Inhoud blog
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - FRAGMENT UIT REGENERATION
  • BESTE WENSEN
  • KIJKTIP - CHRISTMAS 1915
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - LILLI MARLEEN
  • OVER DE SCHREVE - DEUTSCHE KRIEGSGRÄBERSTÄTTE ANNOEUILLIN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    IN VLAANDERENS VELDEN
    Een gids naar het verleden
    29-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MARTIN MCGUINNESS OVER LEDWIDGE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In vele gesprekken die ik de laatst decennia in Ierland met vrienden en kennissen had over de Grote Oorlog viel het me telkens op hoe weinig genuanceerd mijn gesprekspartners zich uitten over de Ieren die op aansporing van John Remond dienst hadden genomen in het Britse leger. Dat veel van mijn gesprekspartners tot de Ierse republikeinse traditie mochten worden gerekend was daar wellicht niet vreemd aan. Eén van de redenen waarom ik mijn boek 'Verdrongen Verleden' over de 16e Ierse Divisie schreef was precies dat ik vond dat dit verhaal wel wat meer nuancering en vooral meer ruchtbaarheid verdiende. Een Ierse republikein die de laatste jaren enorm heeft bijgedragen tot een meer open visie op Ierlands complexe geschiedenis was zonder twijfel de ons veel te vroeg ontvallen Martin McGuinness, gewezen IRA-commandant en Sinn Féin Deputy Firts Minister in de Noord-Ierse regering. Op 27 juli 2016 hield hij bij het onthullen van een buste van Ledwidge in de historische Richmond Barracks in Dublin een opmerkelijke toespraak over dit verleden, Francis Ledwidge en zijn bezoek een paar weken eerder aan Mesen en Wijschate.

    https://youtu.be/3T2IpyD9Sbk 

    29-07-2017 om 12:06 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (114 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ERNST JÜNGER AAN HET FLANDERNFRONT - DEEL 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op de ochtend van 28 juli hield de troep van Ernst zich vooral zo goed als maar enigszins mogelijk was verborgen voor de Engelse piloten die - nadat de mist was opgetrokken - onophoudelijk op lage hoogte over het slagveld scheerden op zoek naar Duitse troepenconcentraties. Ernst was gedegouteerd over de slechte moraal van de troepen die ze moesten aflossen. In de loop van de voormiddag had hij na een zoveelste portie trommelvuur een uiteengeslagen machinegeweersectie uit zijn dekking gejaagd nadat hij ze eerst bedreigd had met arrestatie en de krijgsraad. Iets na 14.00 u. kon hij eindelijk in actie komen nadat een melder van het R.I.R. nr. 226 hem het bericht had gebracht dat de Britten het Dobschützwald hadden bereikt. Jünger moest uitrukken, maar aarzelde – zoals hij in zijn dagboek schreef – om dit ook effectief te doen. Hij wou pas in actie komen nadat hij de Britten ook daadwerkelijk in zijn vizier had gekregen. Hij had hiervoor drie goede redenen: de verdomde Britse piloten cirkelden nog steeds als ‘aasgieren’ boven hun stelling. Ten tweede kon hij pas bij het opduiken van de Britten zien in welke richting hij moest aanvallen en ten derde omdat hij intussen had kennisgemaakt met de nervositeit van de mannen van het R.I.R. nr. 225, die ‘in volle dag spoken schenen te zien…’ Hij had zeker geen zin slachtoffer te worden van ‘vriendelijk vuur’…

    Tegen de avond kwam dan eindelijk het bevel tot de tegenaanval. Rittmeister von Böckelmann, de commandant van het 1e bataljon had van zijn verkenners vernomen dat de Britten, links van hen, al meer dan een halve kilometer diep op de rechteroever waren doorgedrongen en op een kleine 150 m. voor de Tauentzien Stellung in granaattrechters lagen.

    De 1e, 3e en 4e compagnie moesten samen met een compagnie van het Ie Bn. RIR nr. 226 in het offensief. Op de linkerflank zouden ze worden ondersteund door het Bereitschaftsbataillon van IR nr. 102, terwijl rechts van hen het Bereitschaftsbataillon van IR nr. 76 diende op te rukken. Jünger moest met zijn mannen op aflossing wachten. Eens die hen had bereikt moesten ook zij over het kapotgeschoten terrein uitwaaieren en de Guards over het kanaal jagen. Om 22.30 u. stipt legde de Duitse artillerie een barrage van trommelvuur op de vermoedelijke Britse posities. Twintig minuten later vielen de Hannoverse fuseliers aan, maar dit werd geen onverdeeld succes. Vizefeldwebel Wellhausen diende in de 3e compagnie - de compagnie van Fritz - en beschreef wat er gebeurde: ‘In de morgen van de 28e lag onze compagnie verspreid over een aantal granaattrechters aan de westelijke rand van Artillerie Wald. Mijn peloton vormde de rechterflank van het bataljon maar er was geen contact met de eenheid rechts van ons. Onze compagniecommandant, luitenant Sandvoss bevond zich in een betonnen bunker die we de Armleuchter noemden. Het was een prachtige dag. De leeuwerikken zongen en juichten in de lucht terwijl granaten in het Artilleriewald vielen. De aarde schudde en beefde. Het was als de hel op aarde.  We konden niets zien van wat zich aan het front afspeelde. Van tijd tot tijd passeerden brancardiers met hun zware last. Britse piloten cirkelden eindeloos boven onze hoofden, onafgebroken met hun machinegeweren op ons vurend. Omstreeks 15.00 u. moesten mijn pelotonscommandant, luitenant Ehlert, Vizefeldwebel Schnell en ikzelf op rapport bij de compagniecommandant. Wij ontvingen er het bevel om ons tegen 21.30 u. naar de frontlijn te begeven om er samen met de restanten van R.I.R. 226 de Britten over het kanaal te jagen. Handgranaten werden afgehaald. Iedere man ontving twee stuks…

