Uit het epos The Song of Hiawatha' van Henry Wadsworth Longfellow
21 november 1979
In den beginne was er het Kasteel van Ham
Bijna tien jaar geleden is de pleegzorg in Vlaanderen als één gebundelde kracht uit de beslotenheid van haar binnenkamers getreden. Door de Federatie Gezinsplaatsing werd namelijk in het Kasteel van Ham te Steenokkerzeel het eerste beleidscolloquium ingericht onder het motto Gezinsplaatsing in België (zegge : Vlaanderen). Bij die gelegenheid werd het Welzijnszorgcahier "Dossier Gezinsplaatsing" gepubliceerd. Het is een reader van verschillende artikels die tijdens deze studiedag in verscheidene werkgroepen werden besproken. Thema's waren o.m. kind in nood, evolutie gezinsplaatsing, selectie en matching, rekrutering, statuut, groepswerk pleeggezinnen, samenwerking natuurlijk milieu, gehandicapten, financies, private plaatsingen, adolescenten.
Dit colloquium werd bijgewoond door welzijnszorgers, mensen uit het beleid en velen die zich bezig hielden met bijzondere jeugdzorg. Er waren eerder bij toeval slechts enkele pleegouders! Al gauw werd de noodzaak aangevoeld om de veldwerkers bij uitstek, m.n. de pleegouders zelf, bij volgende studiedagen te betrekken. De Federatie Gezinsplaatsing nam dit op als een uitdaging.
Toen kwam Oostmalle
Dank zij de aanmoediging van de Federatie, contacteerden de aangesloten plaatsingsdiensten hun pleegouders. Er kwam heel,wat reactie, maar hun voorkeur ging uit naar een ontmoetingsdag, liever dan een studiedag. Ook wilden zij pleegkinderen en -jongeren erbij betrekken. Langs deze weg konden slechts 1/4 van de pleeggezinnen worden bereikt omdat het overgrote deel van de plaatsingen - nog steeds trouwens - gerealiseerd werd zonder tussenkomst van een plaatsingsdienst. Een grote perscampagne moest gelanceerd worden om ook deze pleeggezinnen te bereiken. Omdat nogal wat pleegouders blijk gaven van hun enthousiasme en ijver, werd door de Federatie -weliswaar met haar gewaardeerde logistieke ondersteuning - het basisinitiatief hun toevertrouwd.
22 maart 1981
Zo kreeg de eerste nationale ontmoetingsdag voor de Vlaamse pleeg-, gast-, onthaal- en opvanggezinnen in het Provinciaal Vormingscentrum te Oostmalle concrete gestalte. Er was een grote opkomst: 280 volwassenen en ruim 300 jongeren en kinderen. In vele gespreksgroepen worden visies en ervaringen uitgewisseld rond o.m. opvang van de problemen van de geplaatste, relatie met oorspronkelijk milieu, financiële aspecten, begeleiding pleeggezinnen, privacy, rechtspositie. Ook de jongeren spraken over o.m. hun (on)mondigheid en over hun betrokkenheid. Het relaas van deze ontmoetingsdag werd ter schrift gesteld in het verslagboek Pleegouders ontmoeten elkaar. Het daverende succes betekende voor de initiatiefnemers dat ze er moesten mee doorgaan. Zò werd de VLAAMSE WERKGROEP PLEEGOUDERS geboren.
13 maart 1982
20 maart 1982
In het spanningsveld 'basis' - 'top'
De uitdaging voor de Werkgroep was vooral om te bepalen hoe het verder moest : "hoe wordt best een zelfstandige pleegouderwerking uitgebouwd ?". Het was voor allen een leerproces. De groep was immers jong en de standpunten waren uiteenlopend. Gelukkig maar, want is het niet zo dat vaak binnen een spanningsveld dingen kunnen groeien ?
Het heeft heel wat tijd en energie gekost om uit de eerste stofwolken en uit de eerste ideeën iets concreets te distilleren. Er waren twee meningen :.. de enen wilden een start van bovenuit geven. Het betekende het oprichten van een formele vereniging voor pleegouders.die uitzaait naar regionale activiteiten met een sterk stimulerende kerngroep. De anderen wensten vanuit een regionale basis initiatieven tot stand te laten komen met minimale 'centrale' bemoeienis. Om een en ander te overbruggen werden regionale ontmoetingsnamiddagen gelanceerd. De eerste gingen door te Kortrijk en te Antwerpen.
