Vandaag was er op onze unief het
jaarlijkse Afrikaanse Festival. Het departement 'entertainment' van de
internationale studentenkring was weken geleden reeds begonnen met de
voorbereidingen. Ik was ditmaal niet van de partij, omdat ik vind dat er meer
dan genoeg Afrikanen op onze universiteit studeren om dit festival zelf in
goede banen te leiden. Al gauw bleek echter dat maar een klein gedeelte van de
Afrikanen echt geïnteresseerd was, en toen ik vandaag ging kijken naar het
resultaat van de voorbereidingen, bleek het allemaal vrij teleurstellend te
zijn. Ik zag het aan het gezicht van leraar Zhang, die nog zo zijn best doet
ons te motiveren. Hij is het die me enkele weken geleden overtuigde deel te
nemen aan de Chinese Bridge (jawel, weeral...), en aan nog een andere
schrijfwedstrijd voor een globaal magazine. In de Chinese Bridge was ik nét
niet bij de finalisten die naar Beijing mogen, en daar ben ik niet rouwig om,
ik heb het namelijk wel gehad met dit soort wedstrijden. Dankzij de Chinese
Bridge mocht ik vorig jaar in augustus wel twee weken op reis, en dat is
natuurlijk fantastisch. Maar ik herinner me nog heel levendig hoe de
leerkrachten in Wuhan me koste wat kost wilden laten deelnemen, omdat ze
blijkbaar van tevoren al wisten dat ik naar de finale zou mogen, hoewel ik er
zelf allesbehalve zin in had :). Toen ik uiteindelijk omwille van andere
plannen besloot niet naar Beijing te gaan, probeerden ze me met de nodige manipulatie
toch te overhalen. Hier was dat niet anders:
leerkrachten halen letterlijk alles uit de kast om studenten te laten meedoen.
Des te meer deelnemers, des te meer kansen op winst voor de universiteit, wat
betekent dat die meer eer opstrijkt. Hoewel ik mijn Chinees niet op SCUT
geleerd heb, wil de universiteit maar al te graag die indruk wekken . But all credits go to Leuven , haha. Vandaag werden ook de resultaten van de schrijfwedstrijd bekend gemaakt, en ik ben bij de drie finalisten. Mijn prijs is een mooie 300 yuan, en die heb ik dus aan Zhang laoshi (Chinees voor leerkracht) te danken. Twee weken geleden was er trouwens nog een langsong bisai, een wedstrijd waarbij Chinese gedichten of liederen vol expressie (en liefst ook met een bijhorende performance) moeten voorgedragen worden. Ik heb zelf niet meegedaan, maar het office wilde dat Provi en ik samen een Chinees lied zongen, wat we dan ook gedaan hebben.
Over het aantal activiteiten op deze
school kan ik echt niet klagen, het enige minpunt aan alles is dat het office
vaak wel mooie ideeën heeft, maar dat hierdoor de studenten dikwijls opgezadeld
worden met een hoop werk waarvoor ze vaak op geen enkele manier vergoed worden,
tenzij dan bij wedstrijden. Een Afrikaans Festival is natuurlijk mooi om mee te
pronken, maar de organisatie komt dikwijls in handen van buitenlandse
(niet-Afrikaanse) studenten. Vooral beursstudenten zijn vaak de slaafjes van
het office , dat herinner
ik me ook nog van Wuhan. En wil je graag een beurs,
dan doe je gewoon je best op school, mis je geen lessen én ga je bij
voorkeur ook regelmatig eens bij je goede vrienden van het office op bezoek . Wat weer wel positief is, is dat het office heeft toegezegd op verdere sponsoring voor het magazine New Heights. Als er nu ook nog genoeg mensen zijn die willen schrijven, dan komt er misschien een nieuwe uitgave.
Toen ik gisteren in het restaurant
van Vivi (Coneys Island) was, was daar een vrij emotionele bijeenkomst aan de
gang. Vivi is de laatste tijd veel in Dongguan om een familielid te helpen met
een kledingbusiness, dus haar zus runt het restaurant tijdelijk. Ze had me
reeds verteld dat het restaurant naar Dongmen, een andere buurt met
restaurantjes vlakbij mijn universiteit, zou verhuizen. Ik dacht dat de reden
was dat er daar meer cliënteel zou zijn, maar gisteren bleek er meer achter te
zitten. De samenkomst was namelijk een vergadering
van een groot aantal restaurant- en winkeleigenaars in Nanqu. Vivis zus legde
me uit dat al de gebouwen in Nanqu voormalige overheidsgebouwen zijn. Hoewel ze
nog steeds toebehoren aan de regering, heeft de
regering twee jaar geleden een huurcontract getekend met een man. Die man heeft
de gebouwen wat aangepast zodat ze zouden kunnen functioneren als handelsplaatsen.
Twee weken geleden echter bracht de overheid plots het nieuws dat de gebouwen
zouden gesloopt worden en plaats moeten maken voor een
luchtreinigingsfabriek. Alle winkels en restaurants moeten dus vóór 20 juni
ontruimd zijn. Dit is wat Vivis zus me vertelde, maar ik heb er mijnbedenkingen bij. University Town is een zeer groene
omgeving met overal nieuwbouw (luxueuze appartementen). Eenmaal deze
appartementen bewoond zijn, is er net meer nood aan restaurants in deze buurt.
Ik denk dat Nanqu met zijn oude gebouwen en barbecueplaatsen simpelweg niet in
het plaatje past en dat daarom alles moet verdwijnen. De eigenaars krijgen maar
één maand de tijd (veel mogelijkheid om stappen van protest teondernemen is er dus niet) en ze weten nog niet
hoeveel de compensatie zal bedragen. In Coneys Island kreeg ik te horen dat de
man die de gebouwen van de staat huurt wel al geld zou gekregen hebben, maar
dat hij dit geld niet eerlijk onder de huurders wil verdelen. Daarnaast zou de
staat geen idee hebben over hoeveel huurders het werkelijk gaat.
Toen ik begin
april in Chongqing arriveerde, voelde ik meteen de gelijkenis met Wuhan, met
uitzondering van de geografische structuur van de stad. Chongqing wordt ook wel
eens Shancheng (山城) of Bergstad genoemd. Het
woord berg moet je in China wel met een grote korrel zout nemen. Ik zou er
eerder heuvelstad van maken. Ik herinner me dat Wuhan University op de zogenaamde
Luojia Berg gelegen was, en dat was ook een groot overstatement. Ik denk dat
heuvel voor de Chinezen niet groots genoeg klinkt . Dat Chongqing een heuvelstad
is, mocht ik tijdens mijn eerste avond in de stad al aan de lijve ondervinden. Het
leek me het gemakkelijkst om van de eindhalte van de airport shuttle de taxi te
nemen direct naar mijn hostel (Urban Trails Youth Hostel). Daar was ik goed
fout, want de taxichauffeur kon het hostel niet vinden en dropte me dan maar
ergens vaag in de buurt. Ik vroeg locals of zij wisten waar het hostel was, en
ze stuurden me alle kanten op. Ik begon dus onmiddellijk met mijn eerste harde
kennismaking met de heuvelstad. De heuvels hebben echter niet enkel vermoeiende
nadelen, maar ook voordelen. Een voordeel is bijvoorbeeld dat de bussen soms
gewoon een tijdje kunnen bollen zonder hun motor te laten draaien. Toen ik een
paar keer weg en weer geklommen was en ik het hostel enkele malen zonder succes
gebeld had, heb ik het, dankzij de hulp van enkele Chinezen, toch gevonden. Ik
was al aardig in de buurt, maar het hostel was erg verstopt. Het weer was
gelukkig perfect, niet te warm en niet te koud: net zoals inWuhan zijn zulke aangename temperaturen hier schaars.
Chongqing past samen met Wuhan en Nanjing immers in het rijtje van de drie
ovens van China. Ik kan jullie nu dus met trots melden dat ik elk van de drie
ovens bezocht heb .
Daarnaast is Chongqing één van de vier direct-gecontroleerde municipaliteiten
van China (de andere drie zijn Shanghai, Beijing en Tianjin). Dit betekent dat
de status van deze steden dezelfde is als die van provincies. Met andere
woorden: de hoogste status die een stad kan hebben.
Chongqing stond al erg lang op mijn verlanglijstje, en omdat
we nu drie dagen vrijaf kregen, greep ik mijn kans en deed ik er vlug een paar extra
vrije dagen bij. We moeten op de unief verlof vragen door middel van een
formulier dat we op het office moeten gaan halen. Gelukkig ging dit tamelijk
gemakkelijk. Enkel mijn leerkracht Chinees, de vice-dean van de internationale
school, toonde wat argwaan. Een paar weken van tevoren was ik via mijn maatje
Hong het reisschema van Groep T uit Leuvente
weten gekomen. Zoals elk jaar zou Groep T met hun ingenieursstudenten tijdens
de paasvakantie een reis naar China maken. In totaal zouden ze met zon 200 man
naar China komen, opgedeeld in vier groepen van 50 die elk een ander traject zouden
afleggen. Mijn oog viel op de studenten elektromechanica die vanuit Chongqing
de cruiseboot naar Yichang zouden nemen. Yichang klinkt sommigen misschien
bekend in de oren, het is namelijk de bouwplaats van de zowel befaamde als
omstreden Drieklovendam (三峡, uitgesproken als San Sjaa), een enorm hydro-elektrisch project, gebouwd
om overstromingen te controleren en om te functioneren als een grote
elektriciteitscentrale. Dankzij de dam kunnen schepen nu gemakkelijker door de verschillende
kloven navigeren. Daarnaast is ook het toerisme indeze regiodankzij
de dam fel toegenomen. Er zijn echter ook een heleboel nadelen, zoals
bijvoorbeeld ecologische veranderingen, de gedwongen verhuizing van 1.3 miljoen
mensen en de overstroming van talrijke archeologische sites, waardoor de
Drieklovendam niet enkel het grootste, maar ook het meest omstreden damproject
ter wereld is. Yichang ligt maar een busrit van vier uren van Wuhan verwijderd,
maar desondanks die korte afstand ben ik er tijdens mijn jaar in Wuhan niet
geraakt. In mijn hoofd was het meteen een date: een paar daagjes Chongqing,
een paar dagen bij de mannen van Groep T om de dam te zien en dan ten slotte op
bezoek bij mijn maatjes in Wuhan. Ik contacteerde Groep T en kon zonder
problemen een paar dagen met hen mee op sjok in China. Met zon mooie
vooruitzichten zag ik deze reis dan ook helemaal zitten.
