Ik geef toe, ik ben een verslaafde. Een voetbalverslaafde en die verslaving uit zich in verschillende vormen. Ik ben voorziter en speler/trainer van een caféploeg, ik ben jeugdtrainer, voetbaljournalist en bovenal voetballiefhebber. Een zestal matchen live bekijken op een weekend is me niet vreemd. En uiteraard volgen daar nog samenvattingen en live-uitzendingen op TV bij (maar maak u niet ongerust, ik heb ook nog andere bezigheden en een saaie match is de ideale achtergrond bij het lezen van een goed boek).
Maar soms vraag ik me soms ook af: is er niet te veel voetbal op TV? Zo kon ik gisteren op een en hetzelfde moment liefst acht matchen live volgen: de vijf matchen uit de Belgische competitie, de bekermatch van Bayern München en de League Cup matchen tussen West Ham en Chelsea en de Manchester derby. Wat doe je dan? Je zapt van hier naar daar en je mist alles, want het zou moeten lukken dat je net op het moment kijkt dat er gescoord wordt. Fear of missing out, om het met een modeterm te zeggen, maar je mist hierdoor wel alles. En dat is een beetje het probleem van het hedendaagse voetbal. Niet dat er te veel matchen op hetzelfde moment live worden uitgezonden (hoewel dat ook wel eens een probleem zou kunnen worden, want wie kijkt er in godsnaam allemaal naar?). Maar wel dat er gewoon te veel voetbalmatchen zijn die a) gespeeld worden en b) uitgezonden worden. In de goede oude tijd werd er amper gesproken over de League Cup in Engeland, wegens onbelangrijk. Eigenlijk is die match nu nog even onbelangrijk, beide Manchester ploegen speelden met een veredeld reserve-elftal. Waarom wordt dat dan toch uitgezonden? Omdat er van uit gegaan wordt dat voetbal altijd scoort, zelfs matchen tussen reserveteams. Klopt dat? Niet echt, want na tien minuten staren naar het grote niets in Manchester, ben ik definitief weggezapt. Ergens moet het uiteraard nog over gaan. En u zal zeggen, het stadion zat vol? Wel, ook daar is een reden voor. Vele abonnementen in Engeland verplichten de kopers ook om een x-aantal tickets te bestellen van dat soort matchen, anders krijgen ze het jaar erop geen abonnement meer. Vroeger was het een belevenis als een voetbalmatch live werd uitgezonden, die tijd is nu wel lang voorbij. Maar het mag ook niet te veel overslaan naar de andere kant. Voetbal moet nog een beetje een vleugje romantiek behouden. Zes keer Real Madrid -Barcelona of zeven keer Chelsea Manchester City op een seizoen, boeiend blijft het niet. Ook niet voor de spelers.
Een oplossing ligt niet voor handen, want er zijn veel zenders die aan abonnees moeten geraken en die denken dat elke match wel volk lokt. En ook de spelers blijven ondanks alles match na match afhaspelen, wat meestal na maart resulteert in zich voortslepende spelers die met pillen en spuiten op de bene gehouden worden om het TV-geld ter wille nog eens te schitteren. De vergelijking met het zo veel zwaarder geachte wielrennen gaat niet op. Geen enkele wielrenner wordt geacht om elke wedstrijd uit te blinken, laat staan te winnen. Wel, dat is wat verwacht wordt van de Ronaldo's en Messi's van deze wereld. Als ze drie matchen achtereen niet scoren, wordt er aan een probleem gedacht. Als Sagan drie koersen achtereen niet wint, zal niemand iets zeggen. Hopelijk is er iemand die een rem zet aan de overvloed aan overbodige matchen (stilaan is de groepsfase van de Champions League ook zoiets aan het worden, een verplicht nummertje voor de beste 14, de andere mogen zich bekommeren om de twee overige plaatsen). Maar ja, de winner takes it alle waarschijnlijk en de winner is tot hiertoe nog altijd de commercie die rond het voetbalcircus hangt.