Bijzonderheden Zebravinken nemen graag een bad en het is daarom belangrijk dat hier in de kooi c.q. volière gelegenheid voor wordt geboden. Zebravinken behoren tot de zogenaamde 'nestslapers', hetgeen betekent dat ze niet op een stok of tak de nacht doorbrengen, maar in een nest(kastje). Zorg er daarom voor dat in de kooi en of volière nestkastjes zijn opgehangen.
Huisvesting Indien de vogels gehouden worden zonder er gericht mee te kweken is huisvesting in een kooi in de woonkamer, kamervolière en buitenvolière prima mogelijk. Indien u echter "serieus" wilt kweken met zebravinken en met de vogels naar de tentoonstelling wilt gaan, dan verdient de kweek in broedkooien de voorkeur. Wil men kwaliteit kweken en wil men zekerheid over de afstamming van zijn vogels, dan is er maar één weg, die naar dit doel kan voeren, namelijk broeden met één paartje per kooi! Naar mijn stellige overtuiging is en blijft dit de beste manier om tot goede resultaten te komen. Een geschikte broedkooi voor een koppel is 40 cm. lang, 40 cm. hoog en 40 cm. diep. Veel kwekers plaatsen hun broedkooien in reeksen met zijpanelen die verwijderd kunnen worden. Het voordeel hiervan is dat de broedkooien dan ook voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld als vluchtje of om (jonge) vogels voor te bereiden op tentoonstellingen. De zijpanelen kunnen o.a. gemaakt zijn van multiplex, hardboard, glas of perspex. Beide laatste materialen hebben het voordeel dat ze het licht in de broedkooi beter doorlaten. Als voorzijde van de broedkooi kan het best gekozen worden voor een metalen voorfront. Deze voorfronten zijn bij de vakhandel, in vrijwel alle gewenste maten, kant en klaar verkrijgbaar. Ze zijn, al naar gelang de maat, voorzien van één of meerdere deurtjes en indien gewenst kunnen ze ook geleverd worden met te openen klepjes voor de nestkastjes. Veel broedkooien zijn of worden voorzien van schuifladen. Ingeval schelpenzand gebruikt wordt hebben deze het nadeel dat ze, a.g.v. zand wat na verloop van tijd tussen de schuiflade en de bodem van de broedkooi gaat zitten, gaan vastzitten. Beter is het om beukensnippers en of kippengrit in de schuifladen aan te brengen. In de broedkooi brengen we verder nog twee (stevig zittende) zitstokken aan.
Levenswijze in het wild Zebravinken leven in groepen in met struiken en bomen begroeide grassavannen. Verder zijn ze vaak te vinden in bewoonde en in cultuur gebrachte gebieden. Zebravinken hebben weinig vocht nodig zodat ze in droge streken makkelijk kunnen leven. In hun natuurlijke leefomgeving voeden ze zich in hoofdzaak met halfrijpe en rijpe gras- en onkruidzaden. Insecten worden vrij weinig genuttigd, echter in de broedtijd neemt de behoefte aan het nuttigen van insecten wel toe. Nesten worden over het algemeen in de vorken van takken gemaakt en in holen van bomen op een hoogte van 2 á 3 meter. Het nest wordt gemaakt van droge en groene grashalmen en bekleed met zacht gras, pluis en haren. De periode waarin de vogels gaan broeden wordt bepaald door de temperatuur en de neerslag. In Australië komt alleen de grijze variëteit voor in de vrije natuur. De mannetjes bezitten een oranjebruine wangvlek die bij de popjes ontbreekt ( Bij witte zebravinken is het verschil tussen het mannetje en het popje te zien aan de snavel. De snavel van het mannetje is bloedrood, terwijl dat van het popje veel lichter rood van kleur is