    Omstreeks 21.30 u. trokken we in één langgerekte rij voorwaarts. Luitenant Sandvoss leidde ons samen met zijn melders. Ondanks het helse artillerievuur ondervonden we weinig hinder. Onfortuinlijk genoeg werden we iets later evenwel opgemerkt door een Britse artilleriewaarnemer in een kabelballon. Amper hadden we de Tauentzien Stellung bereikt of de granaten hagelden op ons neer, erger dan wat we ooit aan de Somme hadden meegemaakt… Om 22.35 u. – een kwartier voor de aanval – regende het granaten en schrapnell op onze hoofden. Met onze uurwerken in de hand, wachten we in koortsachtige spanning. De laatste seconden tikten weg. Eindelijk: Klaar ! Voorwaarts ! Laat ons maken weg te komen uit dit helse vuur ! Na 150 meter waren we weg van het Dobschützwald en dus ook weg van de granaten. Ik had nog tien man bij me. Verder oprukken ! Plots: ‘Halt ! Wie is daar ?’ – Ehlerts peloton. Luitenant Ehlert had nog achttien man  bij zich.  Het 3e peloton viel nergens te bespeuren. We verspreidden ons en trokken nog een 400 meter verder. Plots vlogen lichtpatronen omhoog, gevolgd door het geratel van handvuurwapens. Het leek alsof we in plaats van een paar geïsoleerde soldaten een heel bataljon te lijf gingen. Desalniettemin waren we recht voor de Britse stellingen geraakt. Met onze Hurra-kreten stormden we voorwaarts maar we waren te zwak. We raakten niet verder en moesten dekking zoeken in de modder voor de Britse loopgraaf. Unteroffizier Nolte waagde het vooruit te kruipen maar raakte amper 20 meter verder… Op het einde slaagden we erin een verlaten Duitse stelling rond een bunker te bereiken, honderd meter ten oosten van de weg die langs het kanaal liep. Luitenant Ehlert gaf het bevel om ons in een egelstelling op te stellen in de granaattrechters rond de bunker. In totaal waren we nog met vijfentwintig, dertig man. Links van ons konden we duidelijk het knallen van handvuurwapens horen en zagen we de Britten constant lichtfakkels afvuren. Misschien was dit tegen onze 1e compagnie gericht. Luitenant Ehlert zond meteen een volledig situatierapport naar het bataljon. Na middernacht begon de Britse artillerie gasgranaten af te vuren op onze achterhoede. De oostenwind blies het gas terug over ons in de richting van de Britten. Tranen stroomden uit onze ogen, we konden nauwelijks spreken door de hoestbuien, maar we konden onze gasmaskers niet gebruiken omdat we anders niets in het donker konden zien. Eindelijk brak de dageraad aan…’ De troep die werd geleid door Ehlert was één van de verst gevorderde Duitse eenheden. De meesten waren afgestopt door het efficiënte Britse tegenvuur, waardoor de tegenaanval compleet was mislukt. Ernst Junger’s eerste Bataljon had een hoge prijs betaald: Het verloor 3 officieren, 13 onderofficieren en 119 fuseliers.  De Britten hadden een eerste bres van bijna 2 km. breed en 1 km. diep geslagen in de Duitse linies. Ze konden meteen ook beschikken een sterk bruggenhoofd op de rechteroever van het kanaal, dat het begin van het offensief beduidend zou vergemakkelijken…


     


    29-07-2017 om 11:46 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (85 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BBC HAALT ALLES UIT DE KAST...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Britse officiële omroep BBC haalt dit weekend alles, maar dan ook écht alles uit de kast in het raam van de herdenking van het begin van de Derde Slag om Ieper. Bijna 1.000 technici, acteurs, muzikanten ed zijn naar de Kattenstad afgezakt om hun steentje bij te dragen aan het herdenkingsproject. Ik huiver altijd een beetje wanneer bij dergelijke grootschalige evenementen  het spektakel dreigt te prevaleren op het her-denken  en ik hoop dan ook dat de slachtoffers van de immense slachtpartij prominenter op het voorplan zullen staan dan pakweg de obligaat opgedraafde royals....  De BBC programmatie begint op zondag om 20.00 u. op BBC 2 met een live-verslag van de 'Last Post'-ceremonie aan de Menenpoort gevolgd door een live artistiek verantwoorde evocatie op de Grote Markt waarin onder meer Hellen Mirren en de cast van de speelfilm 'Wipers Times' figureren. Maandag richtten zowel BBC 1 als BBC 2 zich vooral op de herdenkingsplechtigheid op Tyne Cot Cemetery mét live-verslaggeving en commentaar.  

    29-07-2017 om 11:09 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (33 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ERNST JUNGER AAN HET FLANDERNFRONT - DEEL 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kort voor de middag op 25 juli 1917 ontving  Ernst Jünger het bevel om met de voorhoede van zijn bataljon naar Vlaanderen te vertrekken. Het Fusilierregiment nr. 73 moest stelling nemen ten oosten van het kanaal Ieper/Diksmuide op de hoogte van Pilkem tussen het Sas van Boezinge en de spoorwegberm van de lijn Boezinge-Langemark.

    Een paar minuten voor zijn vertrek kreeg Ernst op het perron van het station van Cambrai van een collega te horen dat zijn broer Fritz net was aangekomen en met het volgende bataljon zou volgen. Fritz was in het begin van ‘17 terug naar Duitsland gestuurd om er, net als zijn broer, op de Truppenübungsplatz Döberitz en in het garnizoen in Hannover tot Fahnenjunker opgeleid te worden. Op 20 juli ’17 had de kersverse aspirant-officier zijn marsbevel gekregen om vijf dagen later bij Cambrai het regiment te vervoegen. De volgende dag werd hij, precies zoals aan Ernst was medegedeeld, ook met zijn mannen naar Vlaanderen getransporteerd.

