Hollandse Helden in de Amerikaanse Burgeroorlog
Inhoud blog
  • Welkom op mijn blog over de Amerikaanse Burgeroorlog
  • Proficiat!

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Vechten voor het nieuwe vaderland
    18-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    James H. Burbank, (v/h Reinder Jilderts) onderscheiden met de Medal of Honor. Reinder Jilderts was pas 13 jaar oud toen hij zijn ouderlijk huis in het Friese Hindeloopen in 1851 achter zich liet om de wijde wereld in te gaan en te gaan varen op de koopvaardij. Op 5 januari 1838 meldde zijn vader Hilbrand Reinders Jilderts zich om 11.00 uur ’s-morgens bij de burgemeester van zijn toenmalige woonplaats Stavoren om in het bijzijn van twee getuigen aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Geertje Gerrits Hollander, waarmee Hilbrand exact negen maanden en zeven dagen eerder in het huwelijk was getreden, had een dag eerder, dus op 4 januari 1838, ’s-morgens om vijf uur het leven geschonken aan Reinder. Volgens zijn geboorteakte was zijn vader logementhouder van beroep. Het katholieke gezin Jilderts verhuisde van Stavoren naar Hindeloopen, waar op 18 juli 1843 Reinder’s broertje Jozef werd geboren. Jozef was één van de ruim 3000 vrijwilligers, die zich in de zestiger jaren van de 19e eeuw aanmeldden als vrijwilliger in het leger van de Zoeaven om de Paus te helpen in zijn (uiteindelijk verloren) strijd tegen Garibaldi en Victor Emanuel II. Wellicht was hij mede geïnspireerd door zijn oudere broer Reinder, die zich op 16 april 1861 had aangemeld als vrijwilliger voor een ander leger. Dat deed hij echter niet op verzoek van de Paus, maar op dat van president van de Verenigde Staten, Abraham Lincoln. Na acht jaren te hebben gevaren wilde Reinder weer vaste grond onder zijn voeten voelen. Friesland was echter geen optie meer. Als zeeman had hij inmiddels genoeg van de wereld gezien om een afgewogen keuze te maken. Die keuze viel op zijn nieuwe vaderland Amerika, waar hij zijn geluk wilde gaan beproeven. Hij vestigde zich in de havenstad Providence in de staat Rhode Island, waar hij werk vond als fabrieksarbeider en zijn naam veranderde in James H. Burbank, die voor Amerikanen makkelijker was te verstaan dan Reinder Jilderts. De “H” staat waarschijnlijk voor Hilbrand en verwijst daarmee naar de voornaam van zijn vader. Kort nadat Lincoln in november 1860 tot president van de Verenigde Staten van Amerika werd gekozen, besloten de zuidelijke staten zich af te scheiden van deze Unie. Een belangrijk geschilpunt was het al dan niet afschaffen van de slavernij, die de zuidelijke staten niet alleen binnen de eigen grenzen wilden handhaven, maar ook wilden invoeren in enkele nieuw te vormen staten. Lincoln vond handhaving van de slavernij in de Zuidelijke staten nog geen reden om oorlog te voeren, maar duldde onder geen voorwaarde de opsplitsing van de Verenigde Staten in twee verschillende landen. Dit geschil leidde tot de Amerikaanse Burgeroorlog, die zou duren van 1861 tot 1865. Op 12 april 1861 klonken de eerste schoten in deze oorlog, die het leven zou kosten van 600.000 man. Deze schoten werden ’s-morgens vroeg om half vijf vanuit Charleston in South Carolina afgevuurd op het Fort Sumter, dat gelegen was in de baai voor Charleston. Hierin was een garnizoen soldaten van de Unie gelegerd. Lincoln had besloten dit fort over zee te bevoorraden en Jefferson Davis, die was uitgeroepen tot president van de zuidelijke Geconfedereerde Staten van Amerika, had opdracht gegeven dit te voorkomen. Met deze beschieting, die de commandant van het fort, majoor Anderson, op 14 april dwong tot overgave, was de Amerikaanse burgeroorlog een feit. De volgende dag wendde Lincoln zich tot de Noordelijke staten met het verzoek om een leger van 75.000 man op de been te brengen voor de duur van negentig dagen. De oorlog duurde echter geen negentig dagen , zoals men hoopte en verwachtte, maar vier jaar voordat de overwinning van het Noorden op het Zuiden een feit was en daarmee het voortbestaan van de Unie was gewaarborgd. En daarvoor waren geen 75.000 man nodig, maar anderhalf miljoen, die het moesten opnemen tegen het leger van het Zuiden, dat in totaal 800.000 man zou gaan tellen. James Burbank was er op 16 april dus als de kippen bij om zich als vrijwilliger aan te melden en te helpen om de rebellie van het Zuiden