Hallo, mijn naam is Noah en ik ben een negende generatie afstammeling van Adam en Eva. Ik ben door De Schepper gekozen om de wereld te redden van de hebzuchtige daden van de mens. Hij gaf mij de opdracht om een ark te bouwen om alle diersoorten op aarde te kunnen herbergen voor de zondvloed komt. Voor deze moeilijke opdracht krijg ik hulp van Naäma mijn vrouw, Ila en mijn drie zonen: Ham, Sem en Jafet. In de hoop de wereld te kunnen redden en een nieuwe kans te geven aan het leven al dan niet aan de mensheid.
We zijn nu al weken op het water. De regen is nog geen dag gestopt sinds het begin van de zondvloed. Ik was bezig aan de werktafel tot plots Sem, Ila, Naäma mij omsingelden. Ila kwam naar toe en vertelde dat De Schepper misschien toch geen nieuwe wereld wil zonder mensheid. Eerst begreep ik het eerst niet maar toen ik een blik op Naäma wierp snapte ik het. Mijn hart stond stil. Ik verloor mezelf en werd boos. Het was onmogelijk voor Ila om zwanger te worden, hoe kon dit? Hoe was dit mogelijk? Maar toen dat Naäma naar voor kwam, herkende ik haar blik. 'Grootvader' het enige wat ik herinner was 'grootvader.' Ik rende naar het dak van de ark en zakte op mijn knieën in de regen. Ik vroeg Hem waarom? Waarom het kind? Twijfelt Hij aan mij? Maar toen ik op keek in de hemel, stopte de regen. Ik snapte wat hij bedoelde. Het kind moet sterven! Ik moet hem trouw blijven, ik moet wel. Al die mensen in zondvloed zijn niet voor niks gestorven toch? Ik moet het doen, ik mag Hem niet teleurstellen.