Via regionale ontmoetingsdagen ontsproten, dank zij de stimulans van de Vlaamse Werkgroep Pleegouders in het ganse Vlaamse land plaatselijke basisgroepen. Bestaande bleven doordraaien of kregen een heropflakkering. Ook verschillende plaatsingsdiensten hadden en eigen pleegouderwerking.
10 tot 12 september 1982 november 1979
Beekse Bergen : moederschoot van de V.V.P.
Elke plaatselijke pleeggezinnengroep onderscheidt zich door een eigen accent, een eigen ritme en een eigen manier van samenkomen, eventueel ook een eigen tijdschrift. Vooral in de Provincie Limburg is de werking van de pleeggezinnengroepen sterk uitgebouwd. Over Oostmalle heen, heeft de V.V.P. veel geleerd en te danken aan de Limburgse werking. Als een regionale eigen V.Z.W. omvat zij zes plaatselijke groepen.
Tijdens het eerste ontmoetingsweekeinde tussen Nederlandse en Vlaamse pleeggezinnen werd door de Vlamingen te Hilvarenbeek (Tilburg) beslist de Vlaamse Werkgroep Pleegouders uit te bouwen tot een eigen V.Z.W. zij kreeg de naam VLAAMSE VERENIGING PLEEGZORG.
Zij had contact met vele pleeggezinnengroepen verspreid over het ganse Vlaamse land. Zij verspreide informatie in verband met de pleegzorg via haar ondertussen verdwenen infocenter te Maldegem en via haar nog bestaande tijdschrift Echo.
In haar Manifest, dat we hier verkort weergeven, vertrekt de V.V.P. vanuit de vaststelling dat vele kinderen, jonge mensen én volwassenen niet gedijen kunnen in hun eigen milieu. Spijtig genoeg dienen velen onder hen opgenomen te worden in andermans gezin. Spijtig, want het zou beter zijn als pleegzorg er niet hoefde te zijn ! De vereniging gelooft ten stelligste dat alle betrokken beroepskrachten samen met de pleeggezinnen de handen in elkaar MOETEN slaan om van hun geplaatste te maken wat ervan te maken is. Dit open gesprek is nodig:
v binnen het pleegouderechtpaar opdat ze samen echt zouden kunnen luisteren naar hun geplaatste om zich echt voor hem te kunnen inzetten
v tussen pleegouders en maatschappelijk werkenden én pleegouders onderling opdat ze eerlijk over hun angst en hun falen zouden kunnen praten
v onder alle beroepskrachten,'instanties, diensten en overheid opdat in elke beslissing inderdaad het belang van de geplaatste zou voorop staan.
De V.V.P. gelooft dat in deze samenwerking pleeggezinnen een eigen en onvervangbare inbreng hebben in alle aspecten van het plaatsingsgebeuren
Ook zouden we heel graag zien dat ouders en gezinnen wiens familielid geplaatst zijn in andermans gezin te samen hun inbreng zouden hebben
in de pleegzorg. Ook zij hebben een onvervangbare inbreng Maar omwille van de vaak moeilijke positie tussen pleegouders en oorspronkelijk milieu, ziet de Vereniging vooralsnog niet goed in hoe zij dit dient waar te maken.
Nationale ontmoetingsdagen volgen elkaar op
18 september 1983
Op de tweede nationale ontmoetingsdag (de eerste algemene vergadering van de Vereniging) te Berchem, werden de deelnemers gevraagd om tussen tien mogelijke troeven te kiezen. Tien activiteiten die elk op zich zinvol waren voor de werking van de V.V.P., maar waaruit een keuze diende gemaakt te worden. Het was het verhaal van het veel hooi op die éne vork. Kwamen uit de stembus : een degelijk statuut, betere voorlichting van de publieke opinie en meer aandacht voor de regionale werking. Daaraan werd binnen het bestuur van de V.V.P. toegevoegd. de bereidheid te werken aan een degelijk Vademecum.
