HOE MEER REAKTIES ER BINNENKOMEN HOE MEER DE SITE WORDT UITGEBREID------------ALLE ROUTES ZIJN VERKRIJGBAAR ALS GPS-FILE OP AANVRAAG
07-02-2009
Melin
MELIN.
Start : Aan de kerk van Melin
Afstand : 9 km
Bewegwijzering : Geen
GPS coordinaten : N50 44.375 E4 49.638
Zonder overdrijven kunnen we Melin en zijn genoemde gehuchten tot de mooiste dorpen van België rekenen
In het centrum van Melin vormen straten en gebouwen één harmonieus geheel.
Dan komt de dorpskerk. Hier bevindt u zich op het hoogste punt van de streek, op 107 meter.
Verscholen in een heuvelachtig landschap geeft het kleine dorp Mélin niet onmiddelijk zijn troeven bloot. De weg ernaartoe slingert zich doorheen talrijke velden die nu stilaan tot leven komen. In de zomer zijn de velden begroeid met vlas, aardappelen, koolzaad wat een kleurrijk spectakel biedt. In het dorp zie je dat vele huizen opgetrokken zijn in Gobertingse steen. Een steensoort die prachtig oogt en zijn naam aan de Gobertange, een plaatselijk waterstroompje te danken heeft.
Gobertange is een gehucht van Mélin en er is gedurende eeuwen de ontginningsplaats geweest van de Gobertingse steen. Eén van de groeve is nog steeds in gebruik.
Gobertingse steen is een ijzerhoudende witsteen, gekenmerkt door een warme, tegelijk witte en goudkleurige tint. Ontgonnen in één van de twintig steengroeven vanaf 1846. Omstreeks 1900 zijn er vijftig ontginningsplaatsen in Mélin, Vijfentwintig in Lathuy, vijftien in Saint-Remy-Geest en vier in Jodoinge. In 1970 blijft er nog één over. De steen wordt in de openlucht gedolven tot op een diepte van 28 meter. de aders van d esteen zijn meestal maar 20 centimeter dik.
DE ROUTE :
-We vertrekken aan de kerk van "Visitation de la Vierge" 1777-1780 met een toren in Gobertingse steen, de prachtige pastorij, links van de kerk is uit de 18de eeuw en is een prima voorbeeld van baksteen en lokale steen.
De prachtige "Herenboerderij" vooral de voorgevel van de "Cense du Seigneurr" uit 1284.
-We verlaten Mélin en gaan de velden in naar het gehucht"Basty" als we omkijken hebben we een prachtig zicht op de kerk van Mélin.
-We komen aan een bakstenen boerderij"de Couverterieboerderij" eens toebehorend aan de abdij van Ramée.
-Wat verder zien we de "Awansboerderij" deze schilderachtige boerderij uit de 18de eeuw was van de Heren van Ecluse.
-We komen aan het vierhonderd jaar oude kapel van Sint-Antoine de patroonheilige tegen de varkenspest. Vergeet niet dat we hier kort bij Piétrain zijn en vanhier zijn de beroemde varkens met dezelfde naam.
-We wandelen verder en genieten van de prachtige Haspengouwse vergezichten.
-We wandelen naar het gehucht "Chavia" en zo terug naar Mélin.
-De prachtige huizen in Gobertingse steen zijn één voor één juweeltjes van bouwkunst.
-Nu keren we terug naar de kerk van Mélin en komen aan het schattig pleintje met prachtige huizen en boerderij. Deze wandeling is zeker de moeite waard.
Ten zuiden van Tilburg en ten westen van de plaats Hilvarenbeek ligt het schitterend mooie natuurreservaat Gorp de Leij. Op het landgoed liggen de vennen Haneven en Biesbosch, geschikte plekken voor de dodaar (een kleine ronde watervogel), de wintertaling en de blauwe reiger.
Het natuurreservaat Gorp de Leij, dat eigendom is van Het Brabants Landschap, wordt omsloten door het landgoed Gorp en Rovert. Dit oude loofbos met eiken en beuken ligt aan weerszijden van de Rovertsche Leij.
Door het bos loopt een leuke kronkelende beek. In het bos vind je vele vogelsoorten, zoals de bosuil, de specht en de goudvink.
In het bos ligt ook een grote 17e eeuwse boerderij, een zogenoemde 'spijker'. 'Spijker' betekende oorspronkelijk 'schuur'. Het woord is afgeleid van het Latijnse 'spicarium', de plaats waar 'spicae' (korenaren) werden bewaard. Soms groeiden dergelijke bergplaatsen uit tot buitenplaatsen, die dan ook wel 'spijker' worden genoemd. Daarnaast bleef de oorspronkelijke betekenis bestaan.
Bereikbaarheid met de auto
Neem op de A58 (Breda-Tilburg) afslag 10 richting Hilvarenbeek. Dan de N269, bij de Y-splitsing rechtsaf de Tilburgseweg blijven volgen. Vervolgens via Kleine Voort en Grote Voort naar het begin van de wandeling aan de Goirlesedijk.
Horeca
In Hilvarenbeek zijn op de markt diverse gelegenheden.
Start : Op de parking van Gerhagen Afstand : 7.5 km Bewegwijzering : Geel
Natuurgebied Gerhagen is gelegen in de gemeente Tessenderlo
DE ROUTE :
De Boswandeling loopt door het bos van Gerhagen langsheen de oeroude vennen van Pinnekesvijver tot aan de dreef die vroeger de oude weg van Diest naar Veerle en de Kempen was. De Boswandeling voert naar de Peerdenposterij,centrum van aangespannen ruiterij,en zo weer naar het vertrekpunt
Bosgebied enkele kilometers ten westen van het centrum van Tessenderlo en aansluitend bij de bossen van Averbode. Op de Zandberg, een oude landduin, werd de VVV-uitkijktoren opnieuw opgetrokken. Aan de zuidkant sluit deze kaart aan op de heide van de Houterenberg. Het gebied wordt veel gebruikt door wandelaars, joggers en fietsers. Hoofdzakelijk naaldwoud met in het noordoostelijk deel enkele lage landduinen. Centraal een ven- en vijvergebied dat gedeeltelijk als beschermd natuurgebied geklasseerd is (zone die door niemand mag betreden worden). Veel paden. Onderbegroeiing kan op sommige plaatsen weelderig woekeren. Jaarlijks wordt er in het laatste weekend van juli een bosloop georganiseerd ten voordele van het Bosmuseum gelegen aan de VVV-toren.
Horeca : bij vertrek en aankomst in Badem Dorfkrug
Badem is een plaats in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Badem telt 1.086 inwoners
DE ROUTE :
-Je verlaat de parking aan het Gemeindehaus via de trappen naast de bushalte, waar je naar rechts wandelt.
-Al na enkele meters kom je op de drukke B257 rijweg, die je naar rechts volgt tot in de grote bocht naar links.