    Ernst was intussen al bijna op zijn eindbestemming aangekomen. Na een rit die heel de nacht had geduurd, stopte de trein in Staden en trokken de mannen naar ‘Ohndanklager’, het militaire kamp ten westen van Staden bij Den Ondank. Hier maakte hij kennis met het Vlaamse land. Zijn eerste indrukken vielen mee: ‘Overal vruchtbaar vlak land, met hagen doorkruist, met hoge bomen afgezoomde lanen, verstrooide huizen met laaghangende strodaken…’ Hij merkte wel op dat de Britse artilleristen hun best deden: ‘Het artillerievuur aan het front was erg, maar niet zo erg als ik verwacht had, misschien omwille van de zware bewolking. Toch vielen er in onze omgeving een aantal zware granaten’. In de loop van de namiddag nam de beschieting toe en sloegen de granaten op 2 à 300 meter in van de weide waar Jüngers eenheid op verdere bevelen zat te wachten. Toen Jünger om 22.00 u. met het voorcommando naar de eerste linie vertrok werden ze met grote regelmaat beschoten. Na een moeizame tocht door het modderige terrein kwam hij, iets ten westen van de hoogte van Pilkem in de verblijfplaats van de 2e compagnie van het R.I.R. Nr. 225 terecht.  Hij had er de grootste moeite om de slaap te vatten omdat het brisantgranaten bleef regenen in de onmiddellijke omgeving. Het was een voorproefje van wat hem de volgende dagen te wachten stond. De geallieerden waren vanaf 7 juli immers begonnen met het onophoudelijk en systematisch beschieten van de Duitse stellingen en aanvoerlijnen. Het aantal Britse granaten dat voor 31 juli werd afgevuurd bedroeg het ongelofelijke aantal van 4. 500.000 stuks. Alsof dit niet volstond openden tussen 13 en 21 juli de speciaal hiervoor opgeleide compagnieën van de Royal Engineers 5.100 cilinders met fosgeengas. De Britse artillerie schoot onophoudelijk granaten af die gevuld waren met chloorpicrine en lanceerde 14.000 met thermiet gevulde Stokes-mortiergranaten. Elke nacht vuurden strategisch opgestelde mitrailleursecties gemiddeld 30.000 schoten af om de Duitsers in de voorste lijnen nog meer af te matten…  

    De intensiteit van de Britse beschietingen had een onmiskenbaar effect op de Duitse troepen in de eerste lijn.  Op nog geen kilometer van de plaats waar Jünger - tevergeefs - probeerde wat slaap in te halen had een gevechtspatrouille van het 2e bataljon Scots Guards vastgesteld dat het grootste deel van de Duitse troepen in de eerste lijn zich had teruggetrokken. Het stond ook vast dat in diezelfde nacht een compagnie van het 226e Infanterie Regiment  op eigen initiatief de frontlijn had verlaten omwille van de intensiviteit van de beschietingen.

    De volgende ochtend kon Ernst voor het eerst een blik op het slagveld werpen en wat hij zag beviel hem absoluut niet: ‘Het is me helemaal niet duidelijk wat we in het geval van een aanval moeten doen. De compagnie ligt in groepjes over het pokdalige terrein verspreid. Omwille van het grondwaterpeil zijn hier geen loopgrachten te bespeuren. Ze zeggen wel dat wij de zogenaamde zuidelijke hoogtelijn bezetten, maar deze pisgoot zou zelfs door de grootste optimist niet als een loopgracht beschreven kunnen worden…’

    Diezelfde morgen was Fritz Jünger ook aangekomen. Nauwelijks had hij zich op 25 juli ‘s avonds in Cambrai voor de dienst aangemeld of hij kreeg het bevel om meteen naar het station te trekken en er een klaarstaande troepentrein naar Vlaanderen te nemen. Hij ging er tevergeefs op zoek naar zijn broer en genoot van een korte nachtrust op een bussel stro om de volgende ochtend met het bataljon via Douai, Lille, Roubaix en Tourcoing in Kortrijk te belanden. Vandaar trok de trein traag maar zeker via Izegem en Kortemark naar Staden, waar ze aankwamen met op de achtergrond het onophoudelijke, doffe geroffel van de beschietingen. Fritz vergeleek het artillerievuur met een grote trommel waar op werd losgebeukt. Zijn dichterlijke gevoelens kwamen meteen naar boven toen hij de vliegtuigen beschreef die in dichte eskaders boven hun hoofd in de richting van het front vlogen, begeleid door een eenzame ooievaar die traag zijn vleugels uitsloeg…

    Fritz moest zich gaan melden bij  3e compagnie, die al in de omgeving van Langemark in stelling lag. Hij kon echter niet meteen vertrekken omdat hij moest wachten op de bevoorradingsploeg die ’s avonds zou komen. Intussen was hij, net als zijn broer, ooggetuige van de felheid van de geallieerde artilleriebeschietingen: ‘Vanop een klein heuveltje zag ik het Werk van de Vernietiging. Granaat na granaat sloeg in de omgeving van het station in, en het duurde dan ook niet lang voor de vuur- en rookzuilen van een brand omhoog wervelden. In deze verwarring vluchtten de laatste inwoners met have en goed.  Vee werd weggedreven en een kreupele voerde een mekkerende geit aan een touwtje voort.’