Inmiddels ging Echo zijn tweede jaargang in en werd met man en macht gewerkt aan de ons toevertrouwde troeven. De eerste gesprekken rond het statuut werden opnieuw opgerakeld. Er kwamen in een snel tempo. een informatiecentrum te Maldegem, een idee voor een boek over de pleegzorg, pogingen om nieuwe groepen op te starten, een voorontwerp van vademecum en tenslotte de doorbraak van de eerste 'Week van de Pleegzorg', met o.m. de publicatie van "Pleegsprokkels', een verhalenbundel over een fictief (en toch eigenlijk écht) pleeggezin.
11 november 1984
Een drukbezochte derde ontmoetingsdag te Maldegem vormde de kroon op het werk.
10 november 1985
Al werd het volgende jaar een rustigere periode ingeluid, toch bleven de initiatieven niet uit. Het Vademecum kwam eindelijk ter perse, de eerste contacten met de Vlaamse Hoge Raad voor het Gezin werden gelegd met het oog op de voorbereiding van een advies rond het juridisch statuut voor de pleegzorg.
Op de vierde nationale ontmoeting dag waren wij te gast bij het feestvierende Limburg (10 jaar pleeggezinnengroepen) te Zolder. Omdat in Limburg veel ervaring met plaatselijke groepen bestaat, wilde n wij het volgende werkjaar besteden aan enerzijds het statuut en anderzijds de uitbouw van de werking in de verschillende regio's. De tekst voor het statuut werd binnen de Hoge Raad voor het Gezin afgewerkt en als advies aan Minister Steyaert overhandigd. Er is nog veel werk aan de winkel en er zal wellicht nog veel inkt vloeien, vooraleer de adviezen in beleidsopties omgezet kunnen worden.
9 november 1986
En zo belandde de V.V.P., vijf jaar na Oostmalle, te Bornem met enkele antwoorden : publicaties, een vademecum. een voorstel tot statuut, een derde week voor de pleegzorg en een lustrumontmoetingsdag.
4 oktober 1987
Ten slotte had onder het thema 'jongeren in het pleeggezin' de meest recente ontmoetingsdag plaats te Gent.
Op de valreep tussen 'nu' en 'morgen'
Tijdens de lange aanloopperiode van de V.V.P., gedurende haar gehele opstart, bij het prille begin én tijdens de volgende jaren bleef en blijft één grote vraag centraal staan :Wat kan de V.V.P. doen voor een zo breed mogelijke basis ? m.a.w., wat kunnen pleegouders met en voor pleegouders doen ?
De Vereniging heeft als basisbeweging altijd in verschillende discussievelden gezeten. Zij zal daarin altijd blijven zitten. Het zal er steeds op aan komen trouw te blijven aan de oorspronkelijke bezieling zoals zij ze geformuleerd heeft in haar Manifest. De opdracht hierbij. is haar steeds opnieuw te formuleren in actuele bewoordingen aangepast aan de veranderende omstandigheden en nieuw verworden inzichten. Het is tevens haar opdracht ze in daden om te zetten.
Zonder volledigheid na te streven, wil ik toch proberen het spanningsveld te noemen die rechtstreeks met de organisatie en de werking van de V.V.P. te maken heeft., Alhoewel ze moeilijk van elkaar te scheiden zijn, meen ik toch volgende aspecten te mogen onderscheiden.
1° plaatselijk versus nationaal
Reeds van bij de eerste nationale ontmoetingsdag was de drang voelbaar om op nationaal (Vlaams) vlak te blijven bestaan én om blijvend in voeling te zijn met een zo breed mogelijke basis. Moet het accent gelegd worden op de sterke uitbouw van de 'top' of op de haast onvoorwaardelijke ondersteuning van de 'basis'? Het ei van Colombus is wellicht niet te vinden in de verscheurende idee 'of-of' maar vermoedelijk wel.in de bindende gedachte 'en-en'.
2° met versus zonder plaatsingsdiensten
De V.V.P. is geboren uit de moederschoot van de Federatie. Zij heeft altijd nauwe en vriendschappelijke samenwerkingsverbanden met haar gehad. Zij wenst die ook te behouden. Alhoewel de Vereniging niet blind is voor menselijke fouten en tekortkomingen binnen de plaatsingsdiensten. heeft de V.V.P. altijd gepleit voor een verplichte inschakeling van een plaatsingsdienst in de pleegzorg om alzo een hogere plaatsingskwaliteit te waarborgen. Desalniettemin wordt slechts één vierde van de plaatsingen gerealiseerd via een plaatsingsdienst. Hoe kan de V.V.P. die andere 3/4 bereiken en hoe moet zij zich ertoe verhouden Hoe moet zij zich verhouden tot de Federatie ?
