerde. Sprekend met zachte stem, het gezicht naar buiten gewend, een paar seconden stilte tussen elke zin. Een verzuchting waardig.
'Wat bezielt mij toch? Om de maand, om de week, veranderen van wil. Zo kan ik nooit kado's krijgen'
Hoe alles draait en keert en evolueert en steeds blijft evolueren, puzzelstukjes in elkaar vallen, uit elkaar vallen. En niets meer is wat het was. Niet wat het een jaar geleden was, een maand geleden, een week geleden, een uur. Een schildpaddendoos zou ik willen hebben zoals in de klas. Eentje om in weg te kruipen en zo, zonder het te moeten verwoorden, te tonen 'mijn hart doet pijn, ge kunt allemaal de boom in, laat me met rust!'
Vierenveertig jaar ben ik en eigen aan mijn kinderjaren is de term Softenonkindjes. Meer dan één keer zal mijn mama mijn blikken of vragen gesust hebben met 'sshtt ... het is een Softenonkindje'. 'Softenon excuseert zich na 50 jaar' schrijft een nieuwssite deze ochtend. 'Pas na 50 jaar' schrijft een ander, 'omdat de shock in het bedrijf dat Softenon produceerde zo groot was'. 'Ze hebben zo lang gezwegen om schadeclaims te vermijden' Wat de waarheid is zullen wij als leek nooit weten. En misschien maken beiden deel uit van de waarheid. 'Open mind en anders kijken naar de werkelijkheid' geschreven door Edel Maex is mijn laatste aanwinst. Een aanrader. Voor wie het graag open heeft.
Mijn papa is geboren in " 't stad". En gaandeweg steeds groener geworden. Eentje van het kaliber 'enkel ingrijpen als je niet meer doorkan'. En een groene jongen en een tuin van 5000 vierkante meter dat brengt nog meer groen teweeg. En wat ooit de boomgaard, de vijver, het terras, de kruidentuin, de bloementuin en papa's bos was is nu één grote groene massa geworden. Met een rozelaar die dertig jaar prachtige bloemen gegeven heeft, maar ondertussen onder de dakpannen kroop en het dak langzaam maar zeker vernielde. Zoals ook de eiwitten in papa's hersenen langzaam maar zeker zijn denken beïnvloeden. En vreemd is dat om te zien : een man die het ene moment de moeilijkste kruiswoordraadsels en sudoku's snel en foutloos invult en een paar minuten later een heet bord voor zich krijgt en geen oplossing vindt om het bord iets dichter naar zich toe te schuiven zonder zich te verbranden. En lang dacht ik dat ik mijn papa kwijt was, dat papa papa niet meer was. Mijn sterke, stoere, groene en alleswetende en kunnende papa. Maar het is niet zo, het is anders, het is gewoon een ander stukje papa dat we nu te zien krijgen. Een ander stukje papa en het kado hem nog te kunnen knuffelen en zeggen 'hey paptje, hoe is't?'
De knalroze beenwarmer van Helena in de sokkenmand en zij die ze gaf. Stappen door Gent voorbij de winkel van Marimekko en de belofte 'ik breng je erheen'. De sportwinkel met Remi en kledij die zij droeg. Rijden op de N9 en niet afslaan aan 't Parksken. De droom van een hand in een hand en de hare die uit de mijne glijdt op het schoolfeest. Rozen in de tuin en rozen op haar buik toen ze heengegaan was. De bleekheid op mijn papa's gezicht en haar bleekheid. Lucas die vraagt of opa net zoals haar nu ook dood gaat. Op onverwachte momenten pakt ze me. Warmte nalatend. En leegte. Wat moet dat niet zijn voor de mensen rond haar die haar veel beter of veel langer kenden. De mensen voor wie zij het dagelijks brood was? Welke leegte moet haar heengaan niet scheppen bij hen? En wat doe je daarmee?
Naast me wandelt ze. De rug recht, de ogen fel, de woorden van diep. De avondlucht en -licht boven Bottelare en Munte kan nog nooit zo mooi geweest zijn als nu. En geen fototoestel bij handen om het vast te leggen. Maar misschien net daardoor dat ik nu het beeld zo levendig kan oproepen. Haar rug recht, haar ogen fel, de woorden van diep, de lucht zo mooi.
In mama's keuken staat er al jaren een klein beeldje van Boeddha. En al evenveel jaren keek ik uit naar een beeldje dat mij zou raken. Tientallen moet ik er ondertussen in mijn handen gehad hebben. Maar altijd was er iets dat me weerhield. Nochtans mocht het in even welke gedaante van hem zijn. Als lachende Boeddha, gekruiste benen, een ronde buik en een al even rond en lachend gezicht. Of de prinselijke versie; een lange slanke man, eveneens met gekruiste benen, de handpalmen tegen elkaar voor de borst. De ogen gesloten. Sacraal. Zo ook het Boeddhahoofd dat al die maanden S. vergezelde in haar strijd. En daar, zittend naast haar benen, aan de ene kant haar hoofd, aan de andere kant het hoofd van Boeddha ging mijn zoektocht naar hem door me heen. Alsook nu het beeld van haar laatste dagen. Van haar lichaam zonder leven. Misschien dat dat het was dat me overtuigde in een winkeltje in Corsica. Deze was het. Deze boeddha wil ik in mijn huis. Bij deze afbeelding is het dat ik een bloem wil zetten, een kaarsje branden. Deze Boeddha is mijn manier om haar leven en dood een plaats te geven. En Piet zal niet goed begrepen hebben waarom deze houtsnede absoluut vandaag al moest opgehangen worden. En ik ook niet. Tot de telefoon ging en mama me vertelde dat papa erg ziek is. Twee kaarsjes branden er nu. Het leven. Boeddha zal werk hebben.
Lucas heeft een C-attest. Een welverdiend. Je weet wel ; zo van 'wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten en de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is en je oogst wat je zaait en zelfkennis is het begin van alle wijsheid' enzovoortenzovoort.
Vorige week vrijdag, de laatste schooldag voor Lucas, twee examens op één ochtend en een smsje om 09.45 : 'vakantie!!!'. Ik ga op mijn handen zitten en slik de woorden 'Had je niet beter iets langer aan je examens gewerkt? Even herlezen?' in. Die woorden kunnen wel wachten tot deze namiddag. Die avond komen vriendjes sinds kleutertijd langs en of ze mogen blijven slapen? De tijd wordt gamend gevuld, elk op hun eigen laptop, een kamer bruisend van aankomend testosteron. Ik steek mijn hoofd binnen even voor middernacht. Gaan jullie afsluiten jongens? Nog even, nog heel even mama. Als ik 's ochtends vroeg opsta zijn de heren al weer aan het gamen. De kledij nog aan, de bedden onbeslapen, de gezichten vrolijk en blij, twaalf blikjes energiedrank op de vensterbank. Twaalf. Binnengesmokkeld met de pijama en tandenborstel. Eén blikje het equivalent van vier koppen koffie. Het is goed voor één keer heren. En : liever hier dan op café. Maar lap me dat geen tweede keer. Don't you dare!
Nu gaat ook drinken moeizaam. We maken het ziekbed op en gaan de zachtste molton van de wasdraad halen. De handen van haar mama strijkend over het laken. Meer handen in huis dan gewoonlijk. Meer leven. Haar mama, haar man, zijn ouders. Het tasje met frambozerode lingerie naast me op de zetel als ik naar huis rijd. Een dier- en bijgevolg mensvriendelijk gekweekte kip, groenten en bruine rijst. Ontbijtgranen, koekjes en flessen water om vrijdag mee te nemen op vakantie. Lijden versus Leven. Het zou niet mogen zijn.
Feest op school en traditiegetrouw krijg ik de rondleidingen van nieuwe geïnteresseerde ouders in mijn schoot geschoven. Of dat een goede zaak is valt over te discussiëren, maar dat terzijde blijft het me bij elke nieuwe ontmoeting verbazen. Hoe je buik je dingen zegt, je voelsprieten zich niet laten afleiden, je intuïtie spreekt. Alsook het engeltje op mijn linkerschouder, het duiveltje op mijn rechter. En hoe aanwezig dat alles is. Herkenning las ik ooit. Herkenning van jezelf of van iemand die je lief of nabij is in de ander tijdens de eerste drie seconde van de ontmoeting. Dàt maakt dat het in relatie gaan met de ander sprankelt van eenvoud en natuurlijkheid of stroef en stram verloopt. En benieuwd ben ik dan altijd. Nieuwsgierig of het eerste beeld dat ik van iemand krijg bevestigd wordt in de jaren nadien. Of niet.
Het regent buiten en mama en ik spelen Rummicub. Papa komt af en toe eens langs en nestelt zich uiteindelijk met een boek in de zetel. En al kan ik me niet herinneren hem ooit met een leesboek in zijn handen gezien te hebben, papa leest voortdurend. Stapels informatieve boeken en tijdschriften over natuur en wetenschap, artikels, kranten, een hele leestafel vol. En overal aantekeningen in : onderstreepte woorden, dubbelonderstreepte woorden, verwijzingen, opzoekingen, vraagtekens, uitroeptekens, verklaringen. Nu heeft hij echter een lijvig donkerbruin boek in handen. 'Moeke, wat is papa aan het lezen?' 'Het Oude Testament' 'Het Oude Testament???' 'Ja, papa heeft dat gekocht op de uitverkoop van oude boeken in de bibliotheek' zegt mama grinnikend, 'en we hadden er al twee of drie!' Haha, mijn papa; dè vrije geest en godsdienstketter eerste klas. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk!
Vriendschap. En wat vriendschap is. En wie je vrienden zijn. En wat maakt dat iemand een kennis of een vriend is. Of een èchte vriend is. Eentje van het soort dat enkel kan geschreven en beschreven worden met een accent grave erop. Een letterlijk en figuurlijk zwaar accent, een wereld van verschil. Eentje van het kaliber op je handen te tellen in je leven. En lang dacht ik dat de ander dat bepaalde. Dat de ander diegene is die bepaalt of en hoeveel je van jezelf kan tonen. Maar anders denk ik daar nu over. Wij zijn zelf diegene die de beslissing nemen. Wij kiezen zelf aan wie we ons tonen en aan wie niet. Wij kiezen zelf of we vertrouwen. Het vertrouwen dat wat de ander ook te zien of te horen krijgt, ook al staat het lijnrecht tegenover zijn waarden, hij niet de intentie heeft jou daarop af te rekenen. Dat vertrouwen, dat machtig en krachtig gegeven. Noodzakelijk om ons te kunnen openen en tonen: onze schelp openen, onze pantsers breken, ons kwetsbaar opstellen. Ongeacht of de ander daar evenveel zal van houden als van onze buitenste lagen die iedereen te zien krijgt. Misschien is het die kwetsbaarheid die vriendschap zijn waarde geeft. Die bepaalt of iemand een vriend is. Niet het gegeven hoe vaak of hoeveel je met de ander deelt. Wel het gegeven of er een platform van vertrouwen en bereidheid je te tonen is. Kwetsbaarheid als mooiste kado. Aan jezelf. Aan de ander.
Elk jaar weer opnieuw in de lente voel ik een zachte en geduldige, maar zekere verwachting borrelen in me. Verlangen. Naar het zien van het eerste Fluitekruid in de berm, een geur die ik uit duizend zou herkennen. Naar de eerste blaadjes groen aan de beuk of in onze beukenhaag, van het mooiste lichtfelgroen dat ik ken. En naar mijn hart dat daarbij opveert. Elk jaar weer opnieuw.
Time it was and what a time it was, it was a time of innocence, a time of confidences long ago, it must be, I have a photograph preserve your memories they're all that's left you.
Piet is vijftig geworden en dat willen we vieren! Met vele opmerkingen dat hij er nog zo jong uitziet, een buik heeft als een sportieve twintiger, een grote 50-ballon en een feest. Waar ik deze foto kon trekken. De mannelijke lijn Claeyskes en hun kroongetallen : Remi 10, Ben 20, Piet 50 en oom Chris 80! Lang zullen ze leven!
Veel ben ik in mijn jeugd verhuisd. Veel te veel. Tijdens mijn kleuterjaren woonden we in Limburg. Beelden van een zwaluwnest aan de voordeur, coloradokevers plukken van een aardappelveld en in een brandende ton gooien, het wouldbewoodstockfestival in de weiden tegenover ons huis en de lange kettingen met kleine pareltjes die grote meisjes aan me gaven, een snede brood met platte kaas, mijn naam met fruitsiroop erop geschreven en fietsen door bloeiende boomgaarden. En graag wou ik dat ook met mijn kinderen doen. Al werd het om organisatorische redenen een wandeling.
Mama, Brad Pitt, bestaat dat? vraagt Helena. Ja, ... die bestaat. En is dat een mooien? Een mooie ... een mooie man bedoel je? Goh, da's te zien wat je mooi vindt. Wie zegt dat misschien? 'Hallo K3'. In 'Hallo K3' zeggen ze dat.
'Hallo K3' met de meisjes van K3 is zo grappig dat het vast en zeker door het meest aantal leden van ons gezin bekeken wordt. Zèlf door Remi. En dat wil iets zeggen.
Mama wou graag schilderen, want daar had ze al vaak aan gedacht en nog nooit gedaan. Zo kwam het dat op deze mooie maandagmiddag we ons rond de tuintafel schaarden en schilderden. Drie generaties vrouwen, drie totaal verschillende schilderijtjes. Stil-leven.
Graag wou ik deze middag gaan kijken naar twee pasgeboren zusjes in de kraamkliniek. Zo bijzonder is het om van peuters die in onze klas terecht komen me te herinneren toen de mama of papa vertelden dat ze zwanger waren van hen, geboren waren, hen gezien te hebben als pasgeborene. En toen ik in blijde verwachting van de parkeerplaats naar de ingang ging liep er voor mij een groepje mensen. Een oudere mevrouw ondersteund door een man en een jongeman. Twee andere jongens ernaast die een tas en een valies droegen, de leeftijd van lagere schoolkinderen. Doordat het wandelpad smal was en de mevrouw erg moeizaam stapte bleef ik achter hen en gingen mijn gedachte naar het verhaal van deze mensen. Zou de oudere mevrouw zelf opgenomen worden? Misschien was het haar echtgenoot die ze kwamen bezoeken? Waar vrij snel een antwoord op kwam toen ik met een zacht en open hart wegging na het zien van de twee zusjes. En de uitgang niet uit kon gaan zonder het groepje van daarnet te storen dat afscheid nam van een duidelijk zwaar zieke mevrouw in een rolstoel met baxter. Het was net hetzelfde beeld van een uur eerder. Het groepje stapte stilzwijgend en star voor zich kijkend door. Op één verschil na. Het kleinste jongentje dat zich tot op het einde van het wandelpad om de zoveel meter omdraaide en zwaaide naar zijn mama in de rolstoel. Ik wenste dat ik de oudere mevrouw kon voorbij stappen, het wandelpad kon verlaten of oplossen in het niets, zo ongepast en storend in het afscheid en de afstand tussen de mama en haar zoon voelde ik me.
Zoals vaak ga ik in het weekend naar mijn ouders. En zo ging ik ook gisterennamiddag met Helena en Remi richting Snellegem. En zo belandden we in het Mascobos in Zerkegem, een klein recent bos opgericht door Natuurpunt. En zo belandden we er op een bankje in de stralende zon. En zo deed oma haar armen rond opa en Helena en begon uit volle borst 'Vrolijke vrienden' te zingen. En zo is weer bevestigd dat we een familie zijn met een hoek af. Oma for president!
Blauwe ogen. Iedereen in onze familie heeft blauwe ogen. Behalve de echtgenoot van mijn oudste zus. Deze lieve oom speelt kraan met de kinderen en heeft zachte bruine ogen. Maar nu heeft Lucas een vriendinnetje. Sinds twee dagen. En toen Remi me vroeg hoe ze eruit ziet en ik antwoordde dat ik haar een mooi meisje vind, met bruin haar en bruine ogen riep hij uit: 'Eindelijk weer iemand met bruine ogen in de familie!' Nu; alles begint met het begin, maar laat ons hopen dat Lucas wat meer watertjes verkent eer hij scheep gaat varen!
Sloten onder kroos, pointillisme van groen, stilliggend geril van begin, natuur die vijf miljard puntjes tegelijk ... op haar i's zet.
Ik op mijn buik langs zo'n sloot. Geef me mijn bril eens. Puntjes op de i inspecteren is mijn beroep en vooral: daarbij op mijn buik liggen. Hoeveel puntjes heb je nodig voor groen?
Hoeveel zandkorrels, zandkorzels, voor strand? Hoeveel mensen voor mensheid? Twee. Iemand met sproeten, en iemand die ze telt.
