Tijdens een peer review met acht andere studenten werden verschillende inzichten samengebracht.
VRAAG 1: Wat houden de verschillende masterrichtingen in? Wat gaan de grootste verschillen zijn met de andere richtingen?
Als strategic designer ben je heel theoretisch bezig en ga je weinig ontwerpen. Je zal veel gebruik maken van brainstormtechnieken en andere tools, om zo tot nieuwe inzichten te komen. Je bent voornamelijk bezig in de eerste fasen van het ontwerpproces en betrekt de stakeholders hierbij. Zo kom je tot de goede probleemstelling. Een strategic designer volgt het ontwerpproces ook op en kijkt of de ontwerpers nog steeds de juiste problemen aanpakken. Een strategic designer helpt een bedrijf richting te geven in de positionering van het bedrijf en zorgt voor de juiste uitstraling (inhoudelijk) naar de klanten toe.
Bij interaction design betrek je de gebruikers doorheen het hele ontwerpproces. De ontwerper vraagt in elke fase feedback van de gebruikers, zodat het product volledig aansluit bij verwachtingen en behoeftes. De producten die je zal ontwerpen zijn voornamelijk gericht op ervaringen, emoties, handelingen, efficiënt productgebruik en vormgeving. Er worden ook veel tools gebruikt, zoals personas, usability testen, focus gesprekken, interviews Vaak worden er ook prototypes gebouwd in de verschillende fases die getest worden door de gebruikers. Op deze manier ga je niet uit van je eigen verwachtingen als ontwerper, maar ontwerp je specifiek voor de gebruiker.
In de masterrichting system design vertrek je van een grote hoeveelheid specificaties. De aanpak van het ontwerpproces is erg theoretisch, waardoor emoties en vormgeving een minimale rol spelen. In deze masterrichting werk je nieuwe systemen uit. Het gaat hierbij om berekeningen en simulaties. Verder zal je in deze masterrichting bestaande technologieën verwerken in het product. De technologieën op zich zal je niet ontwerpen. Deze richting sluit meer aan bij een ingenieursrichting.
VRAAG 2: Wat gaat het werk inhouden dat je later (stage en bedrijven) zal moeten doen in de verschillende majors? Welke soort producten zal je moeten ontwerpen? Welke richtingen kan je later uitgaan door te kiezen voor een masterrichting?
Strategic design sluit voornamelijk aan bij de marketing- of R&D-afdeling van een bedrijf. Je kan ook terecht komen in een bedrijf dat zich specifiek richt op strategic design, dat naar bedrijven gaat om hen te begeleiden bij het identificeren van problemen en kansen. Echte producten zul je niet ontwerpen, maar je reikt voornamelijk probleemstellingen en nieuwe concepten aan. Je schrijft de design brief waar andere ontwerpers mee verder gaan. Het kan ook dat je het ontwerpproces nadien blijft opvolgen, om bij te sturen waar mogelijk. Je organiseert mee gesprekken met stakeholders, die leiden tot informatie.
Bij interaction design is er een breed productgamma mogelijk. Het gaat om fysieke producten, services, webdesign Eigenlijk draait het om alle producten waarmee de gebruiker in contact komt. In een bedrijf of stageplaats zal je meewerken aan gebruikstesten, modellen bouwen, gebruikers interviewen, gebruiksscenarios opstellen en analyseren, en al deze feedback integreren in het ontwerpproces.
Bij system design zal je voornamelijk werken met simulatieprogrammas en zal je een groot deel van de tijd berekeningen uitvoeren. Er zal minder gebruik worden gemaakt van tools, zoals gebruikstesten en interviews. Er zullen wel functionele en kwalitatieve prototypes gebouwd worden, die testen moeten doorstaan in extreme situaties, zoals bij foutieve handelingen. Verder zal je veel onderzoek moeten doen naar oktrooien, bestaande technologieën en oplossingen, wetgeving
VRAAG 3: Wat zijn de overlappingen tussen de verschillende masterrichtingen?
Natuurlijk ga je van elke masterrichting aspecten meenemen in een ontwerp, maar de focus die je legt is verschillend. Zonder een goede probleemstelling kom je niet tot een goed product, als het product niet aansluit bij verwachtingen van de mens is het niet gewenst en als het technisch niet werkt wordt het niet verkocht. Toch zal je een bepaalde focus moeten leggen en daarin verschilt de aanpak die je zal moeten gebruiken als ontwerper.
In alle masterrichtingen heeft de gebruiker een grote invloed op het eindproduct. Als system designer maak je het verschil met een ingenieur omdat je net de menskundige en economische aspecten ook meeneemt.
Qua tools overlappen strategic design en interaction design voor een groot deel. Ze nemen beide de gebruiker mee in het ontwerpproces vanaf het begin. Zo gebruiken beide interviews en gesprekken met de gebruiker om tot meer inzichten te komen. Bij strategic worden deze voornamelijk betrokken in het begin van het proces, bij interaction eerder doorheen het proces en als verificatie. Toch is de gebruiker doorslaggevender bij interaction design.
VRAAG 4: Welke activiteiten in het exploratieverslag geven het meeste inzicht in de verschillende masterrichtingen?
