H E T V E R H A A L V A N
I S
Is
werd geboren in het heuvelachtige land van Pales aan de azuurblauwe Middenzee.
Hij behoorde tot het vredelievend Esvolk. Zijn ouders waren eenvoudige, vrome
mensen die leefden in een kleine dorpsgemeenschap. Is was een uitzonderlijk
knappe jongen, zowel lichamelijk als verstandelijk. Hij had een hart van goud,
hield van iedereen en iedereen hield van hem.
Tenminste, de meeste mensen waren hem welgezind omdat hij altijd zo vriendelijk
en gedienstig was. Hij maakte het beste in hen wakker en zijn innemende
glimlach en immer vreugdevolle blijheid werkten aanstekelijk op hun gemoed.
Toch
had dit bij sommigen een averechts effect. Zij waren wat jaloers of voelden
zich schuldig omwille van hun eigen tekortkomingen die schril afstaken tegen
het voorbeeldige gedrag van Is. Maar doorgaans was dit van voorbijgaande aard
want Is zelf bleef steeds even enthousiast van iedereen houden, hoe ze ook
reageerden. De personen die het moeilijkste met hem konden omgaan waren zijn
leraars of andere gezagsdragers. Is bleek immers veel meer te weten dan zijzelf
en dat lag vaak moeilijk wanneer ze hun positie in de gemeenschap aangetast
waanden door de enorme wijsheid die Is als kind van twaalf tentoonspreidde.
Daarbovenop
gebeurden er wondere dingen wanneer er iemand in nood was en Is op een
bovennatuurlijke wijze de situatie scheen recht te zetten. Verhalen deden de
ronde over speelkameraden die zich bij het spelen levensgevaarlijk verwondden
en die door Is op onverklaarbare wijze geheeld werden. Al wat hij deed was zijn
handen over de wonden houden en zijn ogen naar boven richten, enkele woorden
zeggend tot zijn Vader en Moeder in de Hemel zoals hij het meestal uitdrukte
wanneer hij zich tot God richtte. Want net als zijn ouders was Is diep gelovig
en hij zonderde zich vaak af om in stilte te mediteren en te bidden.
De
geleerden in de Tempel waren verrukt over -en ook wat beducht voor- zijn
kristalheldere uitleg van de heilige Geschriften. Hoe kon een twaalfjarige
jongen toch zoveel wijsheid in zich hebben terwijl zijzelf een leven lang diep
nagedacht en gestudeerd hadden om de ware betekenis te kunnen achterhalen van
wat geschreven stond? Vele leraren van Is waren de wanhoop nabij omdat zij niet
opgewassen waren tegen de scherpe en niet te overtreffen geest van Is. Wanneer hij hun beweringen tegensprak, wisten
ze dat hij het bij het rechte eind had; hij bewees dat ook telkens met
ontegensprekelijke bewijzen en met een inzicht dat nergens elders ter wereld te
vinden was. De wijsheid van Is overtrof alle gekende literatuur van die
tijd. Kortom, het bleek onmogelijk om
iemand in de gemeenschap te vinden die de jongen verder kon opleiden of iets
bijbrengen.
Een
bijkomend probleem drong zich op toen Is op huwbare leeftijd was gekomen. Na
zijn twaalfde levensjaar moest hij volgens de traditie van zijn volk door de
ouders gekoppeld worden aan een meisje uit de gemeenschap. Is zag dit helemaal
niet zitten want hij voelde als kind al dat zijn ware levensroeping niet te
verzoenen was met een bestaan als huisvader. Timmerman worden als zijn vader of
visser zoals vele andere dorpelingen en een gezin stichten om hier een leven
lang in de dorpsgemeenschap te blijven wonen? Neen, dat kon hij echt niet doen.
Zijn honger naar nog meer wijsheid - en vooral: naar methoden om zijn inzichten
te kunnen verspreiden naar anderen - was onmetelijk groot. Diep in hem was een
sterk verlangen om te beantwoorden aan de roep van de Heer:
Breng mijn boodschap van Liefde bij het
volk.