In dubio ben ik. In dubio of we al dan niet een nieuwe zetel zouden aankopen. Een nieuwe zetel naar onze zin hebben we al gevonden, het geld ervoor aanwezig op de rekening. Maar de oude zetel; twintig jaar oud en zoveel lief en leed gedeeld. De uren wakker liggen 's nachts door ziekte, hoogzwangerschap of zorgen, verdriet. Momenten van bezoekers die bijblijven, waar en hoe ze zaten en wat ze zeiden, de blik in hun ogen, hun handen. De vele Sinten die er op de rand plaats namen, om er op een katholieke manier weer uit te kunnen geraken. De uren erin met Lucas, Remi of Helena slapend op mijn borst toen ze baby waren, hun hoofd op mijn schoot nu ze groter zijn. En naast dat lief en leed; het hart van onze woning. Waar geen dag voorbij gaat zonder dat de kinderen zich erin 'flokken' met één van de dekens, waar de kussens worden gelegd en herlegd tot iedereen zijn nestje gevonden heeft. Waar de kussens bipolair strijdwapens of troostkussens kunnen zijn. Waar Remi en vriendje C een legerkamp mee bouwen en een hele dag en nacht in eten en slapen. 'O, ik ben toch een seute' zegt mijn mama soms als een emotie haar inneemt op een moment dat ze het niet wilt. Een kind van mijn moeder ben ik.
Wanneer we iets willen, spant het hele universum voor ons samen. Een strijder van het licht weet dat. Om die reden gaat hij in zijn denken met de nodige omzichtigheid te werk.
Een verjaardagskalender die al jaren meegaat, Helena die hem ter hand nam om haar kalender in te vullen en een figuurlijke blauwe plek die ik daardoor kreeg. Onverwacht, net op een moment dat ik dacht daarmee in het reine te zijn. Of zoals vriendin V. zegt, het is nooit gedaan. De bal is aan het rollen en elke keer als je denkt weer zicht te hebben op iets, er door gegaan te zijn, ermee klaar te zijn, vrede te hebben met iets, staat er iets anders voor je deur. Iets anders uit je leven of je rugzak dat aandacht vraagt. En geen Arnica ter wereld die dat kan verzachten.
Toeval. Soms wandel ik erom heen het banaliserend en minimaliserend tot 'toeval', soms kijk ik verbaasd toe, soms doet het me in de lach schieten.
Om de één of andere onduidelijke reden had ik zo duidelijk voor ogen wat ik wou op de feestdag dragen. Een caramelkleurig rokje wou ik. Een klassiek model, recht, tot net boven mijn knie. Net toen ik het opgaf en de zoveelste winkel uit wou stappen hing op het rek voor me, totaal niet waar het hoorde, pontificaal voor me, het gezochte rokje. Het kleur, het model, de stof, de maat, de prijs; helemaal juist.
Om een al even onduidlijke reden was ik ook op zoek naar nagellak, donkerbruine. Niet te vinden. Wel alle mogelijke varianten van donkerbruin met zwarte, purpere of donkerrode schijn, zilveren of gouden glans, of wilt u zilveren glinstertjes erin mevrouw? Nee, mevrouw, donkerbruin; gewoon, effen, plakkaatverf bruin, dat zoek ik. Aub. Op weg naar huis rijd ik langs de natuurwinkel en vraag langs mijn neus weg, je weet maar nooit, of ze ook nagellak verkopen. Nee, mevrouw, dat verkopen we hier niet, hé Lieve, dat verkopen we hier niet hé! Euh ... nee, maar we hebben dat wel gehad. Ik denk dat er in een mandje aan de kassa bij de lippenbalsems nog een paar liggen. En ja hoor, in een klein rond mandje waar vast en zeker iedereen aan voorbij ging, lagen er drie. Drie piepkleine flesjes. Een rood, een donkerrood en een bruin. Een gewoon donkerbruin; effen, plakkaatverf bruin. Zonder parabenen en niet op dieren getest. Halelujah!
Gisteren: onze eigen kinderen en elk een vriendje hier, een boek dat roept om verder gelezen te worden, Lucas die vraagt om eindelijk nog eens naar de Quick te gaan en geen zin om in de keuken te staan. Helemaal geen zin. Na ze elk een flinke kom verse soep gegeven te hebben, kwestie van de balans wat in evenwicht te houden, vertrekken we richting Quick. Onderweg probeer ik ze nog op andere gedachten te brengen want de Quick mag dan wel beschikken over een heerlijke salade, als verstokte vegetariër kan ik er moeilijk terecht, maar het biedt geen soelaas. Alle gedachten staan reeds op Quick gericht en 'mama, je hebt je boek toch mee?' Terwijl iedereen eet hoor ik zachtjes 'mèèèè'. Ik kijk direct op, want hé ... dàt is wat ik nodig heb! Volgende week vrijdag doen we een wintervertelling voor de peuters en om het helemaal te hebben zoals ik in gedachten had moest ik nog op zoek gaan naar zo'n bekertje dat een mekkerend geluid maakt als je het omdraait. Dat zijn zo van die dingen die je voortdurend in winkels tegenkomt, totdat je het nodig hebt : dan is het nergens te vinden. Maar nu werd het totaal onverwacht op mijn schoot geworpen : Helena had het als kadootje gekregen in haar doosje met eten. Nu werd het wel echt grappig. Dank je mijn engelkes!
Lucas kom de trap af deze ochtend. In de ene hand zijn gsm, de pet reeds op het hoofd, met coole grote passen. 'Gelukkige verjaardag schatje' en een kus. Eentje maar, 3 is voor kleine kindjes mama.
Al eerder schreef ik over mijn moeilijk slapen en vele dromen. Na wat tijd en wat overredingskracht van de reumatoloog erover te laten gaan neem ik sinds enkele maanden medicatie die slaapbevorderend is. Wat resulteert in meer uren ononderbroken slaap èn in het wegblijven van de nachtmerries. Waarbij het laatste behalve voor mezelf ook voor Piet erg fijn is. Al blijf ik in bewogen tijden vaak dromend zijn nachten verstoren. Met het grote verschil dat ik, eens door Piet wakker gemaakt, vrij snel weer rustig word en kan inslapen in plaats van een kwartier later nog mijn hart in mijn keel te voelen kloppen. Gisteren belde een vriendin me. En terwijl ze zei 'ga er maar even bij zitten' en ik dat plichtsbewust deed, viel de vaste telefoon op mijn teen. De pijn zelf viel het moment zelf nog mee, het was ook niet het moment om 'te trunten', maar gisterenavond keek ik toch verbaasd naar de paarse grote vlek op mijn teen. Die ik blijkbaar vannacht slapend, doch niet voor rede vatbaar, onder Piet zijn neus stak na aangedrongen te hebben zijn leeslampje aan te steken. Arme Piet.
'Mama, waarom schrijven ze dikke bruna?' vraagt Helena. Het is vakantie en één van de plekken waar Helena vaak te vinden is is aan de boekenkast. Waar bovenaan rechts een aantal kleine vierkante boekjes staan. Het ei, De appel, Poesje nel, Nijntje, Het vogeltje, Roodkapje en Sneeuwwitje. Allemaal boekjes bewerkt door Dick Bruna. Herinneringen aan mijn kindertijd. Vroege kindertijd, want in de meeste boekjes staat geschreven in mijn mama's handschrift : Grietje en Bieke, nieuwjaar '68. Nieuwjaar '12, vierenveertig jaar later en een klein meisje dat boekje per boekje in de hand neemt en leest. Ik wens jullie allen een fijn en bovenal gezond nieuw jaar toe.
Kerstdag en papa die het niet altijd meer goed kan volgen. Al is natuurlijk een feest in je eigen huis met de bijhorende voorbereidingen, kinderen en kleinkinderen op bezoek, en opruim nadien voor iedereen uit-routine. Soms is de uitgesproken afwisseling van alertheid of verwardheid niet zo eenvoudig te verklaren. ' 't Is de geest die al klaar is om weg te gaan, maar het lichaam nog niet' zegt mama, 'dat zegt de Kabballah'. Zou het zo eenvoudig kunnen zijn? Zou het?
Sinds gisteren is het officieel : Lucas is in de puberteit. Tot dan twijfelde ik namelijk. De opwellingen van liefde en humor duidelijk overheersend op de uitingen van verzet. Maar gisteren in de keuken, aan de witte tafel, de jeans meer van dan aan zijn 'gat', en de onafscheidelijke pet, de rug naar ons gekeerd: een gemompelde 'ik haat ouders'. Het kwam er zo grappig uit dat ik in een lach schoot. Arme Lucas.
Lucas, bijna vijftien jaar zijn, vraagstellingen en de bijhorende discussies. 'Kinderen houden je een spiegel voor' lees je soms. Maar even soms wil je geen spiegel en wil je gewoon iets vinden. Geen 'waarom', maar 'Daarom'. En in zo'n 'daarom'-bui heb ik gezegd dat alle jongens die zo'n amerikaanse pet dragen dom en gemeen zijn. 'Alle', jazeker. Allemaal dom en gemeen. Al-le-maal. Dat was natuurlijk een bal voor een open doel voor Lucas. 'Maar mama ...'
Ik ga de kinderen ophalen op school. Helena vraagt me op de man af of het waar is dat Sinterklaas niet bestaat en dat wij dat zijn. Ze overvalt me met haar vraag en ik heb even tijd nodig om na te denken wat ik hiermee aan moet. Want ik wil dat ze de waarheid weet, bloemkolen en kaboutertjes zijn niet zo aan me besteed, maar ik wil ook de magie van de voorbije zeven jaar niet met één zin teniet doen. Gelukkig zijn noch enige pedagogische handvaten, noch de truken van de foor me vreemd. Vanwaar de vraag komt vraag ik haar dus, daarmee enige tijd winnend. Een kwartier en een geanimeerd gesprek later, want ook een vriendinnetje en Remi zitten in de auto, zijn we eruit. 'Zo lief,' zegt Helena, 'zo lief dat jullie dat doen'. Maar de Zwarte Piet die tijdens het turnen een vriendinnetje in de zak stak die kan geen goed meer doen. En ook voor mij niet meer. Je zou toch verwachten dat we anno 2011 verlost zijn van dat dogma. Zwarte Piet passeerde even later vlakbij, stak me een snoepje toe en ik sprak mezelf streng toe 'Katrijn, laat het. Laat het, het doet er niet toe'. Maar het feit dat ik het hier neerschrijf toont me dat het er wel toedoet. De volgende keer, denk ik, de volgende keer, wacht maar. Niks van, lacht het duiveltje op mijn schouder, jij gaat niks zeggen. Jij zegt nooit wat je echt denkt. Tenzij er heel nadrukkelijk om gevraagd wordt. Jij bent diegene waarmee een uur gesproken wordt, waar de andere zijn zeg gezegd heeft en weggaat en dan pas, uren, dagen, weken, jaren later vind jij je woorden. 'Beter laat dan nooit' gaat er door me heen en misschien doen ook die late woorden er dan niet meer toe.
Met Herman Brood heb ik niets. Al zou ik over de eerste drempel van 'weerzin' moeten stappen om zijn werk te leren kennen en me dan een mening te vormen. Maar onverwacht heeft hij, misleid door Bono waar ik een boon voor heb, me toch gepakt. Adembenemend.
We rijden van school naar huis. Helena wil me iets vragen, maar vind de juiste woorden niet. Roodkapje en Hansje en iets van mama. Bedoel je het sprookje van Hansje en Grietje? Ja, dat. En of ik haar, zoals die mama doet, haar ook alleen in het bos zou achterlaten. Zou jij dat doen mama? In een flits moet ik denken aan een gesprek met Peter Adriaenssens op televisie, in de naweëen van Dutroux. Waar de interviewer vertelt over dat kleine meisje in de kelder dat dacht dat haar ouders boos waren en het opgesloten zijn linkte aan eigen 'stout zijn' en vraagt wat we kunnen doen om onze kinderen te beschermen tegen zo'n gedachtengang. Vertellen hoe graag je ze ziet, zei Peter Adriaenssens, vertellen hoe graag je ze ziet. En dat je, wat ze ook doen, hoe boos je ook om een bepaalde reden op hen bent, ze altijd even graag zal zien.
Ik maak soep om mee te nemen naar de Herfstwerkdag morgen op school. Ik snij de pompoen, de wortelen, ajuin en weet niet meer wat ik voel, wat er door me heen gaat. Het knopje omgedraaid. De boodschappen die ik afgelopen weken van mensen ver en dicht om me heen kreeg warrig en voor en door elkaar springend in mijn hoofd. Springend van intense vreugde, blijde verwachting naar kleine onzinnige onnodige irritaties naar zorgen, zorgen waardoor mensen het diepste uit de kan moeten halen om te blijven functioneren. De absurditeit van een verdwenen muts versus letterlijk en figuurlijk kapot zijn door chemotherapie. Wat is het dat deze tijd zo geladen maakt? Herfst zou rust moeten inleiden niet verandering.
Het is avond en Lucas zit naast me aan het bureau. Hij studeert voor een toets van engels en nederlands morgen, ik maak orde in de hoop papieren van de laatste twee weken. We hebben het even over zijn verandering van school. En als hij zich wat later weer over de irregular verbs en ik over de paparassen buig golft er zo'n warmte door me heen; ik ben zo trots op hem. Op wie hij is, hoe hij denkt, de vragen die hij stelt, de wijsheden en onwijsheden die hij verkondigd, zijn cool willen zijn, zijn deugnieterij, zijn humor, zijn groot hart. Mijn hand het haar in zijn nek strelend vraag ik me af hoe het komt hoe ik de ene dag zo warm door hem kan worden, de andere dag hem achter het behang zou kunnen plakken. Alles is wat het is.
Remi heeft het weer goed voor elkaar. Morgen is het het verjaardagsfeest van C. Hij had geen idee wat we zouden kunnen geven aan hem als verjaardagskado. Maar aangezien C. en Remi goede vrienden zijn en C. graag hier komt slapen had Remi een idee. Ik ga hem een bon geven om hier te komen slapen en 'iets leuks' te doen! Dat leuks was : naar het zwembad van Merelbeke gaan, naar de Quick gaan eten en 's avonds naar de film gaan. En oja, ook een vuur maken in de tuin en kastanjes poffen. En dan hier slapen. De dag nadien werd gelukkig nog niet met verwachtingen ingevuld. Toen ik uitlegde wat dat 'iets leuks' mij zou kosten, want niet alleen C. moet ik dan betalen, ook Remi. En mezelf als begeleider. En Helena, want die is toch te klein om alleen te blijven. En Lucas zal vast en zeker ook wel zin hebben in 'iets leuks'. En ook vriendinnetje L. zou meegaan, want hij zou haar hetzelfde kado willen geven, en daar gaat ze zo blij mee zijn mama, want L. is op C! In elk geval; Remi heeft de twee kadobonnen gemaakt en wijselijk opgeschreven: om hier te komen slapen en iets leuks te doen. Dan kunnen de drie musketiers de dag zelf bedisselen wat zij verstaan onder 'iets leuks'.
Elk jaar krijgt Piet met de jaarwisseling enkele agenda's van Mercedes. Die door sommigen graag gebruikt worden, al heb ik een agenda liever iets frivoler. Zoals mijn agenda van dit jaar. Eentje van Paulo Coelho met illustraties van Catalina Estrada. En laten zij nu beiden mijn hart beroeren. Elke maand begint met een thema. Oktober gerechtigheid.
Dat was vrijheid: te voelen wat haar hart verlangde, onafhankelijk te zijn van wat anderen vonden.
'Kijk, een dagpauwoog binnen' zegt opa terwijl we aan het eten zijn. Nu we de vlinder nog zien vangen we haar. Oma vertelt over de dagpauwoog, opa haalt er zijn vlinderboek bij en Helena laat de vlinder vrij. 'Brengt de winter door in quiëtisme' staat er geschreven. In rust, in stilte, denken wij. 'Innerlijke rust tot passieve overgave' zegt het woordenboek. Even later en ondertussen weer aan tafel vraagt Helena waarom opa zo raar doet. 'Je weet dat opa gaatjes in zijn hersenen heeft hé? Daardoor doet opa soms wat zotjes'. Ik zeg het lachend tegen haar, maar ben stil van binnen. Tot nu toe was zij het enige kleinkind dat zich geen vragen stelde bij het soms vreemd gedrag van opa, haar grote vriend. Maar de tijd laat zich niet foppen. Papa gaat achteruit en zij vooruit en blijkbaar hebben ze elkaar nu gekruist. Ik rij naar huis, mijn buik stil en een hele auto die ruikt naar appels. Appels die ik met papa geraapt heb in hun boomgaard. We moeten een appelboom planten in onze tuin bedenk ik. Een eigen appelboom. Maar ik wil helemaal geen eigen appelboom.