3° individu-versus-groep
Van de vermoedelijk vierduizend pleeggezinnen die er in Vlaanderen zijn, bekennen er zich slechts - euforisch uitgedrukt - enkele honderden slechts tot een plaatselijke pleeggezinnengroepswerking. Wat is hiervan de betekenis? Mogelijke veronderstellingen zijn : onbekend maakt onbemind geen behoefte aan zo'n groep of gewoon geen behoefte aan eender welke groep. Hoe kan de V.V.P. inspelen op al deze behoeften ? Hoe moet de representativiteit van de Vereniging opgevat worden ?
4° formele versus feitelijke vereniging
We zijn lange tijd een feitelijke vereniging geweest. Nu zijn we een V.Z.W. Wanneer nu echter blijkt -en dat gevaar is er wel- dat de geest moet ruilen voor juridisch en administratief geleuter. lijkt het m.i. beter de V.Z.W. te ontbinden en er terug een feitelijke vereniging van te maken. We hebben met heel veel enthousiasme een huis van glas en beton gebouwd om de inspiratie te beveiligen. Wanneer deze hierin dreigt te verstikken, moeten we met hetzelfde enthousiasme dit glas en deze beton maar terug afbreken We hebben zo'n periode gekend
5° ledenvereniging versus serviceverlening
Het klinkt wellicht pretentieus, maar de V.V.P. heeft op het terrein van de pleegzorg in Vlaanderen enige positie verworven. Op diverse echelons neemt zij -gehoord of ongehoord-. standpunten in. Velen weten van ons bestaan af. Desalniettemin hebben we weinig effectieve leden. Wat betekent dit ? Welke is onze vertegenwoordigingskracht? Moeten we een ledenvereniging zijn waarbij we de belangen van onze leden verdedigen? Of moeten we een serviceverlenende instantie zijn voor alle pleeggezinnen?
6° gemeenschappelijkheid versus verscheidenheid
De pleegzorg in Vlaanderen is alles behalve een homogeen gegeven. Langs de ene kant is het woord 'pleeggezin' een verzamelwoord voor verschillende typen gezinsplaatsingen : pleeggezin, gastgezin, onthaalgezin, opvanggezin en zelfs oriëntatiegezin. In het raakdomein hiervan vermelden we verder begeleid kamer wonen en gezinsvervangende tehuizen geleid door opvoederechtparen (zegge beroepspleeggezinnen). Langs de andere kant is er een heel andere indeling naargelang het subsidiëringmechanisme waarmee het pleeggezin te maken heeft : jeugdbescherming, gehandicaptenzorg, private plaatsing, O.C.M.W.-plaatsing.
Abstractie gemaakt van deze bekende heterogeniteit, is er ook inhoudelijk een grote verscheidenheid te onderkennen die m.i. veel indringender is en de kern van het pleegouderschap raakt
v plaatsingen waarbij de terugkeer naar het oorspronkelijk milieu niet wordt bevraagd en waarbij de geplaatsten dus na korte of middellange periode reëel terugkeren;
v plaatsingen waarbij de terugkeerkansen wel regel zijn maar gekoppeld worden aan bepaalde voorwaarden zodat de samenwerking dient georganiseerd te worden i.f.v. deze terugkeer;
v plaatsingen waarbij de terugkeerkansen eerder virtueel worden/zijn zodat de samenwerking gericht dient te worden i.f.v. de plaatsing zelf.
Dit alles maakt dat het niet gemakkelijk is een juist evenwicht te vinden tussen de gemeenschappelijkheid in 't algemeen én de particulariteit in 't bijzonder. Dit werkt consensusvorming in meningsverschillen inzake diverse pleegzorgmateries zowel binnen de V.V.P. als t.a.v. de periferie moeilijk in de hand. Er zal voortdurend moeten gewaakt worden over voldoende genuanceerde bewoordingen. Om raccourcis te voorkomen is het belangrijk dat de V.V.P. zowel op het vlak van de leden als op het vlak van het bestuur voldoende heterogene pleegouders heeft. Daar zijn we nog lang niet aan toe!
