Hoe ellendig voelde ik me na afloop. Was ik nu de boosdoener? Had ik haar aan het huilen gebracht? Wist hij dan wat er aan vooraf was gegaan, degene die de hulpverleenster was gaan inlichten? En die -zo werd me verteld- over een bijzondere empathie beschikte? Waarom dacht ze er dan niet aan om zich even te vergewissen van de context? Of simpelweg niet te ver-oordelen of voorbarige conclusies te trekken?
Al die pogingen om tijdens wat er was voorafgegaan mijn grenzen te trekken, werden genegeerd. Vreselijk was het. Ik kon dit niet, niet nu. Voor de ziekte lukte me dat meestal goed. Maar de ziekte en de medicatie hebben bepaalde zaken meer dan bemoeilijkt. Er waren momenten dat ik wou vluchten, en het ook schreeuwde in mezelf. Ik werd letterlijk én figuurlijk achtervolgd door haar. Zelfs een vrij gevaarlijk apparaat bedienen kon ik niet eens met volle aandacht, al vroeg ik erom.
Het ging maar door en door. Ach, ze stelde me wel af en toe vragen... maar hoe ze zich van de antwoorden af maakte (ik ga ervan uit dat het onbewust was) maakte het voor mij nog zwaarder.
Op een bepaald ogenblik gaf ik het op.
Ergens gaf ze aan hoe ik haar geholpen had. Ikzelf voelde me ook geholpen... maar dan wel naar de verdoemenis.
Twee uur lang werd ik zowat gedwongen te luisteren... in een razend tempo.
Ik had kunnen vluchten maar leek wel aan mijn stoel vastgebonden.
Wat er op het einde gebeurde maakte de hele nachtmerrie af... .
Hoe ik dat beleefd heb, daar heeft geen van ze een idee van, ik geloof zelfs dat ze daar niet eens toe in staat zijn, om zich dààr een voorstelling van te maken.
De pijn die ik die hele rit gevoeld heb, hoe ik onderweg moest uitstappen omdat ik het niet langer uithield... .
Hoe ik me die avond en de dagen erna gevoeld heb....
En hoe het me nog achtervolgd, weken erna.
Erover praten met de betrokkenen? Geen denken aan... omwille van een gebrek aan vertrouwen in hun oprechtheid en empathie. De eerdere pogingen gaven nog meer pijn, het werd bedekt met de mantel van liefde, dat het toch goed bedoeld was, of dat het zo niet bedoeld was (? nochtans duidelijk hoe het door haar bedoeld was), andere keren wordt het botweg ontkend.
Om mezelf in de toekomst te beschermen zal ik mijn grenzen harder moeten maken, het moet.
Het is bijzonder pijnlijk hoe ik dààr nergens terecht kan, niet heus. Dat mijn problemen niet ernstig genomen worden door ze, is één, dat ze me daarom vaak op een wrede manier afwijzen is twee. Ooit liet ze me midden in een gesprek staan omdat er ergens een rekje was omgevallen.
Het kon tellen als ernstig genomen worden, of empathisch reageren op een zwaar probleem.
Een andere keer werd ik op een vreselijke manier over een zelfde kam geschoren als haar schoonmoeder... in bedekte termen... sindsdien nam ik me voor nooit nog een probleem aan haar voor te leggen, nooit nog raad te vragen. Die krijg ik immers niet, maar snijdende veroordelingen of wrede negaties.
|