Voornamelijk lezingen van en gesprekken met personen uit de bedrijfswereld zijn interessant om inzicht te geven in de verschillende masterrichtingen. Praten met personen uit de bedrijfswereld geeft een helder beeld over de gebieden waarin men later terecht kan komen. Je praat met personen die enthousiast spreken over hun vakgebied en die een andere insteek hebben dan de leerkrachten op school.
Ook het analyseren van masterproeven zijn interessant. Hierin moet je op zoek gaan naar de fases waarin tools voorkomen en waarin de aanpak in een van de masterrichtingen duidelijk wordt. Zo kan je kijken waar de gebruiker betrokken wordt, er prototypes gebouwd worden of waar simulaties worden uitgevoerd. Door de analyse krijg je een beeld wat je zelf zal moeten doen qua aanpak en welke tools je zal moeten toepassen.
De workshops (zoals UX for real te Genk of BRIDEE) zijn zeer interessant omdat je samenwerkt met personen uit de bedrijfswereld die je begeleiden tijdens het ontwerpen. Ze geven je nieuwe inzichten over de aanpak van een proces en laten je samenwerken met personen uit andere vakgebieden.
Op youtube zijn er ook enkele interessante videos te vinden die je inzicht kunnen geven. Vaak zijn dit ook personen met ervaring in de ontwerpwereld geven ze meer informatie over de verschillende vakgebieden. Ook andere sites (pinterest, behance, websites ontwerpbureaus ) kunnen inspiratie geven en de verschillende kanten van productontwikkeling laten zien.
VRAAG 5: Waarom kies je voor een bepaalde masterrichting? Welke zijn de voordelen om voor een bepaalde richting te kiezen?
De meeste personen maken hun keuze op basis van de interesse en wat ze goed kunnen. Uiteindelijk is deze richting iets wat je in het verdere leven waarschijnlijk zal doen, waardoor het beter is om te kiezen voor iets waarin je geïnteresseerd bent. Toch zijn er andere personen die kiezen voor de richting waarin ze nu het minste kennis hebben. Zo breiden ze hun kennis uit en zijn ze ervaren in meer vakgebieden.
Er wordt ook aangegeven dat je je keuze kunt laten leiden door de ontwerpopdrachten op school. Bekijken bij welke opdrachten je je het best voelde, kan een richting geven waarop je je keuze kan baseren. Je kan verder ook kijken naar de toekomst en wat je jezelf ziet doen in het bedrijfsleven. Zo werd er vermeld dat je niet voor system moet kiezen als je later graag diensten wil ontwerpen. Als laatste besloten we dat de persoonlijke visie op productontwikkeling een grote invloed heeft. De ene vindt dat een product perfect technisch moet werken, de andere vindt handelingen en ervaring de kern van productontwikkeling.
Hieruit werd nogmaals duidelijk dat interaction
design meer is als enkel rekening houden met de mens, zo moet er ook rekening
gehouden worden met de beleving er rond, de emoties die worden opgewekt,...Er
moet rekening gehouden worden met de omgeving, de interface, de context, het
soort van product en de doelgroep.
https://www.youtube.com/watch?v=lciYKwVLTuk
Interaction design is een trend die we bij zeer
veel producten terugvinden, maar ook bijvoorbeeld bij sites en applicatie
speelt de beleving een grote rol. Het is van groot belang dat een product of
dienst doet wat een gebruiker verwacht na een handeling. Wanneer het niets doen
of iets anders doet zal de gebruiker teleurgesteld zijn. Door alle
technologische vooruitgang is er meer mogelijkheden om interaction design toe
te passen. Kijk maar naar de evolutie van boeken naar tablets. Ook bij
alledaagse producten is interaction design belangrijk. Neem bijvoorbeeld een
lichtknopje of de autoradio, men wil dit snel een eenvoudig kunnen gebruiken.
system design
https://www.youtube.com/watch?v=hiU2d0GUN1M
Wanneer je een
technologische meerwaarde wil bieden is het belangrijk dat je zelf actief op
zoek gaat en bij leert. Dit kan bijvoorbeeld door te leren van experten
strategic design
https://www.youtube.com/watch?v=ptnxVrsarZc
Hier wordt duidelijk dat het bepalen van de juiste
strategie erg belangrijk is en een richting kan aangeven voor het mogelijk te
bekomen resultaat. De start van het proces is het belangrijkste want hierop
wordt later alles bepaald. Het is belangrijk te onderzoeken wat mensen willen
en wat mensen verwachten. Er mogen geen gaten zijn tussen design, innovatie en
business. Dit moet allemaal één geheel vormen.
https://www.youtube.com/watch?v=MTD2SS4dnVc
Het gebruik van een bepaalde strategie kan heel
belangrijk en nuttig zijn voor een ontwerper. Door het bepalen van een
strategie kan er ook een betere inschatting worden gemaakt in tijd en kosten.
Door middel van schetsen en moodboards wordt de strategie overgedragen naar de
andere deelnemers in de ontwerpfase. Het
zijn oplossingsrichtingen waarmee ontwerpers aan de slag kunnen gaan, hij weet
zo waar hij mee moet beginnen.