Is
zag immers goed genoeg dat de mensen om hem heen niet gelukkig waren. Zij
gingen zwaar gebukt onder een hard bestaan. Hun volk was slaaf van een meedogenloos
machtig bezetter die hen hardhandig met geweld onderwierp en zware belastingen
oplegde. Er was geen vrede en vreugde onder de mensen en velen waren
lichamelijk en geestelijk ziek. Het ontbrak hen aan geloof, aan hoop en
vertrouwen. En bovenal aan liefde. Liefde voor elkaar en voor God die hen in
hun ogen -minstens tijdelijk- verlaten had. Is wist dat hij als opdracht had
zich verder te verdiepen in wijsheid en technieken om zich zo voor te bereiden
voor zijn goddelijke levenstaak.
Hier
in het dorp kon hij dit onmogelijk verwezenlijken en daarom moest hij weg van
zijn ouders, van zijn leefgemeenschap, zijn volk, zijn land. Hij wist dat bij
zijn geboorte wijzen uit Oostland gekomen waren om hem te aanbidden. Dààr moest
hij heen om zijn innerlijke wijsheid te toetsen aan die van de geleerden
ginder. Zij konden hem ongetwijfeld ook methoden en technieken aanleren om de
Boodschap van Gods oneindige Liefde uit te leggen aan de mensen en hen zo uit
hun veelvoudig lijden verlossen.
Regelmatig
kwam een karavaan van kooplieden uit Oostland langs om hun waren -vooral zijde
en kruiden- te slijten aan het Esvolk. Is had vaak met hen gesproken, met enthousiasme
naar hun verhalen geluisterd en met hun kinderen gespeeld. Hij zou zijn ouders
vragen of hij met de kooplieden mee mocht naar hun land om daar zijn opvoeding
te kunnen voltooien. Zij wisten immers toch ook dat hij een bijzondere goddelijke
roeping had?
Zijn
moeder was er uiteraard het hart van in en zijn vader was vooral bezorgd
omwille van de vele mogelijke gevaren op die lange tocht. Maar ze begrepen dat
het geluk en welzijn van Is voorrang moest krijgen en uiteindelijk gaven ze hem
zijn zegen.
Is
liep nog een laatste keer naar de hoge heuvel en zag vandaar in de verte de zon
majestueus ondergaan in de hemelsblauwe zee. Hij had afscheid genomen van zijn
ouders, zijn familie en vrienden en was klaar om te vertrekken met de karavaan van
de kooplui naar Oostland. Hij bad tot
zijn goddelijke Vader en Moeder om hem te beschermen en te begeleiden.
***
De
tocht was lang en zwaar. Bergen, woestijnen, zeeën.. wisselende landschappen en
volkeren
Is voelde zich algauw thuis bij de kooplieden waarvan sommigen met
hun hele gezin de reis deden.
Toch
was hij blij wanneer ze eindelijk Oostland naderden. Is sloot zich aan bij een
gemeenschap van een heel vredelievend volk. Hij was bij allen heel geliefd en
graag hadden ze hem permanent bij zich gehouden maar Is wou verder.
Zo
kwam hij bij de Tempel van Wijsheid aan in een grote stad. Hier kon hij
dagelijks met eminente geleerden spreken en discussiëren over de ware betekenis
van heilige Geschriften.