Toen de shuttle
bus van de luchthaven de stad binnenreed, kon ik Chongqing meteen s avonds
bewonderen, en het was prachtig! Je kan vanuit Chongqing twee grote rivieren
zien: de Changjiang (of de Yangzi), en een zijrivier ervan, namelijk de Jialing
Rivier. Hotpot is de specialiteit van de streek: een superpikante (al is er ook
de niet-pikante variant), kokende soep waarin je naar wens groenten en vlees
kan gooien. Vaak bevindt de hotpot zich in het midden van grote ronde tafels
waar de Chinezen dan in grote groepen rond zitten. Typisch Chongqing zijn ook
de pikante noedelsoepjes in aarden kommen. Alles is s avonds met neon verlicht
(ook de bruggen over de Jialing-rivier) en dat maakt de stad erg gezellig en
levendig.
De kamers van
mijn hostel waren verdeeld over verschillende verdiepingen in een hoog appartementsgebouw,
en buiten die kamers waren er nog andere dingen gaande. Zo passeerde ik een
verdieping met een karaokebar. Gelukkig zat ik een groot aantal verdiepingen
hoger zodat ik van het lawaai geen last had. Mijn kamer was in orde voor de
prijs die ik eraan gegeven had, maar ze deed vrij kaal en oud aan (de muren
vuil etc.). Qua locatie kon het echter niet beter. Ik besloot een noedelsoepje
te gaan eten en daarna een lange wandeling te maken. Al gauw bevond ik me in de
uitgaansbuurt die, zo bleek, vlakbij mijn hostel gelegen was. DJs op straat
die cds met mixen verkochten, de ene club naast (en op) de andere, veel
barbecuegelegenheden in de buurt ik voelde me in Chongqing nog in het echte
China grappige rode taxibusjes die chaotisch rondcrossen, talrijke verkopers
op straat en in de metrostations (in Guangzhou is dit uit den boze), luisteren
naar Chinese operageluiden terwijl je geniet van je maaltijd . Ik ben daarbij
tijdens mijn kort verblijf in Chongqing bijna geen buitenlanders tegengekomen. Zonder
te beseffen wat het was, botste ik op het Vrijheidsmonument (解放碑) van Chongqing,
pal in de winkelstraat die er op dat moment al vrij verlaten bij lag. Enkel de
KFC had nog wel heel wat cliënteel.
Toen ik terug
kwam van mijn wandeling, besloot ik uit nieuwsgierigheid mijn hoofd eens in de
karaokebar binnen te steken, en even later stond ik zelf te zingen. De bar ging
bijna dicht en ik wilde niet langer blijven, hoewel ik drankjes aangeboden
kreeg. Ik leerde er een meisje kennen, Li Jun. Op zondagavond ben ik samen met
haar en haar vriend hotpot gaan eten, en het was enorm gezellig. Op een bepaald
moment stelde de vriend van Li Jun me de vraag waarom westerse meisjes zich
niet zo aangetrokken voelen tot Chinese jongens . Het is niet de eerste keer dat iemand me
dat vraagt. Chinese jongens vinden westerse meisjes namelijk wel erg
aantrekkelijk en vragen zich dan ook af waarom die gevoelens (meestal) niet
wederzijds zijn. Een sluitend antwoord kan je daar natuurlijk niet op bieden . Normaal hadden we op maandag samen de Gele
Shan (Gele Mountain) bezocht, maar uiteindelijk bleek Li Jun toch te moeten
werken en ben ik alleen gegaan. Die berg was op zich niet zo erg de moeite,
maar het bijhorende museum vond ik dan wel weer een bezoekje waard, zij het dat
het alweer over een massacre ging en dat de wrede details je geenszins
bespaard blijven. Ik vertel even het verhaal achter deze gevangenissen: in 1943
besloten de Kuomintang (ofwel de nationalisten, Guomindang of KMT) en de
communistische partij samen te werken tegen de Japanners. Hoewel ze bondgenoten
waren in deze strijd, bleven de politieke verschillen tussen beide groeperingen
bestaan. Zo waren er gevangenissen waar strijders van de tegenpartij jarenlang
verbleven, waaronder de gevangenissen op de Gele Mountain, die toebehoorden aan
de KMT. Toen in 1949 de KMT van de communisten verloor en moest vluchten, liet
de KMT de communistische gevangenen (die nog steeds op de Gele Mountain
verbleven) niet gaan, maar richtten ze een bloedbad onder hen aan. Deze
gebeurtenis is de focus van het museum. Er is ook een boek over geschreven,
getiteld Hongyan (Red Rock). Dit boek is verplichte lectuur voor veel Chinese
middelbare scholieren. Natuurlijk waren er ook de vanzelfsprekende gekleurde toevoegingen
aan de Engelse vertalingen, zoals bijvoorbeeld Na de tweede wereldoorlog (of
Anti-Japanse Oorlog van de Chinezen) lieten de Amerikanen al hun wapens na aan
de KMT en werden deze door de KMT gebruikt om hun anti-revolutionaire oorlog te
starten, tegen de wil van het Chinese volk. Dit soort details en de
manier waarop alles gepresenteerd werd (familiefotos en verheerlijkingen van
de overleden gevangenen) maakten het museum voor mij interessanter dan het
eigenlijke verhaal. Het museum deed me erg denken aan het museum in Nanjing dat
over de Nanjing Massacre gaat, waar de gruwel die de Japanners aanrichtten zo
levendig mogelijk gehouden wordt in de gedachten van de Chinezen. Het was een
drukte van jewelste op de Gele Mountain: parkings waren overvol (er was
letterlijk geen enkel gaatje meer) en toch hoopten alle autobestuurders nog een
plekje te kunnen bemachtigen. Op een bepaald moment was het zon chaos dat we
ettelijke minuten moesten wachten tot de autos voor en naast ons tussen de
stilstaande en geparkeerde autos door gemanoeuvreerd waren, alsof ik verzeild
was geraakt in een spelletje Sokoban. Het was veel te druk om ook de lager
gelegen gevangenissen te bezoeken en ik was de uitlaatgassen en het getoeter
zodanig beu dat ik besloot de berg af te dalen via een zijpad. Ik passeerde een
heel eind verderop nog een trainingsparcours voor honden met bijhorende
afgedankte hondenhokken, waar tot mijn verbazing een tiental honden verbleven.
Ze hadden volgens mij al een tijd geen eten meer gehad, want ze blaften zo
vervaarlijk dat ik het bijna op een lopen zette.
De dag ervoor had ik een ander museum bezocht, het Chongqing-museum,
dat voor een groot deel over de
Drieklovendam gaat. Dit was echt de moeite: je kan er miniaturen van de
Drieklovendam bekijken en je krijgt er zicht op het hele gebied dat door de Dam
onder water werd gezet. De bekende drie kloven strekken zich uit over een
afstand van 192 kilometer! Je kan de rivier op een kaart bekijken en je vindt
er de namen van al de kleine dorpjes die er zich vroeger bevonden. Het is erg
intrigerend om te zien over hoeveel dorpen het gaat en het is bijna onbegrijpelijk dat de
verhuis van zoveel mensen zonder al te veel morren is verlopen toch als je de
exhibitie moet geloven. De vrolijke prenten van de dappere verhuizende
bevolking deden me ook hier de wenkbrauwen even fronsen, evenals de fotos van
een aantal voormalige boeren die elders nieuwe (vanzelfsprekend succesvolle)
ondernemingen begonnen zijn. Ik leerde dat het Sun Yat-sen was die in 1919 voor
het eerst over een mogelijke dam in Yichang sprak. Wat de verhuizingen betreft:
hetzelfde doet zich voor bij andere grote projecten in China, zelfs op de
plaats waar ik nu woon, University Town. Alle dorpen zijn ook hier immers naar de andere kant van de oever
verplaatst om plaats te maken voor grote universiteitsgebouwen, brede wegen
en appartementsgebouwen.
Een van de geweldigste
vervoersmiddelen van Chongqing is de monorail. Een goede metrolijn ontbreekt de
stad tot op heden nog, en de monorail is eerder een toeristische attractie dan
een vlot transportmiddel. Er rijden wel veel treinen, maar de stations zijn
meestal op vervelende plaatsen gelegen. Je moet bijvoorbeeld vaak eerst een
enorm drukke straat oversteken of een eindje wandelen om in een station te
geraken. De monorail rijdt langs de oever van de Jialing-rivier (met zijn vele
bruggen) en vanuit de trein zorgt dat voor prachtige zichten. Er is immers geen
afstand tussen jou en de rivier, en vaak is er niets dat je uitzicht belemmert.