-In de bocht loopt je als het ware rechtdoor de 137 op. Hier staat ook een bordje met "Badem 1".
-Je stapt lichtjes bergaf en al bij de eerste afslag ga je links in. Hier hangt ook een bordje "Zur Grillhütte". Links op de hoek staat een kruis uit 1892.
-Waar dit asfaltbaantje splitst loop je naar rechts, in de richting van het loofbos.
-Vlak voor je tussen de bomen komt stap je over een (droogstaand) beekje.
-Recht voor je bemerk je de grillhut, maar zover wandel je niet.
-Op de open plaats in het bos, voor de hut, sla je af naar links en ga je voorbij de slagboom.
-Waar het brede pad naar rechts wegdraait,loop je links het bos in.
-Op de plek waar het loofbos overgaat in sparrenbos moet je over een onduidelijk pad verder stappen in de richting van het open veld.
-Bij dat veld loopt een soort karspoor naar rechts, en dat volg je. Het is een eerder moeilijk te bewandelen pad dat uiteindelijk uitkomt bij het einde van een geasfalteerd landbouwweggetje.
-Je wandelt vanaf dat punt schuin links en lichtjes omhoog tot je bij de B257 rijweg uitkomt.
LET OP! Deze moet je oversteken, en aan de overzijde verder wandelen over het asfaltbaantje.
-Je bocht met de weg mee naar rechts en weldra kom je, na een lichte klim bij de A60 autostrade uit.
-Hier stap je naar links, en je loopt een tijdlang evenwijdig met deze autostrade.
-Wanneer daarna dit wandelpad links wegdraait blijf je het volgen tot op een kruispunt van landbouwwegen.
-Nu loop je links naar beneden.
-Via een kronkelend en heuvelachtig baantje kom je terug in Badem terecht.
-Bij het einde van de Löhstrafse ga je nu even naar rechts om daarna links de Bitburger Strafse te nemen tot bij de afslag naar de Hubert-Lux-Strafse, je vertrekpunt.
Aard van de wegen : De wandeling loopt over betonwegjes en voetwegen
Moeilijkheidsgraad : rustige en gemakkelijke wandeling
Oetingen is een dorp en deelgemeente van Gooik in de Belgische provincie Vlaams-Brabant.
De Sint-Ursmaruskerk
De kerk stamt uit 1858, in een periode waarin een dorpsverschuiving plaats had van het oude middeleeuwse centrum nabij de Romeinse heerbaan Halle-Ninove, nu Oude Plaats genoemd, naar het huidige Kerkplein.
De kerk is opgetrokken in neogotische stijl waarbij een gedeelte van het afbraakmateriaal van de oude kerk werd gebruikt. Samen met de pastorie en het voormalig gemeentehuis, beiden uitgevoerd in neoclassicistische stijl, vormt de kerk een uniek architecturaal geheel.
Het interieur van de kerk is rijk gestoffeerd met kunstwerken en mooie beelden uit het oude kerkgebouw, een arduinen doopvont en verschillende schilderijen uit de 17de en 18de eeuw.
Het dorp is gelegen in het Pajottenland en heeft zijn landelijk karakter vrij goed bewaard, hoewel er de laatste jaren meer en meer bouwprojecten zijn die het landelijke karakter aantasten.
Foensjenfeesten
Oetingen staat in de deelgemeenten van Gooik bekend om zijn actieve gemeenschap. Dat is onder meer te danken aan de bekende "Foensjenfeesten" die elk jaar het laatste weekend van augustus plaatsvinden. Foensj is het plaatselijk dialect voor 'paddenstoel (afkomstig van het Latijn fungus 'paddenstoel'). Deze feesten worden georganiseerd door de plaatselijke KWB en omvatten voornamelijk sportactiviteiten. Jaarlijks wordt er ook een toernooi voor kleiduifschieten georganiseerd
Oetingen was ook het decor voor de film Oesje waarin Chris Van den Durpel de hoofdrol speelt. Deze film uit 1997 werd er niet volledig opgenomen, maar voor het dorp waar 'Kamiel' woont, Klapsteke, diende Oetingen als decor.
Zoals in de film, waar Kamiel zijn eigendom dreigt te verliezen ten voordele van een projectontwikkelaar, wordt het landelijk karakter van Oetingen vandaag bedreigd door verschillende bouwprojecten.
DE ROUTE :
-Met de rug naar de kerk gericht vertrekken we naar rechts en volgen de Vollezelestraat en dit 328 meter tot aan een Twee-sprong links die we in slaan , dit is de Hazelaarswijk.
-We wandelen nu rechtdoor en dit 209 meter , tot aan een T-splitsing waar we rechts af slaan en wandelen verder de Frankrijkstraat door om na 287 meter links te volgen.
-Deze weg volgen we 468 meter tot aan een T-splitsing met de Viergatenstraat die we links in slaan.
-We volgen de Viergatenstraat 109 meter tot aan de eerste Twee-sprong rechts , daar slaan we in en volgen nu de Schavolliestraat 1019 meter tot aan een T-splitsing , waar we links van ons een kapel waarnemen.
-We slaan aan de T-splitsing links in en wandelen nu in de Bontestraat , deze straat blijven we volgen over een afstand van 1181 meter tot aan een Twee-sprong links , onderweg komen we nog een kapel aan de rechter zijde tegen.
-We blijven de Bontestraat verder volgen en wandelen over de Hollandse Beek heen , na 676 meter komen we aan een kruising met rechts van ons een kapel .
-Na de kruising wandelen we rechtdoor en volgen nu de Hollandstraat 1023 meter tot aan een Twee-sprong rechts , maar blijven links de Hollandstraat volgen en dit tot aan een T-splitsing na 757 meter.
-Aan de T-splitsing staan we in de Peverstraat , we slaan deze straat rechts in en volgen 120 meter tot aan de volgende T-splitsing , waar we in de Goteringenstraatstraat staan die we links in slaan.
-We volgen deze straat over een afstand van 215 meter tot aan de eerste Twee-sprong links , deze weg slaan we in en volgen 149 meter tot aan een Twee-sprong , die we links in slaan.
-Deze straat heet terug de Frankrijkstaat en volgen deze nu tot aan de eerste kruising en dit over een afstand van 1184 meter , waar we rechts de Kasteelstraat in slaan .
-Na 80 meter slaan we links tussen de huizen een pas geasvalteerde voetweg in om over een afstand van 582 meter in de Pastoriestraat uit te komen , waar we links na enkele meters aan ons vertrekpunt terug uit komen
Met dank aan NON-STOP door FDI Oetingen, Kasteel van Heetvelde
Het kasteel van heetvelde of in de volksmond Waterkasteel genoemd, is een oude waterburcht als vroegere schakel in de verdedigingsgordel van versterkte kastelen die werden opgebouwd door de graven van Henegouwen. De oudste delen van het kasteel, de funderingen en laagste bouwlagen dateren uit ca. 1600. Het huidge complex, opgetrokken in Brabantse renaissancestijl, werd gebouwd in opdracht van Pieter Collins, heer van Heetvelde.