Hij
begon ook te prediken; het liefst vertelde hij zijn wijsheid en inzichten in de
vorm van een verhaal aan kinderen en eenvoudige mensen die enthousiast kwamen
luisteren. Eerst wilden ze de kinderen wegjagen toen die vlakbij hem kwamen
maar hij weerhield hen hiervan en zei:
Laat
die kinderen toch rustig hier bij mij. Zij zijn in hun spontaniteit en
zuiverheid als engelen, nog ongeschonden door de waan van het wereldse leven. Jullie
zouden hen beter wat meer respecteren en hun voorbeeld volgen. Dit was totaal
nieuw voor deze mensen die hun kinderen gewoonlijk niet eens goed verzorgden,
laat staan dat ze naar hen zouden luisteren. De kinderen zelf vonden het uiteraard
heerlijk eindelijk wat aandacht te krijgen. Zeker als Is telkens begon met een
verhaaltje voor hen. De grote mensen hoorden dit trouwens ook graag want het
raakte hen allen meteen diep in hun hart wanneer Is vertelde over een
paradijselijke wereld vol welzijn, liefde en rechtvaardigheid. helemaal in
tegenstelling tot hun dagdagelijkse bestaan en toch dichtbij volgens Is. Kijk
om je heen en zie hoe de vogels vrij in de lucht zweven en sierlijk getooid
zijn met kleurrijke veren. Hoe ze noch zwoegen noch zorgen hebben en door de
goddelijke Vader en Moeder verzorgd worden. Niets ontbreekt hen, dus waarom zouden
jullie zich dan zorgen maken? God houdt immers nog veel meer van jullie, zijn eigenste
kinderen, volledig naar zijn evenbeeld geschapen! Zo ging Is verder, almaar vertellend
en uitleggend. Een ware verademing voor het lijdende volk. Jong en oud genoten
van zijn verhalen en verklaringen.
Hij
genas ook vele zieken en troostte vele mensen die op één of andere manier leden
onder angst, geweld of armoede. Wanneer Is moe werd van al het preken en helen
trok hij alleen de heuvels in. Daar vastte hij, bad en mediteerde. Zo kwam hij
weer op krachten en ging dan weer naar de mensen toe om hen te bemoedigen, te
onderwijzen en te genezen. Groot en klein, jong en oud kwam massaal naar hem luisteren.
Vooral de kinderen hingen aan zijn lippen. Na hem aangehoord te hebben, trok
iedereen blijgezind en vol hoop naar huis.
Ook
in de Tempel waar hij zich onderhield met geestelijken en geleerden was Is een
welkome gast. Niemand had ooit zo helder en klaar de geschriften verklaard. Op
een dag echter kwam een oudere geleerde in de Tempel naar hem toe en wees hem
vriendelijk maar beslist terecht.
Het
is niet goed om de wijsheid en waarheid - die jij zo voortreffelijk weet te verwoorden
onder ons, geleerden en priesters, in de Tempel- ook te willen verkondigen aan
het gewone volk. Enkele onder ons hebben je bezig gezien en gehoord en vrezen
dat jouw woorden, hoe goed ook bedoeld, deze mensen alleen maar van streek kan brengen.
Wij hebben een zekere reputatie en stand op te houden want wij behoren tot een
uitverkoren kaste. God heeft dit zo gewild en daar mag jij niet tegenin gaan.
Is
begreep dat deze man door de anderen was uitgestuurd omdat ze hun bevoorrechte
positie in gevaar zagen. Is predikte immers dat allen gelijk waren voor God en
dat iedereen, ongeacht afkomst, geslacht of in welke hoedanigheid dan ook-
evenveel recht had op een volwaardig bestaan. Hij wist dat het geen zin had de geleerden
en de priesterkaste te wijzen op hun ongelijk. Hij wou echter ook de armen en
vele eenvoudige mensen die op hem rekenden niet in de steek laten. Daarom
antwoordde hij rustig maar beslist dat voor God iedereen gelijkwaardig is en
dat wie zich verheft zal vernederd worden en dat de eersten de laatsten zullen
zijn.
Daarop
ging Is zoals naar gewoonte naar de mensen op het plein en onderrichtte hen. De
oude geleerde was bedroefd want hoewel hij zelf geneigd was Is volledig gelijk
te geven en te steunen, wist hij dat de priesters Is nooit zouden toestaan hun
bevoorrechte plaats in de maatschappij te betwisten. Zij hadden die van hun
ouders en voorouders overgeërfd en wilden dit zo behouden ook voor hun kinderen
en kleinkinderen. En voor zichzelf uiteraard. Is had ongetwijfeld gelijk
wanneer hij hen erop wees dat iedereen zonder uitzondering recht had op het
bevrijdende woord van de Heer en dat we allen volledig gelijk waren in de ogen
van God. Toch vreesde deze oude, wijze man dat dit niet goed zou aflopen en dat
hij daar zelf niet veel kon tegen inbrengen. Met tegenzin en bezwaard gemoed
ging hij het antwoord van Is overbrengen naar de kaste van priesters en
geleerden.