Ik was onder de indruk en deed een wandeling over één van de lange bruggen. Aan
de overkant besloot ik de bus op te springen en tot het eindstation mee te
rijden (Chaotianmen). Ik had geen idee wat er aan de eindhalte te zien zou
zijn, maar het was op zich al leuk om al zittend de enorme stad te kunnen
doorkruisen. Eenmaal bij de eindhalte bleek dat ik de perfecte keuze gemaakt
had: Chaotianmen bleek een groot plein te zijn op de plaats waar de
Jialing-rivier en de Yangzi-rivier samenvloeien. Ik kwam net voor zonsondergang
aan en talrijke mensen hadden zich op het plein verzameld. Ouderen en jongeren
waren er rustig aan het vliegeren, koppeltjes slenterden voorbij. Ik nam een
aantal fotos en merkte plots op dat een Chinees fotos van mij aan het nemen was.
Als die man er niet zou geweest zijn, en als ik niet constant zou zijn
lastiggevallen door organisatoren van boottrips, dan zou dit een prachtig meditatiemoment
kunnen geweest zijn. Ik sloeg aan de praat met een studente uit Chengdu die op
uitstap was. Veel studenten maakten van dit verlengde weekend gebruik om er
even tussenuit te knijpen, maar vakantie zou ik het voor sommigen nu toch ook
weer niet direct noemen. Op de Gele Mountain kwam ik bijvoorbeeld een jongen
uit Yangshuo tegen die zomaar eventjes 18 uren op de trein gezeten had om dan
zonder een nachtje te slapen onmiddellijk een drukke berg vol uitlaatgassen te
gaan beklimmen. Met alle Chinezen, maar niet met den deze .
Wist je dat
-in University
Town de meeste bussen elektrisch zijn?
-je in
Chongqing grote groene borden met pijlen in de richting van een Emergency Shelter
kan vinden? (in geval van aardbeving)
-ik in
Chongqing nog echt aangestaard word? Zo was er in het Three Gorges Museum een man
die me volgde en me stokstijf bleef aankijken tot hij eindelijk een zin
uitbracht (niet eens op een beleefde toon): 你不是中国的吧?
(Jij bent niet Chinees eh?)
-tandartsen in China vaak hun werk achter glas doen? In
Chongqing heb ik dat vaak gezien, maar ook in Guangzhou kom je dat af en toe
tegen). Het is net zoals een winkel met een uitstalraam, je kan de patiënt gewoon
vanop straat bekijken. Hier moest ik een foto van hebben, maar daar was de
tandarts niet mee gediend. Tijd om gordijnen te kopen misschien?
-Chongqing was voor mij nog het echte China met zijn tuffende
Chinezen en chaotische verkeer ;). Ik was dan ook erg verrast toen ik zag hoe
netjes de lokale bevolking aanschuift voor de bus. Nergens in China heb ik zon
discipline gezien!
Op 13 mei mocht ik nog eens voor een overvolle zaal Chineesjes zingen . Het was een extra optreden voor de winnaars en sterke deelnemers van de zangwedstrijd waaraan ik reeds deelgenomen had in oktober/november. Er zouden zangers en zangeressen optreden van niet enkel de editie van afgelopen jaar, maar ook van de zes voorgaande edities. Een hoop goede stemmen bij elkaar dus!
Een week voor het optreden besloot ik halsoverkop nog één van mijn nummers te veranderen. Ik besloot Selena Gomez in te ruilen voor 'We found love' van Rihanna, omdat ik het gevoel had dat er gedurende de hele avond maar weinig actie te zien zou zijn. Ik wilde daar kost wat kost verandering in brengen, en trommelde daarom een hele danscrew op. Johalia, Ainash, Helen, Xiaoyu, Mridula, Brian, Innocent en Nema waren samen met mij een ganse week in de weer om een choreografie te bedenken en in te oefenen. Daarnaast scheurden we t-shirten stuk en verfden we ze in flashy kleurtjes. Het resultaat mocht er zijn! Intussen staat de hele avond in één stuk op Tudou (een Chinese site).
Hieronder geef ik de site, mijn nummers en de tijdstippen waarop je ze kan bekijken.
- Lady Antebellum - Need you now (duet met Maksim): vanaf minuut 33:40 - Chinees nummer 我要我们在一起 (dit is het nummer dat ik een tijd geleden eens op mijn blog gezet heb) en daarna de Glee-versie van 'Defying Gravity': vanaf minuut 112:46 - Rihanna - We found love: vanaf minuut 181:30
Enjoy :D ik had alvast een enorm fijne tijd op het podium!
Dames en heren, ik heb nog eens wat foto's op facebook gezet: een vijftigtal foto's van februari en maart, onder andere van de uitstap naar Foshan (een stadje in de buurt, bekend om zijn porcelein).
Na mijn
terugkomst uit Hong Kong begon ik met het plannen van mijn volgende reis. Qingmingjie
(Tomb Sweeping Day) kwam er immers aan, en we zouden drie dagen vrijaf krijgen:
maandag, dinsdag en woensdag. Typisch was natuurlijk weer wel dat we de gemiste
lessen tijdens het weekend ervoor mochten inhalen. Enkel de lessen die op Tomb
Sweeping Day zelf vielen, moesten niet ingehaald worden. Dat wist ik echter
niet toen ik mijn vliegtuigticket boekte, en spijt heb ik daar niet van. Tomb
Sweeping Day kan je vergelijken met onze Allerzielen. Veel mensen (ook veel jongeren)
gaan saomu (graven opkuisen) met hun familie. Natuurlijk heeft het merendeel
van de jongeren in deze universiteit daartoe niet de mogelijkheid, aangezien ze
ver van hun familieleden verwijderd zijn, maar jongeren uit deze regio nemen er
wel aan deel. Er worden voornamelijk offers gebracht, zoals voedsel, maar men
verbrandt bijvoorbeeld ook vals geld. Daarnaast worden de graven ookversierd met onder andere slingers. De graven
bevinden zich meestal in de natuur op heuvels buiten de stad of buiten het
dorp. Normaal vallen ze niet zo op, maar rond deze periode van het jaar
natuurlijk wel. Tijdens een paar busritten in april viel me plots op hoeveel
graven er eigenlijk zijn, stuk voor stuk versierd met slingers glinsterend in
de zon (dit was tijdens mijn reis, hierover later meer).
In maart heb ik
nog allerlei dingen gedaan en mensen ontmoet. Zo kwamen twee Ierse meisjes die
in Hong Kong op mijn kamer sliepen naar Guangzhou, en heb ik samen met hen
Saint Patricks Day gevierd. Ook in Amerika is Saint Patricks Day een
feestdag, omdat degenen die de traditie begonnen zijn Ierse Amerikanen waren.
Volgens een mythe was Saint Patrick een heilige die de slangen (het kwaad) uit
Ierland verdreven heeft, vandaar dat Saint Patricks Day in het groen gevierd
wordt. Maar eigenlijk was het gewoon een priester die de Ieren probeerde te
bekeren tot het christendom. In de Ierse bar leerde ik een aantal Europeanen
kennen, en later op de avond zijn ook Ainash en Mridula nog gekomen en zijn we
allemaal samen uitgeweest. Onder de Europeanen was ook Olivier, een Waalse
jongen die in Louvain La Neuve studeert en op dat moment voor een aantal weken
op reis was in China. Hij doet vooral grote steden aan waar hij kan relaxen en
uitgaan, en hij had het wel naar zijn zin in Guangzhou. Die maandag is hij naar
University Town gekomen om samen met mij een paar lessen te volgen, omdat hij
geïnteresseerd was in hoe de universiteiten en lessen hier in zijn werk gaan.
Het eerste wat hij zei toen ik hem hier ontmoette, was: Where are the bars?
There are no bars! Aan de meeste lessen had hij natuurlijk geen boodschap, dus
is hij niet zo heel lang gebleven. Hij heeft samen met ons geluncht, heeft wat
in Dongmen rondgelopen en heeft een beetje meegepikt van de lessen Marketing en
Chinees. Wat hem ook terecht opviel, is dat de lesgebouwen hier geen namen
hebben zoals Pieter de Somer Aula of Maria Theresiacollege, maar gewoon
grote lezingen hal (大讲堂) of A4 of A5 heten. Enerzijds valt dat te
begrijpen, omdat dit eiland oorspronkelijk leeg was en de gebouwen hier nog
vrij nieuw zijn. Denk ook aan het feit dat de eerste Engelstalige klas voor
buitenlanders op onze school bijvoorbeeld pas in 2006 opgestart werd, en dat
wij de eerste experimentele klas Toerisme Management voor buitenlandse studenten
zijn. Mridula vertelde me dat er zelfs geen bomen waren toen zij hier in
oktober 2007 aankwam, en dat er tijdens het jaar daarop massas volgroeide
bomen geplant werden. Van anderen hoorde ik dat de wegen toen nog modderpaden
waren. Langs de andere kant zouden ze grote aulas gerust namen kunnen geven,
zodat dit hele eiland met enkel universiteiten wat menselijker zou worden. Het
is hier al zo kaal, en namen zoals A4 zorgen natuurlijk niet voor meer
gezelligheid.