Zondag 5 juni
exploratie masterthesis strategic design
De laatste masterproef die ik binnen dit vakgebied ga
exploreren is die van Yalenka Mariën. Het project, genaamd Voxi, focust zich op
volwassenen ouder dan 50 jaar met een verkregen communicatie beperking. Het beoogt
het herdenken van het totale proces van geïntegreerde dienstverlening
(inclusief interactief digitaal platform) vanuit de overheid. Het proces
bestaat uit advies over het hulpmiddel, de verstrekking zelf, aanpasbaarheid
aan de individuele noden, introductie van en gewenning aan het hulpmiddel, het
opvolgen van het gebruik en aanpassingen indien nodig. Het project moet
resulteren in een dienst of proces waarin de gebruiker centraal staat (user
centered design) vanaf het detecteren van een nood tot het ontvangen van een
langdurige op - lossing (service design). De overheid speelt dus een
belangrijke rol in dit project, als subsidiegever en als regelgever voor de
verstrekking van hulpmiddelen.
In de analysefase wordt er allereerst een interdisciplinaire
analyse uitgevoerd om inzicht te krijgen in de context. Zowel de menskundige,
technologische als economische aspecten worden onderzocht. Om hierna inzicht te
krijgen in de noden en wensen van de gebruikers zal er een kwalitatief
onderzoek worden gevoerd. Uit dit alles volgt een synthese. De customer journeys
geven een duidelijk beeld van de werkelijkheid. Daarnaast werden er ook
workshops georganiseerd waarin door middel van verschillende tools ideeën
werden gecreëerd.
Na een uitgebreide literatuurstudie en kwalitatief onderzoek
is het mogelijk een synthese te maken in de vorm van een concept. Voor de
ontwikkeling van het systeem wordt een bepaalde methodiek toegepast, het proces
wordt opgesplitst in drie fasen, respectievelijk de ideegeneratie, -selectie en
evaluatie. Via brainstorms, interviews en desk research werden er zo veel
mogelijk oplossingen bedacht per deelprobleem.
Voor een juiste selectie van de deelproblemen te kunnen
maken werd er gebruik gemaakt van een chronologische variant op de
morfologische kaart, scenarioschemas. Deze haalbare scenarios waren de input
voor een online bevraging. Er konden drie concepten worden opgesteld die via
een online bevraging getoetst bij experten en ervaringsdeskundigen. Voor de adviesverlening
werd de Delphi methode toegepast. Het systeem zal bestaan uit vier onderdelen: een
workflow voor de dienstverlening, een interface, een tastbaar product of add-on
die aangebracht wordt op het hulpmiddel en het gebruik trackt en tot slot het
elektronische communicatiehulpmiddel.
In de detailleringsfase worden verschillende onderdelen
zoals het stopcontact, de stekker en de behuizing uitgewerkt. Ook wordt er een usability
test uitgevoerd om feedback te krijgen over de interface. Ten slotte zal het
volledige concept gepresenteerd worden.
Een opvallend verschil met deze masterproef ten opzichte van
anderen is dat het hier gaat om een dienst. Doorheen het ontwerpproces worden
heel wat tools gebruikt: literatuurstudie, diepte-interviews modem, workshop-focusgesprekken,
online bevragingen, delphi methode, map test, Er zijn heel wat schemas terug te
vinden die vaak een overzichtelijk beeld kunnen geven waardoor de tekst
gestimuleerd wordt.
Zondag 5 juni
exploratie masterthesis interaction design
Vandaag ga ik de masterproef van Fran Sinnaeve exploreren. Dit
werk, genaamd Flooti, behandelt het ontwerpproces van een product dat
kinderen die het zwemmen aanleren, hulp biedt in de specifieke houding van het
drijven en pijlen.
In de eerste fase wordt onderzoek verricht op zowel
menskundig, technologisch, economisch als esthetisch vlak. De onderzoek van het
menskundige aspect bevat een heel brede observatie, veldonderzoek,
internet-research, literatuuronderzoek, maar ook vragen die ik had naar de
kinderen, andere lesgevers, (kinder)dokters en kinesitherapeuten werden
gesteld. Voor het technologisch segment van de interdisciplinaire analyse is
gebruik gemaakt van literatuur- en internetonderzoek. Binnen de analyse van het
economische aspect werd er gebruik gemaakt van internetresearch. Door ook de
esthetische aspecten in kaart te brengen kunnen de verschillende productideeën tegenover
elkaar worden afgewogen door middel van een trade off. Hierna kunnen
specificaties, te ontwikkelen items en de deelproblemen worden opgesteld. Aan
de hand van schetsen worden er ideeën gegenereerd waaruit later nog specificaties
volgen.
In de systeemfase worden er aan de hand van diverse testen
bepaald hoe het product zich zal ontwikkelen. Zo worden bestaande drijvende
materialen versneden om de dimensies en de positie te bepalen waar effectief
drijfvermogen rond het lichaam nodig is. Door middel van schetsen worden
oplossingen uitgewerkt op systeemniveau.