Het waterkasteel is momenteel in privé-handen en wordt anno 2008, net als de omgeving, gerestaureerd.
De markt bestond reeds bij het bestaan van de stad in 1068. Het is nog steeds de plaats waar er wekelijks handel werd gedreven (elke maandagmorgen) en waar de verschillende volksfeesten plaatshebben. Op de markt vindt men volgende belangrijke gebouwen terug:
Het stadhuis:
Het oorspronkelijk gotisch stadhuis gaat terug tot de 14de eeuw en werd toen Scepenhuis genoemd. Het gebouw werd herhaaldelijk geteisterd door hevige branden tijdens de verschillende bezettingen van de stad. Het werd steeds opnieuw opgebouwd in de stijl van die tijd. In 1890 werden de laatste grote werken uitgevoerd onder leiding van de Leuvense architect Langeroc die het gebouw liet restaureren in neo-gothische stijl.
Het Manneken-Pis:
Het Brusselse Manneken Pis (1619) is misschien wel het bekendste, maar dat van Geraardsbergen is in ieder geval wel het oudste (1459). De stadsrekeningen van 1455-1456 vermelden de bestelling
van een lathoenen mannekin bij een kopergieter uit Brussel. Deze bestelling gebeurde ter gelegenheid van de heropbouw van de stad en de herstelling van de fonteinen en de waterleiding. De stad was immers verwoest op 16 april 1452 door de troepen van Jean De Croy.
Het Manneken-Pismuseum: het is ondergebracht in het overgebleven gedeelte van het oude Scepenhuis. Het museum is gratis toegankelijk en men kan er het Plassertje bewonderen in de vele kostuumpjes die verenigingen uit de stad en het land hem schonken. Hij draagt zelfs plunjes uit Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika.
Het Boerenhol:
Eén van de typische oude straatjes die Geraardsbergen nog rijk is. Het vormt de verbinding tussen de Markt en de Dierkost, een restant van een geweldige fortificatie opgericht ter bescherming van de stad.
DE ROUTE:
Door het Brandstraatje verlaten we de Markt en komen zo in de Molenstraat waar we links afslaan. Aan de Dender nemen we rechts het brugje over de gracht en gaan we vervolgens de trappen op en over het sascomplex.
Het Brandstraatje:
Opnieuw een typisch straatje dat de Markt met de andere straten verbindt. Let op de herdenkingssteen die vermeldt dat hier oorspronkelijk het Manneken-Pis stond.
Eens het sas over kunnen we op het jaagpad, we nemen links en gaan tot het stedelijk zwembad,
daar rechts om het pad langs het zwembad te nemen.
Het zwembad:
Het zwembad werd in 1887 met het geld van Gustaaf Verhaeghe, weldoener van de stad, opgetrokken. In 1976 onderging het een drastische renovatie, sindsdien is het steeds verder aangepast en zijn er nieuwe sportterreinen aangelegd. Het geheel bevindt zich op Den Bleek, waar vroeger de stadsbewoners hun was kwamen doen in de Dender en waar ook het linnengoed werd uitgespreid om te bleken in de zon.
Een lichte helling brengt U naar de Paul Guilleminlaan, daar gaan we links.
Aan de Denderbrugziet u rechts de gebouwen van de Union Allumetière.
De luciferfabricage startte omstreeks 1849. Een zekere Guillaume Mertens zorgde voor de eerste lucifers. In enkele jaren tijd waren er 18 bedrijfjes. In 1912 besliste een Zweedse groep de luciferfabricage in België op te kopen en ze vestigden hier op de rechteroever een luciferfabriek.
De werkgelegenheid kende een plotse toename en vrij vlug werden de enige lucifers in België hier gefabriceerd.
Men blijft de Guilleminlaan volgen tot na de haarspeldbocht en men neemt nu rechts (Broekstraat).
Aan de wegverbreding neemt men links de voetweg en volgt deze tot aan de kapel, één van de
kapelletjes die de Oudenbergstad rijk is: vervolgens afslaan naar links (Korendries) en de Guilleminlaan oversteken.
Hier neemt men nu de trappen die ons leiden naar de Pelgrimsweg. Deze loopt over het oude kerkhof.
Aan het einde van de Pelgrimsweg gaat men rechts de trappen op en steekt men opnieuw de Guilleminlaan over en neemt schuinrechts de geasfalteerde voetweg.
Men blijft steeds rechtdoor gaan en opnieuw volgen we de Guilleminlaan tot net voor de taverne-restaurant Belle Vue.
Hier nemen welinks de Pachterstraat.
Verder in de Pachterstraat staat links het verguld Heilig Hartbeeld.
Dit werd na WO I opgericht als een geschenk van de bevolking omdat de stad gevrijwaard bleef van grote bombardementen.
Aan het Heilig Hartbeeld neemt men rechts de Hooiweg; wat verder komt men op de Muur, en men gaat rechtdoor de Muur op. Eens aan taverne t Hemelrijk neemt men rechts de Kapelmuur, de klim naar de hoogste top is begonnen.
De Onze-Lieve-Vrouwkapel werd voor het eerst vermeld in 1294. Op 8 mei 1648 werd het mirakuleus Mariabeeldje door abt Martinus Lebrune naar de kapel gebracht. De huidige kapel dateert van 1906 en heeft veel gelijkenis met de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel. Ze is in een mengeling van renaissance- en barokstijl opgetrokken.
Na de vijver verlaten we de Oudenbergtop en nemen daarvoor rechts Driepikkel en wat verder links
Klein Frankrijkstraat.
Links brengt de voetweg ons naar de voet van de in wielermiddens gevreesde
Muur, die dikwijls de beslissing brengt in Vlaanderens klassieker De Ronde van Vlaanderen.
Start : De wandeling vertrekt aan het zwembad op de parking P9 op de Ringlaan te
Maasmechelen (zie kaartje).
Afstand : 4,5 km uit te breiden tot 6,8 km
Bewegwijzering : Door wandelpaaltjes met de oranje bol te volgen
DE ROUTE :
Dat er tijdens deze wandeling geklommen zal worden, kon je al uit de titel
afleiden, maar even geduld, we houden de apotheose voor het einde kan je niet missen.
We bevinden ons aan de rand van het Kempens Plateau.
Dit plateau is opgebouwd uit keien en zand afkomstig van de Ardennen en hier afgezet door de Maas.
De Maas was tijdens de ijstijden een indrukwekkende gletsjerrivier.
Geleidelijk heeft de Maas een vallei uitgeschuurd.
Dit gebeurde in verschillende fasen, zodat meerdere Maasterrassen ontstonden.