Indien op een voldoende onbevangen wijze het gesprek op alle geledingen mogelijk blijft, zal de V.V.P. een beweging blijven én in beweging blijven met kenmerken van ontmoeting, vriendenkring, zelfhulp en belangenverdediging.
Via activiteiten (vb.: ontmoetingsdag, weekends, ...), de media, vormingsavonden, verspreiden van ervaringen van pleegouders, vb.: Echo - ons driemaandelijks tijdschrift, willen we de pleegzorg als hulpverlenervorm ruime maatschappelijke bekendheid geven.
VRIENDENKRING
Als pleeggezinnen hebben we elkaar nodig.
Wij willen pleegouders samenbrengen. Mogelijk kunnen op die manier groepjes van pleeggezinnen ontstaan, waar zowel de volwassenen als de kinderen zich thuisvoelen.
Door deze 'dichtbijhuis' contacten kunnen pleegouders elkaar ook praktisch steunen. Een vriendenkring is dan nooit ver weg.
OMBUDSDIENST
Zelfhulp
Hoe meer gezinnen we vertegenwoordigen, hoe groter de kans dat we mensen met een zelfde ervaring met elkaar in contact kunnen brengen.
Bemiddeling
In conflictsituaties willen we voornamelijk een luisterend oor zijn voor de verschillende partijen om zo een gesprek (terug) op gang te krijgen. Als de juiste mensen rond de tafel zitten is de kans om uit een conflict te geraken het grootst.
Doorverwijzing
Soms is het voor pleegouders moeilijk om "door het bos de bomen nog te zien", m.a.w. met welke vraag kunnen ze bij wie terecht. Door ons zoveel mogelijk te documenteren trachten we elkaar te helpen.
Bovendien beschikken wij over een gemotiveerde advocaat die ons met raad en daad bijstaat.
Word dus een actief lid van onze vereniging en engageer u!
Slechts als wij massaal onze krachten bundelen zal Pleegzorg niet alleen meer bekendheid krijgen, maar ook een begrip zijn, wat in deze tijd meer en meer nodig blijkt.
Resolutie bewerkt en besproken op onze algemene vergadering van 30 september 2000 in het kader van onze familiale ontmoetingsdag rond het thema
het (pleeg) kind centraal
Vanuit de Raad van Bestuur hadden we een tekst voorbereid om te bespreken op de Algemene Vergadering.
Samen met de aanwezige (nieuwe) leden werd deze tekst besproken en aangepast.
Als leden van de VVP eisen wij :
Ø dat het pleegkind ten allen tijde centraal staat en dat alle beslissingen steeds moeten genomen worden in functie van het pleegkind;
Ø dat het pleegkind ten allen tijde gehoord wordt;
Ø dat in het belang van het pleegkind er duidelijkheid moet zijn naar alle partijen toe;
Ø dat álle plaatsingen gebeuren via erkende plaatsingsdiensten, én dat deze diensten streven naar een maximale onderlinge samenwerking om tot een optimale matching te komen. Het kind moet centraal staan en de matching staat boven het belang van de ouders en boven het belang van de plaatsingsdienst;
Ø dat bij de matching ook terdege rekening wordt gehouden met het profiel van de pleegouders en de te plaatsen kinderen (bv. Religie ...);
Ø dat de pleegouders erkend worden als een volwaardige partij in de gesprekken over te nemen beslissingen in functie van het pleegkind;
Ø dat pleegouders en -zo oud genoeg ook- het pleegkind inzagerecht hebben in elke evaluatieverslaggeving door en het werkingsplan van de betreffende dienst. Dit verslag zou spontaan moeten getoond worden en voor akkoord moeten getekend worden door pleegouders en pleegkind;
Ø dat de verhuis van de (natuurlijke) ouders naar een ander gerechtelijk arrondissement mag geen invloed hebben op de domiciliëring van het dossier van het pleegkind.