There is a house built out of stone Wooden floors, walls and window sills Tables and chairs worn by all of the dust This is a place where I don't feel alone This is a place where I feel at home
And I built a home For you For me
Until it disappeared From me From you And now, it's time to leave and turn to dust
Out in the garden where we planted the seeds There is a tree that's old as me Branches were sewn by the color of green Ground had arose and passed its knees
By the cracks of the skin I climbed to the top I climbed the tree to see the world When the gusts came around to blow me down I held on as tightly as you held onto me I held on as tightly as you held onto me
'Omdat jij daar geen platform voor schept' antwoordt hij op mijn vraag. Voorafgaande was er een gesprek over pubers en de bijhorende strijd en mijn opperen of dat met mijn kinderen ook zo zal zijn, en of we daar als ouder een invloed op hebben. Enige strijd is mij niet vreemd en beangstigd me niet. Het feit dat mijn eigen kinderen op een bepaald moment zich fysisch of emotioneel tegen mij of mijn waarden kunnen keren wel. Het gegeven dat je jarenlang fruit sneedt, gezonde maaltijden bereidde, insmeerde met zonnebescherming, zorgde voor de drie 'Erren' : Rust, Reinheid Regelmaat en dat dat eensklaps in schril contrast kan staan met het alom vernietigend effect van drug-of alcoholgebruik. Of met het niet weten waar je kind zich bevindt. De uren zorg die je aan je kinderen besteedt worden niet verrekend. Het is een geven, een geven van gans(er) hart(e), een geven zonder nemen, eenrichtingsverkeer. Zoals geven steeds zou moeten zijn. Maar het moet een immense pijn veroorzaken. Eén die je tot in je diepste zijn voelt. Door mijn hoofd bleef zijn antwoord gaan. Zijn antwoord en de vragen, bedenkingen die errond cirkelen. Ik weet niet of het zo eenvoudig kan zijn. Of het zo is dat je in elke relatie die je aangaat een platform schept. En waarvoor je dan een platform schept. Eerlijkheid? Openheid? Oprechtheid? Begrip? Meededogen? In elk geval dacht ik aan zijn antwoord toen ik deze middag de keukendeur hard had toegeslagen na Lucas enige verwensingen en bijhorende totaal onredelijke straf toe te gooien. Platform Katrijn, denk aan het platform. Oogst je wat je zaait? Of zaai je om nadien te oogsten en moet je geluk hebben dat de weergoden aan jouw kant staan? In elk geval bracht het teweeg dat ik na driftig aardappelen en wortelen geschild te hebben de rust en rede terug gevonden had om te luisteren wat er met Lucas aan de hand was, wat er in mij omging en of we elkaar daarin konden vinden. Waarvoor wandelen en worteltjespuree met zonnebloemolie, peterselie en sesamzaadjes allemaal niet goed is.
Van boven aan de trap roept Helena naar beneden. 'Mama?' - ja zusje - 'Ik heb gebid dat iedereen veilig is'. Even zal mijn blik verbaasd geweest zijn tot ik bedenk dat we vrijdag zijn en Helena dus godsdienst kreeg op school. Niet dat bidden me vreemd is, integendeel, maar wel het verwoorden op die manier ervan.
Lucas is veranderd van school. De richting die hij zo graag wou doen kon hij enkel doen op een katholieke school. Iets waar Piet en ik niet voor kozen. Door zelf voor het Gemeenschapsonderwijs te werken was ik met de jaren steeds meer en meer overtuigd van de schoonheid en kracht van pluralisme zoals dat zo mooi heet. Paralel met het steeds meer en meer overtuigd zijn van het juk dat de eeuwen katholicisme met zich meebracht. Al wankelde mijn geloof nooit. In elk geval brengt het nu met zich mee dat Lucas voor het eerst in zijn leven in de rij moet gaan staan op het belteken, recht moet staan als 'een hoger geplaatst persoon' binnenkomt en leerkrachten moet aanspreken met Mijnheer of Mevrouw. Pragmatisch als ik soms denk lijkt me dat Lucas daar niet dood van gaat. Gelukkig maar. Maar toen hij zonet vertelde dat verschillende leerkrachten, die geen godsdienst geven, de les aanvangen met een kort gebed moest ik toch even grinikken. Waar halen ze het voor een bende veertienjarigen ?
'De Coster-lijst is een onderdeel van het Project
Laurens Janszoon Coster, een vrijwilligersproject met de bedoeling zoveel
mogelijk Nederlandstalige literatuur gratis via Internet ter beschikking te
stellen. Abonnees op de Coster-lijst krijgen elke werkdag een klassiek
Nederlands gedicht in hun elektronische postbus: Van Vondel tot Van
Ostaijen.'
Een website waar ik sinds jaar en dag dagelijks
een gedicht van toegestuurd krijg. Het soms
diagonaal lees, het soms kopieer en opsla op de computer, in mijn geheugen. Dit
is het gedicht van vandaag. Leven, heden, hier en nu.
- Lenig mij -
Leven, geef me
doorslaggevende leidmotieven,
smakkeschenk me klare zijnzegen,
wissers
tegen de pijn, tegen
het venijn van de azijnpissers.
Altijd al was ik gevoelig voor leed van mensen en dieren, maar als het over kinderen of mensen die om een of andere reden kwetsbaarder of weerlozer zijn gaat dan ben ik helemaal week. Week en onmachtig. Een onmacht die zo fel kan zijn dat een boosheid me helemaal kan overvallen. En dat is met mama te worden niet bepaald verzacht. Gisteren las ik Duizend schitterende zonnen van Khaled Hosseini uit. Een roman die zich afspeelt in Afghanistan. Waarbij niet veel meer woorden uitleg gegeven moet worden denk ik. Ik las het uit en kon, ongeacht het nachtelijke uur, niet anders dan opstaan en gaan kijken of ons kleine meisje ok was. Een immense dankbaarheid overviel me om haar veilig te weten. Het moet pijn doen als je weet dat je kind overgegeven is aan willekeur van machtsmisbruik enkel en alleen omdat ze een meisje is. Aan elke vezel in je lijf.
Mooier dan mooi is het om nu te wandelen. De mensen die me vergezellen op de vele uren buiten, de natuur. De takken van de fruitbomen zwaar onder het gewicht. Moeder Aarde heeft (en geeft) een kracht en welwillendheid die me blijft verbazen. Waar haalt ze de moed? Hoe groot is haar draagkracht? De takken van de fruitbomen zwaar onder het gewicht en een zin uit een gedicht 'De appels in de boomgaard blozen...' houden me bezig. Een gedicht dat we gebruikt hebben op de geboortefeesten van onze kinderen. Maar eerst deze appeltjes:
Ambrosia, wat vloeit mij aan? uw schedelveld is koeler maan en alle appels blozen.
Anderhalve kilogram bioplanetgehakt, drie kilogram rijpe tomaten, wortelen, look, ajuin en veel estragon om evenveel kinderbuikjes te vullen. *Vakantie*
Weer droom ik. Een gelijkaardige droom als die van de voorbije weken. Een levendige droom met verdriet en boosheid en ontgoocheling en warmte. Het hele scala aan menselijke gevoelens dus. Met september in aantocht is de aanleiding me bekend, een professionele droomanalyse is overbodig. Wat niet wegneemt dat ik met al die heftige emoties wakker word en me vloekend tot hierboven richt. God, verdomme, wat wil je van me? Show me the way (to the next whiskeybar)
Het boek 'Man, vrouw en zielenbewust zijn' van Jaap Hiddinga passeerde me.
Maar twee dingen blijven hangen en vragend rondcirkelen.
Het ene ging over geaardheid en zijn visie daarop.
Namelijk dat we afwisselend onze levens doorbrengen als man of als vrouw.
En dat iemand die in een nieuw leven niet volledig los kan komen van het
vorige en bijgevolg andere geslacht, dat nu uit door homosexualiteit,
transsexualiteit, ...
Het tweede dat me bijbleef was een heel verhaal dat ik onrecht aandoe met
mijn eigen woorden, maar ik heb het boek niet meer om het letterlijk over te
tikken.
In een notedop kwam het hier op neer: elke ziel heeft een tweelingziel.
De kans dat je je eigen tweelingziel ontmoet in je leven is erg klein. Het
ontmoeten van je tweelingziel en de eenheid die je ervaart is een
godservaring. Het niet compleet zijn, het verlangen naar eenheid en hereniging, uit zich
in onze mensenlevens in het blijven zoeken en streven naar geluk.
Naar vervulling. Naar invulling via vriendschappen, liefdes en passies. In
de ruime zin van het woord en niet enkel via menselijke relaties.
In het groen, aan de kant, achter een boom of struik plassen; ik vind het heerlijk. Niet omdat ik een exhibitionistisch kantje heb, integendeel. Maar verbaasd moet ik vandaag toch gekeken hebben als mama me zei dat Tante Thérèse, zaliger en een zus van mijn opa en Tante An, alive and kicking en een zus van mijn mama, dat altijd deden. Niet omdat de nood zo hoog was, wel omdat ze dat leuk vinden. Ferme dinges, die genetica.
Drieënzeventig jaar geleden is mijn mama geboren op elf juli. Waardoor
haar broers en zussen op haar verjaardag naast een verjaardagslied ook steeds De
Vlaamse Leeuw zingen. Waarover mama dan giechelend zegt 'wat zullen de buren wel
niet denken?' Al zullen de buren stilletjesaan wel weten wat voor een zotte
bende de familie wel is. Zeven kinderen, geboren uit de schoot van Marietje-van-de-secretair. Zeven zotte dozen. Zeven kinderen waarvan mijn mama de jongste is, het kakkernestje, het
overschotje. Letterlijk een stuk kleiner dan haar zussen. Wonderlijk is het, werkelijk een wonder; zeven kinderen tussen drieënzeventig
en drieëntachtig jaar, allen beweeglijk, jonger ogend, kletsend, fietsend en helder
van geest. Daar zou je als mama toch voor tekenen.
Ik blijf dat zoiets vreemd vinden: een deur die sluit en een ander die
opengaat. Een hand die weggetrokken wordt en een andere hand die je toegestoken
wordt. Iemand die slaat, iemand die zalft. Onverwacht, onverhoopt,
ongezien. Een vreemde en onverwachte samenloop van omstandigheden. Het ene
moment een steek van pijn in je buik of hart als je aan iemand of iets denkt,
het andere moment lijkt het wel of iemand daar een zacht en warm washandje oplegt, een doekje tegen het bloeden. Vorige week las ik 'de heks van portobello' van Paulo
Coelho.
Met enige terughoudendheid eraan begonnen, want de voorgekauwde wijsheden
en belerende wijsvinger vanuit zijn laatste boeken bleef in mijn achterhoofd
aanwezig. Zo jammer dat veel dingen die een hype worden net omdat ze zo sterk
zijn, dan hun eenvoud en puurheid verliezen.
In elk geval, waar ik toe wil komen; het is een prachtig boek. Een bron van
inspiratie. Woorden en gedachtengangen die nadien blijven nazinderen, je
uitdagen en prikkelen voorbij jezelf.
Op een bepaald moment schrijft hij over grootse dingen doen. De drang,
het verlangen dat we soms hebben om iets groots te doen.
En de grootsheid die je ook kan leggen in alledaagse dingen en handelingen.
In de liefde waarmee je een gezonde en lekkere maaltijd klaarmaakt voor je
kinderen en geliefde.
In de liefde waarmee je een wonde onsmet en verzorgt.
In het een zacht en warm washandje zijn voor iemand.
Zeven jaar geleden op onze huwelijksverjaardag geboren; ons bengelke, ons engelke. Nu recht uit haar bed, maar mèt een feestjurk al aan. We zijn zo blij met jou Helena!
EVA, duidelijker gezegd: het Ethisch Vegetarisch Alternatief gaf deze link mee. Eentje waarop ik spring, want ik schil en snipper uien onder lopend water om mijn gevoelige oogskes toch ietwat te ontzien. En daarnaast : een gouden tip, die willen we delen met iedereen. Spread the word!
Lifehacker reader and foodie Ian Beyer offers a helpful tip for how to avoid onion-slicing-induced tears:
Using a knife, cut a cone out of the bottom of the onion (where the roots come out). The diameter of this cone should be about a third of the diameter of the onion, and about 1/3 deep. Take this piece and throw it away (don't put it down the disposal!). This piece contains the part/gland that makes baby Jesus and everyone else in the room cry when you're chopping it up. Once you've gotten that piece out, chop off the top, peel, and slice the onion.
Been doing it for years, and it works like a charm. You know your cone is too small if it doesn't work, because you've cut into that teargas grenade.
Eén juli, dus acht weken zomervakantie! Een zomervakantie die pas ècht begint als de sporen van het voorbije schooljaar gewist zijn. Dus riep ik deze ochtend Lucas, Remi en Helena bij mij met de duidelijke opdracht hun boekentassen en mappen leeg te maken en op te ruimen. Om na een half uur ze weer weg te sturen en het heft zelf in handen te nemen. Deels omdat het leek dat de hoop steeds wanorderlijker werd, deels omdat het zo fijn is op je gemak te kunnen bladeren in wat voor hen het afgelopen jaar school was. Om dan schatten als deze tegen te komen :
Remi en het blad 'Dit is mijn familie' : Mijn broertje en zusje houden van ... alectricitijt en roose.
In de map Godsdienst : Liefste familie Ik wens juli een vroolek kerstfeest En de dode omas en opas en dieren die doot zijn. En het vrolekste kerstfeest van me leven. Vrolek kerstfeest!
Mooi vind ik dit en zo ontroerend mooi blijf ik dit vinden. Voorgelezen door een oudere diepe mannenstem. Dit en de kanon in D van Pachelbel. Dat zou moeten volstaan als ik er niet meer ben. Tot dan ben ik dankbaar. Voor wat is. En niet is.
Do not stand at my grave and weep I am not there; I do not sleep. I am a thousand winds that blow, I am the diamond glints on snow, I am the sun on ripened grain, I am the gentle autumn rain. When you awaken in the morning's hush I am the swift uplifting rush Of quiet birds in circled flight. I am the soft stars that shine at night. Do not stand at my grave and cry, I am not there; I did not die.
Hoe Lucas het doet; ik weet het niet. Uren heeft hij gestudeerd voor
Frans. Uren alleen, met Piet, met mij. Om dan nog een buis te verkrijgen om
U tegen te zeggen. Die Lucas. En aangezien de Wingerd in de eerste twee
jaren geen vakantietaken of herexamens geeft hou ik mijn hart vast. Nu, de
signalen waren reeds lang zichtbaar. Ik herinner me de eerste lessen frans die
Lucas kreeg van meester Geert, nu vier jaar geleden. En de bijhorende eerste
huistaak : het luidop lezen van een paar franse zinnetjes. Dat was zo grappig ik
er nu nog om in de lach kan schieten. Mijn engelke op mijn linkerschouder
fluistert : 'ge had beter wat minder gelachen en wat meer gestudeerd met hem'.
'Niks van' zegt het duivelke kordaat op mijn rechterschouder, ' ge hebt
gelachen, met hem gestudeerd èn het is wie hij is, geen taalgevoelige jongen, ge hebt het goed gedaan.'
Laat op de avond zit ik buiten en kijk naar de prachtige lucht. Felblauw en lichtblauw, met één donkergrijze wolkenzone omringd door een roze en oranje gloed. Ik zie er drie paar blauwe ogen in, ze kijken me aan. Een paar lichtblauwe, groot, vragend. Een paar donkerblauwe, klein, priemend. Een paar donkerblauw, grijs, starend, de blik niet afwendend. Ze lijken wel te vragen : 'En? Wat zal het zijn?'
Als ik één avond per maand televisie kijk is het veel. Omdat hij meestal ingepalmd wordt door Piet of de kinderen, omdat ik liever op zoek ga via internet, omdat ik liever lees, omdat ik soms vroeg ga slapen. En zo kwam het dat maandagavond Piet niet thuis was, Lucas speelde op de Playstation, ik de televisie opende en terecht kwam bij een programma dat nadien bleek te heten: 'All you need is love'. Het verhaal van een tweeëntwintigjarig meisje. Een meisje dat in Haïti geboren was. Als vijfjarig meisje terwijl haar mama even weg was door haar papa aan vreemden meegegeven werd. Weg van de uitzichtloze armoede zal hij gedacht hebben. Eén van de duizenden kinderen die in Haïti bij rijkere mensen terecht komen als huishoudhulp in ruil voor voeding en woonst. De werkelijkheid was anders. Ze werd gebruikt om voortdurend te werken, in ruil voor een slaapplaats op de grond en geen voeding. En daar bovenop : zonder de liefde van haar ouders. Even houdt ze het vol, maar vlucht dan. De stad in, de straat op. Zoekend naar resten eten in vuilnisbakken, zoekend naar mensen die het niet slecht met haar voor hebben. Enkele maanden later wordt ze op straat opgemerkt door een tante van haar, die haar weer meeneemt naar haar geboortedorp. Haar mama is weg, haar papa stervende. Ze wordt afgestaan voor adoptie en komt als achtjarige terecht in een belgisch pleeggezin. Om na zware puberteitsjaren uiteindelijk en eindelijk in de armen van een jongen aan zee en zijn familie rust te vinden. Het programma zorgt ervoor dat ze naar haïti kan, naar het vernielde Haïti na de aardbeving, een weerzien met haar twee zussen. De hele aflevering lang liepen de tranen over mijn wangen. Een Lucas die naast me kwam zitten is en om de vijf minuten zei 'maar mama toch'. Maar ik kon het niet tegenhouden en bleef maar aan het contrast met de haarborstel denken die ik die ochtend kocht voor mijn klein meisje dat toen lag te slapen in haar warme veilige bedje. Drie heeft ze er nu. Maar deze haarborstel beloofde ontwarring van haar lange haar zonder pijn. En laat dat nu zijn wat we allemaal willen. Voor iedereen. En in elk geval voor vijfjarige kleine meisjes. In elk geval.
Verwarrend vind ik het. De tegenstrijdige informatie die je als leek te zien krijgt, vinden kan.