De beschreven wandeling overbrugt verschillende terrassen (hoogteverschil meer dan 40 meter), dit verklaart meteen waarom er straks enkele stukken flink geklommen moet worden.
Waar aan de start het oranje pad zowel rechtdoor als linksaf gekozen kan worden,houden we links. Het begin van de wandeling leidt ons een tijd door de typische Kempense naaldhoutaanplantingen. Vooral Grove dennenbossen bezetten grote oppervlakten.
In het begin van deze eeuw werden ten behoeve van de mijnbouw(stuthout) grote oppervlakten van de heide met naaldhout beplant.
Een open plek in het bos na enkele honderden meters zorgt voor afwisseling.
Dit is echter niet zomaar een open plek: we bevinden ons aan het Vlaams Natuurreservaat
"Ven onder de Berg".
Dergelijke Kempense vennen tref je aan op plaatsen waar een komvormige ondoordringbare bodemlaag regenwater ophoudt. De omstandigheden in een dergelijk ven zijn zuur en voedselarm, omstandigheden waaraan typische planten - en diersoorten aangepast zijn.
Het Ven onder de Berg is vrijwel volledig dichtgegroeid met veenmos, dat als een soort spons
fungeert en een grote hoeveelheid water vasthoudt.
We volgen het oranje pad dat nog even omheen het ven loopt om dan opnieuw dieper het bos in te trekken.
Tot hiertoe liepen de oranje en rode wandeling nog samen, weldra gaan beide wandelingen uit elkaar.
Voor wie nog frisse benen heeft is het een goed idee om vanaf de splitsing van beide wandelingen de rode driehoeken te volgen.
Het traject wordt dan 6,8 in plaats van 4,5 km lang en je krijgt helemaal gratis enkele extra
kilometers door bomenrijke heide, waar in de maanden mei en juni Boompiepers en Fitissen je de oren doen tuiten.
Langs het pad passeer je bovendien enkele drukke mierennesten.
Uiteindelijk sluit je automatisch weer aan bij de oranje wandeling.
Start :oud gemeentehuis van Houwaart (begin Haldertstraat)
Afstand: 10 km.
Bewegwijzering: zeshoekige borden met opschrift Wijngaardenwandelpad 16.
Aard van de weg: deels verhard, deels onverhard; enkele pittige hellingen in het eerste deel; in het Walenbos kan het drassig zijn na regenval
Je bereikt Houwaart via de E314, afrit 22 (Aarschot); daarna volg je de N223. Het gemeentehuis ligt in het centrum van het dorp.
DE ROUTE :
Van het oude gemeentehuis stap je naar de kerk van Houwaart. Ervoor volg je links een wegel langs de kerkhofmuur. Aan het nieuwe kerkhof buig je links af tussen de velden.Aan het gemeentehuis staat Den Hagelander. Het bronzen beeld stelt een jongeman voor die tegen een wijnstok aanleunt. In de ene hand houdt hij een druiventros en in de andere een glas wijn. De Sint-Denijskerk heeft een romaanse toren uit lokale Diestiaanijzerzandsteen.
Aan de Sint-Jozefskapel neem je de aardeweg rechts. Aan het volgende kruispunt van aardewegen sla je scherp links in.Aan de kapel, opgedragen aan de patroon van Belgenland, geniet je van het mooi zicht over Houwaart. In de holle weg wandel je op de typische Hagelandse donkerrode ijzerzandsteen. Je passeert de eerste wijngaarden die op de zuidhelling in de zon liggen te blakeren.
Aan het oriëntatiebord volg je de asfaltweg naar rechts. Na 850 m sla je links de Bergweideweg in. Aan de viersprong bij Nieuwrode vervolg je naar rechts.Voorbij de oriëntatietafel op de Houwaartseberg passeer je velden met rode bessen, een picknicktafel en zelfs een opgeknapt Hagelands hoevetje. In de Bergweideweg bedekken boomgaarden de noordflank van de Houwaartseberg. Hier is het te koud voor wijnranken.
Aan de bushalte kies je de asfaltweg links. Na 850 m neem je haaks rechts een smalle bosweg. In de afdaling zoek je bij de aanduiding Danouise een uitzichtpunt op.Voorbij de bushalte liggen de geboortebossen en een verwaarloosde wijngaard. Het infobordje bij de wijngaard leert je dat in de streek reeds rond 1200 wijngaarden aanwezig waren. Na een hoogtepunt in de 14de eeuw verdwenen ze. Pas rond 1970 werd de draad opnieuw opgenomen.
In de Haldertstraat ga je 150 m naar links voor je rechts de Sluiweg inslaat. Steeds rechtdoor aanhoudend en rechts aan de enige T-sprong (Boterstraat) bereik je de kerk van Tielt. Je gaat rechts langs huisnummer 41 naar een grasweg.In de Sluiweg steek je de Brede Motte over. Weldra doemt de heuvel den Berg - met de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Tielt op. Laat niet na de trappen naar de kerk te nemen en er rond het gebouw te wandelen voor de prachtige uitzichten.
Op het einde volg je de betonweg naar rechts. Aan huisnummer 49 sla je links in. Bij een infobord loop je al op aarde. Aan de T-sprong in het bos kies je rechts. Verder leidt een knuppelpad je het bos uit en over de Brede Motte.Het Walenbos is een moerassig natuurgebied gevoed door het ijzerhoudende bronwater op de Roeselberg en de Alsberg. Daardoor is een uniek geheel van elzenbroekbossen, gemengde eikenbossen en natte graslanden waar de ijsvogel zich thuis voelt.
Aan de T met het infobord vervolg je naar links. Steeds rechtdoor aanhoudend gaat de onverharde weg over in asfalt. Op de grote weg ga je links langs de kerk naar het oud gemeentehuis.Aan de T-sprong zie je een haag waar de streek haar naam van zou ontlenen. Toch ligt de oorsprong van dit overgangsgebied tussen de schrale Kempense zandgronden en de vruchtbare Haspengouwse leemplateaus elders: na de grote bosontginningen uit de vroege Middeleeuwen bleef het Hageland als enig bosgebied over. Hageland betekent dan ook in de eerste plaats bosland.
De Demerbroeken zijn een overstromingsgebied van de Demer. Dit betekent dat het er zeer vochtig en drassig is. Daardoor waren deze gronden alleen maar geschikt als weide- en hooiland. Deze functie tracht men nu in ere te herstellen. Het kan dus dat je tussen de ponys en gallowayruderen wandelt. Dit natuurgebied is zeer rijk aan fauna en flora. De informatieborden langs het pad vertellen je er alles over. Onderweg beklim je ook de Voortberg. Een heuvel die zich bleef verzetten tegen de in de ijstijden machtige Demer. De berg is rijk aan ijzerzandsteen waar mee in het verleden ook werd gebouwd. Dit merk je o.a. aan de kerk en de oude molen in Testelt. Verder stap je ook langs de boorden van de Demer.