Ondertussen waren
er ook vergaderingen van onze studentenkring gaande om met een klein groepje
studenten naar een home for disabled children te gaan en met ingezameld geld
speelgoed te doneren. We zouden een kort muzikaal programma voorbereiden en
aanwezig zijn bij enkele activiteiten. Omdat het merendeel van de kinderen
ernstig mentaal gehandicapt was, zag ik niet in waarom we zoveel moesten
vergaderen over welke muziek we zouden spelen, en al zeker niet waarom we
moesten repeteren. De kinderen zouden er immers toch niet veel van merken,
laat staan begrijpen. En inderdaad, toen Nathan ons in het Chinees voorstelde,
zagen hij en wij al gauw in dat het geen zin had veel tegen de kinderen te
praten. Op dat moment stonden we voor een halve cirkel ouders en grootouders
met elk een kind op de schoot. Het eerste nummer was niet echt een succes en
duurde tamelijk lang, zodat een aantal van de kinderen onrustig werden. Het was
beter onze aanpak te veranderen, en samen met Ainash en Johalia beeldde ik
Liang zhi laohu (een liedje over twee tijgers op het deuntje van broeder
Jakob)uit. Het feit dat er nu beweging was en
dat we prentjes lieten zien, zorgde ervoor dat we toch iets meer aandacht
kregen van de kinderen. We zetten ten slotte de ingepakte kadootjes op de grond
en lieten de kindjes de pakjes openscheuren en spelen met het materiaal, en dat
bleek ten slotte de beste manier te zijn om de kinderen bezig te houden. Zelfs
de ouders deden enthousiast mee. Het schooltje was niet erg groot en de kindjes
komen er halve dagen of hele dagen al naargelang de ernst van hun handicap. Een
aantal kinderen hebben een eigen begeleider omdat ze bijvoorbeeld niet zelf
kunnen lopen of spelen. Andere kinderen werden dan weer begeleid door een
familielid, bijvoorbeeld een grootouder. Het schooltje was niet zo groot, maar
zag er heel net uit, met veel deftig speelgoed en kleine klasjes. Er zijn
verschillende klasjes, telkens voor andere activiteiten. De pienterste kindjes
uit de groep krijgen beperkt les, maar de rest speelt gewoon. Op het moment dat
ik er was (vrijdagnamiddag), waren er ongeveer 25 à 30 kindjes, maar de getallen
variëren. Alle kindjes gaan s avonds naar huis en overnachten er dus niet. De
voertaal is het Mandarijn omdat verschillende kindjes uit andere provincies van
China komen. Indien ouders hun kind naar deze school willen sturen, sponsort de
Chinese regering een derde of de helft, al naargelang de ernst van de handicap.
Het klasje dat we mochten bijwonen bestond grotendeels uit een snelle
opeenvolging van allerlei liedjes waarop de kinderen iets moesten uitbeelden.
Andere opdrachten waren bijvoorbeeld zakdoek leggen (zeer moeilijk of
onmogelijk voor de meeste kinderen) of om ter snelst de vinger in de lucht
steken om dan als beloning een kaarsje te mogen uitblazen. Vaak hielpen de
(groot)ouders de kinderen hun armpje in de lucht steken, en vaak konden
kinderen zelfs het kaarsje niet uitgeblazen krijgen.
For decades, autism went largely undiagnosed in
China and the Chinese government only recognized it as a mental disability in
2006. At least 1.5 million children in China have autism, as medical studies
suggest the disease may strike one in every 166 children. the China Disabled
Persons' Federation declared in March that the government-sponsored association
would give 36,000 impoverished autistic children aged three to six a subsidy of
12,000 yuan each by 2015.(China.org, Struggle for School Caring for Autistic Children, 23/4/2012,
site: http://www.china.org.cn/china/2012-04/03/content_25057750.htm)
Verder was er op onze unief nog een Tibetaans evenement om
de Tibetaanse cultuur bekend te maken en te promoten. Het was de eerste keer
dat de Tibetanen in onze school zoiets organiseerden. Ik kan niet zeggen dat
het een immens succes was, maar het is een begin. Tibetanen hebben, evenals
andere minoriteiten, een grotere kans om op een betere universiteit terecht te
komen omdat het niveau van hun gaokao (university/college entrance examination)
lager is dan dat van de Han-Chinezen. Onze universiteit telt zon 70 Tibetaanse
studenten. Ik besloot er even langs te lopen en voor ik het wist had ik een
Tibetaanse jurk aan . Ze waren zo blij als een gek dat er eindelijk een buitenlander kwam kijken, en ik vond het wel eens leuk met de Tibetanen te communiceren en rondgeleid te worden. Daarnaast kreeg ik nog kleine kadootjes zoals wierookstokjes uit India en een armbandje.
Ten slotte wil ik het ook nog even hebben over iets wat ik
van plan ben vaker te doen in de toekomst: model spelen. Ik ben eind maart, de
dag voor mijn vertrek naar Chongqing, samen met Johalia en Helen naar een
bedrijf gegaan dat hoeden en petten produceert, en sinds kort ook kleding. Ze
verkopen alles via taobao (een shoppingsite zoals Ebay waar je effectief alles
aan een lage prijs kan vinden) en ze zochten een model om hun jurken te dragen,
om dan nadien de fotos online te zetten. Helen en Johalia gingen mee omdat de
locatie erg ver was en ik niet wist voor wie ik zou werken en of het allemaal
wel deftig zou verlopen. Maar alles was dik oke en voor amper een kleine vier
uurtjes werk kreeg ik zomaar even 1000 yuan betaald (meer dan honderd euro). Eigenlijk
is het schandalig als je weet dat Chinezen nog niet eens de helft van dit bedragverdienen voor een dag modellenwerk. Ik ken
buitenlandse studenten met meer ervaring die zelfs 500 yuan per uur betaald
krijgen In Chongqing ontmoette ik een studente die tijdens de weekends hele
dagen werkt om wat bij te verdienen. Zij moet 4 volle weekends werken om 1000
yuan bij elkaar te krijgen
Tijd om het over
Hong Kong te hebben, intussen al een tijdje geleden, van vrijdag 9 maart om
precies te zijn. Ik besloot plots halsoverkop naar Hong Kong te vertrekken: ik
had immers lang genoeg gewacht op een gelegenheid en die kwam maar niet. Het
gezelschap waarin ik vertoef is namelijk niet zo gek op reizen. Njekwa (Zambië)
en Helen (Bolivië Taiwan) moeten af en toe wel eens in Hong Kong zijn, maar
dat is altijd om te werken (met klanten op zoek gaan naar gevraagde goederen,
bestellingen doen, mensen ontmoeten etc.). Verder gaat men hier zelden op reis
of op uitstap, toch wel anders dan het Wuhan-volkje, waaronder zich een pak
meer ondernemende Europeanen bevonden. Misschien heb ik het al eens gezegd,
maar ik heb het gevoel dat er amper Europeanen in University Town zijn. In mijn
universiteit weet ik dat van Europa enkel Hongarije, Slovakije en een aantal
ex-Sovjetlanden vertegenwoordigd zijn. Europeanen
zijn toch wel een pak avontuurlijker dan Aziaten en Afrikanen, zowel wat
betreft voedsel als reizen. Geen probleem: dan maar op mijn eentje. Ik boekte
voor het eerst in mijn leven een mixed dorm (dit betekent een dorm zowel voor
jongens als voor meisjes) met zes bedden. Normaal doe ik dat niet, omdat ik
zon moeilijke slaper ben, maar twee nachtjes kon geen kwaad, dacht ik. In een
vorige post schreef ik al dat ik de sneltrein naar Hong Kong genomen heb (154
yuan). Op twee uurtjes ben je al in Hung Hom, een metrohalte niet ver van
Kowloon. Ik had Hostel Paris geboekt, een veelbelovende naam. Van Njekwa had ik
gehoord dat ik zeker een kijkje moest nemen in de Chunking Mansions, een groot
gebouw waar je onder andere geld kan wisselen. Eenmaal in Kowloon liep ik een
paar keer voorbij de Mansions zonder te beseffen dat mijn hostel eigenlijk
midden IN de Chunking Mansions gelegen was. Nu moet je weten dat ik de
informatie op wikipedia (http://en.wikipedia.org/wiki/Chungking_Mansions)
niet gelezen had, en ik dus vrij onaangenaam verrast was door wat ik zag. Het
gebouw was omringd met Afrikanen en Indiërs die allemaal tegen je beginnen te
zeveren. Binnenin hangt een muffe zweetgeur, gemengd met de geur van allerlei
Indische specerijen. Ik zag wisselkantoortjes en andere winkeltjes, maar het
merendeel ervan zag er louche uit (om het nog niet te hebben over de uitbaters).
Paris Guesthouse bevindt zich in blok D op de zevende verdieping, en geloof me:
de naam klinkt fancy, maar wat je te zien krijgt, is dat niet. De beschrijving
online komt niet eens in de buurt van wat het hostel in werkelijkheid is. Langs
de andere kant kan je in Hong Kong niet veel goedkopers vinden (140 kuai per
nacht), en over de locatie viel helemaal niet te klagen.
