Jaarvogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker in vrij klein aantal; wintervogel in vrij groot aantal
Rode Lijst
Nee
Informatie
Hebt u wel eens een punt kersenvlaai gegeten, waarin nog een pit bleek te zitten? Menigeen heeft hierop al kiezen, kronen en bruggen stukgebeten. Zo niet de appelvink. Deze vinkensoort heeft zo'n krachtige snavel dat een kersenpit schijnbaar moeiteloos gekraakt wordt. Uit onderzoek is gebleken dat de appelvink zijn kaken met een drukkracht van maar liefst 50 kilogram kan uitoefenen. Helaas gaat het grootste deel van het leven van appelvinken schuil achter vele boomtakken. De soort zit het liefst hoog in forse bomen en is bovendien bijzonder schuw en waakzaam. Op de zeldzame haakbek na is het de grootste en zwaarste vinkensoort van Europa.
Algemeen
Overige namen
Hawfinch , Coccothraustes coccothraustes
Orde
Passeriformes
Familie
Vinken (Fringillidae)
Status
Jaarvogel. Vrij talrijke broedvogel; doortrekker in vrij klein aantal; wintervogel in vrij groot aantal
Europese verspreiding
Appelvinken komen voor van Groot-Brittannië tot aan Japan, in de gematigde gebieden. Zuid-Zweden en de Baltische Staten vormen ongeveer de noordgrens van de verspreiding van de appelvink (de 60 graden noorderbreedte meridiaan). Buiten dit gebied komt de appelvink slechts zeer zelden voor.
Leefomgeving en voedsel
Biotoop
Park en tuin, rivieren
Voedsel- en broedbiotoop
Hoog opgaande bossen met oude beuken en eiken; gemengde bossen of uitsluitend loofbos. Ook in oude parken kunnen appelvinken worden aangetroffen.
Voedsel
Grote zaden van kersensoorten (vogelkers en gecultiveerde kersen), insecten en zaden van beuken en eiken.
Broeden
Broedperiode
Vanaf begin mei
Koloniebroeder
Nee
Aantal legsels
Meestal één, soms twee legsels per jaar
Aantal eieren
4-5, soms 2-7
Herkenning
Opvallende kenmerken
Forse vinkachtige met stevige kegelvormige snavel, dikke kop en hals, witte eindband aan de korte staart en brede witte vleugelstrepen.
Gedrag
Zeer schuw, meestal onopvallend
Kleed
Roestbruin, beige verenkleed. De rug en vleugels zijn donkerbruin. Grijze band in de nek. Opvallende witte eindband aan de staart, valt vooral op tijdens de vlucht, evenals de witte vleugelstreep.
Formaat/ lengte
17-18cm.
Snavel
Zeer groot en driehoekig gevormd, loodgrijs tot zwart van kleur.
Poten
Zangvogelpoten
Vogeltrek
Overwinteringsgebied
Nederlandse Appelvinken trekken in zeer strenge winters weg naar België en Frankrijk, maar deze wegtrekkers worden gecompenseerd door overwinteraars uit noordelijker streken. Meestal blijven appelvinken in zwervende, kleine wintergroepen ter plaatse.
( klik op het zwarte vogeltje om een appelvink te horen )
Hallo, de eerste vogel van deze blog heet: Veldleeuwerik
Latijnse naam: Alauda arvensis
beschrijving: De veldleeuwerik is een geelbruine vogel van ongeveer 18 cm, met zwartbruine strepen en vlekken. De leeuwerik heeft een bruinzwarte staart met witte buitenste staartpennen en een witte achterrand van de vleugels. De veldleeuwerik kan een kuif opzetten, maar echter niet zo opvallend als bij een kuifleeuwerik. Jonge vogels hebben nog geen kuif en een kortere staart. Nu op heden is de veldleeuwerik steeds in aantal afgenomen, wie herinnert zicht nog toen je met de fiets ging rijden?, dan had je bijna altijd de mooie gezang boven je hoofd van de veldleeuwerik!
Biotoop: De veldleeuwerik komt voor op natuurlijke en op kunstmatige aangelegde graslanden, overwegend op niet te droge grond, op akkerland, klavervelden en graanvelden, braakliggende grasrijke terreinen. Je vindt de veldleeuwerik soms ook op de middenberm van de autosnelweg.
Voorkomen: Onze inheemse veldleeuweriken zijn gedeeltelijk standvogels met massale uittocht bij sneeuwval. De winterkwartieren liggen in het zuidwesten van Europa en rond de Middellandse Zee.
Broeden: De veldleeuwerik maakt een grondnest in een kleine uitholling van de bodem. Het nest bestaat uit droge grashalmen en worteltjes. De nestkom kan ook dierenhaar bevatten. De 3 - 4 - 5 grijs groenachtige eieren zijn bedekt met bruinachtige stipjes en vlekjes. Aan de stompe pool vormen ze soms een krans.
Broedduur: De eitjes worden 11 - 12 dagen bebroed door het vrouwtje. De jongen lopen reeds op de negende dag het nest uit en tien dagen later kunnen ze reeds vliegen. De veldleeuwerik heeft twee broedsels per jaar.
Voedsel:
De veldleeuwerik eet: Graszaden en onkruidzaden, groene grassprietjes en kiemplantjes. Ook allerlei in het gras en op de grond. Levende insecten, spinnen, duizendpoten en wormen.
Zang: De veldleeuwerik heeft afwisselende zang terwijl hij opstijgt tot op grote hoogte, soms onzichtbaar voor het oog. De veldleeuwerik imiteert andere vogels.
klik hieronder op het zwarte vogeltje om een veldleeuwerik te horen:
Hallo, welkom op mijn blog, Bent u ook zo'n vogelliefhebber als ik? En ook iemand die er fot's van maakt in zijn vrije tijd? Dan hebben wij veel gemeen!
Ik probeer elke dag een nieuwe soort op mijn blog te kunnen zetten, mar het lukt niet altijd, want ik ben ook maar een mens die vergeetachtig kan zijn, of weinig tijd kan hebben. Ook zal ik foto's toevoegen die ik zelf heb genomen, Maar verwacht geen spectaculaire dingen hoor!
Vriendelijke groet van een vogelliefhebber, Stephanie x