In de volgende fase worden met de geselecteerde materialen
een prototype ontwikkeld dat diverse testen zal ondergaan en telkens nauwkeurig
zal worden bijgestuurd tot uiteindelijk het definitief ontwerp bereikt is. Al
snel volgde er een tweede en derde prototype. Op basis van de drie prototypes
wordt er een trade off gemaakt. Hieruit bleekt dat er nog verschillende
problemen opgelost moeten worden. Aan de hand van schetsen wordt er een
oplossing gezocht voor de deelproblemen. Van die schetsen wordt een prototype
gemaakt waarmee de laatste variabelen bepaald zullen worden. Er is grondig
getoetst naar de acceptatiegraad van zowel de kinderen als de ouders.
Doorheen het ontwerpproces heeft het ene prototype het
andere opgevolgd. Door middel van deze prototypes aangevuld met een grote
hoeveelheid aan schetsen werden de verschillende mogelijkheden geregeld van
elkaar afgewogen aan de hand van trade offs. Het menskundige aspect stond
centraal, er werden regelmatig testen uitgevoerd met kinderen binnen de
leeftijdscategorie van de doelgroep. Het technologische aspect van het product,
zoals de geselecteerde materialen, de sluitingen, het aanspansysteem, is minder
uitgesproken, maar vormt desalniettemin een cruciaal onderdeel van het product
op zich. Binnen de testen werd de materiaalkeuze steeds opgenomen.
Zaterdag 4 juni
exploratie masterthesis system design
Vandaag ga ik me verdiepen in het werk van Marie Van Tieghem, hardware digitale partituren. Deze
masterproef dateert van 2015. De centrale onderzoeksvraag binnen deze
masterproef is: Hoe kan de technologie van digitale muziekpartituren ervoor
zorgen dat we comfortabeler en kwalitatief beter musiceren? Dit wordt
onderzocht op menskundig, technologisch en economisch vlak. De grootste
innovatie van dit product bevindt zich in het gebruik van een two way mirror
acrylaat dat het scherm van de tablet van de muzikant reflecteert. Hieraan valt
meteen op te merken dat de masterproef er sterk op gericht is om technische
verbeteringen aan te brengen. De masterproef is opgedeeld in twee delen: een
digitale pupiter en een intuïtieve user interface.
In eerste instantie wordt er een analyse uitgevoerd om het
bestaan van de muziek, de doelgroep, het gebruik, de ergonomie, de neoscores, de
technologie, de concurrentie en de markt binnen de muziekwereld na te gaan. Door
middel van literatuurstudie, enquête, expert bevraging en observatie kan hier
een antwoord op worden gegeven. Na deze uitgebreide analyse kunnen er
conclusies worden opgesteld.
Na de analyse wordt er een terugkoppeling gemaakt waaruit de
vraag ontstaat: Hoe kan de technologie van digitale partituren ervoor zorgen
dat we comfortabeler en kwalitatief beter musiceren? Er zal in de
ontwerpuitdaging dus moeten worden gezocht naar een optimale combinatie tussen
economie, technologie en de menselijke aspecten.
Er wordt een lijst opgesteld met specificaties en te
ontwikkelen items. Hiernaast wordt ook de productarchitectuur weergegeven door
middel van een schema.
In het volgende deel van het ontwerpproces worden er
oplossingen gezocht voor de opgestelde te ontwikkelen items. Aan de hand van quickdesigns
en brainstormsessies wordt er gezocht naar oplossingen. Deze deeloplossingen
worden daarna samengevoegd tot een geïntegreerd geheel. Het systeemontwerp zal tot in detail uitgewerkt
worden door middel van schetsen, het maken van prototypes en het testen met
eindgebruikers. Er worden drie aspecten ontwikkelt: een digitale pupiter, een
modulaire stoel en een intuïtieve interface. De digitale pupiter en de
intuïtieve interface zullen tot in detail worden uitgewerkt.
De grootste innovatie van dit product bevindt zich in het
gebruik van een two way mirror acrylaat dat het scherm van de tablet van de
muzikant reflecteert. Dit biedt drie meerwaardes: compatibel met eender welke
bestaande tablet, het publiek en de dirigent hebben een beter zicht op de muzikanten
en door de hoek van 45°, waaronder het platform en het acrylaat ten opzichte
van elkaar staan, wordt de partituur op de projectie uitvergroot.
In deze masterproef staat de technologische meerwaarde van het
product centraal. Hiernaast is er ook veel aandacht besteedt aan ergonomie om
tot een gebruiksvriendelijk resultaat te komen. Ook economie kon niet
achterwegen worden gelaten. Binnen dit werk lijkt er ook veel tijd te zijn
besteed aan een grondige analyse.
Bron:
Van Tieghem, M., (2015). hardware
digitale partituren [masterproef]. Universiteit Antwerpen, Faculteit
ontwerpwetenschappen.
