Voor de afwisseling vandaag nog
eens een opvallend epitaaf of grafschrift. Vorige nazomer, struinend over het
imposante Faubourg dAmiens military
Cemetery in Arras viel mijn oog op het poëtische They shall dwell safely in the wilderness and sleep in the woods. Bij
nader inzien bleek het om een teksfragment uit het Oude Testament en meer
bepaal uit Ezekiël 34:25 te gaan. Deze telkst werd op verzoek van de familie
aangebracht op de zerk van de 26-jarige Second
Lieutenant James Douglas Aiken, die in de Y cie. van de 14eTrench Mortar Battery van de BritseRoyal Field Artillery diende toen het
noodlot hem trof op 9 november 1916. J.D. Aiken was in het Zuid-Afrikaanse Kaapstad
geboren, maar woonde op het ogenblik dat hij in dienst ging in Ontario, Canada.
Hij was een graduaat van e universiteit van Toronto waar hij Bosbouw had
gestudeerd. Hij ligt nu begraven in grafI H 51.
Vandaag in Zondag Frontpoëziedag het gedicht Dageraad van Daan Boens voor wiens veel te lang vergeten - werk ik al geregeld even uw aandacht heb
gevraagd. Boens blijft in mijn ogen een van de beste, zo niet dé beste Vlaamse
frontdichter van de Grote Oorlog. Oordeel zelf maar:
De stilte is breed bij 't einden van
den nacht,
en de eindlooze Yzer-vlakte, - waar
het leven
der waatren, is tot hoogsten rust
gebracht, -
droomt, wijl geen kogel doet de
schemer beven.
De têere glans, die verre handen weven
om 't nachtlijk bed, waar Dageraad bij
wacht,
wordt langzaam wijder, of de schoone
Nacht
heur blonde naaktheid wil te kussen
geven.
De schemer schijnt een breede en
blauwe
Lagune, waar een gondel stille op
glijdt
met paren, die zich in het oog
aanschouwen.
En de Yzer droomt van vroegre
teederheid,
heel zacht, tot doet het licht zijn
gloed ontvouwen,