De man die als eerst blind was geworden en ik, zijn verkozen tot vertegenwoordigers. Ze vonden dat ik als oogarts wijs genoeg ben om onze groep te leiden. Mijn vrouw heeft één van haar toilettassen aan mij gegeven om daar de waardevolle spullen in te verzamelen die wij dan zouden gaan afgeven aan de bende dieven. Ik passeerde elk bed aan de rechterkant en verzamelde alles in de tas en de andere vertegenwoordiger deed de linkerkant. Natuurlijk waren er mensen die boos waren en die vonden dat wij ons niet zomaar zouden moeten neerleggen bij het feit dat we worden bestolen. Het meisje met haar zonnebril "betaalde" ook voor het kleine schele jongetje. Toen ik langzaam naar de deur schoof met de tas vroeg ik nog eens voor de zekerheid of we alles hadden waarop de mensen van onze zaal in koor een gelaten ja lieten klinken. Een paar zeiden niets, maar we zullen er wel snel achter komen wie gelogen heeft. Dus ik liep uit de deur, gevolgd door de eerste blinde. De gangen waren leeg, wat meestal niet zo is. Toen we in de linkervleugel bij de derde zaal waren schuifelde ik naar voor. Toen we aankwamen riep ik dat we van de eerste zaal rechts kwamen. Ik wou nog een stap naar voor doen maar mijn been botste tegen een obstakel, het was een bed die ze dwars voor de deur hadden geschoven als toonbank. Ze waren echt georganiseerd, dit was zeker geen toeval. Ik hoorde stemmen waardoor ik me begon af te vragen met hoeveel ze zouden zijn. Mijn echtgenote had het gehad over een stuk of tien. De man met de pistool was de baas en zei "Nou laten we dan maar eens kijken wat voor rijkdommen de eerste zaal rechts ons brengt." Ik herkende hem aan de hand van zijn spottende stem. Daarna zei hij iets zachter tegen de persoon die naast hem moest staan dat hij moest beginnen opschrijven wat we hen allemaal hebben gegeven. Ik was verbluft. Hoe kan dat, hoe kan hij schrijven als hij blind is? Dus ze hebben iemand die kan schrijven, iemand die niet blind was. Een alarmbelletje ging af in mijn hoofd, we moeten nu echt zeker oppassen. Na een tijdje kregen we dozen op het bed gelegd en toen ik ze telde waren het er maar drie. Dit kunnen ze toch niet menen. Dus vertelde ik hun dat drie te weinig is en dat we er vier kregen toen het alleen voor ons was. Maar het duurde nog geen seconden en ik voelde al de koude loop van het pistool in mijn hals. "Elke keer dat je reclameert laat ik een doos weghalen en nu oprotten. Neem deze drie mee en dank God dat je nog kunt eten" zei hij. Dus fluisterde ik maar dat het goed was en pakte twee dozen weg. De eerste blinde pakte de derde doos en zo strompelde we weer naar onze zaal. Zeer van mijn stuk gebracht en ook zeer teleurgesteld in mijzelf. Misschien verdienden ik deze taak als vertegenwoordiger toch niet.
|