Over de invloed van alle toevoegingen in ons voedsel, de scheikundige produkten in de bodylotion en lekker-ruikende-kerstboompjes voor in de auto, het aluminium in de deodorant, de amalgaam in onze vullingen, de alom ingeburgerde elektrosmog tot de lijm in de gipsplaten. Waarbij er weinigen onderlegd genoeg zijn om er een werkelijk en goed zicht op te hebben. Waarbij er weinigen in staat zijn hun eigen belang te onderschikken aan algemeen belang.
Ondertussen sta ik na school bij te praten met een mama met borstkanker, zwaai ik het meisje uit dat haar haartjes bijna weer halflang heeft, mis ik het vertrouwde beeld en de vrijdagse babbel met een opa door keelkanker en huppelt er op de speelplaats een elfjarig meisje met beenderkanker. Elke nieuwe boodschap beneemt me de adem. Elke nieuwe boodschap versterkt me in mijn persoonlijke overtuiging, in een poging invloed te hebben op. Was het maar zo. Was het maar zo eenvoudig.
Mama heeft een operatie achter de rug. Op zich niet fijn en een moeilijke operatie, maar alles is goed verlopen en de biopsie wijst enkel goedaardig aan. Gisteren mocht ze naar huis en dat was weer even diep kunnen ademhalen. Want een zevenenzeventig jarige en dementerende papa die enkel thuis wil zijn is niet bepaald bevorderlijk voor een goede gemoedsrust. Of zoals mama pragmatisch zei : ik heb gevraagd aan mijn beschermengelen om voor papa te zorgen, en ook aan de zijne. En als er dan nog iets gebeurt dan is het teken dat het zo moet zijn'. Oftewel : What will be, will be. Dinsdag wordt Piets papa geopereerd en beginnen we van vooraf aan opnieuw. Piets mama wil ook het allerliefst thuisblijven. Al zal het hier, door een langere revalidatieperiode, onze organisatie nog iets meer op de proef stellen.
Ik hoor stemmen in de keuken naast me. Lucas is er aan het werken aan een maquette van ons huis voor het vak Technologische Opvoeding. Het zijn de stemmen van Helena en Remi. Nauwelijks van klank, timbre en uitspraak te onderscheiden, maar aan hetgene gezegd wordt weet ik wie het is. Ik hoor ook een derde stem. Een ietwat zwaardere stem die ik niet direct kan plaatsen en ik vraag me af wie er op bezoek is. Het blijkt Lucas te zijn die ietwat hees opgestaan is. Het duurt nu al enkele dagen waardoor ik me afvraag of het geen voorbode is van 'de baard in de keel'. Spieren en lichaamsvormen die zich duidelijker prononceren en meer haargroei; het bleef allemaal Lucas. Maar dit, een andere stem, jee dat is raar.
Ik heb een vrije dag en de kinderen hebben een snipperdag, baaldag of 'pijamadag' zoals Helena het met zo'n levendig blij stemmetje zei deze ochtend. En ik probeer me te beheersen en me niet te bemoeien met hoe de invulling van een snipperdag volgens mijn denken zou moeten verlopen. Lucky day! http://www.youtube.com/watch?v=MzY9EFxfPW0
Twaalf kilogram aardbeien, handen die naar aardbeien ruiken en negenendertig potten confituur later. Een mens zou van minder gelukkig worden. In het bijzonder doordat de geur me terugbrengt naar onze laatste vakantie. Waar ik aan zee de heerlijkste aardbeien ooit gegeten heb. Eruit ziende als onze belgische aardbeien, zij het met een lange hals en de smaak en geur van bosaardbeien. Heerlijk!
Ook al misleid mijn uiterlijke verschijning : ik ben gek op 'gezonde voeding'. Niet zo vreemd, aangezien als verstokte vegetariër sowieso groenten en fruit het grootste deel van de voeding vormen. Een aantal dingen lust ik echt niet. Paddestoelen, ongeacht de vorm, geur, maat, kan me niet bekoren. Echt, echt niet. Asperges daarentegen ... mmmm. En gisteren heb ik iets uitgeprobeerd dat goed in ieders smaak viel : Pasta Primavera. Weliswaar na er een flinke eigen draai aangegeven. Zo zijn we. Om het kort te maken : groenten allerlei blancheren in groentenbouillon. Ik had gisteren 2 bussels lenteuitjes, 1 bussel wortelen met loof, 2 kuipjes groene aspergepunten, 1 kuipje witte kleine asperges en 100gr verse erwten genomen. Alle groenten samen en even lang even blancheren dus. Nadien de groenten aan de hand van een schuimspaan in een andere kom even laten rusten. Op de pot met pruttelende groentebouillon een grotere kookpot plaatsen. Daarin 50ml van de groentebouillon doen samen met het eigeel van drie eitjes. Roeren met de garde tot het mengsel dikker wordt. 1 brik soyaroom light, wat echte boter, 50 gram parmezaanse kaas en 200 ml van de groentenbouillon toevoegen. Heel voorzichtig roeren. Peper en zout toevoegen, een eetlepel gehakte verse munt en 2 eetlepels gehakte peterselie. Groenten eraan toevoegen, opdienen met pasta en bestrooien met schilfers parmezaan. Mmmm ... lekker!
Denkt aan de woorden en het vuur van een verliefde vriendin en poetst zingend, voor ze het weet, de laatste sporen weg van Helena's feest. Er zijn zo van die liedjes die je nog van buiten kent na 20 jaar en waarvan je denkt dat je ze altijd zult kennen. You fill up my senses Come fill me again
Zondag doet Helena haar Eerste Communie. En zo ernstig vroeg ze me deze ochtend of ik een wit onderbroekje en hemdje gekocht had voor haar. Niet dus. Maar nu dus wel. Kwestie dat ze helemaal 'af' is en met haar mooie huig -r haar tekstje kan voorlezen. 'Zoals hij sprrrak met ons, onderrrrweg hij brrrood brrrak en de zegen uitsprrrak'. Een franse -r vinden wij, een echte gentse vindt de familie. Who cares. Als ze maar gelukkig is. En gezond. En heel. En vrij èn een wit onderbroekje en hemdje aanheeft onder haar witte jurkje met witte kousjes en witte roosjes in haar haar.
Vakantie. Vakantie en op reis gaan. Deze keer naar een huisje aan zee. En na een lange dag, 1200 kilometer gereden, waren we er. Stonden we aan de voordeur van ons huisje voor één week, voeten in het zand. Voor ons de ondergaande zon in de Middelandse zee, links van ons de ruwe rotskust tot een eind in Spanje, achter ons de pyreneëen groen en bloeiend, links van ons de jachthaven van Argelès-sur-mer. En een scheut gaat er door mijn buik als ik deze ochtend, terug in Merelbeke, wakker werd, het raam opende en auto's hoorde. Het wakker worden met de geluiden van de zee, de frisse bries, op je blote voeten over het strand om brood gaan, de overweldigende geuren van de zee, de natuur, de bloemen; daar voelt het meisje in me zich zo thuis.
Soms kan je al verkocht zijn bij de eerste zin van een boek, gedicht of lied. Total loss. En het zal vast en zeker niet zo zijn, maar ik kan me niet herinneren dat het dan ooit op een ontgoocheling uitdraaide. The plan it wasn't much of a plan, I just started walking.
Lucas moet tegen morgen 'Let it be' en 'Yesterday' kennen. Wat zorgt voor de nodige slappe lach in huis. En niet alleen door zijn zangkwaliteiten. Om een wat meer overtuigd gevoel te krijgen vraag ik hem lachend 'weet je eigenlijk wel wat je zingt?' 'Ja hoor' zegt Lucas, 'moeder Marie komt naar mij, sprekend woorden van wijsheid, laat het zijn'. Misschien moet ik het vooral laten zijn. Lachen en ook zoete herinneringen. De rode en de blauwe plaat van de Beatles, zo vaak als kind gehoord. En deze, vooral deze nam ik mee. Een plaat van John Lennon. Stand by me. Alstublieft.
Of ik van gedichten hou vraagt er me iemand. Ik twijfel even om te antwoorden. ( Euh ja ... ja, eigenlijk wel. Eigenlijk veel. Alleen, van sommige heel erg veel en van anderen totaal niet. En 't is niet zo dat ik bundels verzamel of ontleen of absoluut in mijn boekenkast wil staan hebben en ... maar ik kan wel geen gedicht of citaat voorbijlopen zonder het gelezen te hebben en sommige leven echt in me, gaan al jaren mee met me. Begrijp je?) Ik hield mijn warrig antwoord maar wijselijk voor mezelf. Niet wetende dat ik enkele uren later in de boekhandel één van mijn laatste ontdekkingen in het groot zou zien staan en mee naar huis zou krijgen.
Uitgesproken
praat met mij en doe dat honderduit, vertel me zwijgend waarover een leven gaat hoeveel tederheid er nodig is en adem gulzig tot het eind
spreek dit lichaam zonder een spoor van schroom, spreek het, spel het volledig uit laat me duizelen breng me in totale ademnood geef je
ik hep een goet iedee ik geev al mijn speegoet weg voor 100 euroo 100+100=200 en 4+7=11 en 14+1=51 ...5+++++
Dit schrijfsel van Helena vond ik tijdens het opruimen. Sinds ze kan schrijven en rekenen vinden we tot op de beslagen badkamerruit haar sporen. Bij de aanvang ervan bedenk ik dat het fijn is dat onze kinderen stukjes van ons overnemen. In dit geval : weggeven wat je zelf niet meer gebruikt of waar een ander meer nood aan heeft. Tot ik het briefje helemaal uitlees. Al moet ik eerlijkheidshalve ook daar mijn hand in eigen boezem steken. Want het was enkele weken geleden mijn idee om speelgoed te verkopen toen Remi vroeg hoe hij aan geld zou kunnen komen om nog meer KAPLAblokjes aan te kunnen kopen. Die Helena, ik zou een boek kunnen vullen met al haar grappige schrijfsels!
Herfst, dag van het bos. Ze stond een paar meter van hem. Keek hoe hij zijn rugzak afdeed, door zijn kniëen hurkte, de zak opende, sapjes openplooide, er een rietje instak. Een appel nam, een mes en de appel schilde. Hoe hij partjes sneedt en aan de kinderen gaf. Hoe haar jongste zoon, toen nog met een gezichtje rond als een volmaantje wankelend naar hem toestapte. Als enige bleef stilstaan en één voor één een appelpartje aannam en opat. En hoe alles in haar stil werd, kijkend naar dat kleine jongentje en die mooie grote man gehurkt in het bos, haar buik teder en zacht. En wist dat vanaf dan niets meer zou zijn zoals het was.
Mama, vraagt Helena, mama, klopt het dat oma vroeger een aap was? Wetende hoe mijn jongste steeds moet opboksen tegen die grote broers die altijd alles beter weten, en het ook altijd beter weten, hou ik mijn lach in mezelf. Nee schatje, oma niet, oma was geen aap. Maar wel ons overoveroveroveroveroooooooooovergrootouders. Miljoenen jaren geleden. H: En wie dan wel van wie we kennen? Tijd. En haar moeilijk te vatten, bevatten, behouden zijn. Tijd die vliegt. Tijd die rozen baart. Tijden van komen en tijden van gaan. Tijd die raad brengt. Tijd die heelt.
Perioden van goed slapen en slecht slapen wisselen elkaar af. Ik weet : een paar keer per jaar is het zover. Een aantal keer per jaar word ik een paar weken na elkaar wakker rond twee, drie uur, om dan niet meer in te slapen. En hoe ik vannacht erop kwam; ik weet het niet, maar ik elk geval ben ik tot een ontdekking gekomen. Ik heb ontdekt dat in de eenentwintigste eeuw ik altijd evenveel jaar word als de kalenderdatum opgeteld. Ter verduidelijking, woorden zijn nooit mijn sterkste kant geweest, op 09.03.2011 word ik 43. 09+03+20+11 = 43 en zo zal dit doorgaan zolang het deze eeuw is. En toen ik even nadacht en probeerde in te schatten of dit al dan niet bijzonder is bedacht ik dat zus B net hetzelfde heeft. Zij is namelijk 2 jaar ouder dan mij en verjaart 2 maand later. 'Spooky' zegt een vriendin me met wie ik mijn ontdekking deel. Is it?
Lucas is vandaag veertien. Veertien jaar geleden geboren na een spoedkeizersnede en bijhorende niet zo'n fijne herinneringen. En ook al konden we die eerste week niet samen zijn, ik was een tijgerin geworden. Eentje van het kaliber 'do - not - touch - my - child'. Was ik diegene die geen kinderen aandurfde vanuit een angst het niet te zullen kunnen? Het niet te zullen weten, niet te zullen voelen? In elk geval : veertien is Lucas. Zijn bewogen dertiende levensjaar achter de rug. Het namaaklederen hesje dat hij kreeg van C. voor zijn eerste verjaardag ingeruild voor een ander namaak lederen jasje, vele maten groter. Wees gelukkig Lucas. Wees gelukkig, wees gezond!
Oudejaarsavond en Pimpampet en ik die blijf nalachen als ik eraan denk. De opdracht was een krant met een K. 'Kerk en Leven' roept Piet uit. Vuur, mijn handen had ik in het vuur gestoken. Zo zeker was ik van mijn zaak na dag op dag vijfentwintig jaar samenzijn dat deze 'godsdienstketter' Kerk en Leven niet zou kennen. En blijkbaar had ik dat toch vrij goed ingeschat, want toen we na de eerste verbazing, uitgelachen waren wou ik toch graag weten hoe hij op de naam van dat weekblad gekomen was. Bleek dat er onlangs een item op de radio was over Kerk en Leven die wou adverteren op 'de lijvekes' van Cercle Brugge en daarvoor vriendelijk bedankt was. Haha, Cercle Brugge ... vandaar! Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. En die van Piet ook!
Onthoud, zegt de Dalai Lama, onthoud dat je kinderen geen kleurboeken zijn die je kan inkleuren met jouw lievelingskleuren. Ze stopte met afdrogen, de handdoek in haar handen, ademde diep en keek naar buiten. Het landschap wit en stil. De woorden van Millie in haar hoofd.
Schoolvakantie, dus onverwachte wendingen van de dagen. Wat voor iemand met mijn rigide denken en navenante nauwkeurig bijgehouden agenda niet altijd eenvoudig is. Maar met de nodige rustmomenten (lees: geen gerij, geen bezoek, geen geplande activiteiten, geen telefoon) is voor elk gezinslid vakantie ook werkelijk vakantie. En grinikkend kijk ik naar hoe de dag van vandaag en gisteren zo verschillend is. Gisteren : Lucas met twee vrienden. Rustig, cool, alles onder controle. Hier en daar een stem die onder invloed van de hormonen even de hoogte of laagte inschiet. En daarnaast vooral heel veel gegooi met het hoofd naar links of rechts, al naar gelang langs welke kant de bles op het voorhoofd hoort te liggen. Het groepje hoofdzakelijk vertoevend waar ik niet ben. En waar ik het niet in mijn hoofd haal te gaan vragen of er iemand een stukje fruit wil. Ondertussen flaneert een ander trio zich door het huis. Letterlijk. Helena en twee vriendinnetjes bewegen zich van haar kamer naar de badkamer naar onze slaapkamer, de keuken, de woonkamer. Het hele huis door. Waarbij veel aandacht en tijd gaat aan zich verkleden, zich schmincken en samen dansen en zingen op muziek. ik kijk heel diep in zijn ogen en zie duizend regenbogen http://www.youtube.com/watch?v=Y4lOFfiVyRY De drie meisjes zoeken wel mijn aanwezigheid op en laten het fruit, een koekje, wat drinken, zich welgevallen. Vandaag : Lucas is met vrienden en vriendinnen naar de bioscoop. Helena speelt bij een vriendinnetje. Remi is dus alleen thuis. Remi, vriendje M en ikzelf. En na uren in vrijwel stilte een prachtig en hoog bouwwerk gemaakt te hebben met de duizend KAPLAblokjes beramen ze een aanslag. Ze gaan de toren aanvallen met papieren vliegtuigjes en kijken wat er dan gebeurt. Ze gaan het ook filmen. Ze hebben mijn aanwezigheid niet nodig, noch stoort ze hen. Ik snij wat fruit en denk aan de duizend regenbogen. Ze laten zich het fruit, dessertje en drinken welgevallen.
Flashmobs, zegt wikipedia, een flashmob is een groep mensen die plotseling op een openbare plek samenkomt, iets ongebruikelijks doet en daarna weer snel uiteenvalt. Flashmobs worden veelal georganiseerd via moderne communicatiemiddelen. Zoals deze : http://www.youtube.com/watch?v=SXh7JR9oKVE Zo super vind ik dat; even wakker schudden, even stekken, prikken, lostrekken van gewoontes en patronen . Hartverwarmend. Hallelujah!