Deze route is bewegwijzerd in beide richtingen (rode driehoek) maar de paaltjes zijn nog al eens ongelukkig geplaatst.
1/De wandeling start op de verkeersdrukke Demerbrug in Testelt (1), met links voor je de dorpskern met de kerk. Loop rechtdoor de Dorpsstraat in, niet ver, want waar de hoofdweg haaks naar links gaat, sla je rechts af in de Wijngaardstraat. Je loopt aan de voet van de 50 m hoge Voortberg.Je wandelt een eind langs de spoorweg, langs het bord met de doorgestreepte plaatsnaam Testelt. Waar de asfaltweg haaks naar links de spoorweg snijdt, volg je rechtdoor de oeverweg langs de Demer. Je steekt de Grote Leigracht (2) over.
2/Links kijk je uit over een nagenoeg boomloos landschap: de natte Demerbroeken, een waardevolle biotoop. Even verderop komt de Sint-Eustachiuskerk van Zichem in zicht. Ongeveer ter hoogte daarvan buigt de weg haaks naar links af en volgt de Oude Demer (3).
3/Blijf bij de rivier. Waar ze haaks naar rechts afbuigt, staat links bij een zijweg een infobord over de Demerbroeken. Iets verder passeer je een rechterzijweg (langs de Demer) en volg je rechtdoor de geasfalteerde Beemdenstraat (straatnaambordje op het eind ervan).Bij de T-splitsing bereik je de verkeersweg Zichem-Averbode. Sla hem links in en volg de wit-rode verfstreepjes van het Grote-Routepad, naar het station van Zichem (4).
4/Over de spoorweg verdwijnen de wit-rode verfstreepjes echter naar links. Jij blijft nog een poosje de verkeersweg volgen, langs het bord met de doorgestreepte plaatsnaam Zichem en over de brug over de Hulpe, een forse zijbeek van de Demer, daarbij geleid door de rode driehoekjes. Voor het pand met huisnummer 128 moet je van de verkeersweg af door naar links een onverharde weg in te slaan. Terug nu naar de onverharde weg, die langs de Hulpe en door een weelde van groen de natte beemden ingaat.Voor in een rechterzijweg, die naar een vogelkijktoren leidt, staan drie interessante informatieborden (5): Water, bron van leven, Waterrijk en Grondwater.
5/Rechts strekt zich een boeiend natuurgebied uit. Diep in het natuurgebied geeft een wandelaarssluisje toegang tot een begrazingsblok, een stuk van het reservaat dat begraasd wordt door gallowayrunderen of shetlandponys. Bij een voetgangersbrug over de Hulpe blijf je rechtdoor lopen (hier verschijnen meteen weer de Grote-Routetekens). Verderop kun je rechts in de verte de toren van de abdijkerk van Averbode ontdekken. Via een wandelaarssluisje laat je het begrazingsblok achter je.Met de beboste Voortberg vlak voor je, sla je op een kruispuntje rechts af (Grote-Routepad en rood driehoekje). Via een klapdeurtje verlaat je het natuurgebied en steek je een brede beek over. Loop linksaf langs infoborden en de flank van de Voortberg. Hier volg je de liggende blauwe ruitjes en het het Grote-Routepad (de rode driehoekjes gingen over de beek rechtsaf).Je komt almaar dichter bij de spoorweg. Je passeert een informatiebord over de Demerbroeken. Vervolgens loop je een weg in, parallel aan de spoorweg, die je kruist bij het straatnaambord Wijngaardstraat. Blijf deze straat volgen en via een stukje van de heenweg wandel je terug naar het beginpunt van dit boeiende tochtje, de brug over de Demer (1). foto's : Marc Viskens
De route komt op de plaatsen Kortessem-Vliermaalroot-Wintershoven-Mersenhoven
-We staan aan de kerk en gaan de Kapittelstraat in
-rechts en direkt links in de Klokkenhofstraat
-eerste wegje links naast de winterbeek, de naam van onze wandeling
-we blijven de winterbeek volgen en op het laatste gaan we er over en komen rechts in de Bombroekstraat, waar ook de bembroekmolen staat
-we blijven deze volgen tot op een T
-rechts de Gauwerstraatin waar we de mooie vakwerkhoeve van Vliermaalroot tegenkomen
-Blijven volgen tot in Vliermaalroot tot aan de kerk van O.LVrouw Tenhemelopneming.
-we gaan links de Fonteinstraat in en daarna rechts de Sint-Elooistraat
-op de T links en direkt rechts door de woonzone
-op de volgende kruispunt links de Papeheide in
-op het kruispunt rechtdoor in de Dennedreef
-eerste zandweg rechts
-de Baron A de heuchstraat in
-we komen langs kasteel Ridderborn
-we steken oude Weierstraat over en gaan het eerste weggetje rechts in
-via een paar fruitplantages kom je op de Bochelstraat die je onmiddellijk rechts verlaat
-Je komt in Wintershoven op het kruispunt links de Brandstraat
-Schietbaan rechts
-volgen tot de Kleineweg rechts
-volg de Bredeweg die overgaat in de Mersenhovenstraat
-ons vertrekpunt is terug in zicht
Bezienswaardigheden
De Sint-Pieterskerk
-De romaans-gotische Sint-Pieterskerk is de blikvanger van het gemeentelijk erfgoed.
-In het kasteelpark dat zich naast het cultureel centrum Mozaïek bevindt, groeit een groot exemplaar van de mammoetboom (het grootste exemplaar in Belgisch Limburg).
-Op de grens met de gemeente Wellen staat de Onzelieveherenboom, een duizendjarige eik.
START : De Fourneau Saint-Michel ligt zo'n 8 kilometer ten noorden van Saint- Hubert, langs de N849. Waar het riviertje de Masblette onder de N849 stroomt, begint de wandeling.
AFSTAND : Ongeveer 10 kilometer.
DUUR : Reken op ruim 2 uur, bezoek aan de musea niet inbegrepen.
CENTRAAL KANTOOR
Musées Provinciaux
du Fourneau Saint-Michel
B-6870 Fourneau Saint-Michel
Tel : + 32 (0)84 21 08 90
ONDERWEG
Op het domein van de Fourneau Saint-Michel vind je twee cafetaria's en de Auberge du Prévót.
DE ROUTE :
De Ardense bossen, de provincie Luxemburg, Saint-Hubert: in die volgorde moet je Baan zoeken om ten slotte vlak bij Saint-Hubert, zo'n 8 kilometer ten noorden van het stadje aan de N849, het plekje Fourneau Saint-Michel te ontdekken.
Als deze streek zich zichtbaar van de andere onderscheidt, dan is het wel door het immense bosbestand, waarvan het belang zowel op economisch als ecologisch vlak bijzonder groot is.
In deze contreien wordt het bos op geen enkele manier bedreigd door vervuilende fabrieken of landbouwexploitatie.
