Eindelijk heb ik terug een PC (de oude op de bodem van de vijver gekieperd) dus hier is terug ons aller Clarissa Pincola Estés!
Mijn eigen generatie van na de Tweede Wereldoorlog groeide op in een tijd waarin vrouwen als kinderen en als bezit werden behandeld.
Ik ben het lied van die donkere jaren niet vergeten, hambre del alma: het lied van de hongerende ziel. Wat vrouwen schreven was niet geautoriseerd, wat ze schilderden werd niet erkend hoewel het de ziel evenzeer voedde. Vrouwen moesten smeken om het gereedschap en de ruimte die ze voor hun kunst nodig hadden en als die uitbleven, maakten ze ruimte in bomen, grotten, bossen en kasten. Dansen was nauwelijks toegestaan, dus dansten ze in het bos waar niemand hen kon zien, of in de kelder...
Het was een tijd waarin ouders die hun kinderen mishandelden 'streng' werden genoemd, waarin de geestelijke wonden van hevig uitgebuite vrouwen als 'zenuwinzinkingen' werden betiteld, waarin meisjes en vrouwen die stevig ingesnoerd, stevig ingetoomd en gemuilkorfd waren, 'aardig' werden genoemd en die andere vrouwen, die erin slaagden een of twee keer in hun leven aan het gareel te ontsnappen, als 'slecht' werden gebrandmerkt.
Nee, ik ben het lied van die donkere jaren niet vergeten maar ook ben ik het vrolijke canto hondo niet vergeten, het innige lied, waarvan de woorden ons weer te binnen schieten wanneer we het werk aan onze innerlijke hernieuwing verrichten, de innerlijke spirituele zoektocht. Dit is de zuivere psychologie: psyche logos:
kennis van de ziel. Zonder haar hebben vrouwen geen oren om het gefluister van hun ziel te horen of de klanken van hun eigen innerlijke ritmen waar te nemen. Zonder haar verliezen de vrouwen de vaste grond onder hun zielevoeten.
|