Nocturne. (7)
Nocturnen tovren langzaam door sonoor accoorden
t genot van eigen stille, zachte dromerij,
en golven, grillig somber soms, het lied voorbij
(mijn) gespannen oren...luistrend naar verholen woorden.
In zware bassen groeit t decor van vreemde oorden.
De wilde woeste pracht grijpt aan. .. omstrengelt mij,
En t lied (?)lt zuchtend mee als zachte minnerij:
Een lied dat wij niet kennen... en zo dikwijls hoorden.
Stil! Schenk mij, schemerlamp en nachtmuziek, nog stonden
Van zon intens genot dat k nergens heb gevonden
Dan bij zulke muziek... en in zon zachte schijn!
In dromen immers is slechts waar geluk te proeven;
Daar is geen reden om elkander te bedroeven!
De droom is waar...! Het ware is helaas soms schijn.
Maurits Decuypere (1950)
|