    De bevoorradingsploeg had door de Britse beschietingen vertraging opgelopen en bijgevolg ging Fritz in de pikdonkere nacht op weg naar de 3e compagnie: ‘Wij voeren door het duistere Houthulster Wald waar gebroken en kapotgeschoten voertuigen stonden en tot bergen opgestapelde munitie aan de wegrand lag. Een zware, zoete geur van verval en verrotting doortrok het hele woud en bleef in onze neuzen en kleren hangen.  Nu belandden we tussen de marcherende troepen, artilleriestellingen en granaattrechters. Omdat onze chauffeur de weg was kwijtgeraakt moesten we met onze zaklampen op zoek naar de wegwijzers. Het keiharde knallen van de kanonnen die overal in de bosjes en het woud opgesteld stonden, was een beproeving voor onze trommelvliezen.  Onvermoeibaar met vurige donderslagen werd salvo na salvo afgevuurd, terwijl de opgeschrikte paarden wild steigerden. Als we op een begraafplaats, waar een paar onderkomens waren gebouwd, de weg vroegen, sloegen de Engelse granaten tussen de graven in en werden we met forse aardkluiten bekogeld.’ Fritz had, toen hij zich in de vroege ochtend bij zijn compagniecommandant luitenant Sandvoss aanmeldde, er meer dan zeven uur over gedaan om amper tien kilometer af te leggen. Een mooie illustratie van het feit dat de Britse beschietingen hun effect niet misten…

    De jongere Jünger kreeg nauwelijks tijd om te recupereren want aan de overzijde van het kanaal Ieper/Diksmuide werden in het hoofdkwartier van de Guards divisie plannen gesmeed die Fahnenjunker Jünger geen rust zouden gunnen. In de loop van de vorige nacht waren twee Britten bij een verkenning gewond achtergebleven vlakbij de Duitse gevechtslijn. Luitenant Hambro en soldaat Smith van het 3e bataljon Coldstream Guards gaven zich als vrijwilligers op om ze te gaan zoeken.  Toen het tweetal het kanaal was overgestoken konden ze niet alleen hun kameraden redden, maar ook met eigen ogen vaststellen dat de Duitse troepen in een groot deel van deze sector uit de eerste linie verdwenen waren. Toen dit nieuws majoor Generaal Fielding, de bevelhebber van de Guards-divisie ter ore kwam aarzelde hij geen ogenblik. Hij legde een vermetel plan op tafel om deze verassende ontdekking meteen maximaal uit te buiten: In volle daglicht moesten zijn mannen, zonder een voorafgaande beschieting het kanaal oversteken, de verlaten Duitse stellingen bezetten en een bruggenhoofd uitbouwen. Hij had geen beter ogenblik kunnen kiezen want de Duitsers waren net op dat ogenblik bezig met het aflossen van de XXIIIe en ILe Reserve-Divisionen door de CLIe Infanterie-Division en de IIIe  Garde-Division. Fielding gaf Luitenant-Kolonel Crawford, de commandant van het 3e Bataljon Coldstream Guards het bevel om met sterke aanvalsgroepen de Duitse verdediging in Babboon Support Trench, Artillery Wood en Cactus Junction te infiltreren. Fritz Jünger bevond zich op dat ogenblik in een stelling, rechts van Artilleriewald of Artillery Wood aan de westzijde van de huidige Poezelstraat.

    Om 18.20 u. openden de Britten de aanval op de stellingen van de ILe Reserve-Division, die zich ten zuiden van het FR nr. 73 bevonden. Ze slaagden er zonder veel weerstand in om Babboon Support Trench in te nemen. Tussen Artillery Wood en Cactus Junction ging het iets moeizamer. Fritz kon vanuit zijn positie in de alarmstelling alles observeren en beschreef de actie later als volgt:  ‘Als ik de vlakte voor mij wat beter bekeek zag ik de zwartgeblakerde, versplinterde stompen van enkele bomen er boven uit tornen. De treurige resten van een bos dat hier ooit was. Enorme rookkolommen trokken over onze hoofden en bezwangerden de avondlucht met duistere, zware wolken. Boven de kale, verscheurde aarde zweefden stinkende gassen, die traag geel en bruin kronkelden. Er werd ‘gereedmaken voor een gasaanval’ bevolen. Op dat ogenblik barstte het Engelse spervuur los.’

    Fritz moest met de compagnie de barrage ondergaan en meteen daarna in de tegenaanval. Deze bleek slecht geleid en nauwelijks gecoördineerd te worden: ‘ Het bevel ‘gereedmaken voor gasaanval !’ werd gegeven. Op dat moment begon een enorme beschieting – De aanval was door de Engelsen ontdekt. In sissende fonteinen spoot de aarde omhoog en een hagel van splinters joeg als een storm over het land.  Een ogenblik lang bleef iedereen als verstijfd staan en toen vlogen ze alle kanten op. Nog even hoorde ik de stem van onze bataljonscommandant die alle macht een bevel schreeuwde dat ik niet kon verstaan. Mijn mannen waren verdwenen.  In de verwarring die nu ontstond, drong alles door elkaar, op de vijand en de resten van een dorp toe dat de granaten tot puin hadden vermalen. De plaatsen waar ooit huizen hadden gestaan kon men alleen nog aan de tegelrode kleur van de aarde  herkennen. Hier wierpen we ons neer en haalden onze gasmaskers te voorschijn. Links van mij knielde luitenant Ehlert -  een officier die ik nog van de Somme kende - met naast hem een onderofficier. De kracht van het spervuur overtrof mijn stoutste verwachtingen. Voor ons waaierde een knalgele wand van vuur uiteen. Ontploffing volgde op ontploffing. Puin, een stortregen van brokken aarde, fragmenten van tegels en granaatsplinters hagelden op ons neer en sloegen helle vonken van onze staalhelmen. Ik had het gevoel dat het ademen nu moeilijker werd en er niet meer genoeg zuurstof in de van massief ijzer verzadigde  atmosfeer aanwezig was voor de menselijke longen. Ik zag voor mij het priemende mondingsvuur van een Engels machinegeweer maar het duizendkoppige bijengezwerm dat uit deze loop kwam konden we in dit geraas niet onderscheiden. Tweemaal, kort na elkaar brak een onwaarschijnlijke explosie door het woedende geluidsscherm. Mortieren van het allerzwaarste kaliber barsten uiteen. Hele puinvelden vlogen wervelend de lucht om met hels kabaal op ons neer te dalen.’ Fritz besefte dat hij vooruit moest. Net op het ogenblijk dat hij zijn dekking verliet zag hij in een verblindende flits voor zich, op zo’n drie meter hoogte een schrapnelgranaat uit elkaar klappen: Twee schrapnelkogels troffen hem vol in de borst en schouder. Zijn geweer schoot uit zijn hand en hij voelde hoe hij langzaam achterover in een modderige bomkrater viel, terwijl hij de voorbijlopende Ehlert hoorde roepen ‘die hebben ze flink te grazen genomen !’  Daarna raakte hij half bewusteloos.