Deze dondernamiddag had ik een afspraak met Marc Hegge, de CEO van
het bedrijf Hegge. Het bedrijf is gevestigd in Hamont en doet aan
metaalverwerking. Interessant om te horen was dat hij enkele
productontwikkelaars in dienst heeft. Deze hebben binnen het bedrijf vooral een
coördinerende rol. Ze moeten veel af weten van de mogelijkheden en toepassingen
van staal. Voor zulke jobs denk ik dat het best is om te kiezen voor de afstudeerrichting Ontwerpen
van op technologie gebaseerde systemen.
Met een aantal studenten reden we op deze donderdagochtend
richting Genk om ons te verdiepen in user experience. In de voormiddag
stonden vier lezingen op het programma en in de namiddag zouden we zelf aan de
slag gaan.
De eerste lezing was al meteen zeer boeiend, Paul Davies vertelde
ons meer over digitalisering en de beleving die hier van zeer groot belang is.
Hij maakte ons duidelijk wat juist zorgt dat iets wel of niet digitaal is aan
de hand van voorbeelden. De kernvraag voor hoe gebruiksvriendelijk iets is, is
hoe gemakkelijk iets te gebruiken is. Wanneer mensen niet meteen vinden wat ze
zoeken zullen ze snel naar een andere site gaan en klagen tegen anderen wat
zorgt voor slechte reclame. Zeer belangrijk is volgens hem om continu
verbeteringen te blijven aanbrengen. Door dingen opnieuw te blijven doen wordt
iets pas werkelijk gemakkelijk in gebruik. Hij gaf Facebook als voorbeeld, zij
maken iedere dag een nieuwe versie van hun site.
Toon Lowette was de tweede spreker, hij werkt bij Internet
Architects. Ook hij sprak over de gebruiksbeleving bij websites. Hij gaf het
voorbeeld van openingsuren, dit kan heel duidelijk of heel onduidelijk zijn
weergegeven op een site. Het is volgens hem ook van groot belang om de
gebruikers te leren kennen alvorens je start met bijvoorbeeld prototyping. Dit
zal je uiteindelijk veel geld en tijd uitsparen.
De volgende spreken die werd ontvangen was Joannes Vandermeulen.
Hij werkt rond complexe, technologische systemen. Ook hier is volgens hem
gebruiksgemak van groot belang. Hij gaf het voorbeeld van de cockpit, wanneer
een vliegtuig neerstort is dit zelden een technische fout. Meestal is het een
menselijke fout. Hij heeft ook al gewerkt rond stresslevels. Hij heeft aangetoond
dat mensen zonder stress vaak beter presteren en dat stress via de huidige
technologie zou kunnen worden weg genomen.
Ten slotte waren Dries De Roeck en Sofie Sieltjes van Studio Dott
aan de buurt voor hun lezing. Zij werken met fysieke producten binnen hun
bedrijf, maar ook deze producten veranderen meer en meer tot digitale
producten. Volgens hen is de total experience belangrijk, dit is niet enkel
een goed gevoel. Het is de totale beleving die telt, zowel pre-, during- als
postaspecten zijn belangrijk. Ze hebben verschillende projecten lopende zoals
Kruiswijk, dit zijn sociale huizen in Maasmechelen. De vraag was hier hoe de
noden van bejaarden kunnen worden vervult. Belangrijk hierbij is om zowel bij
de senioren als bij hun familie te gaan informeren om een zo goed mogelijk
beeld te krijgen op hun wensen.
Na de lunch gingen we in groepjes van negen studenten zelf aan de
slag onder begeleiding van Joannes Vandermeulen. We zaten met een gemengde
groep: twee studenten studeerden product design in Genk, drie studeerden
webdesign in Namen en vier studeerden productontwikkeling aan de Universiteit
van Antwerpen. Onze verschillende achtergronden zorgde voor diversiteit wat de creativiteit
ten goede kwam. Allereerst werd er een probleemsituatie gekozen die wij
allemaal ervaren als student. Het probleem was dat deadlines vaak samenvallen
met nog andere deadlines en dit zorgt voor stres.
Door gebruik te maken van verschillende tools werd het probleem
doorgrond en werden er oplossingen bedacht. De eerste tool die we gebruikten
diende om alle betrokken personen binnen deze probleemsituatie in kaart te
brengen. Vervolgens werd de lotusbloem gebruikt om oplossingen te bedenken.
De deelproblemen werden ook gekoppeld aan andere situaties waar ze al een
oplossing hebben voor dit deelprobleem. Er werd binnen de groep door iedereen
nagedacht en gediscuteerd. Uiteindelijk kwamen we tot een concept waarin
iedereen zich kon vinden. We gaan een app maken waar studenten dagelijks kunnen
aangeven hoeveel stres ze ervaren. Op dagen wanneer er veel stres is, kunnen
docenten ingrijpen en eventueel hun rooster aanpassen. Hierdoor zou stres
kunnen worden vermindert en zouden deadlines zonder al te veel problemen moeten
worden gehaald. Tussendoor werd het concept gepresenteerd aan andere studenten,
de toekomstige gebruikers, die hun visie geven over dit concept. Door deze
inbreng wordt het concept nog verder geoptimaliseerd. Uiteindelijk werd er ook
een prototype gemaakt wat later in een korte presentatie wordt gepresenteerd
voor de hele groep.