Na
een tijd voelde Is intuïtief aan dat de priesters hem zochten te verjagen
omwille van zijn bevrijdende boodschap die hun positie nu eenmaal in gevaar
bracht. Is besloot om weg te trekken want gevangen of dood kon hij immers toch
ook niets betekenen voor het volk hier. Bovendien wist hij dat zijn levenstaak
nog niet vervuld was. Hij droomde ervan naar de hoge Hemelse bergen te trekken
waar in grotten de echte geleerden en wijzen leefden. Ook de wijzen die hem als
boreling hadden bezocht kwamen daar vandaan. In het diepste van de nacht
verliet hij de Tempelstad en trok naar het gebergte.
***
Een
diep gevoel van intense vreugde overviel Is toen hij de eerste omtrekken zag
van het reusachtig bergmassief. Sneeuwwitte toppen doemden in de verte op en
weldra werd het landschap alsmaar prachtiger. De rust en schoonheid van de natuur
was overweldigend, een lust voor alle zintuigen. Maar vooral van binnen voelde
Is een symfonie van blijheid en tederheid. Het gaf een deugddoende ervaring van
thuiskomen. Hij wist dat hij hier ooit al eerder moest zijn geweest, in een vroeger
leven.
Hij
snelde naar de Hemelse bergen toe en vestigde zich in een bergdorp bij een
gelovige gemeenschap. Zij aanbaden de hele dag hun Verlichte Meester, vertelden
diens levensverhaal en leer, zongen geestelijke liederen en mantras en gingen
vaak naar hun tempel. Hun ingeboren gastvrijheid en lieflijk omgaan met elkaar
maakte dat Is zich nog meer thuis voelde. Hij trok regelmatig verder de bergen
in, tot bij de allerhoogste toppen en overnachtte in grotten waar hij af en toe
een wijze ontmoette.
Op
een dag waande hij zich verloren en het begon al te schemeren. Geen grot in de buurt
maar hij maakte zich geen zorgen. Hij bad tot zijn Vader en Moeder in de Hemel
en vroeg hem te geven wat nodig was. Meteen zag hij iets verder een vuur
branden. Naderbij gekomen zag hij drie mannen in lotushouding onder een boom
zitten. Een ongelooflijk schitterend licht omstraalde het drietal en er scheen
een harmonieuze symfonie van klanktrillingen het hele tafereel te omkaderen. Is
voelde zich heel licht en euforisch worden.
Welkom,
Is. We zijn verheugd dat je ons een tegenbezoek komt brengen. We zullen je na
het goud, de wierook en mirre nu ook de nodige wijsheid, kracht en methodiek
geven die je nodig hebt.
Is
herkende de drie Wijzen die hem bij zijn geboorte hadden bezocht en aanbeden.
Ik
ben Bab-Kri, en dit zijn LahMah en SriYoe. We hebben destijds de ster in ons
spirituele oog zien schitteren en in een visualisatie de weg gezien naar jouw
geboorteplaats.
We
zullen je nu gedurende drie dagen en nachten bijstaan om je de nodige kracht en
wijsheid te geven om je goddelijke levenstaak te kunnen vervullen. Jij bent net als wij een afgezant van God en
je weet en kent alles maar we willen je nu in herinnering brengen wat de onoverkomelijke
waan van deze wereld nog omsluierd had gehouden.
De
volgende dagen beoefenden ze samen yoga-oefeningen en -technieken en vertelden
de drie wijzen verhalen van goddelijke waarheid zoals Is die moet doorgeven aan
de mensheid. Hij kreeg inzicht in alle mogelijke religies en wat hij intuïtief
al wist werd uitdrukkelijk bevestigd: de kern, de essentie van elk geloof, elke
levensbeschouwing is identiek hetzelfde. De waarheid is uniek. Gods oneindig
bewustzijn is de bron van al wat is. De gelukzalige ervaring van gemeenschap
met de hemelse Vader en Moeder is het allerhoogste levensdoel. De mens kan
enkel gelukkig zijn wanneer hij bewust wordt van zijn eeuwig bestaan in Gods
Rijk van oneindige Liefde. Tot vreugde geschapen moet elke ziel weer thuiskomen
in altijddurende gelukzalige vrede en vreugde. Hiervan bewust zijn is de enige
uitweg om te ontkomen aan zelfveroorzaakt lijden en pijn. Dit overbrengen bij
de mensen is de goddelijke opdracht waarvoor Is nu helemaal klaar is.