Er worden integendeel flink wat inspanningen geleverd, vooral door de mensen van 'Waters en Bossen', om het bos zo veel mogelijk intact te houden, om een zo goed mogelijk evenwicht te zoeken tussen ecologie, economie en recreatie.
Wie zin heeft om te wandelen, vindt hier bij manier van spreken wandelmogelijkheden tot het eind van zijn dagen. 'Ten noorden van Saint-Hubert strekt zich een enorm en eeuwenoud woud uit. Een deeltje ervan, ten noorden van het riviertje de Masblette, is het Sint-Michielswoud.
Daar speelt zich volgend wandelverhaal af
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Normaliter - dit wil zeggen: buiten het vakantieseizoen - kun je voor de auto wel een plekje vinden langs de N849, in de onmiddellijke nabijheid van het ijzermuzeum.
Het is je misschien opgevallen dat vlak bij dat ijzermuseum een riviertje stroomt, de Masblette.
Het riviertje loopt ook onder de N849 door, en precies op dat punt, op dat brugje over de Masblette vertrek je voor een 10 kilometer lange wandeling door het Sint-Michielswoud.
-Je wandelt dus nog even verder langs de verkeersweg (richting Rochefort) en slaat vervolgens de eerste weg rechts in, een asfaltweg die je al lichtjes het vuur aan de schenen legt.
-De parkeerplaats rechts laat je ook rechts liggen.
-Via een hek ga je het 'Forêt domaniale de Saint- Michel' naar binnen.
-Je wandelt verder, en je volgt dus eigenlijk de witrode markering van het Grote Route-pad (nr. 14 voor de kenners) en de geelwitte tekens van de Grote Transardense route (GTR).
Op het informatiebord 'Le sol et le sous-so)' (2) - de grond en de ondergrond - verneem je het een en ander over de geologie van her Sint- Michielswoud.
-De weg loopt min of meer evenwijdig met het riviertje de Masblette; dat verklaart het gekabbel dat je wat verderop hoort. Het Sint- Michielswoud is op die plek voornamelijk een eiken- en beukenbos, met hier en daar fijnsparren en hoge dennen.
-Je passeert ook nog het informatiebord 'La forêt' (J).
-Na ongeveer 750 meter wandelen in het woud arriveer je aan een Y-splitsing.
-Mocht de rechterweg je interessanter lijken, dan kun je die gerust inslaan: na ruim een kilometer komen beide toch opnieuw samen.
Wij adviseren je echter om de linkerweg te kiezen en de GR- en GTA-tekens te volgen.
-De weg is halfverhard, stijgt nog steeds en loopt langs het inforrnatiebord 'Plantes herbacées' (4). --Aan je rechterkant krijg je nieuw en fris gezelschap: de Ruisseau de l'Albani.
-Het riviertje zal je zo'n 1300 meter gezelschap blijven houden, meer bepaald tot aan het punt waar het linker- en rechterpad weer samenkomen.
-Daar steekje eerst het riviertje over en aan de T -splitsing met de asfaltweg ga je linksaf.
-Wat verderop rechts passeer je een jachtpaviljoen (5).
-Aan de eerstvolgende splitsing, circa 400 meter verder en ter hoogte van een sparrenbosje links, sla je rechts af.
-Al na 50 meter neem je het eerste, onverharde wegje links.
-Aan je linkerkant stroomt de Ri Romarin, een riviertje dat van de ene rotsplaat naar de andere springt, en 600 meter verder samenvloeit met de Ruisseau du Pied de Breuf.
-Geniet met volle teugen want je vertoeft hier in een prachtig en rustgevend stukje bos.
- Het geluid van een kabbelend beekje, het geritsel van bladeren, wat wil een mens nog meer.
-Je blijft dit pad volgen tot aan de T -splitsing met de asfaltweg, waar je rechts afslaat.
De rest van het parcours is vlug samengevat: gewoonweg de rivier de Masbletre blijven volgen.
En dat doe je alvast gedurende de volgende 2,5 kilometer.
Dan passeer je een witrode slagboom en je steekt het brugje (6) over de Masbletre over, vlak bij de samenloop met de Ruisseau de Palogne.
De Masblette stroomt nu aan je rechterkant.
Zowel het GR-pad als de GTA gaan linksaf, maar jij blijft rechtdoor stappen (groene wandeling nr. 6).
Iets verderop vind je alweer een informatiebord, 'Werk in het bos' (7).
Je stoort je niet aan de zijweg zo'n 300 meter verderop,je gaat rechtdoor.
Bijna helemaal aan het einde van de weg bevindt zich het Sint-Michielsarboretum (8).
Het dateert van 1899 en telt momenteel 77 verschillende boomsoorten, waarvan 53 harshoudende. Je ontdekt er hoe een aantal exotische boomsoorten zich aan onze klimatologische omstandigheden hebben kunnen aanpassen, en zo konden worden geïntegreerd in ons bos bestand.
Na je bezoek aan het arboretum zet je de weg nog even verder, en weldra sta je voor het niet onaardige gebouwencomplex van het .IJzermuseum.
Misschien is dit moment nu wel beter geschikt om het museum te bezoeken, tenzij je dat al aan het begin van de wandeling hebt gedaan.
In dat laatste geval sla je aan de N849 rechts af en wat verder sta je opnieuw op de brug over de Masblette, waar het zo'n 10 kilometer terug allemaal begonnen is.
Aard van de weg :Hoofdzakelijk bospaden en aardewegen: goede stapschoenen komen dus aardig van pas. Niet echt het geliefkoosde terrein voor rolstoelen of kinderwagens.
Bereikbaar: E411, afrit 26, N85, vervolgens N88
ONDERWEG
Auberge de rAnge Gardien: het verleidelijk terrasje op weg naar de abdij, waar je een echte OrVal kunt proeven.
DE ROUTE :
-Je staat met de rug naar de ingang van de abdij (1) gekeerd en neemt de lange rechte weg die voor je ligt.
-Iets verder aan je linkerkant tref je een vijver aan, met aan de rand een niet onaardig kasteel (2), dat de eigendom blijkt te zijn van de familie d'Otreppe de Bouvette; klinkt inderdaad adellijk.
-Aan het kruispunt steek je de N88 over.
-De weg buigt af naar links (benzinestation wat verderop), maar jij verlaat de asfaltweg in de bocht: je gaat met andere woorden bijna rechtdoor.
-Aan je linkerkant staat een moeilijk zichtbaar houten bordje dat de weg naar Chameleux wijst.
-Aan de splitsing zo'n 50 meter verder loop je rechtdoor (je slaat dus niet rechts af naar Chameleux).
In het bos .
-Een groen bord vertelt je dat je nu het gemeentebos van Florenville binnen wandelt.