Nadien kon er met een hapje en een drankje nog nagepraat worden
samen met de experts. Het leek voor ons beiden interessant te zijn. Voor ons
was het interessant om eens te zien hoe user experience wordt toegepast in het bedrijfsleven.
Voor de experts was het interessant om te zien hoe wij, leerlingen met
verschillende achtergronden, om gaan met hun manier van werken en waar wij nog
verbeteringen zien.
Ik vond het een leerrijke dag. De lezingen van de experts waren
interessant en inspirerend, om nadien met één van hun aan de slag te mogen gaan
was een eer. Het diverse team met een unieke begeleider was een unieke
beleving. Er zijn heel inspirerende ideeën naar voren gekomen. Ook het feit dat
we eens in een andere omgeving mochten werken was tof. Hiernaast heb ik ook
mijn Engels erg kunnen oefenen doordat alles in het Engels werd gezegd. De afspraak
om deze dag enkel Engels te spreken was vooraf door de begeleiders gemaakt
omdat er een divers publiek aanwezig was en niet iedereen Nederlands spreekt. Jammer
hieraan vond ik dat soms ideeën beperkt bleven omdat we het niet voldoende
konden uitleggen in de Engelse taal. Achteraf bekeken was het een unieke
ervaring, ik heb veel geleerd van deze dag. Interaction design spreekt me meer
en meer aan.
brainstormsessie âinnovatie in gezondheidszorg en medische toepassingenâ
Dinsdag 12 april
2016 brainstormsessie innovatie in gezondheidszorg en medische toepassingen
Vandaag stond de laatste brainstormsessie op het programma. Deze
keer was het thema innovatie in gezondheidszorg en medische toepassingen. Er waren
twee gastsprekers die nu actief zijn binnen Novosanis, ook zij hebben
productontwikkeling gestudeerd aan de Universiteit van Antwerpen. Sinds maart
2013 is Novosanis actief. Ze hebben twee verschillende projecten lopend
namelijk de Colli-pee en de Vax-ID.
De Vax-ID is een masterproef van twee studenten van de
Universiteit van Antwerpen, het is een injectiedevice voor intradermaal gebruik. Dit product injecteert
het vaccin net onder de huid waardoor je slechts 10% vaccin nodig hebt. De
spuit biedt bescherming tegen accidenteel prikken en de patiënt zal de prik
nauwelijks voelen. Aanvankelijk leek de meerwaarde te zitten in het feit dat de
spuit voor gevuld was, maar dit bleek toch niet zo interessant als gedacht. Hierdoor
zijn ze het hele concept gaan aanpassen. Dit project viel meermaals in de
prijzen. Zo kreeg het in 2012 de titel Best of PO', in hetzelfde jaar werd de
'BiR&D Award' gewonnen en in 2012 werd de 'Belgian James Dyson Award' in de
wacht gesleept.
De Colli-pee is eveneens een medisch product, het vangt het
eerste urine op. Via dit urine kunnen seksueel overdraagbare aandoeningen
worden opgespoord. Het is een gebruiksvriendelijk en compact product dat
geschikt is voor verzending via de post. Het is bruikbaar voor zowel mannen als
vrouwen. Ook dit product heeft een lang en intensief proces moeten doorstaan.
Bij aanvang leek het product bijna klaar voor op de markt te komen, men schatte
dat het nog zes tot negen maanden zou duren. Uiteindelijk duurde het al drie
jaar en het product is nog niet op de markt. Dit product won ook enkele
prijzen. Zo kreeg het in 2013 de titel Best of PO, in 2014 kreeg het de naam
'Future-oriented product' in de Design Week.
De conclusies die getrokken werden door deze ex-POstudenten waren
dat er bij zulke projecten vaak een onderschatting wordt gemaakt in de
benodigde tijd en tevens in het benodigde kapitaal om een project effectief op
de markt te kunnen brengen.
Na een pauze gingen we aan de slag met de GSP tool van Flanders De
grote vraag luidde: Hoe zal het ziekenhuis of materniteit er in 2025 uitzien?
Er werden heel wat ideeën gegenereerd. Uiteindelijk bleven er drie leuke ideeën
over: een bos langs het ziekenhuis waar patiënten kunnen ontspannen, een soort
puntensysteem om mensen aan te moedigen een gezond leven te lijden en een
toilet dat de urine analyseert.
Wanneer je in deze sector terecht wilt komen denk dat je de beste keuze
maakt om voor system design te kiezen. Het lijkt allemaal zeer technisch en
innoverend op technische niveau.
Bronnen:
Universiteit Antwerpen, Innovatie in gezondheidszorg en medische
toepassingen. Available from: <http://www.takeoffantwerp.be>. [12/04/2016].
Novosanis, Vax-ID. Available from: < http://www.novosanis.com/devices/vax-id>.
[12/04/2016].
Novosanis, . Available from: <http://www.novosanis.com/devices/colli-pee>.
[12/04/2016].