Tot
slot van zijn opleiding sprak Bab-Kri hem toe:
Je
zal heel wat tegenstand, verleidingen en zelfs groot lijden ondervinden bij het
volbrengen van je goddelijke taak maar je innerlijke kracht zal steeds
overwinnen. De zegen van de Heer rust op jou en zal je altijd beschermen en
leiden. Wanneer je oprecht geloof tegenkomt zul je grootse daden kunnen
verrichten. Als volmaakt kanaal van onze goddelijke Vader en Moeder zal niets
onmogelijk zijn voor jou. Je zal de mensen moeten toespreken in een taal die ze
verstaan door gebruik te maken van verhalen, vergelijkingen en beeldtaal.
Sommige leerlingen van jou zullen ver genoeg gevorderd zijn om de meer diepzinnige,
verborgen wijsheid op te nemen en om die bijzondere technieken te beoefenen die
hen rechtstreeks in contact kunnen brengen met ons aller Vader en Moeder. Geef
door wat je kunt en wat men kan aannemen. Neem vooral de angst en onrust bij de
mensen weg. Wijs hen op de kilheid van hun hart en de zware gevolgen van hun
onwetendheid en verkeerde daden. Toon hen de kracht van de Liefde van God die
ze bovenal moeten beminnen. Leer hen oprecht te houden van elkaar, niet te
oordelen. Ga in vrede en vreugde.
Ontroerd
nam Is afscheid van de andere avatars, wetend dat ze altijd met elkaar verbonden
bleven over alle grenzen heen. Groot was zijn vreugde nu helemaal klaar te zijn
voor de opdracht van zijn hemelse Vader en Moeder.
Hij
keerde terug naar de verlichte gemeenschap en bekwaamde zich nog meer in het
prediken van de bevrijdende boodschap van liefde en rechtvaardigheid. De droom
van Gods Rijk maakte hij nu tot
werkelijkheid. Ook hier waren de mensen hem zeer erkentelijk en ze hielden heel
veel van hem. Maar toen Is de geestelijke leiders wees op enkele foute interpretaties
van de leer van hun Verlichte Meester, kreeg hij eens te meer te maken met
afgunst en woede. Hij vertrok midden in de nacht en keerde terug naar zijn
thuisland.
Onderweg
daar naartoe leerde hij nog vele volkeren en hun gebruiken en godsdiensten
kennen. Overal won hij de harten van de mensen. Maar evenzeer kreeg hij telkens
weer de wereldlijke en religieuze leiders tegen zich omdat hij hun ongoddelijke
praktijken aan de kaak stelde. Is besefte dat dit de onvermijdelijke strijd was
die hij altijd weer opnieuw moest aangaan. De onwetendheid en de hardheid van
het hart van de mensen was de hindernis die zij -en dus ook hijzelf- moest
overwinnen om te slagen.
Zo
kwam hij na 28 jaren eindelijk weer in het land van Pales. Hij verbleef een
hele tijd in de woestijn waar hij vastte en bad. Vele verleidingen kwamen tot
hem maar hij slaagde erin de waan van illusie en verlangens te weerstaan.
Hij
ontmoette zijn neef Yo die de mensen doopte in de rivier en hun de komst meldde
van Hij die zou dopen met vuur en hen allen voor altijd bevrijden van alle
angst en uit elke vorm van lijden.
Is
liet zich zelf ook door Yo dopen en een schitterend Licht daalde over Hem neer.
Zijn goddelijke levenstaak was in een beslissende eindfase getreden. Vanaf nu
zou Hij alles geven -tot zijn eigen leven toe- om de Liefde van zijn hemelse
Vader en Moeder voorgoed in de harten en ziel van de mensen te prenten.
Yogannes
|