    Ernst Jünger had geen idee dat zijn broer al aan het front was, laat staan dat hij vlakbij zwaargewond op het slagveld lag. Hij had de namiddag doorgebracht in de Mauseburg-bunker waar de bataljonscommandant van het Reserve Infanterie Regiment 225 hem een briefing had gegeven. ‘Voortdurend sloegen Dikke Brokken vlakbij in. Tegen de avond nam het vuren toe. Bonte lichtkogels stegen omhoog en van voor kwamen meldingen dat de vijand aanviel.’ De bataljonscommandant reageerde behoorlijk stoïcijns op de nieuwe situatie: ‘Hij stuurde de 2e compagnie als versterking naar voor en ging dan rustig verder met zijn kaartspel’, volgens Ernst die besloot terug te keren naar zijn voorcommando. Niets te laat zo bleek want ‘Toen de nacht inviel nam het vijandelijke artillerievuur geweldig in kracht toe. Secties werden naar voor gestuurd. Kerels die hun eenheid waren kwijtgespeeld, maar ook de onvermijdelijke lijntrekkers dwaalden over het terrein.’ Omdat hij niet meteen bij de actie betrokken was ging Ernst omstreeks 23.00 u. slapen, maar midden in de nacht werd hij onaangenaam gewekt toen een granaat hun bunkertje had getroffen. Van slapen kwam niets meer in huis want om 04.00 u. kwam zijn compagnie naar voor en nam hij twee secties mee naar de puinen van een huisje dat iets verder, midden op het onherbergzame gevechtsterrein lag.


    28-07-2017 om 21:08 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (86 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HEDD WYN'S RHYFEL - THE WAR
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eén van de bekendste gedichten van Hedd Wyn was ongetwijfeld ‘Rhyfel’ of ‘De Oorlog’. Hier een sublieme versie gebracht door Côr y Gleision, het Cardiff Blues Choir in een compositie van de hand van dirigent Richard Vaughan.  Klik op onderstaande link:

    https://youtu.be/ej3-4OiLKA0

    RHYFEL

    Gwae fi fy myw mewn oes mor ddreng,
    A Duw ar drai ar orwel pell;
    O'i ôl mae dyn, yn deyrn a gwreng,
    Yn codi ei awdurdod hell.

    Pan deimlodd fyned ymaith Dduw
    Cyfododd gledd i ladd ei frawd;
    Mae sŵn yr ymladd ar ein clyw,
    A'i gysgod ar fythynnod tlawd.

    Mae'r hen delynau genid gynt
    Ynghrog ar gangau'r helyg draw,
    A gwaedd y bechgyn lond y gwynt,
    A'u gwaed yn gymysg efo'r glaw.

    WAR

    Woe is me that I live in an age so perverse,
    And God at ebb on a distant horizon;
    After him, man, the lord and commoner,
    Raising his ugly authority.

    When he felt God going away
    He raised a sword to kill his brother;
    The sound of fighting is on our ear,
    And its shadow on poor cottages.

    The old harps that were played before are
    Suspended on the branches of yonder willows,
    And the cries of the boys filled the wind,
    And their blood mixed with the rain.


    28-07-2017 om 13:15 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (72 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP - A POET'S REBELLION: LEDWIDGE & 1916 RISING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het staat buiten kijf dat Francis Ledwidge een overtuigde Ierse nationalist was. Ledwidge, die al voor de oorlog enige bekendheid genoot als dichter, stichtte samen met zijn broer in 1913 in hun geboorteplaats Slaine een afdeling van de nationalistische Irish Volunteers, een para-militaire organisatie die de tegenhanger was van de loyalistische Ulster Volunteers. Deze laatste, pro-Britse militie wou zich desnoods gewapenderhand tegen het invoeren van zelfbestuur voor Ierland verzetten. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam het tot een open breuk binnen de Irish Volunteers, waarbij de volgelingen van de gematigde Ierse nationalistische politicus John Redmond als vrijwilligers dienst namen in het Britse leger in de hoop het door de Britse regering beloofde zelfbestuur voor Ierland te bekomen, terwijl de radicale vleugel - waartoe Ledwidge behoorde - ervan uitging dat de 'moeilijkheden van Engeland, nieuwe mogelijkheden voor Ierland' boden. Vreemd genoeg zou ook Ledwidge kort daarna een Brits uniform aantrekken en dienstnemen in de rangen van de Royal Inniskillen Fusiliers. Het blijft raden naar zijn motieven voor deze ommezwaai maar de meeste Ledwidge-kenners gaan er nu vanuit dat hij zich wellicht uit liefdesverdriet had geëngageerd om naar het front te trekken...