-Je volgt eerst het bospad mee in de bocht naar rechts, en dan volgt een duidelijke Y -splitsing waar je rechtsaf gaat. Dit pad loopt in stijgende lijn en in een relatief rechte lijn naar de top van de heuvel. Hier en daar zijn gele strepen op de boomstammen aangebracht, maar echt betrouwbare otiëntatiepunten zijn het niet, wel de enige die je zult zien.
-Af en toe passeer je ook minuscule paadjes, maar trekje daar maar niets van aan.
-Je botst onderweg nog op een Y-splitsing; het speelt geen rol welke kant je kiest, want beide paden komen wat verderop weer samen.
-Neem bij voorkeur het pad dat in het verlengde ligt van het vorige.
-Na goed 200 meter kom je bij een T -splitsing met een brede, goed zichtbare, ietwat kaal aangeklede aardeweg.
-Je gaat rechtsaf en je volgt deze weg over een afstand van ongeveer 800 meter (misschien een idee om de kleinste van de familie de passen te laten tellen).
-Links staat een sparrenbosje. Je blijft de brede weg volgen.
-Bijna op het eind van de rechte lijn kom je bij een T -vormig kruispunt, waar je aan de linkerkant een met onkruid begroeid pad moet nemen.
Aanvankelijk is het vrij vlak, maar dan begint het te dalen.
De grove dennen ongeveer 50 meter ver aan je linkerkant zijn zowat het enige oriëntatiepunt.
Ze blijven aan je zijde tot je beneden bent.
Het pad wordt zo goed als onbegaanbaar en het verdwijnt onder de takken.
-Om die kleine moeilijkheid te omzeilen draai je 90 graden naar links, zodat je naast de dennen gaat lopen.
-Je blijft afdalen tot aan een klein kruispunt.
-Daar sla je links af en je volgt een volledig recht pad dat compleet overwoekerd is.
-Hier en daar staan naaldbomen.
-Blijfhet pad volgen tot het eind. Aan het T-vormige kruispunt moet je linksaf, en opnieuw het gemeentelijk bos van Florenville in (groen bord).
-Net voorbij het bord sla je onmiddellijk rechts af en je volgt het pad dat het je een paar tientallen meter knap lastig zal maken.
-Na enkele bochten beland je bij een Y -splitsing: je gaat rechtsaf.
-Na een paar honderd meter kom je bij een boomstam waarop een gele, rode, blauwe en zwarte streep is aangebracht.
-Er staat ook een wit eekhoorntje op en een witte pijl.
-Een paar meter verder moet je rechtsaf, en je volgt opnieuw de gele markering op de boomstammen.
-Je komt bij een splitsing (pad schuin rechts) maar zetje weg verder (blauwe streep op boomstam). -De volgende T-splitsing brengt je bij een gedeeltelijk geasfalteerde weg, de rechterkant vooral, en je gaat even linksaf, maar na amper 10 meter moet je alweer rechtsaf, het bos in.
-Na ongeveer 150 meter begint het pad behoorlijk te dalen.
Terug
-Beneden kom je aan een splitsing met een pad dat van links achter komt, maar je gaat gewoon rechtdoor.
-Ongeveer 200 meter verder: idem dito.
-Je bemerkt opnieuw gele markeringen op de boomstammen.
-Weldra arriveer je op de weg die je nam toen je vertrok.
-En zo keer je terug naar de abdij.
-Onderweg lonkt een verleidelijk terrasje.
De abdij Notre-Dame van Orval, gesticht in 1132, is één van de meest opmerkelijke cisterciënzer abdijen van België. Weggedoken in een diepe vallei herbergt ze nog steeds een monnikengemeenschap. De bron, het eeuwenoude rozenvenster en de tuin met medicinale planten, vormen drie sterke punten om een bezoek aan de ruïnes te brengen. Daarna is een tochtje door het museum, dat werd ondergebracht in de fundering uit de 18de eeuw, zeer de moeite waard. Daar maakt u via de productie van de oude smederijen, de maquette van de abdij, gebouwd door Laurent Dewez en de schilderkunst van broeder Abraham, een beroemde schilder uit de 18de eeuw, kennis met de geschiedenis van het klooster. De abdij werd vanaf 1926 herbouwd op de funderingen van het klooster, dat tijdens de Franse Revolutie werd verwoest.
Wirtzfeld is een klein idyllisch dorpje in de Oostkantons van België, ligt ten zuiden van de Hoge Venen in de Ardennen op 580-610 meter hoogte en vlakbij het meer van Bütgenbach.
Er wonen ongeveer 400 inwoners en het heeft een prima touristische infrastruktuur voor sport, eten, drinken, wandelen...
- en dat in elk seizoen.
In de winter worden er bovendien 4 langlaufpistes getrokken. Hotel Drosson
In 1971 werd het Urlobroek, door de VVV Bree als wandelgebied opengesteld voor het publiek, op private eigendom.
Het is één van de meest waardevolle gebieden van de Noord- oostkempen.
Wandelaars komende uit de richting Maaseik, Kinrooi of Stamproy, rijden best tot aan de kerk in Molenbeersel.
Daar nemen ze de Oudekerkestraat en vervolgens, bij de splitsing, links de Grootbroekstraat.
Na enkele kilometers bereiken ze de vertrekplaats.
Vanuit Bree rijdt men richting Kinrooi.
Ongeveer 1 km over de Zuid- Willemsvaart slaat men, bij het bordje Woutershof, links af.
Volg deze weg tot aan het Woutershof , een vakantiehoeve voor jongeren.
Juist voor het brugje over de Aa-beek, in de volksmond Molenbeek genoemd, parkeren we onze wagen vóór het wandelplan.
Dat men hier van Molenbeek spreekt, is niet te verwonderen, vroeger voorzag ze niet minder dan 16 watermolens van energie.
Sinds 1950 werd de beek op vele plaatsen rechtgetrokken en uitgediept, hierdoor kwamen heel wat molens aan een dode arm te liggen.
Er werden bewegwijzerde wandelpaden uitgestippeld.
We zorgen ervoor dat we op de uitgestippelde wegen blijven in dit private domein.
We vertrekken met de Aa-beek aan onze rechterkant en het Woutershof aan de overkant van de beek, weg van het bruggetje.
We volgen nu de rode driehoekjes.
Dan nemen we de eerste veldweg links, naast een beek.
We volgen deze weg, langs de bosrand, tot aan het tweede bruggeqe, hier linksaf en dan rechtdoor tot aan het asfaltbaanqe.
Dit is de Beerseierdijk .
Wie moe is, kan dit baantje volgen tot aan het vertrekpunt.
Wij nemen evenqes verder de eerste veldweg rechts.
Vanaf hier doen we de gele wandeling, maar dan wel in tegengestelde zin.
Op de eerste splitsting gaan we schuin links.
Dan steken we een dubbele beek over met tussenin een dreefje.
Even rechts en dan terug links.
Nu wandelen we een hele tijd rechtdoor.
Aan een eerste viersprong, met rechts een landbouwbedrijf, lopen we rechtdoor.
Dat doen we ook op de volgende viersprong en op de derde viersprong.
Vanaf hier kan het behoorlijk drassig zijn.
Gelukkig is dit slechts een kort stukje. We komen op een T uit, waar we linksaf gaan. Op het einde bochten we met onze weg naar rechts en komen op een bredere weg uit. Rechts zien we het einde of het begin van een asfaltbaantje.
Links een private dreef, daar wandelen we in, want we weten dat dit mag.
Wat verder wandelen we via het brugje over de Breeërstadsbeek .
We wandelen rechtdoor en draaien aan de Aa-beek, met ons pad mee naar links.
We wandelen nu langs dit prachtige pad terug tot aan ons vertrekpunt.
Aan de overzijde van het brugje, aan ons vertrekpunt, staat ook nog een mooie kappel
-Als je met je rug naar de St. Martinuskerk staat loop je naar rechts een afdalend asfaltweggetje in (dus niet het weggetje gelijk naast de toren).
-Bij een kruispunt aangekomen loop je rechtdoor een stevig stijgende straat in (Vieux Mont) tot je bij een drukke verkeersweg komt (de N833).
-Bij een verwaarloosd kapelletje dat hier staat sla je l.a. en blijf je even (aan de linkerkant) van deze verkeersweg lopen.
-Na het bord Barrière de Petithan (rechts) sla je wat verderop l.a. Je zult nu ook de rood/witte tekens van een GR-route zien.
-Je steekt de Ourthe via een brug over.
-Iets voorbij de brug sla je de eerste straat links in (Rue Lamorteau).
-Na zo'n 20 meter ga je r.a. en vrijwel meteen ook weer l.a. (dus niet de Rue de la Somme in).
Je gaat nu een stuk stijgen.
-Bij de eerste Y-splitsing kies je voor de rechtertak en blijf je dus stijgen.
Ook bij de volgende twee Y-splitsinen, die direct achter elkaar liggen, houd je rechts aan.
-Je loopt nu het bos Sur Côreu in **. Je blijft het hoofdpad (gemarkeerd met rood/witte GR-tekens) volgen.
-Bij een kruispunt van boswegen neem je de meest rechtse (stijgende) weg.
-Na ca. 20 meter buig je al gelijk weer scherp naar links en loop je het bos weer in.
-Je blijft het hoofdpad een heel eind volgen. Uiteindelijk wordt het bos (vooral aan de linkerkant) dunner en ga je weilanden zien.
-Als je het bos uit bent wordt de weg halfverhard. Je loopt deze nog steeds met rood/witte GR-tekens gemarkeerde weg helemaal uit tot aan een geasfalteerde weg.
-Op dit punt sla je l.a. en je begint licht te stijgen (al zal dat niet al te lang duren).
-Je wandelt door het gehucht Les Tilleuls en passeert (links) een fraaie kasteelhoeve.
-Bij een kruispunt aangekomen sla je l.a. en verlaat je de GR-route. Je gaat nu een flink stuk afdalen tot je bij de Ourthe aankomt ***.
-Na de oversteek over de Ourthe staat je even een pittig stukje te wachten.
-Je loopt rechtdoor de steile weg van Grandham in tot je boven bij de kerk en even verder bij de kasteelhoeve bent aangekomen.
-Je loopt langs de kasteelhoeve en even later verlaat je Grandham al weer.
-Bij een flinke Y-splitsing kies je voor de linkertak (je volgt dus niet meer de hoofdweg).
-Je daalt nu langzaam door de vallei van de Ourthe.
-Bij een volgende Y-splitsing kies je de linkertak.
-Wat verderop kom je in een smalle bosstrook. Als je hier uit bent zie je de eerste huizen en de St. Martinuskerk van Petithan al voor je.
-Je wandelt langs het kerkhof en al snel ben je weer bij het vertrekpunt van je wandeling aangekomen.
In de schistgrond van deze streek zijn heeft men verschillende Romeinse graven en wapens en geld teruggevonden. Petithan is echter ook gekend voor zijn kasteel (een traditioneel gebouw van het begin van de 17de eeuw) en zijn Sint-Martinuskerk (église Saint-Martain) die zonder twijfel werd gebouwd op een burgerlijk gebouw. Wanneer u in de buurt gaat wandelen, zult u nog verschillende 19de-eeuwse kapellen tegenkomen, zoals die die gewijd is aan Saint-Monon.
Petite-Eneille :
Bewonder er het kasteel, de alleenstaande molen, de kasteelboerderij uit de 14de eeuw en de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-van-Voorspoed (Notre-Dame du bonheur). Een mooie plaats om te wandelen!
Grandhan :
Het dorp is gekend omwille van de vele archeologische vondsten die er gedaan werden, meer bepaald uit de Gallo-Romeinse en Merovingische tijd. Hier kruiste de Romeinse heirbaan die van Aarlen naar Tongeren leidde de Ourthe. Na 1940 was het ook hier dat de laatste veermannen van dit gebied actief waren, met name de familie Thyrion. Het kasteel (« La tour de Justice » (de toren van de gerechtigheid)) en de kerk van het dorp zijn twee mooie gebouwen die zeker het bekijken waard zijn.
Grande-Eneille :
De oudste sporen van het dorp gaan terug tot de 7de eeuw. Het is dus één van de oudste dorpen van het noorden van de provincie Luxemburg. Er werden sporen uit het neolithicum en graven uit de Merovingische tijd gevonden. Uw wandeling zou u naar de plaats met de naam « Au Letches » kunnen leiden, waar vroeger en klein haventje was voor boten van handelaars. Ontdek er verder de Sint-Margarethakerk (église Sainte-Marguerite), gebouwd op een rotsachtige heuvel. Dit geklasseerde gebouw dateert va omstreeks het jaar 1000. Het loont de moeite er even naar te gaan kijken. Grande-Eneille is tenslotte ook gekend omwille van zijn natuurreservaat en zijn bossen.
Afstand: 7 km. Vertrekpunt: de parking aan het domeinbos Lozerheide in de Fabriekstraat Bocholt/Kaulille tussen de brug over het Kempisch Kanaal en de sluis van Lozen op de Zuid Willemsvaart. Bewegwijzering: paaltjes met een afgeschuinde en rood beschilderde kop. Aard van de weg: onverharde wegen en paden, waarvan een aantal ooit bestrooid is geweest met grind. Vlakke, maar soms smalle en ook in de zomer modderige weggetjes.
Bocholt
De Lozerheide strekt zich uit in de wateringen tussen het kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, iets ten noordoosten van Kaulille.
Als je in dat dorp de N747 (Fabriekstraat) noordwaarts volgt, steek je algauw het genoemde kanaal over en iets verder bevindt zich, links van de weg, de parking bij het domeinbos.