Ze wonen in groene heuvels. Levens geleden. In de nabijheid van bergen, zee en rotsen. Groen, rust, wijds. Mooi. Hun huisje; hout en eenvoudig. Links het huis, een bankje, bloemen. Rechts er tegenaan ; een soort schuurtje, een overkapping. Hout gestapeld, een zaagbok, wat stro, hooi. Ze zijn gelukkig. Eén. Hij is veel weg, weken na elkaar. Is herder, visser, misschien handelaar. Zij is alleen, maar voelt zich niet alleen. Zelf afwezig vervult hij alles. Kijkt ze reikhalzend uit naar hem. Zorgt voor de dieren, het huis. Er zijn geen kinderen. Nochtans is ze niet jong meer. Hij is onderweg naar huis. Verlangend. Ziet haar liggend onder de afkapping, aan het houtblok, ze is dood. Hij vlucht en blijft vluchten. Zijn verdriet groot. Nooit meer wil hij met iemand één zijn.
Een oudere man op school, een gewezen schooldirecteur, staat in de zaal. Sinds zijn kleinzoon in ons klasje zat komt hij steeds een hand geven. En meestal volgen er wat zinnen op en af. En hoe het komt, ik weet het niet goed, misschien was het de wederzijdse genegenheid voor zijn kleinzoon die het hem deed, maar ik heb altijd het gevoel dat hij een stukje van zichzelf geeft. En zo zie ik nu een man die vroeg zijn echtgenote aan een ziekte verloor. Hertrouwde met een mevrouw die hij later door dezelfde ziekte moest afstaan. Gisteren is de mama van de eerste echtgenote op éénennegentig jaar overleden. Tweeënveertig jaar zegt hij hoofdschuddend, tweeënveertig jaar heeft ze haar dochter overleefd. Het zou niet mogen zijn.
Bedelaars. Bedelaars zijn er aan bepaalde kruispunten in Gent. Even geleden waren ze daar soms. Nu steeds. Aan een kruispunt, een bekertje in de hand, vragend om geld zodra het rood is en je stil staat met de auto. En aangezien de laatste keer dat ik het kruispunt gebruikte alledrie onze kinderen in de auto zaten, maakte dat de bedelaar deze middag een onderwerp tijdens het eten werd. Want ook al was het groen en stond het al dan niet geven van geld niet ter discussie, Remi en Helena hadden de man gezien. Geen spiegel weegt op tegen de spiegel die onze allesvragende, en daarbij nietsontziende, kinderen zijn. Naast het feit dat ik mijn kinderen 'het goede voorbeeld' wil meegeven, vind ik dat het er niet toe doet of iemand aan armoede al dan niet schuld heeft.(De woorden 'schuld hebben' is sowieso iets waar ik het moeilijk mee heb. Heeft er iemand ooit schuld aan iets? Is alles niet een reactie, interactie?) En het doet er voor mij ook niet toe doet of ze uberhaupt wel arm zijn. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat iemand honger of koud heeft omdat ik betwijfel of het wel zo is. En al hebben er negenennegentig op de honderd bedelaars me bij mijn pietje te pakken, dan nog zal die ene in nood werkelijk geholpen zijn met mijn ene euro. En dat de andere dan maar veel plezier mogen hebben met die andere euro's. En even geleden dacht ik dat het essentieel was dat Piet en ik op één lijn stonden, dat dat iets was waar we moesten aan werken. Hard aan werken, kloppen, schuren, polijsten. Nu denk ik dat het mooi is zo. Twee meningen die niet gelijk zijn en toch beiden warm-en barmhartig zijn. En daarnaast deze van onze drie kinderen. Allemaal rond die ene tafel. En dat is zo mooi om zien. Je ziet ze als het ware nadenken, hun hersens krakend en linken leggend.
Op dit vroege ochtenduur slaapt Lucas nog, open ik de laptop, spelen Remi, Piet en Helena Monopoly. Dat Piet Monopoly speelt is uitzonderlijk, en deze keer ook bijzonder. Helena speelt namelijk voor de eerste keer 'de grote Monopoly'. En kan dus wel wat ondersteuning gebruiken tegen Remi die graag wint en die de overwinning al op een gouden dienblaadje gepresenteerd ziet. Luttele minuten later, de laptop nog niet opgewarmd, stormt Helena het bureautje binnen 'mama, ik ben zot-, zot-, ZOT-goed bezig!' Remi zal met tijd nog een te vrezen kuitenbijterke in zijn zusje ontdekken lijkt me!
O, ik heb nu toch raar gedroomd vannacht. Ik ben er helemaal tuut van. Zo'n rare, rare, rare droom. De kamergenoot is een kennis van vroeger. De vriendin in het bad is een vriendin van me.
Ik moest ergens overnachten. In een kamer op een lange, brede gang in een groot hotel. Maar eens je de kamerdeur opendeed, dan was je precies in een kleine houten chalet in Oostenrijk. De kamer was klein. Alles van hout gemaakt. Piepklein en helemaal leeg op twee bedden na. Eentje links tegen de muur, eentje rechts tegen de muur. Ik sta in die kamer en wil door de deur naar buiten gaan, net op het moment dat mijn kamergenoot binnen wil komen. Ik ben verlegen, verlegen door de onverwachte ontmoeting, verlegen door de massa bagage die ik meeheb. En alles wat ik mee heb is felgekleurd. Geel, oranje, rood, paars, groen. Ik mompel verontschuldigend tegen hem : 'zelf de boekentas van Helena accentueert het'. En ik toon hem de boekentas van Helena die ik in mijn rechterhand achter mijn rug vasthield. Het is een grote boekentas met een flap. Tweekleurig. fel. En blinkend. Blinkend, hoogglanzend plastic. Ik ga weg. En wacht. Uren, uren, later open ik voorzichtig de deur van de kamer. Ik denk dat die kamergenoot er nog niet is. Ik zie de kamer helemaal aangekleed. Alles in hoofdzakelijk rood, felroze, oranje. En alles in plastic. Ik kijk verbaasd rond, ga naar de gordijnen. De gordijnen zijn een soort douchegordijnen die nog in de plastic verpakking zitten, het etiket er nog op. Ik ga van de gordijnen, naar het bed, naar de muren, kijk rond, voel met mijn handen overal aan. Alles is bekleed. Tot de muren en vloer toe. Alles is nieuw, zit nog in verpakking. En denk 'amai, hij heeft hier veel werk van gemaakt'. Ik blijf in de kamer rondstappen, heel erg langzaam, verwonderend, verbaasd, rondkijkend. Glimlachend ook. Plots zie ik twee schoenen en een zwarte broek. Mijn kamergenoot zie ik nu pas. Zittend tussen de twee bedden op de grond aan het lezen. Uren. Al die uren heeft hij daar gezeten. Hij lacht naar me, steekt zijn hand uit en trekt me naar zich toe. Het volgende moment loop ik in de gang. Gangen door. Veel gangen en duw hard een deur open. Zonder aan te kloppen of bellen. Het is een badkamer. Heel smal en lang. Donkergrijs. Strak. Links is er een bad. In dat bad ligt de dochter van een vriendin van me. Ze heeft een bloem achter haar oor. Ik zeg gehaast, hijgend, 'waar je mama?'. Ze wijst naar achteraan . Achteraan in de badkamer is er nog een bad, een witte badkuip. Het is wel twintig meter verder. De badkamer is misschien twee meter breed. Overal donkergrijze tegels, hoge kasten en spiegels. Ik loop naar achteren. De deur achter me laat ik open staan. Het enige dat ik in het bad zie is het zitvlak van mijn vriendin. Enkel haar twee billen zijn boven water. Ze beweegt en zwemt precies rond. Ik roep haar, probeer haar aandacht te trekken, maar ze blijft onder water. Enkel haar zitvlak dat heen en weer beweegt kan ik zien. Als ze uiteindelijk boven water komt, haar gezicht niet zichtbaar, want haar natte haar hangt er helemaal voor, vertel ik haar wat er gebeurt is. Opgewonden, heel erg blij. Ze mompelt 'je bent precies mijn zus' en duikt weer onder water in het bad. Ik voel een immense tristesse op me neerdalen, ik voel me onbegrepen. Ik schud mijn hoofd van links naar rechts alsof ik dat gevoel van me af wil schudden en zeg tegen mezelf dat ik het haar straks wel zal uitleggen. Ik ga de badkamer uit en loop terug naar mijn hotelkamer. Lopen door de gang. Veel gangen. Al die gangen terug door naar de kamer.
Wat een rare, rare, rare droom. Freud zou er werk aan hebben.
Een beeld van 175 voor Christus jouw wil opleggen. Daar moet je Berlusconi voor heten. Ach, 't is eens iets anders dan een minderjarig meisje, denk ik cynisch. Tot nu toe bekeek ik zijn 'capriolen' met verbazing, meewarring en soms wat gegrinnik. Maar samen met het beeld van Venus en Mars bekruipt me langzaam een ander gevoel. Kent deze man wel nog waarden en normen? En wat met de hele entourage rond hem die met hem naar de macht geklommen is?
Ik weet dat een collega van me hier leest. En woensdag stonden we te praten. Even, altijd even, en altijd fijn. En verbaasd zal ik gekeken hebben toen bleek dat ze dacht dat het een moeilijke periode is voor me. Misschien moet ik wel even verduidelijken dat hetgene ik hier neerschrijf niet altijd over mezelf gaat. Soms neem ik deeltjes mee. Dingen die ik zie, hoor of lees, die rond me gebeuren. Soms zijn het deeltjes van mezelf. Soms zijn het deeltjes van anderen. Maar altijd zijn het dingen die me raken. Zoals ook zij mij raakt.
Hij had haar gezegd dat ze twee verschillende oorlelletjes had. Het rechter was iets dikker dan het linker. En nu, twee weken later, zat ze aan haar bureau, haar ellebogen beiden steunend op het werkblad, haar linkerhand aan haar linkeroor, haar rechterhand aan haar rechteroor. Hij had gelijk. Ze had het nooit eerder gemerkt. En ze vroeg zich af wat dat zei over hem. Of over haar.
all around me are familiar faces worn out places worn out faces bright and early for the daily races going no where going no where their tears are filling up their glasses no expression no expression hide my head I wanna drown my sorrow no tomorrow no tomorrow and I find a kind of funny I find it kind of sad the dreams in which I'm dying are the best I've ever had I find it hard to tell you I find it hard to take when people run in circles its a very very mad world mad world children waiting for the day they feel good happy birthday happy birthday and i feel the way that every child should sit and listen sit and listen went to school and I was very nervous no one knew me no one new me hello teacher tell me what's my lesson look right through me look right through me and I find it kind of funny I find it kind of sad the dreams in which I'm dying are the best I've ever had I find it hard to tell you I find it hard to take when people run in circles its a very very mad world mad world enlarging your world mad world
De bloemen aan de kassa roepen me. Oranje bloemen. Fel. Prikkelend. Opwekkend. Duidelijk. De kleur van de herfst, van de ondergaande zon, van warmte. Ik geef geen bloemen aan haar. Zij moesten aan haar gegeven worden, ze riepen me. Ik ben enkel de bezorger. En in gedachten proest ik het uit bij het beeld dat ik in mijn fantasie zie, hoor. Zoals in een film. Hey, ...HEY!, ha-lloo-oooo, ik moet mee! Remember? Zo ging het natuurlijk niet. Maar zo voelde het wel aan. http://www.youtube.com/watch?v=Hx-yqFLeUeY schiet door mijn hoofd en ik schiet weer in een lach.
Een boek had mama mee. Van marianne Fredriksson. Geen roman van haar deze keer, maar een fotoboek. Een fotoboek van haar leefomgeving in Zweden. Foto's vergezeld van fragmenten uit romans van haar. Twee stukjes kleefden aan me.
'Om de zin van het leven te vinden , is er maar één weg en die leidt naar ons binnenste. We moeten in ons hart voelen dat ons leven zin heeft. En daarvoor moeten we, nu spreek ik als een soort aalmoeder, onze schaduw leren kennen. Deze schaduw verenigt alles in zich wat wij bij onszelf niet willen zien. Het zwarte, het donkere, het moeilijke. Als we weigeren te zien wat er zich in de schaduw bevindt verbannen we het naar ons onderbewustzijn En dan drukt het zich uit in onze dromen of in gevoelsuitbarstingen, die we zelf kunnen begrijpen noch duiden. Plotseling worden we belaagd door boosheid, afgunst of zelfs haat. Zolang we onze schaduw niet zien, projecteren we hem op anderen.'
Alles kwam tot leven door de wind die zich vrij over de vlakte bewoog en die alles beroerde, soms uitdagend heftig, dan weer zacht en teder. Maar er bestond ook verdriet en een weemoedig verlangen,ongeduld en droom. En een man die dat alles met zich meedroeg. Hij zat bij de grote rivier, eeuwig hetzelfde en eeuwig nieuw. En hij zocht de oever alsof hij niet genoeg kon krijgen van hun schoonheid en zachte stevigheid.
Nog nooit, werkelijk nog nooit heb ik zoveel Vliegenzwammen gezien als vorige week in de duitse bossen. Ik zou zeggen één per vierkante meter, in werkelijkheid schromelijk overdreven, maar gevoelsmatig juist. Remi komt naast me stappen en zegt : 'de papa van Cas heeft toen hij klein was ooit met zijn juf een kaboutertje gezien. En Cas gelooft dat! En jij mama?'
Het is nog donker als ik de woonkamer van ons vakantiehuisje inga, het donsdeken onder mijn arm. Water opzet voor thee, de gordijnen opendoe, de lichten uitlaat, het vuur in de open haard aansteek. Vanuit de zetel kijk naar buiten. Naar het langzaamaan licht worden. Naar het licht en de nevel op het meer, het gras, de heuvel aan de overkant. Naar de dauw, de bomen, de natuur die wakker wordt. En in dit moment van geluk voel ik meer dan ooit tevoren aan wat ik al eerder wist. Het huis hier in Merelbeke, hoe mooi en leuk ook klopt niet. Het klopt althans niet voor mij, het werkt niet voor mij. Wij hebben ons in een omgeving genesteld die niet de onze was, en daar geprobeerd het allerbeste van te maken. Door veel te investeren in ons huis, onze tuin. Veel energie stoppen daarin. Dagdagelijks. Een nestje gebouwd en bouwen. Een veilig, gezellig en vooral afgeschermd nestje in een 'lelijke' omgeving. Het is de omgekeerde wereld gaat er door mijn hoofd. Het huis, de tuin, ... hoe het eruit ziet, wat er is, wat niet, doet er niet toe. Het doet er niet toe omdat we wel overal iets van kunnen maken. Hetgene er wel toedoet is de omgeving. Een omgeving die wijds, groen, rustig, mooi is. Je hebt in een mooie omgeving geen grote tuin, geen hagen, geen omheining, geen ... nodig. Daar kan 'jouw' stukje gewoon overlopen in de omgeving. Een omgeving die zo goed aanvoelt dat je er energie van krijgt in plaats van voortdurend in te moeten investeren. En dromen doe ik dan van een huis met zicht op groene heuvels en rotsen aan de zee in Engeland. Of het binnenland met schapen in de weiden en bochtige holle wegen. Van een huis met roze hortensias in een kleine bretoense baai met rosten, ruikend naar het zilte tot in je bed. Maar dat is dromerij. Heel wat realistischer en even dicht bij mezelf zijn hier vele plaatsen in de buurt. Voorlopig blijf ik investeren in ons mooie huis in een 'lelijke' omgeving en dagdroom van een piepklein 'vlucht'-huisje in de natuur. En misschien komt dat er eerder dan verwacht. Ik merk dat Piets boosheid en teleurstelling rond mijn denken langzaamaan veranderd is. Paralel met het ouder worden, met het zwaar wegen van de vele uren onderweg zijn van werk naar huis, met het hebben van drie kinderen. 'Het ingewikkelde ontstaat uit het eenvoudige' is en citaat van Colin Wilson en was de Dagelijkse Gedachte van gisteren. Da's eentje om mee te nemen.
Jin-shei. Een boek van Alma Hromic. Ik heb het mee om te herlezen op vakantie. Links, rechts en achter me bossen. Groots. Voor me water. Een meer, een stuwmeer. Achter het meer; heuvels. Groen. En schapen die vrij rondlopen. Honderden. Jin-shei en het verlangen zoals vroeger in één trek door te kunnen lezen, in het boek te kunnen kruipen, me mee te laten nemen. Jin-shei en hier en daar gebeurtenissen, zinnen, woorden, die niet genegeerd kunnen worden. Ik weet niet wat het is, maar alles rond me beweegt schreef ik iets meer dan een jaar geleden naar vriend M. Alles rond me beweegt en ik sta stil middenin. En ik zie zoals een film alles gebeuren, voel vanalles, voel met een helderheid andermans manoeuvres, angsten, vreugde, verdriet, gekonkel, machtsspelletjes, mooie en minder mooie harten,... maar ben niet bij machte te reageren. Een 'gelatenheid' in me, een rust, het niet meer kunnen meespelen met spelletjes, ik vind het juiste woord niet, die ik voor het eerst ervaren heb enkele jaren geleden. Na meer inzicht na een breuk met een vriend, na een longontsteking. Die er gekomen is samen met het bewustzijn een dag op de grens gebalanceerd te hebben. Een gelatenheid die ik niet meer wegkrijg, niet in andere kanalen gegoten krijg, die ik niet onderdrukt krijg, niet meer wil onderdrukken, die is wie ik nu ben. En verbaasd kijk ik naar mensen die het niet zien, die de verandering niet zien of ze negatief bekijken. Jin-shei en hier en daar gebeurtenissen, zinnen, woorden, die niet genegeerd kunnen worden en het water zo mooi voor me.