de kop in te drukken. Als soldaat maakte hij deel uit van Companie G van het Eerste Regiment van Vrijwilligers van Rhode Island. Dit was het allereerste regiment, dat zich meldde in Washington DC en als eerste werd geïnspecteerd door president Abraham Lincoln. Het regiment maakte deel uit van de brigade van generaal Ambrose Burnside, die ressorteerde onder het “Leger van Noordoost Virginia” . Op 16 juli marcheerde het regiment richting het plaatsje Manassas in de staat Virginia, waar op 21 juli 1861 de Eerste Slag bij het riviertje de Bull Run plaats vond. Dit was tevens de vuurdoop voor James Burbank. Aanvankelijk leek het Noordelijk leger op een snelle overwinning af te stevenen. Maar onder het toeziend oog van tal van meegekomen nieuwsgierige inwoners van de stad Washington DC mondde deze eerste grote confrontatie tussen Noord en Zuid uit in een klinkende overwinning voor het zuiden. Het Noordelijk leger trok zich terug in Washington en het regiment van James Burbank werd op 2 augustus 1861 opgeheven. De 90 dagen durende diensttijd zat er immers op. Deze eerste slag kostte 25 man van dit regiment het leven, maar dit was voor James geen reden zijn militaire loopbaan te beëindigen, in tegendeel. Hij meldde zich op 25 september 1861 opnieuw aan als vrijwilliger en werd ingelijfd in het Vierde Regiment van de Rhode Island Infanterie. James werd bevorderd tot korporaal en vocht mee tijdens de Slag bij Roanoke op 7 en 8 februari 1862. Zijn regiment slaagde er in om als eerste zijn vaandel op het Fort Bartow te planten, waarmee de overwinning een feit was. Vijf weken later bestormde het Vierde Regiment met de bajonet op het geweer in New Bern (North Carolina) de verdediging van de Geconfedereerden en besliste ook deze strijd in zijn voordeel. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. De Geconfedereerden boden hevige tegenstand en het Vierde Regiment telde verschillende slachtoffers. James Burbank was één van de twaalf soldaten, die getroffen werden door granaatscherven. Twee van hen waren op slag dood. Ook James bleef achter op het slagveld en men dacht dat ook hij gesneuveld was. Hij was gewond en bewusteloos, maar kwam gelukkig weer bij en werd door zijn kameraden in veiligheid gebracht. Het regiment verloor vijftien man, die gesneuveld waren en telde twintig gewonden. James herstelde van zijn verwondingen en meldde zich direct als vrijwilliger bij de Amerikaanse marine, die mensen nodig had om haar kanonneerboten te bemannen. Zijn ervaring als zeeman kwam hem goed te pas en James werd samen met twaalf andere soldaten van zijn regiment geselecteerd om tijdelijk bij de marine te worden gedetacheerd. In september 1862 begon zijn dienst als kanonnier aan boord van de kanonneerboot “Commodore Perry”. Zijn commandant was Luitenant Charles W. Flusser, die in 1864 zou sneuvelen. In de nacht van 2 op 3 oktober 1862 lag de Commodore Perry samen met de kanonneerboten Hunchback en Whitehead voor anker in de Blackwater rivier op drie mijl van het stadje Franklin. ’s-Morgens vroeg om drie uur werd het anker gelicht en kwamen James en zijn mannen uit hun kooi om na een haastig ontbijt te beginnen met de beschieting van de versterkingen van de vijand op de oever van de rivier. De vijand beantwoordde de beschieting en dwong commandant Flusser om zich uit de voeten te maken, maar de rivier was daar zo smal, dat de boot vast liep op een zandbank. Dit tot groot vermaak van de geconfedereerden. Eén van hun soldaten werd zo overmoedig, dat zich richting de zandbank begaf en zijn maten aanspoorde om aan boord van de Commodore Perry te klimmen. Zij voelden daar helemaal niets voor. En terecht, want de enthousiasteling werd prompt dood geschoten door de bemanning van het schip. Binnen enkele minuten kwam de boot weer los van de zandbank. Ze stoomde stroomopwaarts en vuurde met de boordkanonnen op de verdedigingswerken op de oever van de rivier. Eén van de grotere kanonnen werd bediend door korporaal Burbank, die er zo voor zorgde dat ook de kanonneerboten Whitehead en Hunchback zich bij de Commodore Perry konden aansluiten. De boten voeren verder de rivier op, maar werden daarbij ernstig gehinderd door talloze boomstammen, waarmee de rivier bezaaid was. Deze barricades konden niet zo maar verwijderd worden, omdat de schepen zwaar onder vuur lagen. Iedereen was hierdoor gedwongen aan