Toen ik aankwam waren er een Japanner, twee Zweedse meisjes
(die amper iets zeiden) en een Duits meisje dat Sandra heette. Met Sandra kwam
ik onmiddellijk goed overeen en we besloten zaterdag samen te spenderen. Jammer
genoeg ben ik vrijdagnacht heel erg verkouden geworden en deed ik niets dan
hoesten en snotteren. In de Seven Eleven (een winkelketen met allerlei
prulletjes en drankjes) vond ik pilletjes tegen verkoudheid, maar die hadden
geen enkel effect. Wat me onmiddellijk duidelijk werd, is dat je met Mandarijn
Chinees in Hong Kong niets kan doen. De meeste mensen spreken een beetje
Engels, maar zo geweldig is hun Engels dan ook weer niet. Ik had van
verschillende mensen gehoord dat Hongkongers erg beleefde mensen zijn, en dat
klopt wel. Enkele voorbeelden: mensen wachten netjes achter elkaar op de metro
en dringen niet, de metro heeft een Quiet car (stille wagon) zodat mensen die
willen lezen of die hoofdpijn hebben daar plaats kunnen nemen, er zijn altijd
zitjes beschikbaar omdat niet iedereen gaat zitten (anders dan in mainland China
waar je om een zitje moet vechten). Anderzijds vind ik dat je hun goede
manieren niet mag overdrijven, want zo behulpzaam en joviaal zijn ze dan ook
weer niet - in tegenstelling tot de inwoners van bijvoorbeeld Chongqing, waar
er altijd wel iemand is die zich spontaan om je bekommert. Autos rijden er
vanzelfsprekend links en niet rechts, en veel metrostations en buurten hebben
Engelse namen.
Mijn Cantonees is beperkt tot een paar basiszinnen zoals
Hoe heet je? en Hallo. Cantonees is naar mijn mening nog moeilijker dan
Mandarijn, maar wie al Mandarijn kan spreken heeft het natuurlijk wat
gemakkelijker. Het Cantonees heeft negen tonen, maar tijdens onze Cantonese lessen
hoeven we ons daar niet om te bekommeren. Aangezien we niet zoveel Cantonese
les hebben, vindt onze leerkracht dat we beter gewoon wat zinnen vanbuiten
leren en de tonen en klanken imiteren en onthouden aan de hand van onze eigen
taal (een soort van persoonlijk pinyin). Eigenlijk is geschreven Cantonees
hetzelfde als geschreven Mandarijn, op enkele grammaticale verschillen en
enkele toegevoegde karakters na. Daarnaast
gebruikt men in Hong Kong de ongesimplifieerde versie van karakters. Ik
weet meestal wel ongeveer wat er staat, maar kan de karakters niet uitspreken. Zo
wordt de naam van het metrostation 南昌in het Mandarijn uitgesproken als Nan Chang en in het Cantonees als Nam
Cheong.
De eerste avond
heb ik een wandeling door Kowloon gemaakt. Kowloon is precies hoe ik het mezelf
had voorgesteld (met behulp van films etc.): veel voedselkraampjes en
restaurantjes waar de eenden en de rest van het vlees uitgestald zijn aan het
raam, een levendige sfeer, overal neonlichten en restaurants met namen als
Hing Fat. De McDonalds ziet er moderner uit dan in mainland China. Daarnaast
zijn er vrij veel bars waar je vrij in en uit kan wandelen. Ik liep een lokaal
restaurant binnen en at een soort van noedelsoep die zo zuur was dat ik er
amper iets van gegeten heb. De volgende dag bezocht ik samen met Sandra de
Avenue of Stars. Sandra was al een vijftal dagen in Hong Kong (ze was eerder op
haar eentje in onder andere Cape Town en India, en op dit moment zit ze in
Australië). De naam zegt het zelf, Avenue of Stars is een pier met daarop de
handdrukken van allerlei Chinese sterren. De skyline van Hong Kong is heel
anders dan alle skylines die ik tot nu toe gezien heb. Als ik haar zou moeten
beschrijven zou ik zeker de woorden net, georganiseerd en modern
gebruiken. De Tin Hau tempel was niet echt de moeite, dus zijn we naar Causeway
Bay gewandeld, het grootste shopping district van Hong Kong. We liepen langs
een marktje waar vissen gefileerd werden en de hartjes nog kloppend op bordjes
lagen s Avonds aten we weer eend (s middags hadden we er ook al niet aan
kunnen weerstaan) in de omgeving van Soho (een buurt bekend om zijn vele bars) en
daarna haastten we ons naar de rand van Sheung Wan om de lichtshow te kunnen
zien. Ik snap de geografie van Hong Kong nog altijd niet zo goed: Hong Kong
bestaat min of meer uit mainland Hong Kong en de eilandjes errond, met elkaar
verbonden via de metro. Sheung Wan is het eiland onder Kowloon. Van op Kowloon
kan je de lichtshow op Sheung Wan zien, en als je op dat moment op Sheung Wan
bent, dan sta je tussen de oplichtende gebouwen. Ik heb de lichtshow dus op die
manier ervaren. Spectaculair vond ik het niet, en de show duurt daarbij maar
amper tien minuutjes. In plaats van met de metro terug te keren, namen we de
boot terug naar Kowloon. Dat vond ik dan weer wel de moeite eigenlijk is een ritje op de overzetboot
langs de skyline iets wat je standaard in elke stad zou moeten doen (ten
minste, indien er een zee of rivier in de buurtis). Het kost je niets en je hebt magnifieke zichten. Ik herinner me de
Wuhan-overzetboot van Wuchang naar Hankou. Zonder de oliestank en de muggen had
het zelfs romantisch kunnen zijn.
Victoria Peak
werd me door de jongeren in de dorm niet aangeraden omdat het erg mistig en
regenachtig was. Daarbij zat ik met die serieuze verkoudheid en wilde ik op
zondag het liefst gewoon naar huis. Ik heb nog wat rondgelopen op zoek naar een
gsm, omdat mijn vrienden me hadden gezegd dat Hong Kong de place to be is om de
nieuwste snufjes aan een deftige prijs te kopen. De prijzen vielen me echter
tegen, want toen ik naar de HTC Chacha informeerde, bleek die zomaar even 1000
kuai duurder te zijn dan de prijs die Helen (Bolivië) ervoor betaald had. Dit
verschil lag echter aan het feit dat Helen haar gsm niet in een officiële
winkel gekocht heeft, maar in een grootwarenhuis met allemaal gesmokkelde
elektronica (水货). Ik ben mijn nieuwe gsm dan ook maar daar gaan halen. Over de kwaliteit
valt helemaal niet te klagen, en ik heb ook garantie. Wat dus het precieze
verschil is met een gsm uit een officiële winkel, daar heb ik geen idee van. De
laatste trein terug naar Guangzhou vertrok reeds om half acht s avonds en je
moet zeker anderhalf uur van te voren je ticket kopen. Het boarden begint
immers al redelijk vroeg en dan zijn er ook nog de paspoortcontroles. s Avonds
op de trein sprak ik met Peter Kwan, een 65-jarige Hongkonger die een beetje
Engels kon. Ik vroeg hem wat hij vond van de teruggave van Hong Kong aan China
in 1997, en hij zei dat hij daar een vrij neutrale mening over heeft. Hij zei
dat er niet veel veranderd is na de teruggave, en dat het hem niet echt kon
schelen van wie Hong Kong is, zolang de inwoners hun vrijheid maar kunnen
behouden. Eénland, meerdere systemen:
dat is de aanpak die China hanteert in de Special Administrative Regions Hong
Kong en Macao. Zowel wat betreft economie, politiek als jurisdictie (Facebook
en Youtube zijn bijvoorbeeld vrij toegankelijk in Hong Kong), gelden in Hong
Kong en Macao andere regels dan in mainland China.
Wist je dat:
-er in
Hong Kong grappige trams met een extra verdieping rijden? Ook bussen met twee
verdiepingen rijden er veel (dubbeldekkers).
-Hong Kong soms net India is? Er zijn zelfs
cricketvelden.
-Hong Kong taksvrij is en er veel spullen
(speelgoed, chocolade en andere importgoederen, merkkledij) daarom erg goedkoop
zijn in vergelijking met de rest van China? Ik vond een winkeltje genaamd
Prizemart in de straat Sanyuanli waar het tot buiten aanschuiven was. Het winkeltje
is zo klein dat je er op het tempo van de rij klanten de winkel door moet
schuifelen en dat je af en toe dekking moet zoeken, omdat er zomaar Twixen of
Snickers uit de lucht komen vallen. Alles is er zo op elkaar gestapeld en bij
elkaar gepakt dat zelfs het personeel niet door de winkel kan lopen.Daarom zetten ze zich ofwel in het midden van
de winkel of aan de ingang op een ladder om zo vanuit deze uitkijkpost alles
in goede banen te leiden. Het merendeel
van het cliënteel leek buitenlands te zijn, ik denk Maleisisch. Binnenin dit
winkeltje vond ik tot mijn verbazing enkele Colruyt-producten (Everyday), zoals
spaghettisaus en ontbijtgranen. Ik aarzelde niet en besloot een koffertje te
kopen en dat vol te laden met lekkernijen om de volgende paar weken door te
komen .
