WANDELING ORVAL
Start : De abdij van OrVal.
Afstand : 7 km (+/- 2 uur)
Aard van de weg : Hoofdzakelijk bospaden en aardewegen: goede stapschoenen komen dus aardig van pas. Niet echt het geliefkoosde terrein voor rolstoelen of kinderwagens.
Bereikbaar: E411, afrit 26, N85, vervolgens N88
ONDERWEG
Auberge de rAnge Gardien: het verleidelijk terrasje op weg naar de abdij, waar je een echte OrVal kunt proeven.
DE ROUTE :
-Je staat met de rug naar de ingang van de abdij (1) gekeerd en neemt de lange rechte weg die voor je ligt.
-Iets verder aan je linkerkant tref je een vijver aan, met aan de rand een niet onaardig kasteel (2), dat de eigendom blijkt te zijn van de familie d'Otreppe de Bouvette; klinkt inderdaad adellijk.
-Aan het kruispunt steek je de N88 over.
-De weg buigt af naar links (benzinestation wat verderop), maar jij verlaat de asfaltweg in de bocht: je gaat met andere woorden bijna rechtdoor.
-Aan je linkerkant staat een moeilijk zichtbaar houten bordje dat de weg naar Chameleux wijst.
-Aan de splitsing zo'n 50 meter verder loop je rechtdoor (je slaat dus niet rechts af naar Chameleux).
In het bos
.
-Een groen bord vertelt je dat je nu het gemeentebos van Florenville binnen wandelt.
-Je volgt eerst het bospad mee in de bocht naar rechts, en dan volgt een duidelijke Y -splitsing waar je rechtsaf gaat. Dit pad loopt in stijgende lijn en in een relatief rechte lijn naar de top van de heuvel. Hier en daar zijn gele strepen op de boomstammen aangebracht, maar echt betrouwbare otiëntatiepunten zijn het niet, wel de enige die je zult zien.
-Af en toe passeer je ook minuscule paadjes, maar trekje daar maar niets van aan.
-Je botst onderweg nog op een Y-splitsing; het speelt geen rol welke kant je kiest, want beide paden komen wat verderop weer samen.
-Neem bij voorkeur het pad dat in het verlengde ligt van het vorige.
-Na goed 200 meter kom je bij een T -splitsing met een brede, goed zichtbare, ietwat kaal aangeklede aardeweg.
-Je gaat rechtsaf en je volgt deze weg over een afstand van ongeveer 800 meter (misschien een idee om de kleinste van de familie de passen te laten tellen).
-Links staat een sparrenbosje. Je blijft de brede weg volgen.
-Bijna op het eind van de rechte lijn kom je bij een T -vormig kruispunt, waar je aan de linkerkant een met onkruid begroeid pad moet nemen.
Aanvankelijk is het vrij vlak, maar dan begint het te dalen.
De grove dennen ongeveer 50 meter ver aan je linkerkant zijn zowat het enige oriëntatiepunt.
Ze blijven aan je zijde tot je beneden bent.
Het pad wordt zo goed als onbegaanbaar en het verdwijnt onder de takken.
-Om die kleine moeilijkheid te omzeilen draai je 90 graden naar links, zodat je naast de dennen gaat lopen.
-Je blijft afdalen tot aan een klein kruispunt.
-Daar sla je links af en je volgt een volledig recht pad dat compleet overwoekerd is.
-Hier en daar staan naaldbomen.
-Blijf het pad volgen tot het eind. Aan het T-vormige kruispunt moet je linksaf, en opnieuw het gemeentelijk bos van Florenville in (groen bord).
-Net voorbij het bord sla je onmiddellijk rechts af en je volgt het pad dat het je een paar tientallen meter knap lastig zal maken.
-Na enkele bochten beland je bij een Y -splitsing: je gaat rechtsaf.
-Na een paar honderd meter kom je bij een boomstam waarop een gele, rode, blauwe en zwarte streep is aangebracht.
-Er staat ook een wit eekhoorntje op en een witte pijl.
-Een paar meter verder moet je rechtsaf, en je volgt opnieuw de gele markering op de boomstammen.
-Je komt bij een splitsing (pad schuin rechts) maar zetje weg verder (blauwe streep op boomstam). -De volgende T-splitsing brengt je bij een gedeeltelijk geasfalteerde weg, de rechterkant vooral, en je gaat even linksaf, maar na amper 10 meter moet je alweer rechtsaf, het bos in.
-Na ongeveer 150 meter begint het pad behoorlijk te dalen.
Terug
-Beneden kom je aan een splitsing met een pad dat van links achter komt, maar je gaat gewoon rechtdoor.
-Ongeveer 200 meter verder: idem dito.
-Je bemerkt opnieuw gele markeringen op de boomstammen.
-Weldra arriveer je op de weg die je nam toen je vertrok.
-En zo keer je terug naar de abdij.
-Onderweg lonkt een verleidelijk terrasje.
De abdij Notre-Dame van Orval, gesticht in 1132, is één van de meest opmerkelijke cisterciënzer abdijen van België. Weggedoken in een diepe vallei herbergt ze nog steeds een monnikengemeenschap. De bron, het eeuwenoude rozenvenster en de tuin met medicinale planten, vormen drie sterke punten om een bezoek aan de ruïnes te brengen. Daarna is een tochtje door het museum, dat werd ondergebracht in de fundering uit de 18de eeuw, zeer de moeite waard. Daar maakt u via de productie van de oude smederijen, de maquette van de abdij, gebouwd door Laurent Dewez en de schilderkunst van broeder Abraham, een beroemde schilder uit de 18de eeuw, kennis met de geschiedenis van het klooster. De abdij werd vanaf 1926 herbouwd op de funderingen van het klooster, dat tijdens de Franse Revolutie werd verwoest.

|