boord te blijven. Commandant Flusser hoopte uit deze benarde positie te komen met de steun van de infanterie, die de vijand vanaf het land zou moeten bestoken, maar deze hulp kwam helaas niet opdagen. De boten, die vanaf beide oevers van de rivier met geweervuur bestookt , raakten verzeild in een hevig vuurgevecht en het zag er even naar uit, dat zij zonder hulp van buitenaf het onderspit zouden moeten delven. Maar korporaal Burbank, hoewel zwaar onder vuur, gaf de vijand met zijn boordkanonnen de volle laag. Zijn jas werd door maar liefst dertien kogels doorboord en zijn hoed werd tot drie keer toe van zijn hoofd geschoten en verdween die derde keer over boord. Het verwoede gevecht duurde vier uur aan één stuk door en de vijand probeerde de rivier te blokkeren door zo veel mogelijk bomen om te hakken en in de rivier te gooien. Omdat de verwachte hulp uitbleef, besloot luitenant Flusser zich terug te trekken. Eenmaal buiten bereik van de vijand zag James dat het bebloede dek bezaaid was met gewonden en dat er twee doden te betreuren waren. In zijn officiële rapport roemde Flusser de onverschrokken moed en enorme inzet van enkele van zijn bemanningsleden, waaronder korporaal Burbank en sprak daarbij de hoop uit, dat James bevorderd zou worden tot sergeant. Voor zijn heldenrol aan boord van de Commodore Perry, die als door een wonder van een zeker lijkende ondergang werd gered, werd James inderdaad beloond. Hij keerde als sergeant weer terug tot zijn regiment, het 4e Infanterie Regiment van Rhode Island. Hij raakte op 25 juli 1864 gewond door een kogel van een scherpschutter tijdens het beleg van Petersburg in Virginia. Op dezelfde dag werd ook zijn eveneens uit Providence afkomstige vriend en maatje korporaal Frank Chase ernstig gewond aan zijn hoofd. James herstelde van zijn verwondingen, maar vreesde voor het leven van zijn vriend, die hij daarna uit het oog verloor. Hoewel de diensttijd van zijn regiment er op zat en daarom in september 1864 werd ontbonden, had James er nog steeds geen genoeg van. In plaats van definitief af te zwaaien en zich weer te verenigen met zijn jonge vrouw, Mary Burns, met wie hij in maart van dat jaar was getrouwd, sloot hij zich als vrijwilliger aan bij het 7e Infanterie Regiment van Rhode Island. Pas nadat de opperbevelhebber van de Geconfedereerden, Generaal Robert E. Lee zich in april 1865 had over gegeven aan generaal (en latere president) Ulysses S. Grant, kwam er een einde aan de Amerikaanse burgeroorlog. James Burbank zwaaide definitief af op 13 juli 1865 en vestigde zich met zijn vrouw eerst in Missouri en in 1880 in het plaatsje Miltonvale in Kansas. Daar boerde James zowel letterlijk als figuurlijk uitstekend. Zijn boerenbedrijf floreerde goed en telde maar liefst 125 stuks vee. Voor zijn gezin, dat inmiddels was uitgebreid met zoon John en dochters Gertrude, Nellie, Annie en Agnes bouwde hij een mooi huis met zeven kamers. Vanwege zijn roemruchte oorlogsverleden gaven zijn vrienden hem de bijnaam”De Generaal”. In 1901 bracht James weer eens een bezoek aan Rhode Island. Hij bezocht het plaatsje Natick, waar hij ruim veertig jaar eerder Mary ten huwelijk vroeg, bezocht hij een reünie van zijn oude regiment in Providence. Daar kwam hij tot zijn grote verbazing en blijdschap zijn dood gewande oude kameraad Frank Chase tegen. De twee oude mannen vielen elkaar huilend in de armen en haalden samen herinneringen op aan de veel bewogen, maar Godzijdank lang vervlogen tijden. Voor zijn heldendaden aan boord van de kanonneerboot “Commodore Perry” tijdens de gevechten in de Blackwater rivier in Noord Carolina werd James Burbank door de Amerikaanse marine onderscheiden met de bronzen medaille en in 1896 werd hij door het Congres onderscheiden met de “Medal of Honor”, de hoogste militaire onderscheiding van Amerika. De gezondheid van James liet de laatste jaren van zijn leven te wensen over. Hij leed aan reuma en chronische diarree. Beide kwalen werden door zijn behandelende artsen toegeschreven aan de zware leefomstandigheden tijdens zijn diensttijd. James Burbank, voorheen de uit Friesland afkomstige Reinder Jilderts, overleed op 15 februari 1911 op 73-jarige leeftijd en is begraven op de begraafplaats van Miltonvale, Kansas.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 12/09-18/09 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs