omtrek cirkel = je zoekt het middelpunt en je trekt dan door het middelpunt een rechte lijn van de een kant tot de andere kant dan meet je de lijn en dan doe je bv dat de lijn 4 cm is de je 4cm x 3.14 altijd
maal 3.14
kijk op foto en alles word 3.14 keer duidelijker
geraak bij wiskunde nooit in paniek bij een slechte toets of toetsen of een reeks toetsen je hebt goede en minder goede vakken en niet omdat je 1 of meerdere slechte of mindere wiskunde toetsen heb dat je een slecht jaar gaat hebben of dat je niet slim bent iedereen is anders en iedereen doet zijn eigen wijs
ruit : een ruit heeft 2 diagonalen ( van het een hoekpunt naar het overstaande hoekpunt ) als je de diagonalen tekent dan zie je dat er 1 lang is en 1 kort is en dan doe je de langste diagonaal x de kleinste of de korste diagonaal en dan :2 en dan heb je de uitkomst
parallellogram: bij een parallellogram moet je je 0 van je geodriehoek op de onderste lijn leggen en dan kijk je bij je bovenste lijn hoeveel cm het is ( nog vragen stuur maar )
trapzuim: is gewoon ob + bb xh :2 ( meer info zie je op foto )