Woensdag 6 april exploratie masterthesis strategic design
Vandaag ga ik de masterproef van Tom Janssens
exploreren. Het thema van dit werk is Residentiële Zwembaden: Integratie
van Beleving en Dienst. Deze masterproef dateert van 2015. De opdrachtgever
van dit werk was Pentair uit Herentals, ze houden zich bezig met de ontwikkeling
en productie van alle systemen, hard- en software, die komen kijken bij een
residentieel zwembad. Dit werk sluit aan bij de afstudeerrichting strategic design.
De eerste opdracht was om de sturing van de bestaande Intellipool
van Pentair gebruiksvriendelijker te maken. Het systeem zal volledig
onderworpen worden aan een usabilitytest. Pentair wil naast de ontwikkeling van
gebruiksvriendelijke software ook zijn hardware volledig redesignen.
Allereerst wordt er literatuurstudie gedaan om een inzicht
te krijgen in deze industrie. In de eerste fase van het ontwerptraject gaat Tom
de verschillende te onderzoeken marktsegmenten in kaart te brengen. Daarnaast
moet er gekeken worden naar het type markt. Op basis van deze gegevens kan er
een onderzoeksmethode worden bepaald. Er worden vijf interviews afgenomen om de
markt beter te kunnen analyseren. Om nog extra informatie te verzamelen ging
Tom naar de zwembadbeurs in Stuttgart, Interbad. Met deze informatie wordt er
een beschrijving gemaakt van de marktsegmenten. Ook de trends op het gebied van
zwembadindustrie worden in kaart gebracht.
Na een grondige verkenning van de zwembadmarkt zal er
gekeken worden naar wat voor product er kan ontwikkeld worden. Hiervoor worden
verschillende technieken gebruikt. Ten eerste wordt er gebruik gemaakt van het
Business Model Canvas of BMC, dit is een techniek die vertrekt vanuit een
bedrijfsstrategie om ideeën te genereren. Vervolgens zal er een veelheid aan ideeën
worden gecreëerd voor middel van mindmapping. Hierna werd er gebruik gemaakt
van de Blue Ocean Strategie. Dit is een Front End ideegeneratie-techniek. Het
principe van Blue Ocean is om voor te blijven op de concurrentie door een
nieuwe markt te creëren in plaats van in te spelen op een bestaande markt.
Na de ideegeneratie volgen er drie productvoorstellen. Na
een trade-off komt er één concept als sterkste naar voren: de Pool Module.
Deze bestaat uit een combinatie van producten (modules) die worden samengesteld
rond het zwembad naar de wensen van de gebruiker.
Het gekozen concept wordt verder uitgewerkt aan de hand van
drie pijlers: markt, gebruiker en technologie. Door middel van een SWOT-analyse
wordt het marktpotentieel van het bedrijf in kaart gebracht. Ook het Business
Model Canvas wordt opnieuw gebruikt. In deze fase wordt het gebruikt om de
achterliggende organisatie van het toekomstig product, de Pool Module, te
definiëren. Ter visualisatie van de technologie wordt er gebruik gemaakt van
productarchitectuur.
Opnieuw volgt er een onderzoek, maar dit maal kleiner. Er
wordt opnieuw een korte bevraging gedaan en er wordt een concurrentieanalyse
uitgevoerd. Stilaan vloeien alle invalshoeken samen tot één product. Hierdoor
kan er ook worden bepaald welk van de uit te voeren functies in de wandconsole worden
gebruikt en bijgevolg voor de app. Het systeem ligt nu vast.
De volgende stap is de uitwerking van de individuele
componenten in het product tot op technologisch niveau. Na deze fase is het
product volledig ontwikkeld en kan er gekeken worden naar verkoop en gebruik.
Tijdens het ontwikkelingsproces is er ook een freedom to
operate onderzoek uitgevoerd. Hierin werd onderzocht of het te ontwikkelen
product niet in het vaarwater kwam van andere bestaande octrooien of
trademarks. Het onderzoek is uitgevoerd op espacenet. Er wordt ook een Business
Plan opgesteld.
In deze masterproef ligt de focus op technologie en
economie. Er worden heel wat tools gebruikt zoals interviews, business modellen,
de Blue Ocean Strategie, de SWOT-analyse, om deze focus te kunnen behouden.
Opvallend is dat er veel aandacht wordt besteed aan het analyseren en
positioneren van andere markten binnen de sector.
Bron:
Janssen, T., (2015). Residentiële
Zwembaden: Integratie van Beleving en Dienst [masterproef]. Universiteit
Antwerpen, Faculteit ontwerpwetenschappen.
Vrijdag 1 april
exploratie masterthesis interaction design
Vandaag ga ik me verdiepen in het werk van Jonathan Declercq, NAVU. Deze masterproef dateert van 2015. Jonathan
wilde een product ontwikkelen waarbij de nadruk wordt gelegd op een positieve
fietsbeleving. Binnen de masterproef gaat hij op zoek naar een nieuw
product voor stedelijk sportief fietsen. Dit werk sluit
volledig aan bij de afstudeerrichting interaction design.
Jonathan kiest voor een positieve aanpak, hiermee bedoelt
hij dat hij zijn ontwerpproces niet probleem-gedreven is. Een positieve aanpak legt
de focus op het ondersteunen van bestaande mogelijkheden en het creëren van
nieuwe. Positive design, user-experience en rijke interactie zijn termen
die centraal staan binnen zijn werk.
Als eerste stap wordt de context van het stedelijk sportief
fietsen in kaart gebracht. Er wordt ook een onderzoek aan gekoppeld, zo wordt
er een diepte-interview afgenomen bij zes personen. Er wordt aan de personen
gevraagd hun persoonlijk fietsverhaal te vertellen. Tevens wordt er ook een associatie-spel
voorgelegd. Wanneer er interessante associaties naar voren komen, wordt er
achter hun redenering gevraagd. Deskresearch, observaties, bevragingen, eigen
interpretatie en het kwalitatief onderzoek liggen aan de basis van de verworven
informatie rond de context. Ook maakte hij gebruik van twee tools, namelijk activity/emotion diagram en een
associatie-spel. Het activity/emotion diagram wordt gebruikt om de persoonlijke
fietservaringen grafische weer te geven. Deze informatie komt voort uit het
diepte-interview.
Om een grondige analyse te kunnen doen werd er een verdeling
gemaakt in drie onderwerpen: stedelijke omgeving, stedelijke mobiliteit en
fiets.
Voor de stedelijke context te analyseren doet hij aan veldonderzoek.
Hij analyseert zowel het fietsen binnen de stadskern als buiten de stadskern en
maakt een vergelijking tussen beiden. Omdat Amsterdam en Kopenhagen de meest
fietsvriendelijke steden zijn in de hele wereld, doet hij hier een case study.
Tevens analyseert hij de stedelijke trends. Uit al deze verzamelde informatie
trekt hij conclusies.
Vervolgens werd er binnen het onderwerp stedelijke
mobiliteit onderzoek gedaan rond de redenen waarom de mobiele mens een bepaald
transportmiddel kiest en wat hij belangrijk vindt bij het zich verplaatsen naar
en in de stedelijke omgeving. Uit dit onderzoek kwamen verschillende waarden
naar boven waar fietsers belang aan hechten wanneer ze zich verplaatsen.
Het laatste onderwerp voor de analyse was de fiets. Door middel
van veldonderzoek in de stad Antwerpen en een bezoek aan de grote fietsbeurs
Bike Motion Benelux in Utrecht wordt er nagegaan hoe de fiets er uitziet in de
stedelijke omgeving. Hieruit wordt een soort toekomstbeeld gecreëerd van de
fiets. Via deskresearch gaat men kijken naar conceptfietsen, hieruit kan men
een voeling krijgen over de richting waar de fiets naar toe evolueert. Ook
expertbevragingen en observaties helpen om een duidelijk beeld te krijgen over
hoe mensen de toekomst van de fiets zien. Uit alle verkregen informatie kunnen
er weer conclusies getrokken worden, waar later het ontwerp op zal gebaseerd
zijn.
Aan de hand van de verworven informatie werd er op zoek
gegaan naar mogelijkheden die een rijkere fietservaring kunnen bieden. Er
ontstaan vier concepten die telkens verschillende waarden uit de analysefasen
met zich meedragen. Via trade off wordt één concept gekozen waarmee wordt
verdergegaan. Door middel van een gebruiksscenario wordt het gebruik duidelijk.
Om dit gekozen concept verder te ontwikkelen werden
brainstormsessies georganiseerd. Hieruit werd duidelijk dat een focusverlegging
noodzakelijk is om een geloofwaardig en een sterker product te creëren. De
focus wordt nu gelegd op de wielertoerist in plaats van de enthousiaste
fietsgebruiker.
Het productidee wordt verder uitgewerkt aan de hand van de
deelproblemen in kaart te brengen door middel van een morfologische kaart. Voor
belangrijke beslissingen, zoals de navigatietaal, werden prototypes gemaakt. Op
deze manier kunnen er gegronde beslissingen genomen worden.
Er werden ook fysieke vormveranderingen aangebracht die op
hun beurt werden getest aan de hand van schuimmodellen.
Ter
verifiëring van het navigatiesysteem, wordt een gebruikerstest uitgevoerd. De proefpersonen
worden gevraagd om op de fiets te zitten en zich te laten leiden door het
stuur. Door beroep te doen op de navigatiecommandos die het stuur genereert,
moet men proberen het parcours foutloos af te leggen tot de eindbestemming. Aan
de hand van de waarnemingen in deze test werden bevindingen genoteerd, waaruit
later optimalisaties kunnen op worden doorgevoerd.
Ten slotte
wordt een technische uitwerking gegeven van materialisatie,
productietechnieken, de verhouding van de componenten, Er is hierbij ook een
productvoorstelling aan de hand van gebruiksscenarios. Als allerlaatste stap
wordt er een terugkoppeling gemaakt naar de vooraf opgestelde specificaties.
In deze
masterproef staat de beleving en emotie van de gebruiker tegenover het product
centraal. In bijna iedere fase wordt dan gebruiker ook betrokken bij het
proces, dit door interviews, veldonderzoek, prototypes, gebruikerstest,
Opvallend is ook dat er niet wordt gezocht naar een probleem wat later opgelost
zal worden, maar vanuit positieve benaderingen.