    Ledwidge kreeg zijn vuurdoop in april '15, in de hel van Gallipoli, waar een geallieerde landing op de Turkse kust uitliep op een bloederig fiasco. Daarna werd hij in Servië ingezet. Toen ook hier de geallieerde troepen moesten wijken, werd hij ernstig ziek en aangetast door artritis naar Engeland geëvacueerd. Terwijl hij in Manchester in een hospitaal lag, brak in Dublin de republikeinse Paasopstand uit en vernam hij hoe zijn goede vriend, de dichter Thomas MacDonagh, als één van de prominente IRA-leiders, door de Britten standrechtelijk was terechtgesteld. Ledwidges ontroerende 'Lament for Thomas MacDonaghr' wordt tot op de dag van vandaag als één van zijn beste gedichten beschouwd. De bloederige onderdrukking van de Paasopstand en de daarop volgende golf van blinde repressie sloegen de laatste illusies van Ledwidge aan scherven.

    In het volgende filmpje van de UCD School of Histoty en Archives duidt Dr. Lucy Collins op een bevattelijke manier de enorme impact die de Paasopstand had op Ledwidge: 

    https://youtu.be/C5pNMqwRHg4

    28-07-2017 om 10:59 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (71 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP: LEDWIDGE WAR POET
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het raam van de herdenkingen rond Francis Ledwidge die op 31 juli '17 bij Pilkem sneuvelde deze boeiende uiteenzetting door Dr. Lucy Collins van University College Dublin over de betekenis van Ledwidge als oorlogsdichter. Ze plaatst zijn werk niet alleen binnen het bredere raamwerk van de Grote Oorlog en verduidelijkt welke invloed dit conflict op zijn werk had maar maakt ook duidelijk welke grote verschillen er waren tussen zijn werk en bv. de gedichten van Britse collega's als Wilfred Owen of  Siegfried Sassoon. Morgen breng ik een tweede interview met Dr. Collins waarin ze de immense invloed van de Ierse republikeinse Paasopstand op Ledwidge verduidelijkt... Beide interviews werden geproduceerd door de UCD School of History and Archives in samenwerking met Century Ireland.

    https://youtu.be/Uul_UxD5WT0

    27-07-2017 om 14:59 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (91 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ERNST JÜNGER IN DE FLANDERNSLACHT - DEEL 1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Deze week staat mijn blog, zoals u wellicht wel gemerkt hebt,  grotendeels in het teken van het sneuvelen van Francis Ledwige en Hedd Wyn. Maar er was nog een andere literaire grootheid nauw verbonden aan wat er nu precies een eeuw geleden op het slagveld tussen Boezinge en Langemark gebeurde, namelijk de Duitse schrijver en essayist Ernst Jünger. Deze jonge officier in het Hannoverse Fusilierregiment nr. 73 kende in de hete zomer van 1917 zijn enige inzet in Vlaanderen tijdens de zgn. Flandernslacht, de Derde Slag om Ieper. De volgende dagen publiceer ik op mijn  blog een aantal bijdragen om zijn inzet in die periode te duiden…Hier volgt alvast de inleidende tekst.

     

     

    Koekuit, 1 augustus 1917: Na een week van erg zware afweergevechten tussen de hoogte van Pilkem en Langemark marcheerden ’s ochtends, door de gietende regen, de schamele restanten van twee bataljons van het Hannoverse Fuselierregiment nr. 73 naar hun verzamelpunt. Op de achtergrond het onophoudelijke gedonder van de artillerie. ‘Aan weerszijden van de baan’, zo noteerde de van kop tot teen bemodderde jonge officier die hen aanvoerde,’ lagen ontelbare paarden met verschrikkelijke wonden, af en toe ook mensen.’ Naast een paar aan gort geschoten karren telde de jonge officier niet minder 12 paardenkadavers. Toen de uitgeputte militairen ergens op een weide voor het appel verzamelden bleek voor het eerst hoe hoog de verliezen in het regiment de laatste dagen waren opgelopen. De jonge officier kon niet anders dan de rekening maken: de twee bataljonscommandanten en de meeste compagniecommandanten waren uitgeschakeld. In feite schoten er nog slechts 2 of 3 officieren over. En dan werd er nog wijselijk gezwegen over de verliezen aan mannen...

     

    De jonge officier die de onthutsende balans van één week strijd in Vlaanderen had gemaakt was de 22-jarige Leutnant Ernst Jünger. Weinig veteranen hebben indringender de Grote Oorlog en hun persoonlijke ervaringen in de strijd beschreven dan hij. Zijn literaire erfenis blijft weliswaar tot op de dag van vandaag omstreden, maar ook uitzonderlijk. En dat heeft niet alleen met zijn unieke persoonlijkheid of schrijfstijl te maken. Er zijn immers maar weinig schrijvers wier leven en werk een eeuw overspannen.

     

    In de jaren tussen 1920 en 1932 vloeide - bijna met de cadans van het hem ooit zo vertrouwde dodelijke trommelvuur - het ene boek na het andere uit de pen van Jünger. Zijn opgemerkte literaire debuut, het autobiografisch ‘In Stahlgewittern: Aus dem Tagebuch eines Stosstruppführers’ (1920) zou met Remarque’s ‘Im Westen nichts Neues’ (1929) het meest bekende Duitstalige oorlogsboek worden. Ernst Jünger was zonder twijfel de tegenpool van Erich Remarque, wiens militante anti-militairisme haaks stond op Jüngers verheerlijking of beter esthetisering van de moderne, totale oorlog. Oorlog was voor Jünger extase. Zin of onzin ervan gingen aan hem voorbij. Het doel was de oorlog zélf.