Als leden van de VVP wensen wij :
Ø dat uiterlijk na het eerste jaar van de plaatsing, een duidelijke beslissing wordt genomen in verband met de toekomst van het kind. Dan moet het duidelijk zijn of het voor het pleegkind aangewezen is om in het pleeggezin te blijven. Het pleeggezin zorgt in voorkomend geval voor de OPVOEDING van het kind tot zijn zelfstandigheid. Let wel: de ouders blijven ouders; het is niet de bedoeling van het pleeggezin om de ouderrol van het natuurlijk milieu over te nemen (deculpabilisering van de ouders) cfr. T. Weterings;
Ø dat de plaatsingsdiensten een hospitalisatieverzekering afsluiten voor de pleegkinderen. Dit zou een compensatie kunnen zijn voor het wegvallen van de recuperatie van de extra kosten;
Ø als vzw erkenning te krijgen van de verschillende plaatsingsdiensten en de federatie via tijdschriften en STAP-programmas.
Ø dat STAP regionaal of lokaal georganiseerd wordt, door de federatie en dus niet (meer) per dienst: dit zou een duidelijke stap kunnen zijn naar het samen leggen van de informatie over (kandidaat)pleegouders en een zo goed mogelijke matching als gevolg hebben.
Geef de V.V.P. financiële zekerheid en draagkracht door deel te nemen aan de KANGOEROEFORMULE.
Geef je bank de opdracht om maandelijks minimum 2,5 euro (van de dagvergoeding bv.) te storten ten voordele van de V.V.P. op rekening 833-4921417-89.
Een gift van 30 euro of meer geeft je de mogelijkheid om een deel van uw storting fiscaal te recupereren. Stort uw gift aan de VLAAMSE VERENIGING PLEEGZORG-Kangoeroe te Kalmthout op rekening 833-4921417-89.
Na het verstrijken van het burgerlijk jaar ontvangt U dan een fiscaal attest.
De V.V.P. is een vrijwilligersorganisatie ontstaan uit de nood van pleegouders aan onderling contact en wederzijdse steun.
De V.V.P. is een v.z.w. met een Raad van Bestuur en een Dagelijks Bestuur die uitsluitend bestaat bij de gratie van de pleegouders.
De V.V.P. creëert een basiswerking door ondersteuning en hulp bij het oprichten van regionale pleegoudergroepen.
De V.V.P. geeft een blad uit om het contact onder de leden te bevorderen.Het draagt de toepasselijke naam ECHO dat als klankbord wil fungeren voor dát wat bij de Vlaamse pleeggezinnen reilt en zeilt.
De V.V.P. organiseert jaarlijks een Vlaamse Ontmoetingsdag of weekends waar één of meerdere thema's i.v.m. pleegzorg aan bod komen.
De V.V.P. vertoont kenmerken van een vriendenkring en van een zelfhulpgroep.Zij doet aan belangenverdediging en publieke opinievorming én zij ijvert voor een statuut voor de pleegzorg.
De Vlaamse Vereniging voor Pleegzorg is een niet - gesubsidieerde vrijwilligersorganisatie die alleen kan blijven werken met behulp van de giften van pleegouders en van santen.
Om onze inspraak naar hogerhand te vergroten, is het belangrijk dat we kunnen spreken namens (liefst) álle Vlaamse pleegouders.
Leden ontvangen viermaal per jaar het tijdschrift ECHO van de V.V.P. en het tijdschrift ONDER DAK uitgegeven door de Federatie Gezinsplaatsing.
Word dus lid van de V.V.P.. Stort 17 euro op rekening 979-9550779-67 op naam van de VLAAMSE VERENIGING PLEEGZORG te 2920 Kalmthout.
Het embleem van de V.V.P. is de kangoeroe met in zijn buidel een vogelbekdier, dat het pleegkind, de jongere of volwassene symboliseert als het "vreemde eendje" in het pleeg- of gastgezin, waar het de onontbeerlijke nestwarmte kan krijgen.
In Vlaanderen wonen ruim vijfduizend kinderen en jongeren noodgedwongen in een ander gezin dan dat waarin ze normaal zouden moeten kunnen leven.
Daarnaast trekken ook enkele honderden volwassenen - die het leven niet alleen aan kunnen - als gast in bij anderen.
Elke vorm van tijdelijke opname van een kind, een jongere of een volwassene in een gezin, bij een alleenstaande of in een leefgemeenschap, noemen wij pleegzorg.