我要我们在一起 (Ik wil dat we bij elkaar zijn) zangeres: 范晓萱 Fan Xiaoxuan schrijver: 刘靖
风远远的吹着我的脸我的手我的发我的心我的眼睛 De wind blaast van ver over mijn gezicht, mijn handen, mijn haren, mijn hart, mijn ogen 你远远的呆在那个城那个屋那个灯那扇窗口 Jij verblijft ver weg in die stad, die kamer, dat licht, achter dat raam 我静静的放着你给我的cd音乐当作背景 Ik speel kalm de cd die jij me gegeven hebt als achtergrondmuziek 怎么唱都不再煽情 hoe ik ook zing, er wellen geen gevoelens meer op 我记得你习惯闭着眼抱着我好象我是你的脸笑嘻嘻 Ik herinner me hoe het je gewoonte was me met je ogen toe vast te nemen, alsof ik je gezicht en lach was 我不知该如何对你笑对你哭张着嘴不理你像个机器 Ik weet niet hoe ik tegenover jouw lach en jouw traan onverschillig kan zijn, zoals een machine 你的世界我的日子好象没有谁对谁发过脾气 In jouw wereld en mijn leven leek er niemand te zijn die ooit kwaad is geworden op iemand anders 过的太快来不及 Het is allemaal te snel voorbij gegaan, nu is het te laat
唉呦~~ ah 你说你说我们要不要在一起 Jij zegt het maar: horen we bij elkaar of niet? 柔情的日子里生活的不费力气 Tijdens die tedere dagen kostte het leven weinig moeite 傻傻看你只要和你在一起 Ik kijk je domweg aan, en ik wil gewoon maar bij je zijn
唉呦~~
ah 你说你说我们要不要在一起
Jij zegt het maar: horen we bij elkaar of niet? 柔情的日子里生活的不费力气
Tijdens die tedere dagen kostte het leven weinig moeite 傻傻看你只要和你在一起
Ik kijk je domweg aan, en ik wil gewoon maar bij je zijn
不象现在只能遥远的唱着你 en niet zoals nu enkel maar van veraf over jou zingen
Na een grijze en vooral vochtige week op school zijn Robin
en ik begin april voor twee dagen naar Shenzhen getrokken. Een ticket kost 80
yuan en je bent na twee uurtjes trein al ter plaatse. Shenzhen is voor mij nog
een mysterie. We logeerden in een gedeelte van de stad met de naam Huaqiaocheng
(OCT, Overseas Chinese Town), een heel eind verwijderd van het stadscentrum,
maar erg dicht bij Windows of the World en andere bekende themaparken.
Daarnaast was ons hostel Loft gesitueerd in een kunstdistrict waar allerlei
oude (oud na amper 20 jaar?) fabrieken en gebouwen nieuw leven werd ingeblazen.
Het doet denken aan de 798 Art Zone van Beijing, maar dan kleiner. Er is een
galerij met een aantal gezellige cafeetjes en shops met designboeken en
allerlei kunstartikelen. Ook een Starbucks mocht natuurlijk niet ontbreken: de
Starbucks in dit district is aan de buitenkant toepasselijk met hout
gedecoreerd. Ook de Starbucks op Shamian Island, waar ik vorig semester gaan
wandelen ben, paste trouwens helemaal in zijn omgeving. Je kan je geen plaats
bedenken of Starbucks is er vertegenwoordigd. Vlakbij het hostel was een
kunstmarktje met allerlei kraampjes waar ik onder andere geschilderde
slakkenschelpjes gezien heb. Op zich niet speciaal, ware het niet dat sommige
van die schelpjes bewoond zijn door kleine krabben, die ze op hun rug
meedragen. Ik vroeg aan de verkoopster wat de bedoeling was: het krabje zal
groeien en zal op een bepaald moment van schelp veranderen. Je kan dan een
nieuwe gekleurde schelp naar keuze (met bloempjes of bolletjes) klaarleggen, en
daar zal de krab zich dan opnieuw in nestelen.
In twintig jaar is Shenzhen van niets uitgegroeid tot een
metropool. Je merkt onmiddellijk dat de stad nogal artificieel aandoet en ze
lijkt inderdaad zomaar even uit de grond gestampt te zijn. Ruime snelwegen,
parken Op een bepaald moment waren Robin en ik op zoek naar het centrum van de
stad en moesten we de bus uit omdat we het centrum blijkbaar reeds gepasseerd
waren (zonder het te merken, kan je je voorstellen?). We stonden aan de kant
van een grote snelweg en geen enkele bushalte die nog komen zou, had een
metrostation. Er zat niets anders op dan een stuk langs de autoweg terug te
lopen en dan toch maar ondergronds onze tocht verder te zetten. Eenmaal in het
centrum had de stad plots veel weg van Guangzhou en zijn Beijinglu (de grote
winkelstraat van Guangzhou), maar dan op kleinere schaal en een beetje
gezelliger. Je kan er ook heel wat eetkraampjes vinden.
De buurt waar we logeerden bevond zich zodanig dicht bij
enkele themaparken dat we tijdens het uitkammen van de buurt plots naast de
toegangspoort van het China Folk Cultural Village Theme Park stonden. De
toegangsprijs was erg hoog en het was al laat, dus we zijn niet binnengeweest,
maar van achter het hek zag het er allemaal maar armzalig uit. Veel parken in
China zijn naar mijn mening vrij slecht onderhouden. Ze lijken snel opgetrokken
te zijn (net zoals de steden waarin ze opgetrokken worden) en daarna wordt er
niet meer naar omgekeken. Nochtans stonden er redelijk wat reisbussen bij de
ingang geparkeerd. De minirails leken me al lang niet meer gebruikt te zijn,
maar even later zag ik er dan toch een karretje vol Chinese toeristen over
rijden. Ik hoorde in de verte muziek van een optreden weerklinken, maar het
park liep stilaan leeg.
Dag twee vulden we met een bezoek aan Windows of the
World, misschien wel het bekendste themapark van Shenzhen. Het is een soort
van mini-World zoals wij mini-Europa hebben in Brussel, maar dan op veel
grotere schaal (inkom 140 yuan). Je hebt een hele namiddag en avond nodig om
het hele park gezien te hebben. Robin was er anderhalf jaar geleden al eens
geweest, maar het was hem niet bijgebleven dat de foto die hij had genomen bij
het standbeeld van een plassend jongetje de trots van België was. Ik had na
bijna een hele namiddag de hoop al opgegeven om België nog ergens te zien, maar
achteraf is gebleken dat ik dus een deel van Europa gemist heb . Maar niet getreurd:
Ik heb de windmolens van Holland en de Eifeltoren wél gezien, én de Taj Mahal.
Voila, die droom is ook al weer uitgekomen. Zelfs Christ The Redeemer van Rio,
de piramides van Egypte en de Niagara Falls waren nagemaakt (en best nog wel op
grote schaal). Daarnaast liep ik na een maand opnieuw het Alcázar van Seville
binnen en zo verbaast China je keer op keer. Eenmaal binnen krijg je een tabel waarop alle showtijden zijn aangegeven. Wat ik persoonlijk het leukst vond, was de 4D film Flying over America die je kan bekijken terwijl je in de lucht hangt, net als in een pretpark. Nog maar eens reclame voor Amerika. Voor een mini-China kan je terecht in het themapark Splendid China, en voor pretparkliefhebbers is er Happy Valley (toch even zeggen dat hier twee jaar geleden een paar mensen verongelukt zijn). En zo heeft Shenzhen voor ieder wel wat wils.
Momenteel zit ik
op de trein Guangzhou Kowloon. Ik ga namelijk voor een weekendje op mijn
eentje naar Hong Kong. Het voelde daarnet uiterst vreemd aan om even door de
immigratie te moeten en een stempel in mijn paspoort te laten zetten. Ik heb
officieel China verlaten (hoewel Hong Kong toch deel van China is ) en zal me binnen twee uurtjes in een
heel andere wereld bevinden, een wereld die volgens velen verslavend is. Ik
vermoed dat die formaliteiten en de grenscontroles gewoon behouden worden om
immigratie of illegale handel tegen te gaan. Tegenover mij zitten twee corpulente
Hongkongse dames die, zo lijkt het, op uitstap geweest zijn in Guangzhou. Zodra
ze hun zitplaatsen gevonden hadden, begonnen ze allerlei lekkernijen uit hun
handtassen te laden: sandwiches, nootjes, chips, koekjes noem maar op. Ze
hebben net nog melkthee besteld. Naast mij zit een meisje haar
KFC-kippenbilletjes op te smikkelen met een grote Pepsi voor haar neus. Ze
neemt net haar Kleenex-zakdoekjes uit haar tas. En alle treinpassagiers (waaronder
een pak buitenlanders) hebben ten slotte net een gratis flesje Watsons Water
gekregen. Dames en heren, dit is China.
Ik heb veel te
vertellen, maar eerst even een uitwijding over de lessen. In het algemeen mag
ik nog altijd niet klagen, maar een paar lessen beginnen jammer genoeg al te versaaien.
Op een gegeven ogenblik was het zo erg dat ik ben weggerend tijdens de pauze
van de les Principes van toerismeplanning. Mijn presentatie was toch al
achter de rug. Ik besloot in Dongmen een praatje te gaan maken met een
winkelier. Daarna liep ik een paar meisjes uit Xinjiang tegen het lijf die ik
ook reeds de week daarvoor op dinsdag in het moslimrestaurantje had ontmoet.
Ten slotte heb ik nog een tijd gebabbeld met een ander meisje uit de provincie
Jiangxi in hetzelfde restaurant. Niet naar de les gaan levert dus niet
noodzakelijk niets op .