    In het essay ‘Der Kampf als inneres erlebnis’ (1922) theoretiseerde Jünger voor het eerst over zijn oorlogsbelevenissen. In 1923 verscheen ‘Stürm’, als vervolgverhaal in de ‘Hannoverschen Kurier’. Twee jaar later verschenen ‘Das Wäldchen 125: Eine Chronik aus den Grabenkämpfen 1918’ en ‘Feuer und Blut’, gevolgd door ‘Die Unvergessenen’ (1928). In 1930 rolden ‘Feuer und Bewegung’, ‘Das Antlitz des Weltkrieges: Fronterlebnisse deutscher Soldaten’ en ‘Krieg und Krieger’  van de persen. De basis voor de meeste van deze werken lag in Jüngers oorlogsdagboeken. Hierin beschreef hij zijn leven in de loopgrachten. Zakelijk en bijna zonder emotie. Het alledaagse, banale leven, gekleurd door de regen, luizen of dodelijke verveling van de frontsoldaat was het raamwerk waaraan deze geschriften, vaak niet meer dan nota’s, werden opgehangen. Zelfs het doden werd uiteindelijk banaal. En toch zien we hoe Jünger twee jaar na de wapenstilstand er zichtbaar mee worstelde om het rauwe sterven op het slagveld en de talloze gesneuvelden zin te geven. Een verloren oorlog was al ondraaglijk genoeg - een verloren lotsbestemming en een verloren leven was voor Jünger gewoonweg ondenkbaar… Het resultaat van deze worsteling met zichzelf was ‘In Stahlgewittern’ te lezen en zelfs voor buitenstaanders voelbaar. Vanaf dat ogenblik zou het zin-geven de constante in zijn werk worden…

    Jünger was een kind van zijn tijd en niet voor niets was Friedrich Nietzsche een van zijn lievelingsfilosofen en diens ‘Geburt der Tragödie’ (1871) een van zijn lievelingsboeken. Ervaringen - hoe gruwelijk ze ook mochten zijn - primeerden op een rationele wereldbeschouwing. In Jüngers wereldbeeld moest men, om te kunnen leven, gevaarlijk leven. Deze idee liep als een rode draad door zijn essay ‘Das abenteuerliche Herz’ (1929). Wie sterk wil zijn moest, volgens Jünger, risico’s durven nemen en offers durven brengen. De actie, roes en glorie van de oorlog leidden naar de Weg van de Krijger; de verheffing van het individu boven zichzelf. Dit was de reden waarom Jünger zonder enig voorbehoud de oorlog omarmde. Maar tegelijkertijd observeerde hij de dood op het slagveld met dezelfde afstandelijkheid waarmee hij zijn collectie opgezette kevers bekeek. Contradictorisch en controversieel zijn dan ook de sleutelwoorden waarmee volgens mij zijn werk en leven kunnen samengevat worden.

     

    De oorlog, een eindeloze spiraal van dood en geweld waarin de krijger levens nam opdat het zijne niet genomen zou worden, zette Jünger aan het denken over de kern, het wezen van het menselijke bestaan. Hij kwam tot de overtuiging dat de oorlog de mens een kans bood zich opnieuw de wereld toe te eigenen. Een wereld waarvan men door de industriële revolutie op het einde van de negentiende eeuw vervreemd was geraakt: ‘Er was geen Natuur meer, geen Kunst, geen Grote Lijnen, zelfs geen Stijl meer; alles wat men zo benoemde was verkrampt en zelfbedrog. Sinds de komst van de machines was alles door de zwiepende vliegwielen vlak geslepen. Als een razende koorts had de mechanisering de Europese mensen in een dorre woestenij verandert. ‘Het ‘leven’ bood zich - voor wie het grijpen wou - door de uitzonderlijke oorlogsomstandigheden in zijn meest extreme vormen aan. Contradictioneler kan bijna niet: Jünger vierde het leven op de dansvloer van de dood die het slagveld was…

     

    De oorlog had bovendien schoon schip gemaakt en onverbiddelijk de negentiende eeuw met zijn kleinburgerlijke moraal en illusies aan flarden geschoten. Iets waar de jonge, rebelse Jünger zeker niet rouwig om was. De brute aanblik van het demonische oorlogsgeweld ontdeed volgens de jonge frontofficier het menselijk denken van de leugens en waandenkbeelden en veroorzaakte zo een schok, een reinigende catharsis die de mens niet alleen tot nieuwe inzichten maar ook tot een nieuw evenwicht kon brengen.

     

    De inzichten die Jünger uit zijn oorlogservaringen heeft gepuurd, maar ook zijn onnavolgbare schrijfstijl deden hem een bijzondere plaats bekleden in de wereldliteratuur. Plaats die, in tegenstelling tot wij hijzelf poneerde, niet als een verloren voorpost kan worden beschouwd. Jünger wist immers een unieke maar ook bijzonder controversiële stempel op zijn tijd te drukken. Verachting en verering zijn hem ten deel gevallen. Hij verwierf niet alleen als een van de jongste officieren ooit het ‘Pour le Mérite’, Duitslands hoogste militaire onderscheiding, maar ook de Goethe- en Schillerprijzen voor literatuur wat niet belette dat het politiek correcte gedeelte van de literaire wereld hem uitspuwde. Hij was een officier van de bezettingsmacht in het Frankrijk van 1940 tot 1944 maar kreeg wel na de oorlog het ereburgerschap van Montpellier en straatnamen in Guillemont en Cambrai. Op de Franco-Duitse verzoeningsplechtigheid in Verdun in september 1984 werd hij als gastspreker uitgenodigd door de Franse president. Mitterand en de Duitse bondskanselier Kohl bezocht hem thuis ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag.  Zij traden daarbij in de voetsporen van gerenommeerde schrijvers als Alberto Moravia en Jorge Louis Borges, maar Jean Paul Sartre haatte Jünger…

     

    Met deze kleine studie die ik in de loop van de volgende dagen in stukken publiceer wil ik Jünger noch verheerlijken noch zwartmaken. Hij heeft geen behoefte aan het eerste noch verdient hij het tweede. Ik heb alleen geprobeerd Jünger in zijn historisch kader te zetten in de hoop zo tot een beter inzicht te komen in leven en werk van een man die véél meer was dan een met dynamiet spelende landsknecht. Ik heb mij daarbij bewust beperkt tot die paar weken waarin Jünger aan het front in Vlaanderen is geweest. Niet alleen omdat hieromtrent relatief weinig werd gepubliceerd maar ook omdat deze periode – hoe kort ze ook is geweest – onuitwisbare sporen in het werk en leven van Ernst Jünger heeft nagelaten….