Zesenzeventig jaar werd mijn papa op tweeëntwintig Oktober. Een gezegende leeftijd. Eigenlijk dubbel-, driedubbel-, vierdubbel gezegend als we aan de woorden van de artsen denken. Uitgesproken in het voorjaar vier jaar geleden. Dag per dag kijken. Blij zijn met elke dag dat papa er nog is. Wat resulteerde in bange harten. En in een kerstfeest in mineur, in de keuken, uit het zicht, want dit zou vast en zeker de allerlaatste kerst zijn dat we als gezin konden samenvieren. Nu vier jaar later belde ik papa op om hem een gelukkige verjaardag te wensen. 'Met de jarige!' klinkt het vrolijk en uit volle borst. 'Onkruid vergaat niet' lach ik terug. En alles wat is dat is zou mijn collegaatje zeggen. De angst van de eerste maanden is weg. Ingeruild voor dankbaarheid. Voor die mooie lieve papa. Voor de onbezorgdheid, de rust en gelukzaligheid waarmee hij zich op de dagen laat meestromen.
Dit postte een vriendin op Facebook en ik werd eensklaps vijfentwintig jaar in de tijd teruggekatapulteerd. Naar zus, haar pijnen en haar platen. As a child here I stand.
Als je terugblikt dan kan je momenten in je leven een bepaalde belangrijkheid geven. De woorden sleutelmomenten, kantelmomenten, mijlpalen toekennen. Kan je zien hoe iets tekenend was voor het verdere verloop. En soms weet je het direct, zegt je buik je het, voel je het in je grote teen. Zoals deze middag. Of het een mijlpaal zal worden die in de massa zal verdwijnen in het gezelschap van duizend eerdere op-dat-moment-belangrijke gebeurtenissen of het een mijlpaal zal worden die de jaren overleeft dat weet ik niet. En gelukkig doet het er nu niet toe. Want alles dat is dat is.
Diep in het bos had ik de zon voor jou gevangen. Ik wou ze je geven, een zon voor het leven. Maar je moest ze niet hebben, dus liet ik ze los. Sindsdien schijnt ze nooit meer diep in het bos.
___________________
Een vrouwtje aan de zee klapte in haar handen en alles klapte mee. Van haar knieên tot haar oren, van haar tenen tot haar tanden. Want het vrouwtje was al oud en aan de zee daar was het koud.
____________________
Aan de voet van de berg staat een tentje en daarin woont een ventje en roep je heel luid : Ventje, kom eruit! Dan roept dat ventje dwars door zijn tentje: Iebuskwiebuskwiet!
Maar wat dat zeggen wil, weet ik niet.
___________________
Een prachtig boekje vind ik dit. 'Varkentjes van marsepein' van Geert De Kockere. Al heb ik nog nooit een boek van hem tegen gekomen dat ik niet prachtig vind.
'Vergeet niet, morgen is bedacht en gegeven genoeg liefde om de oversteek te maken ... die geen gebruik maken van een Ramekin om een bonen ontkiemen ? ... die niet bak de cake in chocolade madeleine pannen ? Tima is alles. We raden u vergeet het diner borden , soep , dessert , kopjes om een vinger uit te steken en vind uw beste emoties, de geuren , de geluiden van uw zorgeloosheid .' staat geschreven op de site van een aantal dingen die ik deze ochtend kocht in een uitverkoop. Vooral ronde borden van bovenstaande reeks, want nadat Lucas onze volledige collectie in één keer liet vallen, waren nog weinig borden heel. En als je je graag omringd met mooi keramiek is het fijn als je dat voordelig kan aankopen. Het voordeel was echter snel teniet gedaan toen ik bij het achteruit rijden tegen een hoek van de winkel reed. De hoek was een weinig beschadigd, wat niet van onze auto gezegd kan worden. En toen Piet me vroeg hoe dat kan gebeuren bij een auto mèt parkeersysteem kon ik niet anders dan naar waarheid opperen dat ik in gedachten was bij de mooie aankopen. Het is dus alsnog een dure aankoop geworden. Gedane zaken nemen geen keer en 't is maar materie zou mijn mama zeggen.
September. Een film van afscheid nemen gaat door me heen. Steeds September. Afscheid. Waar een van de meest tekenende misschien wel was toen we verhuisden. Ik was twaalf. Weg van Lieveke, mijn buurmeisje en twee-handen-op-één-buik. Een nieuw huis, nieuw dorp, nieuwe school, St-Andreas op de Garenmarkt. Vreemd hoe je dertig jaar later ziet hoe alles wat gebeurt in je leven een puzzelstukje is. Misschien is het niet slecht eens stil te staan bij die puzzelstukjes. Bij diegene die aan de kant van de tafel liggen. Wegens te. http://www.youtube.com/watch?v=N4wN0CvCenw
Zondag kreeg ik een SMSje van een vriend van me ik ben bompa geworden!. Een vreugdevol en bijzonder gegeven wetende dat hij nog veertig moet worden en dat zijn oudste dochter, die nu mama is, behoorde tot mijn eerste Leefschoolklasje. Het lijkt wel gisteren dat we samen op GWP waren toen 's nachts de telefoon rinkelde en maar bleef rinkelen. En het leek dat iedereen in de aangrenzende kamers wakker werd, behalve 'bompa'. Hij moest naar huis en wel snel. Zijn jongste dochter kondigde zich met spoed aan. En nu, tien jaar na die bewuste nacht, is zijn kleindochter geboren. Wees gelukkig, wees gezond klein meisje. En een even klein jongentje zag ik daarnet in het ziekenhuis. Het eerste kindje van mijn lieve collega. Vier dagen oud. De vreugde rond zijn komst overschaduwd door zijn oma die vannacht overleden is. En ik wist niet wat ik eerst moest doen. De papa feliciteren met de geboorte van zijn eerste kindje of condoleren met het verlies van zijn mama. Het is te groot. Dit gevoel is te groot. Te groot voor woorden (Stef Bos) Wees gelukkig, wees gezond klein jongentje.
'Dit Postvak IN is erg opgeruimd.' is wat er staat als ik mijn inbox van Hotmail open. Ik wis namelijk gestadig alle mails en berichten die binnenkomen. Enkel foto's en mails waar ik nog iets moet mee doe blijven staan. Waarom ik dat doe weet ik eigenlijk niet. Maar dat mijn postvak IN opgeruimd is dat weet ik wel. Maar 'erg opgeruimd', dat doet me elke keer weer lachen. Een programma met waarde-oordeel.
De legerstock. Diegene waar we net vandaan komen. Grijs, bruin, groen, veel stof en rommel. Je gaat daar niet iets kopen. Je gaat er op avontuur, op ontdekking, op wereldreis. Hoe Helena het klaarspeelde, ik weet het niet, maar plots hoorde ik haar helder stemmetje' mama, ze hebben ook iets roze in het leger!' Een paspop, aangekleed als bestuurder van een tank, koptelefoon inclusief. Met een roze lint op zijn borst. Het is een gave om tussen al dat grijs en bruin en groen en stof en rommel iets roze te kunnen vinden. Een ware gave.
Remi en zijn fascinaties. Fascinaties die een paar weken, maanden, heel erg intens zijn om dan aan de kant gelegd te worden. Aan de kant, maar niet weg. De interesse en liefde voor blijft duidelijk aanwezig. Zo passeerden al architectuur, tekentafels en ontwerpen de revue. En heel veel natuurelementen. Dieren, fossielen en natuurverschijnselen. Lego. Kapla-blokjes. Een paar maanden letterlijk en figuurlijk opstaan en slapengaan met en op een dag is het voorbij. Voorbij, verzadigd, bevredigd. En zo ging deze zomer de interesse naar het leger. Alles rond het leger. Boeken verslindt Remi op zoek naar informatie, naar duidelijkheid. En ook al verschuift zijn interessepunt, zijn verwerking van alle prikkels is steeds dezelfde. Tekenen, tekenen, tekenen. Dus toen we daarnet uit de auto stapten, na een eerste en erg indrukwekkend bezoek aan een echte legerstock, was het vervolg vrij voorspelbaar. Remi gaat naar binnen, legt netjes, stuk per stuk naast elkaar op de houten tafel : een helm, de binnenhelm van die helm, camouflagekledij, een netje, een zakje met drinkbeker om aan zijn centuur te hangen en een goudkleurige leeuwenspeld die hij van die lieve meneer als extraatje kreeg. Neemt zijn tekenblok, een grijs tekenpotlood en begint te tekenen. Tekent, tekent, tekent. In stilte. Kijkt om de zoveel tijd even op, zijn blik op oneindig. Ons denkertje. Uren zou ik kunnen kijken naar Remi die tekent. Uren.
We hebben nieuwe fietsen. Piet en ik. Dezelfde. Hij de mannenfiets, ik de vrouwenfiets. Kwestie van je af en toe eens als koppel te profileren denk ik lachend. Toen we ze mochten afhalen zat ik met Remi in de auto. Waar hij verzuchtte dat hij ook zo graag een nieuwe fiets wou hebben. Wat me verwonderde want nu heeft hij de fiets van Joris, een vriend van Lucas, gekregen. En aangezien Joris hier kind aan huis is en daarnaast Remi hem erg graag heeft leek me de fiets Remi dierbaar. Ik kon Remi even niet volgen. Ik zou zo graag een nieuwe fiets hebben, geen appelblauwzeegroene. Maar een echte. Een vélo. Even had ik tijd nodig om me in zijn gedachtengang te kunnen inwerken, maar toen zag ik het licht. Joris en zijn hele familie zijn fervente fietsers. Echte liefhebbers. Joris en zijn zusje wielrennen ook. En een fiets is daar geen fiets, maar een vélo.
Je zelfbeeld bepaalt vaak de grenzen van wat je als individu kunt bereiken. Marcel Sanders
De Dagelijkse Gedachte die deze ochtend in mijn inbox viel. Precies. Gelukkig dat er collega's, vrienden, familie, toevallige passanten, ... zijn die ondanks ons zelfbeeld, ondanks onze grenzen, ons een stapje verder krijgen. Dankbaar ben ik daarvoor.
Alles beweegt, tenzij het wordt tegengehouden. (Thomas Hobbes) is de Dagelijkse Gedachte die vandaag in de mailbox zit. En ik vind dat zo'n mooie. Het is zo, zo mooi als je je mag bewegen. Als je de vrijheid krijgt en niet wordt tegengehouden. En toch, de uren die we besteden aan het kneden, leiden, desnoods buigen of breken van de mensen rondom ons. Leef! En laat leven. Misschien vooral dit laatste.
Zaterdag was het feest. Feest bij middelste zus en lief. Want elkaars liefste zijn ze nog niet zo lang en na deze eerste jaren was het moment aangebroken om beide families aan elkaar voor te stellen. Een stralende zon, lekker zomers eten en de sublieme locatie van hun huis in een bos in Zoersel zorgden ervoor dat de basis al goed zat. Maar toen ik daar buiten zat en keek naar de donkergroene tafel met daarop borden in verschillende vormen, maten en kleuren en glazen allerlei. Toen ik keek naar de vlagjes, naar de bedjes in de tuin, de hangmat, het opblaasbaar zwembad in een huis waar geen kinderen wonen, het badmintonnet, ... en vooral wat elk van ons aan het doen was, toen schoot er toch door mijn hoofd dat wij een familie zijn met een hoek af. Een ferme. Zot zijn doet geen zeer. Gelukkig maar.
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten, En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon: Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond Úw overdierb're leên den arm te slaan, En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan Op úwe lippen in een wilden vloed Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.
Leonard Cohen. Deze man treedt nu drie dagen na elkaar op in Gent. In de buitenlucht. Om het helemaal onweerstaanbaar te maken voor me. En ik vind het zo, zo jammer dat ik te laat was voor een ticket. Dance me to the end of love. Alstublieft. http://www.youtube.com/watch?v=Y_PIadFsvDk
Twee meisjes op een plank gedragen door de golven Het branden van de zon de wijzers houden op.
Gisteren werd dit lied vernoemd. Vandaag stokt mijn adem en schiet het lied door mijn hoofd als ik lees dat een zesjarig jongentje verdronken is. De zee geeft en neemt. De wijzers houden op.
Lucas kan van mijn drie kinderen me het snelst en het felst over mijn kookwater krijgen, maar kan me ook het makkelijkst doen lachen. Hij kan uitersten van me bereiken waar anderen niet komen. Hij kan beide in no time. Als hij er niet is, dan mis ik zijn humor. Vandaag vroeg hij me hoe een erfenis werkt. Ik antwoordde dat ik daar liever nog niet over nadenk en vroeg waar de vraag vandaan kwam. Waarop Lucas lachend zei 'die zeteltjes van oma, jeweetwel, die bruine,... die zitten zo goed... èn ze passen bij mijn Playstation 3'.
-waarom is de vraag dak me in de ochtend afvraag kheb me erbij neergelegd zodat me niet meer bang maakt ga in de teksten op en ben voor elke letter dankbaar- schrijft de oudste zoon van een vriendin alias Ronso op Facebook. I like it.
Na Lucas, na Remi is nu Helena in haar periode dat ze niet hebben wil dat anderen haar naakt zien. Plassertjes zijn iiieeeuww, spleetjes zijn iiieeeuuww en kusjes en zoenen is al helemaal iiieeeuww. Laconiek zoals ik soms ben volgt dan meestal dat iedereen in zijn blootje geboren is, iedereen hetzelfde is, dat bloot zijn natuurlijker is dan met kleren aan en dat knuffelen en zoenen heerlijk is. Dat is het basisgegeven. Met Remi of Lucas wordt naargelang de issue het basisgegeven uitgebreid. En zo kwam het dat ik deze ochtend aan de ontbijttafel Piet een kus gaf, Helena met de verwachte iiieeeuww reageerde en Remi sprak op ernstige en belerende toon tot zijn zusje - Helena, dat is een zoen. Dat is normaal. Dat ga je later ook nog graag doen. En dan na de volgende vijf seconden stilte -Dat is sex-u-a-li-teit- En of het die vijf seconden stilte was of de benadrukking van elke lettergreep van het moeilijke en nieuw verworven woord, ik weet het niet. Maar grappig was het wel.
Mensen die hard oordelen over anderen, op de rug van anderen plezier maken, negatief spreken in een poging zo zelf groter te worden, met de ellebogen stoten. En het lijkt wel of we dat soms nodig hebben om onszelf te overtuigen hoe goed we wel niet zijn, de strijd met de demonen gestreden is, alles mooi en perfect onder controle hebben. Hoe goede moeder, hoe vrij van zonde echtgenote, hoe voorbeeldige werknemer. Denk vooral niet dat ik een beeldje ben, niets menselijk is me vreemd. Maar de eeuwen Katholicisme in onze familie moet in de genen gekropen zijn en Johannes fluistert wie zonder zonde is werpe de eerste steen.
Ze lag in bed, had het warm, schopte het laken van zich af. Haar huid gloeiend van de zon, het bad, zijn kussen. Geen aftersun of open raam bracht verlichting. Het zat in haar.
Terwijl de redactie meldt dat vandaag 65 jaar geleden de atoombom viel op Nagasaki. Een paar dagen later dan op Hiroshima, en met even grote gevolgen. Terwijl ondertussen andere landen zich bewapenen met kernenergie. Terwijl mensen tonen hoe hardleers we zijn. Terwijl lopen mijn drie kinderen beneden rond, alledrie zelf aangekleed, alledrie in een variatie van kaki. Terwijl trek ik een foto en denk, bid; moge alle kinderen op aarde zich veilig weten. En weet dat dat niet zo is. En snap het dan even niet meer. Hebben mensen die geweldplegen, op welke manier dan ook, zelf geen kinderen? Niemand van hen?
Mijn kindertijd. Niet altijd zo poëtisch, want ook getekend door een ziekte van mama. En drie beelden die er voor mij uitspringen. Het bezoeken in AZ Sint-Jan te Brugge van mama. En daar door de oneindig lange gangen in stilte moeten stappen, want iedereen hier is heel erg ziek. Helemaal op het einde van de gang, aan de rechterkant was mama's kamer. Buiten op de grond, naast de deur, vazen met rode gladiolen in. Want ze was zo ziek dat binnen geen bloemen mochten staan. En een tweede beeld. In het huurhuis in Ursel. Mijn oma kwam logeren om voor ons te zorgen. 's Avond zaten we naast elkaar in de zetel, de drie zusjes. Ik zat links op de zetel, oma stond links voor me. En we moesten samen bidden. Bidden voor mama's genezing. Ik moest lachen tijdens het gebed. Ik zie een oma die boos was op me en riep dat we moesten bidden omdat mama niet zou sterven. Ik was zes, de ouderdom van Helena. Niet bewust van het feit dat op dat moment mijn mama, maar ook haar dochter stervende was. Het derde beeld is soep. Papa die soep kookt voor ons. Water met reuzegrote stukken groenten in. Niet denken dat alles kommer en kwel was, ik heb een reuzekindertijd gehad. Met een mama en papa en huis waar we ècht mochten spelen. Waar we het hele huis mochten afbreken als we het maar zelf weer opruimden. En dat mag je figuurlijk alsook letterlijk nemen. Geen wonder dat het een komen en gaan van vriendinnetjes was. Een heerlijke kindertijd dus. Met ook veel beelden van papa die gitaar speelt, klassieke stukken en spaans. Mama die muziek beluistert en meezingt of neuried. En gisterenavond werd ik me daar plots zo bewust van. Van de kracht en de invloed van het dagdagelijkse dat we doen. Naar aanleiding van een nederlandse vriendin die haar kindjes in bed stak en zo mooie slaapliedjes zong die ik nog nooit gehoord had. Haar oma zong die voor haar mama, haar mama voor haar en nu zij voor haar kinderen. Ik vond dat zo mooi. Bedacht dat dat de kado's van het leven zijn. En vroeg me gisterenavond af welke kado's ik meegeef aan mijn kinderen.