Die presentatie tijdens
de les Toerismeplanning was trouwens de moeite: ik moest samen met een
klasgenoot, een 50-jarige (ruwe schatting) Chinese Fransman, een presentatie geven
over het toerisme in West- en Zuid-Europa. We moesten samen 15 minuten vullen,
maar van samenwerking was niet veel sprake. Ik had op mijn eentje een
spreekbeurt en PowerPointpresentatie voorbereid van iets minder dan een pagina
lang. Veel tijd zou die niet in beslag nemen. Mijn klasgenoot had echter een
pak meer voorbereid (hij praat uiteraard Chinees en is al overal ter wereld
geweest, iets wat hij ook om de haverklap aan iedereen moet kunnen vertellen,
blaaskaak), en vreesde blijkbaar dat hij niet ging toekomen met zijn tijd.
Daarom kwam hij mij er vooraf even op wijzen dat ik me strikt aan zes minuten
moest houden en dat hij de tijd zou timen. Ik dacht aanvankelijk dat hij
grapte en zei dat ik niet precies wist hoe lang mijn spreekbeurt zou duren,
maar dat ze zeker niet zoveel tijd in beslag zou nemen. Dat was maar goed ook,
want ik had maar één kans om alles te vertellen. Hij snelde naar voren om een
introductie te geven - waarin hij terloops ook maar even vermeldde dat mijn Engels
heel goed is en dat de Chinese studenten maar eens een praatje met me moesten
komen maken - en hij vertelde daarna dat ik vijf (?!) tot zes minuten over
Europa zou babbelen. Ik begon aan mijn spreekbeurt en toen bleek dat die sukkel
effectief met zijn timer naast mij kwam staan. Hij maande me aan sneller te
spreken, waardoor ik bijna alles begon af te lezen. Daarnaast kon hij zijn
handen niet van mijn PowerPoint afhouden en klikte hij op de volgende dia
terwijl ik nog niet klaar was met praten, waarop ik gefrustreerd door de micro
zei dat ik nog niet klaar was met spreken en hem met een gesis probeerde te doen
afdruipen, wat tot enige hilariteit in de klas leidde. Hij hield zich echter
niet stil en onderbrak me even later met de mededeling dat ik nog één minuut
had.
Het is een
speciaal geval, die man. Lang geleden, toen hij nog jong was, heeft hij de
beslissing genomen een aantal gronden en gebouwen te kopen in het zuiden van
China. Zijn thuisstad is immers Shenzhen, één van de eerste economische zones
(SEZ, Special Economic Zone). Hij rijft nu geld binnen door die gebouwen
(fabrieken) te verhuren en hij bezit ook een aantal winkels die door anderen
geleid worden, waardoor hij al jaren én geld én vrije tijd heeft. Hij heeft al
overal gezeten, heeft zon 25 jaar in Frankrijk gewoond (zodra de Culturele
Revolutie op zijn einde liep, is hij uit China vertrokken) en volgt dit jaar
samen met ons les. Hij en het overgrote deel van zijn familie, ook zijn grootouders,
bezitten de Franse nationaliteit, maar hijzelf voelt zich eerder Chinees dan
Fransman. Hij is trouwens in Frankrijk een aantal jaren directeur geweest van
een Chinese school voor overzeese Chinezen. Naar eigen zeggen was dat
vrijwilligerswerk. Ik voel op veel vlakken dat hij erg trots is te zien hoe
China het momenteel doet, en dat hij daar ook graag aan meewerkt. Zijn plan is
om in de toekomst nog op verschillende plaatsen ter wereld te studeren. Zijn
familie woont in Frankrijk, en zijn dochter zou in de toekomst voor een tijdje
in China komen studeren.
Na de presentatie
hebben twee Chinese meisjes uit mijn klas hem een sms gestuurd met de vraag of
ze hem en mij mochten trakteren op een etentje, en zo zijn we dan gisterenavond
met ons gevieren in een restaurantje in Nanqu beland. Ik moet eerlijk zeggen
dat ik het erg gezellig vond, en we hebben het zowat over van alles gehad, van
scholen en ingangsexamens tot Chinese medicijnen. {Even vermelden dat de ene
dikke dame tegenover mij nu met haar mond open ligt te snurken}
Het ene meisje is
afkomstig uit Hubei (een plaatsje dichtbij Wuhan), en het andere meisje komt
van Yunnan. Ze studeren beide toerisme, maar zijn niet erg enthousiast over het
programma iets waar ik wel kan inkomen . Het is niet de eerste keer dat ik
studenten hoor zeggen dat er te weinig praktijkgericht wordt lesgegeven. Ze
zitten nu in hun tweede jaar en hebben dus nog twee jaar te gaan voor ze hun
bachelor hebben. Een bachelor duurt hier namelijk vier jaar, en indien je een
master wil doen dan komt er nog eens drie jaar bij. Op een gegeven moment
hadden we het over privéscholen en publieke scholen. In tegenstelling tot vele
andere landen (zoals bijvoorbeeld Nepal), zijn privéscholen maatschappelijk
niet echt aanvaard in China. Het diploma van een privéschool is wel officieel,
maar dit soort scholen staat niet in hoog aanzien. Daarom gaat bijna iedereen
naar publieke scholen. Naar de Shanghai-expo zijn de twee toerismestudentes
niet geweest, omdat ze het toen te druk hadden met hun
gaokao-voorbereidingen. Gaokao zijn provinciale examens waarvoor je eerst moet
slagen alvorens te kunnen verder studeren. Het percentage dat je op zon test
moet behalen om te slagen, varieert van provincie tot provincie (al naargelang
het aantal inwoners, minoriteiten ). Je moet het examen natuurlijk wel in je
eigen provincie afleggen. Hoe beter je punten, hoe groter de kans dat je op een
befaamde universiteit zal terechtkomen. Indien je niet slaagt, dan is verder
studeren jammer genoeg niet voor jou weggelegd.
Afgelopen week
was het de week van het labeur. Ik weet niet goed hoe de Chinezen het noemen,
maar het zal zoiets als Laodongzhou zijn. De eerstejaarsstudenten zijn dan een
week bezig met werken voor het publieke welzijn. Ik vroeg gisteren wat dat juist
inhoudt, maar de meisjes zegden dat ik me er niet te veel bij moest
voorstellen. Meestal zijn het gewoon uitstapjes waarop de studenten zich wat
amuseren en er van werken niet veel sprake is. Het is iets communistisch: maart
is de maand van Lei Feng, een held uit de periode van de Culturele Revolutie
die na zijn dood gepropagandeerd werd als een onzelfzuchtig, bescheiden man en
een trouwe volger van Mao (volgens mijn Frans-Chinese collega een held uit
vervlogen tijden die beter vervangen zou worden door een eigentijdse held). Deze
week zag ik nog op televisie hoe Chinese lagere-schoolstudentjes les krijgen
over deze man. Ze luisteren naar verhalen, kijken naar filmpjes en proberen zo
een Lei Feng geest te ontwikkelen. {De mannen aan de andere kant van de gang hier
in de trein hebben intussen de soap How I met your mother opgezet op hun
Ipad, zodat ik leuk kan meeluisteren}
Exact twee weken
geleden ben ik samen met Helen en haar Vietnamese vriendje Xiaoyu naar Foshan
geweest, een stadje vlakbij Guangzhou dat bekend is om zijn keramiek. Daarnaast
kan je er ook veel meubelfabrieken vinden. Er geraken is supersimpel: twee uren
op de metro, het kost je amper 15 kuai. Eenmaal daar namen we de bus naar
Taozicheng en vonden we onze weg door een park naar de pottenbakkerswijk
(Nanfeng), tegelijk ook kunstdistrict. We passeerden een Toilet-waterfall:
een grote muur van op elkaar gestapelde lavabos en toiletten (die er na zovele
jaren al vrij vuil en roestig uitzagen) waar water doorsijpelt zodra het begint
te regenen. We wandelden door een wijk met kleine oude huisjes en langs de talrijke pottenbakkers/souvernirwinkels,
om uiteindelijk bij een hal (Pottery DIY) terecht te komen waar we zelf een
poging tot pottenbakken ondernamen. Het bleek moeilijker dan gedacht, en na een
half uur gaf ik op. Enkel Helen slaagde erin een bruikbare vaas te fabriceren.
Die zal haar binnen een aantal dagen via de post toegestuurd worden. Helen
heeft me trouwens een nieuw speelgoedje voorgesteld: een zeepbel van Pattex. In
Taiwan en andere Aziatische landen speelden kinderen vroeger niet met de
zeepbellenblazers die wij kennen, maar met lijm. Een druppel lijm op een rietje
en blazen maar! Het voordeel van dit soort zeepbel is dat die niet snel
stukgaat. Een nadeel is dan weer de lijmstank en de mogelijkheid tot
lijmverslaving
Diezelfde avond
in Guangzhou besloten we nog eens een stapje in de wereld te zetten met de
meisjes. We hadden het geluk (of ongeluk?) dat er die avond verschillende DJs
en zangers in Catwalk zouden optreden, waaronder een Chinese homo en een
Russische prostituee die absoluut niet kon zingen.
Op zondag besloot
ik dat het tijd was voor nog wat meer cultuur, en sprak ik met Piers af om het
Guangdong-museum te bezoeken. We mochten gratis binnen omdat er een tijdelijke
expo was over Deng Xiaoping, de man die de Chinese hervormingen of
opendeurpolitiek heeft ingeluid. Het is exact twintig jaar geleden dat hij in
Guangzhou en Shenzhen was voor een bezoek ter controle van zijn beleid.
