Limericken
Woensdag, 15/01 hebben we voor het eerst kennis gemaakt met de Ierse
limericken.
We mochten de uitdaging aan om zelf een limerick te maken. We hebben allemaal
zeer ons best gedaan om:
- 5 regels te maken
- Het patroon AABBA te volgen
- En de lettergrepen ongeveer
99559 te doen
Hier zijn een paar voorbeelden:
In de wei staat een oude knol
met zijn buik zo bol.
Aan zijn voorpoten hing een
kat
En zijn achterpoten zo nat.
En onder hem ligt een drol.
(door Luna De Swaef)
Er was eens een man op de
vlakte.
Daar was ook een koe die kakte.
Hij was nog niet moe.
Dus liep naar de koe.
Maar liep in de kak en dat
plakte.
(door Karsten Van Landuyt)
Er eens een oude man uit Bagdad
hij wordt bijna nooit heel erg
zat.
hij werkt in een cafè
maar werkt nooit mee
hij vulde bijna nooit het vat.
(door Ruben Blondeel)
Tien honden zaten in Londen.
Maar er waren 2 die niet
blaffen konden.
Toen zei de ene waf,
En de andere blaf
Dat waren Cristoff zijn 7
zonden.
(door Yoni Brantegem)
Er was eens een man die kwam
uit Lee
En zijn dialect viel heel goed
mee
Tegen vork zei hij verket,
Tegen een vrouw zegt hij slet
Maar sindsdien gaat hij alleen
naar zee.
(door Febe Dauwe)
De mooie Eleni uit Lede.
Die ging langs de trap naar
benede.
Ze wou graag spelen
Met de kamelen.
Maar ze speelde liever met de
slede.
(door Eleni De Vuyst)
Er was eens een vrouw in Gent.
Die altijd rent en rent.
Ze viel altijd op haar kop.
Maar ze gaf niet op.
En er was geen mens die haar
kent.
( door Caro Lauwers)
Er was eens een vrouw in
Oostende
Daar was een heel rare bende
De bende was zo raar
Ze hadden bijna geen haar
ze was al weg voor ze ze kende
(door Renzo Stalpaert)
15-01-2014 om 00:00
geschreven door juf Natalie 
|