Het leven is eenvoudig. We zijn waar we nu moeten zijn, bezig met wat we nu moeten doen. Anders zouden we wel ergens anders zijn, bezig met andere dingen. Richard Stine
Een paar weken geleden waren Helena, Remi en ik in een dierenpark. We stonden stil aan een apekooi. Kijkend naar het vlooien van de apen. Een klein aapje dat half op de rug van een grotere aap zat en met fijne vingertjes één voor één vlooien nam en opat. Het was fascinerend. Dat repititieve. Die ongestoorde en voortdurende bewegingen midden de drukte dat een dierenpark toch wel is. Ik zag een zachte blauwe blik in Remi zijn ogen en wist wat hij dacht. Remi houdt niet zo van knuffelen en zoenen. Hij houdt er niet van in de zin van dat hij het zelf niet makkelijk zal geven. Ontvangen daarentegen, daar is Remi een kei in, een genietertje. Dus toen twee zomers geleden Remi luizen had was het een topperiode voor hem. Want als ik die chemicaliën op het hoofd van mijn kinderen kon vermijden door drie maal op een dag uit te kammen; graag. En sindsdien zegt Remi regelmatig 'mama, ga je nog eens luisjes zoeken?' En dan is het feest als Remi zich nestelt in mijn schoot en ik over zijn haar en hoofd streel. Dus toen in het dierenpark, kijkend naar vlooiende apen, een zachte blik in zijn ogen kon ik vermoeden wat zou volgen; 'ik zou graag nog eens luisjes hebben'. Wat niet strookt met hetgene ik graag wil. God moet Remi's verzuchting gehoord hebben, want vorige week kreeg ik een SMSje met berichtgeving dat een vriendinnetje van Helena, die heen en weer gaan logeren waren, luizen had. Als het God belieft, laat Hij aub mijn vraag verhoren en niet die van Remi. Als penitentie wil ik de hele zomer lang twee maal per week gebaren dat ik luisjes zoek bij mijn zoon. Dear God, sorry to disturb you, but do we've got a deal? http://www.youtube.com/watch?v=hk41Gbjljfo
We hebben een tent. Een grote. Acht personen kunnen erin slapen. Maar het zal dan wel zonder mij zijn bedenk ik lachend in mezelf. En sinds de tent in ons bosje achterin de tuin staat is het een komen en gaan van slapertjes. Of het het slapen in de tent is die zo aantrekt of het maken van een bijhorend kampvuur weet ik niet. In elk geval houden we er een slaapagenda op na. Want een kinderhotel zijn we nog steeds niet en ambieer ik ook niet. Het moet wel fijn blijven. Voor iedereen. Lucas en vrienden slapen er zonder Piet of mezelf. Met ons is geen optie meer als ik het goed begrepen heb. Remi met vriendje of Helena met vriendinnetje daarentegen starten moedig en onbevreest de nacht. Maar moedig blijkt snel overmoedig en onbevreest blijkt uiteindelijk vol vrees. En na een aantal interventies en geruststellingen eindigt het verhaal meestal met Piet die in de tent gaat slapen en ik die in huis slaap met de resterende kroost. Wat maakt dat ik iets comfortabeler de nacht inga, maar als tegenruil met de eerste kinderstemmetjes opsta en probeer hen zo ver mogelijk weg te houden van de nog slapenden. Wat deze ochtend resulteerde in een echtgenoot die op het middaguur fris en fruitig uit de tent kroop. Waarbij vooral het uur uitzonderlijk te noemen is. Het slapen in een tent is precies nog niet zo'n slecht idee.
Ik zou tot al mijn vrienden willen gaan -Ook wel tot hen, die niet mijn vrienden zijn- En vragen: Heb mij lief, gelijk ik ben En stel aan mij geen eischen. Zie, ik kan Niet onderhoudend praten, niet gevat Of geestig zijn, en niet vertrouwelijk Vertellen van mij zelf of van mijn ziel...
Wat zouden we ons vermoeien voor elkaar?
Laat mij maar zwijgend naast u zitten, stil Verdiept in eigen werk, eigen gedachten. Of- als gij praten wilt -spreek gij tot mij. Ik zal wel luistren, als gij vriendelijk Met lichten kout mij onderhouden wilt, Wel lachen om de grappen, die ge zegt, Wel ernstig kijken, als ge hoog, of diep, Of ijdel praat van al te diepe dingen...
Maar, als ik dan zoo zwijgend zit, en luister Naar uw gesprek- of naar het klokgetik- Of 'k laat de stilte ruischen om ons heen, -Die ruischt zoo prettig, als de menschen zwijgen- Als 'k mij dan blij in uw nabijheid voel, Dan zou ik willen vragen, en de stilte -Of ons gesprek -verbreken met mijn vraag: "Zeg, zijt ge ook blij, dat ik naast u zit?"
Spraakt gij dan "Ja", dan zei ik zacht: "Ik ook"...
En dat was alles, wat ik weten wou En al, wat gij van mij behoeft te weten.
Jacqueline van der Waals - Heb mij lief, gelijk ik ben -
Laten wij zacht zijn voor elkander, kind - want, o de maatloze verlatenheden, die over onze moegezworven leden onder de sterren waaie' in de oude wind.
O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet het trotse hoge woord van liefde spreken, want hoeveel harten moesten daarom breken onder de wind in hulpeloos verdriet.
Wij zijn maar als de blaren in de wind ritselend langs de zoom van oude wouden, en alles is onzeker, en hoe zouden wij weten wat alleen de wind weet, kind -
En laten wij omdat wij eenzaam zijn nu onze hoofden bij elkander neigen, en wijl wij same' in 't oude waaien zwijgen binnen een laatste droom gemeenzaam zijn.
Veel liefde ging verloren in de wind, en wat de wind wil zullen wij nooit weten; en daarom - voor we elkander weer vergeten - laten wij zacht zijn voor elkander, kind.
Muziek. Muziek en iemand die zegt dat ik gek op muziek ben. En mijn ontkennende reactie daarop. En mijn denken nadien erover. Ja, ik ben gek op muziek. Totally. Maar houden van muziek associeer ik met mensen bij wie de radio of andere voortdurend aanstaat, in huis, in de auto, buiten. Met mensen die een I-pod of MP3speler vol hebben. En dat staat haaks op mij. Ik heb geen I-pod of MP3speler. Ik heb geen massa's CD's. We hebben 1 muziekinstallatie die in de keuken staat en die hooguit een uur per week gebruikt wordt. Ik heb een muziekinstallatie in de auto die enkel gebruikt wordt als ik alleen en gedurende langere tijd in de auto zit of als Helena haar EftelingCD wil beluisteren. Mijn kinderen mogen enkel muziek beluisteren of met oortjes of op hun kamer. En ik heb een hekel aan verplicht moeten meeluisteren naar muziek van buren. Ik kan niet tegen muziek als achtergrond. Dan irriteert het me, leidt het me af, stoort het me. Ik vind het te waardevol om als opvulling te gebruiken. En toch. Gek ben ik op muziek. Golfbewegingen, onderdompelingen. Een bepaald genre, een bepaalde groep, een bepaald instrument, een bepaalde taal, een bepaald lied. Tot het me helemaal eigen is. Of net niet. De laatste week http://www.youtube.com/watch?v=o2DN1G1w5Fo De keren dat de laptop aangezet wordt enkel en alleen om een bepaald lied te horen zijn talrijk. De uren zwerven in de virtuele wereld van muziek zijn dat ook. Eén voorwaarde is er; ik moet alleen zijn of alleen gelaten worden. Om echt te kunnen luisteren, om te kunnen dansen. Het is mijn moment van innerlijke stilte. Ik vind mezelf erin, ik verlies mezelf erin, het is wie ik ben.
Een ketting had ik gezien. Twee maal tijdens het rondkuieren op de Gentse Feesten. En aangezien hij maar niet uit mijn gedachten ging en ik iets voor mezelf zocht om me te herinneren aan deze periode in mijn leven, hangt hij nu rond mijn hals. Hetgene ik er zo mooi aan vond is het hangertje. En dat is een unicum. Juwelen vind ik snel te gekunsteld, te opvallend, te dit, te dat. Mijn aandacht werd er naartoe getrokken omdat het een blaadje is van van de Gingko Biloba. En ooit meen ik gelezen te hebben dat de extracten van Gingko helpen om het geheugen te versterken. Niet dat er iets mis is met mijn geheugen, nu toch nog niet. Maar wel met dat van mijn papa. En dat laat geen mens onbewogen. Het is ook het symbool van hoop sinds de Amerikanen een atoombom gooiden op Hiroshima en deze boom de enige overlevende was. En daarnaast vind ik de techniek zo fijn. Ze nemen een echt blaadje, maken daar een wasafdruk van waarop zilver wordt gegoten. Goethe schreef :
Ginkgo Biloba
Dieses Raums Blatt, der von Osten Meinem Garten anvertraut, Gibt geheimen Sinn zu kosten, Wie 's den Wissenden erbaut.
Ist es ein lebendig Wesen Das sich in sich selbst getrennt? Sinds es zwei, die sich erlesen, Dass man sie als eines kennt?
Solche Fragen zu erwidern Fand ich wohl den rechten Sinn; fühlst du nicht an meinen Liedern, Dass ich eins und doppelt bin?
Ginkgo Biloba
Dit blad van de boom, die vanuit het Oosten mijn tuin werd toevertrouwd, schenkt wetenden een zinvol geheim, waarmee 'inzicht' wordt opgebouwd.
Is het één levend wezen, dat zich binnen zichzelf verdeelt? Zijn het twee, die ervoor kozen, als één te verschijnen in beeld?
Zulke vragen te beantwoorden vond ik terecht en vol van zin, voel je niet aan mijne verzen, dat ik zelf één en dubbel ben?
Een zoen. Midden in het bos, midden op haar mond, niet midden in haar hart. En dus werkt het niet bij haar. Werkt het bij hem dan anders? Midden in het bos, midden met zijn mond, niet midden in zijn hart? Een zoen?
Gisteren was het hier groot feest. Vier en een halve kilogram cote-à-l'os waren nodig, naast de maaltijd voor vier vegetariërs. Daar kan al een groepje van eten. Maar eens je tien genodigden voorbij gaat komt het niet op één of twee of tien. 't Is de hartelijkheid die telt - schiet door mijn hoofd. Een groot feest dus. Dit maal voor Helena die zes geworden is en mijn mama die de eer heeft steeds jarig te zijn op 'de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap' en gisteren tweeënzeventig kaarsjes mocht uitblazen. De vloer proper en nat, de wasmachine vol met bad- en keukenhanddoeken, de vaatwas die draait. Laatste stuiptrekkingen van een fantastische dag.
Deredactie.be/weer ma 12/07/10, 09u Vandaag trekt een storing van west naar oost over het land, voorafgegaan door (onweers)buien, die hevig kunnen zijn, gepaard gaand met onweer, veel regen op korte tijd, hagel en mogelijk ook gevaarlijke windstoten. Prima weertje voor Lucas zijn eerste dag op windsurfkamp dus.
Zes is ons meisje vandaag. Onze kers op de taart, ons onverwacht kadootje, ons eigen pipi langkousje. Geboren op een warme dag en onze huwelijksverjaardag. Wees gelukkig, wees gezond !
Zoveel mensen rond me die verdriet hebben. Verdriet omdat ze verhuizen en niet weten of als ze terugkomen alles nog hetzelfde zal zijn. Verdriet en pijn omdat de allerliefste mama er niet meer is. Verdriet om het niet opnieuw mogen beginnen bij ons op school. Verdriet om een liefde die terug naar zijn eerste liefde keert, maar toch nog aan zijn tweede liefde vasthoudt. Verdriet in de wereld, rond me heen, in mezelf. 'Vasalis' schiet er door mijn hoofd. Vasalis moet ik aan B geven. Misschien heeft ze er iets aan. Misschien.
Zoveel soorten van verdriet, ik noem ze niet. Maar één, het afstand doen en scheiden. en niet het snijden doet zon pijn. maar het afgesneden zijn.
Maria Vasalis
Cucurrucucu, duifje, huil toch niet meer... Cucurrucucú, paloma, ya no le llores.
Heb jij dat ook? Dat je je zo verschillend kan voelen en toch dezelfde bent? Met verwondering kijk ik naar mezelf. Naar wie er allemaal in me zit. En met nog grotere verwondering keek ik toe hoe er iemand uitkwam die ik nog niet eerder had gezien. Die tweeënveertig jaar had gewacht om zich te tonen. Indeed; it's all in us.
Graag hoorde ik dit lied en steeds grager en grager en nog grager. En daarnaast zijn taalkundige schuivers zijn mij als westvlaamse niet vreemd. Hier en daar twijfelde ik over de tekst van het lied en aangezien ik dat niet graag doe zocht ik het even op. Om uiteindelijk zes zinnen te resumeren. Ik denk dat het kunst is vier minuten en twee seconden lang iemand te kunnen boeien met je zang en zes korte eenvoudige zinnen. Zet de muziek luid en doe je ogen dicht. Of zoals de graag gelezen blog van M en G heet; 'Met mijn ogen dicht zie ik alles wat mijn hoofd verzint'.
Pride can stand a thousand trials, the strong will never fall. But watching stars without you, my soul cried. Heaving heart is full of pain, oh, oh, the aching. 'Cause I'm kissing you I'm kissing you. Touch me deep, pure and true, gift to me forever. Where are you now?
Ik zou zo graag eens vrij met jou ik zou zo graag een wonder zonder remmen zonder schaamte in het riet bij de rivier zonder tijd en zonder iets dan zou ik het liefst kabbelend water in de zon een grutto in de verte een vlindertje erbij vrij- en vrij- en verder niets.
Vandaag zag ik een meisje. Een jong meisje met haar rechterelleboog en arm in de plaaster. Waardoor ze de fiets waarop ze zat niet kon vastnemen met haar rechterhand. Op zich niet zo'n verbazend tafereel. Wat wel kon gezegd worden van het feit dat ze ondertussen met haar linkerhand druk aan het telefoneren was. Dat ze ondertussen een zijstraat wiebelend insloeg was dus een oorzakelijk gevolg. Als je één dezer dagen een jong meisje met twee armen in de plaaster tegen komt; het zou wel eens dezelfde kunnen zijn.
Vijf jaar wonen we in het nieuwe huis. Vijf jaar zonder deurbel en zonder fatsoenlijke brievenbus. Niet dat we dat van ondergeschikt belang vonden, integendeel. Een deurbel ligt sinds dag één te wachten in een schuif op Piets tijd en inspiratie. Want een deurbel 'zomaar' ophangen is niet wat hij voor ogen heeft. No worries, want eens Piet een beeld in zijn hoofd heeft van hoe hij het precies mooi vindt, gooit hij zich erop en gaat het razendsnel. Benieuwd wanneer de muze verschijnt. De brievenbus daarentegen was een taak die ik mezelf graag gaf. En na vele, heel veel uren Googelen had ik hem gevonden. Een baksteenrode stalen brievenbus. Visueel het best voor te stellen als een erg platte langerekte doos tot op de grond. Te bestellen via een duitse design-webwinkel. En daar wrong het schoentje. De combinatie erg duur en niet te bezichtigen vormde een risico die we niet wilden nemen. Flexibel zoals we zijn dacht ik; als het dan niet mooi kan zijn, dan maar grappig. En nadat een stalen vogeltje me in een winkel voorbij fladderde en in zijn vliegspoor een beeld in mijn hoofd van bijhorende brievenbus, staat hier dus nu een cederhouten selfmade-one te pronken. En ik weet niet precies welk gevoel door me heenging toen ik maandagochtend trots de brievenbus opende en als allereerste post een overlijdensbericht van de mama van een vriendin vond. We droegen haar zo diep in ons hart. En het was die -zo- die het hem deed. Weinig of niets van betekenis kunnen wij zijn voor zij die haar zo missen, maar een mooie en langverwachte brievenbus bracht misschien wel passend eerbetoon.
Deze ochtend zouden we praten. In het kader van 'zuiverheid in relaties' zoals ik al eerder neerschreef. En bij het neertikken alleen al ben ik alweer aan 't vloeken vanbinnen. Zij het iets beschaafder dan toen ik me voor het eerst realiseerde dat bij mij hier en daar een flinke valse noot zat. Zat, zit, zat, zit. En zal blijven zitten zo te zien tot ik de trede tot openheid kan opstappen of de andere me die trede opduwt of trekt. Het dagdagelijkse geklets en gesocialize is zo comfortabel als een oude versleten jeans. Koetjes en kalfjes en de snottebellen van de kinderen. Who needs more?