Intussen is hij 15 jaar overleden, maar niemand is hem hier vergeten. Het is
speciaal hoe men er hier in slaagt Mao Zedong en Deng Xiaoping met elkaar te
verzoenen. Mijn Frans-Chinese klasgenoot is vanzelfsprekend fan van Deng
Xiaoping (zonder daarmee minder trots te zijn op zijn Chinese roots), terwijl
de Chinese meisjes uit mijn klas zowel respect voor Mao als Deng Xiaoping
kunnen opbrengen. Het museum poogde (zoals we van China gewend zijn) alles in
één te zijn: keramiekmuseum, houtsculpturenmuseum, geologie- en biologiemuseum
met als kers op de taart een dinosaurustentoonstelling. Het was alsof het
museum je probeerde te vertellen dat je na dit museum nooit meer een ander
museum zou hoeven te bezoeken.
Rijstpap zonder rijst... en smaak / Rice porridge without rice... and taste
DUTCH version
Het nieuwe
semester is begonnen! Mijn uurrooster staat nog niet volledig vast, maar ik kan
jullie al vertellen dat ik dit semester onder andere Cantonees, Marketing en
Consumer Behavior zal hebben. Vandaag is het lessenrooster alvast veranderd
omdat het (net als in het begin van vorig semester) niet zo geweldig goed in
elkaar zat. Zo hadden we gisteren geen twee, maar wel drie uren Consumer
Behavior, en zaten we vandaag plots in de klas bij Chinezen die Principes van
het Marxisme volgen. Snel maken dat we daar weg waren dus . We moesten even
rondbellen, maar uiteindelijk hebben we dan toch het juiste lokaal gevonden. De
meeste leerkrachten tot nu toe bevallen me wel. Zo is die van Consumer Behavior
vrij kritisch, ook tegenover onze universiteit (ze bekritiseerde de
menswetenschappelijke richtingen van onze school door ze te vergelijken met de
naburige Zhongshan Universiteit). Net zoals de docente van marketing betrekt ze
leerlingen ook erg bij de les en haalt ze praktische voorbeelden aan, zoals
bijvoorbeeld de opvallende haarsnit van een Chinese leerling bij ons in de klas
om anders te willen zijn dan alle anderen.
Het valt me op
dat, hoewel Chinese leerlingen niet gewend zijn te spreken voor de klas (de meeste
lessen vereisen niet veel interactie en zijn vrij theoretisch), ze dan toch ook
niet zo schuchter zijn wanneer ze aangesproken worden. Ze staan recht en kijken
recht voor zich uit terwijl ze de vraag van de professor beantwoorden, maar
spreken meestal vol zelfvertrouwen en durven zelfs te grappen. En hoewel er
tijdens de les meestal veel geroezemoes en weinig oplettendheid is (ook al
hangt dat van de leerkracht af), gaan er toch redelijk wat handen omhoog
wanneer de professor een vraag stelt toch wel anders dan die grote aulas in België
waar dan iedereen doet alsof hij of zij nog extreem druk bezig is met noteren . Ook dit semester worden de aanwezigheden regelmatig gecontroleerd, en nog een andere professor had zelfs in het rood op zijn powerpoint staan dat bij één afwezigheid zonder voorafgaande melding er 10% van je totaalpercentage zou afgetrokken worden. Serieuze dreigementen dus. Wat hebben Chinezen trouwens toch met PPTs? Het lijkt alsof een les of huiswerk zonder bijhorende PowerPointpresentatie waardeloos is. Ik ben net van mening dat sommige lessen net beter zonder PPT gegeven worden, zoals bijvoorbeeld Business Chinese.
Het weer is op
dit moment vrij wisselvallig, vooral vochtig en mistig. Ik ben geen fan van dit
soort weer, omdat het zoveel ongemakken met zich meebrengt. Zo is het moeilijk
om je kleren droog te krijgen en zijn alle vloeren nat, wat slipgevaar oplevert.
Niet enkel in de fietsenstalling (ik dacht vanochtend dat ze er misschien gepoetst
hadden, maar dat bleek dus niet het geval te zijn), maar ook in de klaslokalen
zelf zijn de vloeren nat. Gelukkig is er ditmaal geen schimmel van de partij,
maar wat niet is kan nog komen natuurlijk .
Verder is er hier
niet veel veranderd. Het doet me goed iedereen terug te zien, en ik ga weer
regelmatig eten met mijn maatjes hier, heb mij nagels laten doen, ga op bezoek
bij Vivi... Gisteren ben ik naar het Nanyue Mausoleum geweest: je kan er niet
enkel de schatten uit het graf van de tweede Nanyue-koning Zhao Mo bewonderen,
maar je kan zelfs echt in de grafkamers afdalen. Ik was aangenaam verrast door
wat er te zien was. Die man is begraven met ongelooflijk veel rijkdommen, alsook
met 15 mensen natuurlijk had hij wat gezelschap nodig. Op het moment dat ik de crypte bezocht, waren er werken bezig. Werklui deden geen enkele moeite om de serene sfeer in de tombe te bewaren: om de haverklap viel er gereedschap, de mannen brulden elkaar toe... Tot dusver de rustplaats van de Koning van Nanyue.
s Avonds ben ik dan met vrienden wumizhou 毋米粥gaan eten, een soort van
Cantonese hotpot. Zhou 粥 kom je in Guangzhou
overal tegen, het is een soort van dunne rijstpap zonder smaak. Wumizhou is
hetzelfde, maar dan zonder de rijst . De pap wordt gebruikt om vis, vlees en
groenten in klaar te maken. Op het einde kan je er dan wat rijst bij doen om
eventuele gaatjes in je maag te vullen, maar dat was bij ons niet nodig .
ENGLISH version
The new
semester has started! My schedule isnt completely fixed yet, but I do can
already tell you that among others Ill follow Cantonese, Marketing and
Consumer Behavior. Our schedule has changed again today because it (just as in
the beginning of last semester) wasnt structured well. For example: yesterday
we didnt have two, but three hours of Consumer Behavior, and today suddenly we
were finding ourselves in the class Principles of Marxism it didnt take us
very long to get out of that class again . After a few calls we eventually
found the the right classroom. So far, I like most of our teachers. The one
from Consumer Behavior is quite critical, also concerning our university (she criticized
the humanities in our school by comparing them with the nearby Zhongshan
University). Just like the teacher of Marketing she involves the students quite
a lot in class and uses practical examples, such as a Chinese student in our
class with an eye-catching haircut that he had chosen to be different from the
others.
What is
curious is that, although Chinese students arent used to speaking in class
(most courses dont require lots of interaction and are quite theoretical), still
they arent very timid when they are asked a question by the professor. They
stand up and look straight ahead of them while answering the question, but most
of the time talk very confident and even dare to crack a joke. Also, even
though mostly in class theres a buzz of voices and not a lot of interest
(although that depends of the teacher), still a lot of hands are raised
whenever the professor puts a question quite a big difference with those big
auditories in Belgium where in this case everyone acts as if he or she is still
extremely busy taking notes . Also
this semester attendances are noted down, and one of my professors had even
written on his PPT (in big red letters) that Who skips his class once without
preceding notice will lose 10% of his total score. Serious treatments for
sure. By the way, how come Chinese are so obsessed by PPTs? It seems as if a
class or assignment that doesnt come with a PowerPoint presentation is considered
worthless. My opinion is that certain lessons are taught better without PPT,
such as Business Chinese.
At this
moment the weather is quite unstable, humid and misty. Im not a fan of this
kind of weather, since it comes with a lot of inconveniences. For example, its
hard to dry your clothes. Moreover, the floors are completely wet, which causes
danger of skidding. Not only the bicycle garage (this morning I thought they
had cleaned over there, but that turned out to not be the case), but also in
the classrooms the floors are wet. Thank God this time theres no accompanying
fungus, but what isnt there yet can still come of course .
Apart from
these things nothing much has changed over here. It feels good to see my everyone
again, and Im often going out for food with my friends, I had my nails done, Im
visiting Vivi Yesterday I went to the Nanyue Mausoleum: over there you cant
only admire the treasures out of the grave of the second Nanyue-king Zhao Mo,
but you can even enter the crypt! I was pleasantly surprised by what I saw.
That guy wasnt only buried with an incredible amount of treasures, but also
together with 15 people of course he needed some company. At the moment I visited the crypt, there were restauration works going on. The workmen didn't do any effort to preserve the serene atmosphere in the tomb. Every two minutes there was equipment falling down, the workmen were constantly yelling to each other... Thusfar the final resting place of the King of Nanyue.
In the evening I
went to eat wumizhou 毋米粥 with friends.
Wumizhou is some kind of Cantonese hotpot. Zhou 粥 is something
you can find anywhere in Guangzhou. Its similar to our Belgian rice porridge,
but more thin and without taste. Wumizhou is the same thing, but without rice
. This
gruel is used to prepare fish, meat and vegetables. In the end you can still
add some rice to fill up possible holes in your stomach, but in our case that
wasnt necessary .
Ik ben Kerlijne, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Kelan.
Ik ben een vrouw en woon in Mol (België) en mijn beroep is sinologe.
Ik ben geboren op 27/07/1988 en ben nu dus 36 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: karakters pennen en karaoke zingen.
Ik hou van Chinezen, rijst, hotpot en stokjes.