Ons vliegtuig vertrok in de kleine luchthaven van George. En
ook het vliegtuig was een klein exemplaar: één stoel aan de ene kant van het
gangpad en een dubbele rij aan de andere kant. Maar er was geen gerammel,
drukverlies of andere ongemakken, zoals je misschien op een Afrikaanse vlucht
zou verwachten. De enige stewardess bracht zelfs eten en drinken, terwijl we
maar een dik uur moesten vliegen. Hier kan Ryanair dus nog wat van opsteken.
We landden op King Shaka Airport in Durban waar het licht
bewolkt was. Nadat we veel handtekeningen gezet hadden, ongeveer iedereen zijn
telefoonnummer was doorgegeven, onze passen en rijbewijzen gekopieerd waren,
konden we vertrekken met onze huurauto: weer een hyundai-bus, maar dan een iets
ouder model.
De voorsteden van Durban zijn vuil: veel afval en
krottenwijken langs de rand van de weg. Hoe meer we richting stadscentrum
reden, hoe groter en mooier de huizen en hoe dikker de muren eromheen. In zon
buurt lag het hotel dat we geboekt hadden. Alleen was de elektriciteit daar
uitgevallen en werd ons een kamer in het hotel drie huizen verderop aangeboden.
Dat hotel was rustieker, met een tuintje, met bloemetjes en vijvertjes. Provençaalse
stijl noemen ze dat hier. We waren niet ontevreden met de omboeking. We werden
onthaald met een kop koffie en een vriendelijke babbel, terwijl onze kamers in
sneltempo in orde werden gebracht.
De Franstalige hotelbaas vertelde ons dat Durban niet veilig
is s avond en het wordt hier nu eenmaal snel donker omdat het winter is.
Bovendien is het vrijdag en dan worden de Zoeloes betaald en duiken ze meteen
het café in. Op zon moment kan je als toerist het stadcentrum beter mijden.
We hebben dan maar op veilig gespeeld en hebben een
wandeling gemaakt op de bekende promenade langs de kust naar de vuurtoren.
Onderweg keken we naar de vissers en naar de zwemmers die de woeste en zonder
twijfel ijskoude zee trotseerden. Toen het dan donker werd zijn we een hapje
gaan eten in de toeristische hoofdstraat. De visliefhebbers kozen voor dorade
en de vleeseters aten lamsbout. Het eten was lekker en verfijnd, allen met de
aardappelen zijn ze in Zuid-Afrika niet bepaald gul.
Onze dag zit er weer op en we kijken al uit naar de
volgende. Tot morgen!







|