Piet is zondag thuis gekomen van elf dagen Corsica. Met een vriend en twee moto's in de Viano naar het zuiden gereden, daar de nachtelijke overzet genomen, om vervolgens een paar dagen te rijden voor ze aan de vijfdaagse voettocht begonnen. En 't was goud waard om die twee bijna vijftigers te zien thuiskomen en te horen vertellen. Twee jongentjes hadden er niets aan. Boys and toys.
Ik ween soms. En meestal verbaas ik mezelf dan. Omdat de tranen komen op momenten dat andere mensen niet huilen. En dat op momenten dat andere mensen huilen mijn hart rustig en mijn ogen droog zijn. Met andere woorden ; ze zijn standaard verkeerd geprogrammeerd. Vandaag stonden mijn kleine vriendin en haar mama onverwacht aan de schooldeur. En toen ik ze daar zag staan was het er weer. En 'k weet niet goed waar die tranen eigenlijk voor stonden. Een mengeling van vreugde en ontroering ? De symboliek van een einde van iets dat niet fijn is, een nieuw begin, hoopvolheid? De eenheid en vanzelfsprekenheid die zij samen zo uitstralen? Een flashback van onbezorgde tijden? Van het moment dat ze vertelde dat ze zwanger was van het meisje dat nu op haar arm zat? Ik weet het niet. En misschien doet het er ook niet toe. Het voelde zo, zo fijn aan.
En in een flits ben ik enkele jaren terug in het atelier van een vriendin. In een poging potten te draaien. Thee, Carla Bruni, fijn gezelschap, de geur van vochtigheid, klei en het houtvuur. Helena in mijn buik.
Een klein beertje heb ik. Favoontje. Een tien centimeter hoog wit ijsbeertje met een lichtblauw buikje. Verkregen op een hete 'quatorze juillet' in de baai van Favone in Corsica. Van Piet die met een geweer erin slaagde een ballonnetje te doen ploffen op kermis met twee attracties. Geruggesteund door vuurwerk, zijn lief, zus en bijhorend lief. Gisterenavond kreeg ik telefoon van Piet, die nu logeert in diezelfde baai. Twintig jaar later. Sweet, sweet memories.
Een man vond een engel, ergens achteraf, laten we vechten, zei de man, dat is goed, zei de engel
de man vocht met hem, behaalde een overwinning op hem, verscheurde hem, veegde hem op, gooide hem weg, boende de vloer tot er geen spoor meer van hem over was, wreef in zijn handen en dacht niet meer aan hem
en de engel glimlachte en tilde de man op, tussen twee vingers, bekeek hem met verbazing en ook enige ontroering, liet hem in een afgrond vallen
en de man viel en viel, terwijl hij dacht dat hij liep en dat het zomer was en dat de toekomst hem veel beloofde.
Ik weet het. Ik postte dit al eerder. De reden waarom ik het nog eens plaats is eenvoudig : ik ben er zot van, 'stekezot'. En na al die jaren blijf ik ernaar teruggrijpen. Grijpend naar woorden van Cohen die ik in mezelf niet kan vinden, dolend in de verschillende laagjes van de tekst, de melodie neuriend, dansend op de muziek.
i heard there was a secret chord that david played and it pleased the lord but you don't really care for music, do you well it goes like this the fourth, the fifth the minor fall and the major lift the baffled king composing hallelujah
well your faith was strong but you needed proof you saw her bathing on the roof her beauty and the moonlight overthrew you she tied you to her kitchen chair she broke your throne and she cut your hair and from your lips she drew the hallelujah
baby i've been here before i've seen this room and i've walked this floor i used to live alone before i knew you i've seen your flag on the marble arch but love is not a victory march it's a cold and it's a broken hallelujah
well there was a time when you let me know what's really going on below but now you never show that to me do you but remember when i moved in you and the holy dove was moving too and every breath we drew was hallelujah
well, maybe there's a god above but all i've ever learned from love was how to shoot somebody who outdrew you it's not a cry that you hear at night it's not somebody who's seen the light it's a cold and it's a broken hallelujah
Jack&Jones. Daar wil Lucas naartoe op zijn vrije dag van school. Aangezien hij namelijk groeit als een kool, een flink uit de kluiten gewassen kool, heeft hij nieuwe kledij nodig. Als het voor hem belangrijk is dat het kledij van Jack&Jones is èn het valt in de prijsklasse die ik voor ogen had dan wil ik wel eens een kijkje gaan nemen in die winkel. Een mooie trendy winkel. Al vielen mij vooral kleedhokjes op. Zwarte houten lattenstructuur en een zwart lederen lap die het gordijn voorstelde. Stoer. mannelijk. Ik miste nog net een rokerige donkere aftershavegeur die me tegemoet kwam om het beeld compleet te maken. De uren discussie en strijd, die Lucas en ik voerden tot pakweg een jaar geleden, nog fris in mijn geheugen maken dat ik op een bankje ga zitten. Ik zie hoe hij bepaalde kleuren, stijlen, zomaar voorbij stapt en hoe hij op andere kleur en stijl kordaat afstapt . Ik kan het niet laten om in gedachten te denken 'nee, neeeee, niet turkoise, nee, dat niet, ja, ja, daar stoppen, stoppen Lucas, STOPPEN! Een kaki-short? Yessss! Ja, vastnemen, naar kijken, niet terugleggen, nee, NIET terugleggen ...' De strijd die we als kleuter al hadden; ik hou van kaki en bruine schoenen. Het allerliefst van leder, daim of stof. Stoere schoenen, sportieve sandalen. Lucas houdt van zwart. Van zwarte, witte, of felgekleurde schoenen. Blinkende sportschoenen. En no way dat hij sandalen draagt. De strijd dus, de strijd die in de winkel zelf kordaat door mezelf gestreden werd en bijgevolg dus kort en krachtig was. En die nadien des te meer een wrange nasmaak had. Maar na het zien hoe zuslief haar twee pubers eerder begeleidt dan leidt en de bewondering die ik voel als ik zie hoe zij haar kinderen zichzelf laat zijn, zonder ze almachtig te laten wezen, strijd ik niet meer. Ik laat nu de overwinning of nederlaag graag aan me voorbij gaan. Vooral niet denken dat een vos zijn kuren verleert. In praktijk kan ik het niet laten om duidelijk te verwoorden wat ikzelf vind van bepaalde kleuren of stijlen. Zij het nu iets milder en vrijblijvender. Een turkoise sweater met kap en een turkoise T-Shirt is het geworden. Kuch.
Ik hoor en lees iets over zuiverheid van vriendschap, van elke relatie die we hebben, van gevoelens en het belang daarvan. Het belang van iedereen. En over een open vizier en de schoonheid daarvan. Het komt aan en ik vloek vanbinnen. Een welgemeende en harde vloek, bevestigend van hetgene dat ik eigenlijk al wist. Verdomme, d'r is werk aan de winkel.
Ondanks het feit dat de Lucas reeds 7 weken geleden geopereerd is en het gegeven dat een plastisch chirurg dat deed lukt het toch niet zo met die wonde. Wat oorspronkelijk een fijn naadje van zes centimeter was is nu een koordje van zo'n halve centimeter breed en vier centimeter lang waar voortdurend een korst op staat. Nu weet ik dat hij mijn 'onrustige' huid heeft en bijkomende zorgen en ook dat alles maar is wat het is. Maar als het even kan dan niet in zijn gelaat. En toen ik eergisteren afwoog, nadat een vriendin die dierengeneeskunde gestudeerd heeft en dus van wanten weet er ook even naar gekeken had, om een arts te contacteren werd mijn aarzelen vanzelf van tafel geveegd. Want het samen met Remi buitenspelen resulteerde in binnenkomen met letterlijk handen vol bloed onder zijn kin. Dit maal een verticale snede van zo'n twee centimeter lang en flink gapend. Nog één verticaal litteken erbij en we kunnen OXO spelen.
Vrijwel alle boeken die ik lees zijn boeken door andere mensen aangeraden. Alsook muziek bedenk ik nu.
En ik hou daar van.
Dezelfde letters, woorden, verhaal, die eenmaal in jouw hoofd en buik, een eigen leven gaan leiden, de jouwe worden.
Ik hou van een boek vast te houden en te weten dat een bepaald iemand het voor je las. Omdat het een bepaalde intimiteit inhoudt die je anders met mensen niet of nauwelijks hebt? Het weten van hij/zij vond dit boek bijzonder en daar dan een inkijk mogen innemen? Het op kousevoeten mogen een toeschouwer zijn van iets dat eigenlijk niet voor jouw ogen bestemd is? Het vertrouwen en de eer die je streelt? De samenzwering ervan, de kracht van het het delen van iets?
Even geleden schreef iemand op een forum iets over Gloed van Sandor Marai.
Het doet afbreuk aan de auteur en meer bepaald aan zijn hongaarse roots, maar het lukt me niet de accenten op zijn naam correct in te tikken.
Gloed dus.
Gloed, het verdrinken erin en de gloed die het vanbinnen teweeg brengt.
Onmiskenbaar, onhoudbaar. Het lezen en herlezen van zinnen.
Ik vraag me af of hetgene mij zo raakt in het boek ook hetgene is dat hem zo raakte.
We geven en we krijgen.
'Sta niet versteld van afscheid nemen. Een afscheid nemen is noodzakelijk voordat je elkaar opnieuw kunt ontmoeten. En elkaar opnieuw ontmoeten, na ogenblikken of levens, staat vast, voor hen die vrienden zijn.'
Ik wil met je vrijen.Hard, zacht, kort, lang, ondergaand, dominerend, teder, geil, beminnend, gebruikend, ik wil het met jou allemaal.
En lachend zong ze het lied dat door haar hoofd flitste en spoelde verder de aardbeien schoon. Rode aardbeien in een zwart vergiet. Ze roken zo heerlijk.
Zondag is het hier feest. Want Piet, mijn ene zus, mijn metekindje, mijn andere zus, Remi en Piets papa zijn jarig in de tijdsspanne van één maand. Tel daarbij die dag vijf vrouwen op die 'moederke' zijn en dan kunnen we klinken op tien van de negentien genodigden. Een echt feest dus. En toen ik deze ochtend wakker werd had ik het licht gezien. Een italiaanse maaltijd zou het worden! Dus deze namiddag twee kookboeken uit de kast genomen. 'Da's pas koken, Italiaans'. Met op de cover geschreven : 'met dit boek krijg je zin om te koken'. Als u het zegt. En 'Jamie's Italië' van jamie Oliver. Een keuze van hapjes, voorgerechtjes, soep, dessert; daar raak ik meestal makkelijk uit. Een hoofdgerecht daarentegen is voor mij als notoire vegetariër stukken moeilijker. Het is niet zo eenvoudig je een voorstelling te maken van 'coniglio marinato alla griglia' (geroosterd en gemarineerd konijn met tijm, rozemarijn, citroen, honing en pancetta) en meer bepaald of dit lekker zou zijn, als je nog nooit konijn en pancetta gegeten hebt. En meestal is het de eerste beste carnivoor die me passeert die dan maar een keuze moet maken. Piet deze keer. Met de gepaste en nodige ernst lees ik een recept voor. Bij één ingredient haper ik even. 'Slamelange'. Slamelange ... wat zou dàt zijn? Langzaam maar zeker valt mijn frank. En nu maar hopen dat ik niet de enige ben die slamelange las in plaats van de vermoedelijk bedoelde sla-mélange. Voor wie het interesseert : Kwartel met salie en citroen is het geworden. En slamelange natuurlijk.
Deze link kreeg ik te zien via facebook. En het draait en draait en draait maar rond in mijn hoofd. Niet in het minst door de vreemde clip. Een 'bovenstuk' van de mevrouw, ronddraaiend, 'niets'-doend, geen oogcontact met de camera. Toch wel opvallend te noemen in deze sprankelende flitsende tijden. En daarnaast het repititieve van de melodie en tekst, door de clip extra in de verf gezet. It thrills me.
Deze namiddag was Remi uitgenodigd op een feest. Tijdens het rijden naar stoppen we even aan het huis van een C., want hij en zijn twee zusjes zijn ook uitgenodigd. In de auto vraagt C. aan Remi of zijn mama hem ook waarschuwingen gegeven heeft. Remi weet niet wat C. precies bedoelt. Ewel, geweetwel, beleefd zijn, dank u zeggen ... Waarop Remi lachend aanvult : Ajaaaaa,... en rustig zijn, en niet heel de tijd eten en flink zijn! Want anders mag ik niet meer gaan. Ah,... is dat bij jullie zo...? Bij mij moet ik dan in de hoek of recht naar mijn bed. En ik zit lachend achter het stuur en denk : die mama's, 't zijn al dezelfde!
Boeken, ik en boeken. En meer bepaald een boekenkast die nog maar net aangekocht al veel te klein is. En dat is een probleem voor mij. Ik hou namelijk van boeken die gesorteerd staan. Ik vind het fijn dat als ik een boek wil, ik daar met vaste en zekere tred recht naartoe kan gaan. En daarnaast hou ik niet van boeken die neerliggen, niet van dubbele rijen, niet van boeken die bovenop liggen. Als dit de enige probleemstelling zou zijn dan valt daar glimlachend mee te leven, maar ik hou ruimhartig veel van boeken. Weinig boeken kunnen me niet bekoren. Zo stap ik dus nu met een boog rond de boekwinkel. Tot ik hou van drie-, vier-, vijf-! dubbele rijen boeken.
Er is een plaats vlak bij de top waar ik met jou wil zijn. Niet om het uitzicht of de vlaggen of de klimmers die hun kop volzuigen met zuurstof
maar om het uitstel van de laatste stap. Er is geen plaats daar verderop, er is een afdaling. Dus neem mijn hand, ga met mij mee de zangberg op en hou me tegen voor de top.
Adriaan Jaeggi (1963-2008) uit: Het is hier altijd laat van licht (2008)
Er zijn zo van die dingen die aan je blijven hangen en waar je het gevoel hebt 'geen pak op te krijgen'. Dingen waar je, ook na enig denkwerk, rondlezen, rondvragen, niet zomaar klaarheid in krijgt. Ik zou het willen citeren, maar kan me begot (bijgod?) niet meer herinneren waar of in welke context ik het gelezen heb. Mijn eigen woorden zullen dus even moeten volstaan. Het artikel ging over alle relatiemogelijkheden naast monogamie. Hetgene dat me zo bij blijft is het feit dat de auteur zei dat, ongeacht de relatievorm die je aanhangt, elk van ons steeds streeft naar één ding. Een oergegeven, een basisverlangen. De eerste zijn. Niet persé de enige, maar wel de eerste. De eerste in rij, de préférée, de voorkeur, de vrouw van zijn leven, de eerste viool, the love of his life. Welke invloed dit gegeven heeft op en hoe het te rijmen valt met polyamory, concubinaat, minnaarschap, schuinmarcheerderij of hobbyvriendjes, daar krijg ik geen pak op.
Op deze mooie woensdagnamiddag sta ik aan het raam in de keuken en was mijn handen, kleverig door het schillen van fruit. Ik zie een tuin, zo frisgroen als het enkel in de lente kan zijn. In de verte, achter de serre, twee jongenskopkes die af en toe omhoog piepen boven de haag. Hét succesnummer van onze tuin en garant voor uren speelplezier; een reuzetrampoline. Links voor me zie ik de zandbak. Een zandbak van zo'n meter diep die vrijwel leeg is. Want Remi heeft bijna al het zand eruit geschept. De voorbereiding tot het omvormen van zandbak tot 'legerput'. Na navraag meen ik te begrijpen dat hij een put wilt, omringd door bergen zand en door een net overdekt waar vanalles inzit. 'Vanalles' blijkt zijn namaakgeweer, verrekijker, takken en bladeren te zijn. Godzijdank dat dit achtjarig jongentje dit enkel kent vanuit boeken of film. De zandbak dus. Die op dit moment even in bruikleen is aan twee kleine meisjes. Ik sta aan het raam en was mijn handen en bedenk dat deze twee kleine meisjes geslaagd zijn in hetgene twee volwassenen zelf niet konden. Door hun samenspelen moeten de ouders wel omgaan met elkaar. Zij het summier, zij het voorzichtig en op afstand. Maar één moet letterlijk een deur opendoen en een ander moet binnengaan. Eén moet de deur weer opendoen om de ander buiten te laten en de ander moet weer buitengaan. En aangezien 'dag' zeggen bij toekomen en weggaan flink geconditioneerd zit in elk van ons, worden minstens vier woorden uitgesproken ; 'dag', 'dag, 'dag' en 'dag'. Maar gelukkig was het nu heel wat meer. Desalniettemin hebben de twee kleine meisjes ons flink bij ons pietje te pakken.
Do not stand at my grave and weep, I am not there, I do not sleep. I am in a thousand winds that blow, I am the softly falling snow. I am the gentle showers of rain, I am the fields of ripening grain. I am in the morning hush, I am in the graceful rush Of beautiful birds in circling flight, I am the starshine of the night I am in the flowers that bloom, I am in a quiet room. I am in the birds that sing, I am in each lovely thing. Do not stand at my grave and cry, I am not there. I do not die.