    27-07-2017 om 14:28 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (86 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Y GADAIR DDU - HEDD WYN'S ZWARTE ZETEL

    In mijn vorige blog heb ik uitgebreid stilgestaan bij het gegeven dat 100 jaar geleden de Welshe dichter Hedd Wyn bij Pilkem sneuvelde. Hierbij maakte ik melding van het feit dat de zetel die hem in 1917 postuum werd toegekend als eerste prijs voor de dichtwedstrijd op de nationale Eisteddfod was vervaardigd door de Vlaming Eugeen Vanfleteren. Deze getalenteerde beeldsnijder had voor het uitbreken van de Grote Oorlog een klein meubelatelier in de buurt van de Nekkerspoel in Mechelen. Bij de beschieting van de Dijlestad op 27 september 1914 koos hij het zekere voor het onzekere en vluchtte hij naar Engeland. Na een kort oponthoud in de buurt van Londen en later Liverpool vestigde hij zich in de zomer van 1915 in Birkenhead aan de Mersey waar hij kort na zijn aankomst opnieuw aan de slag kon als meubelmaker. Wellicht verwierf hij daar al vrij snel een goede reputatie als vakkundige ambachtsman want in november -december 1916 kreeg hij van de welgestelde aannemer David Evans de eervolle opdracht om de Gadair, de traditionele zetel voor de winnaar van de Eisteddfod te vervaardigen. Het resultaat was een buitengewoon fraai vormgegeven zetel waarin onder meer een Keltisch kruis, ingewikkelde Keltische knoopmotieven én de drakenhoofden van Y Ddraich Goch - de heraldische Rode Draak van Wales werden verwerkt. 

    De zetel die door het sneuvelen van de dichter al snel Y Gadair Ddu - de Zwarte Zetel werd genoemd, is zonder enige twijfel één van de belangrijkste historische Welshe meubelstukken. Dit werd bevestigd door Carwyn Jones, de Eerste Minister van Wales toen hij op 13 januari 2015 een replica die met de modernste 3D-technieken was gerealiseerd, voorstelde. Een technisch huzarenstukje van de gespecialiseerde firma Europac die aan de hand van niet minder dan 7.000 opnames een perfecte kopie van het origineel afleverde. Carwyn Jones zei over de Zwarte Zetel: '  As we commemorate one hundred years since the outbreak of the First World War, the Gadair Ddu has become a symbol of the devastating impact the Great War  had on communities and families across Wales, many of who lost fathers, brothers, uncles and sons to the conflict.'

    Eerder had Hugh Haley, die een gespecialiseerd bedrijf voor het restaureren van antiek meubilair leidt, al :meer dan een jaar gewerkt aan de restauratie van dit kostbare meubel. Om deze historische band tussen Wales en Vlaanderen nog meer te accentueren sloegen de Welsh National Memorial & Hedd Wyn Society, de Vlaamse overheid en de afdeling meubeldesign van de Mechelse Thomas More Hogeschool de handen in elkaar voor een uniek herdenkingsproject. Als een eerbetoon aan de honderd jaar geleden gesneuvelde dichter, symbool voor de meer dan 40.000 gesneuvelde Welshmen, maar ook als een getuigenis van de historisch erg rijke Mechelse meubeltraditie werd uit oude spoorwegbielzen die op het gewezen slagveld waren gevonden, een nieuwe Gaidar gemaakt die vanaf 24 mei 2017, samen met de 3D-kopie in de zuilenzaal van het Vlaams Parlement werd tentoongesteld. Deze nieuwe Gadair zal naar aanleiding van de herdenking aan de bevolking en regering van Wales worden geschonken. 

    Op de eerste foto ziet u de originele, gerestaureerde Gadair in Yr Ysgwrn, de ouderlijke woning van Hedd Wyn met Gerald Williams, de neef van de dichter die decennialang Yr Ysgwrn bewoonde. Op de tweede foto ziet u het nieuwe, Mechelse ontwerp.   Mae tyst y cyswllt rhwng Fflandrys a Chymry...





    27-07-2017 om 13:40 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (77 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP - HEDD WYN

    De Ier Francis Ledwidge (zie mijn vorige blog) was niet de enige dichter met Keltische 'roots' die op 31 juli 1917 in Vlaanderens velden sneuvelde. Bij Hagebos viel Ellis Humphrey Evans, die in Wales onder zijn 'nom de plume' Hedd Wyn nationale bekendheid als dichter had verworven. Ellis H. Evans werd op 13 januari 1887 als oudste zoon - in een gezin dat elf kinderen zou gaan tellen - geboren in Trawsfynydd, een schilderachtig dorpje in Noord-Wales. Meirionnydd, Evans' geboortestreek was op het einde van de 19e eeuw weliswaar dunbevolkt maar het hartland van de Welssprekenden. Uit het ter beschikking zijnde cijfermateriaal blijkt dat in 1901 niet minder dan 94 % van de ongeveer 50.000 inwoners van de regio nog Welsh sprak. de achteruitgang van het Welsh als dagdagelijkse omgangstaal ging er niet zo snel als in de rest van Wales en deze tendens heeft zich trouwens tot op de dag van vandaag doorgezet want ongeveer 65 % van de huidige bevolking bedient zich nog van deze oude Keltische taal.

    Als jonge knaap was Evans allesbehalve een briljante scholier, maar hij had wel aanleg als dichter. Op zich is niet echt verwonderlijk want de poëzie zit de Welshmen in het bloed. Dit heeft natuurlijk veel te maken met de uit de Keltische tijden stammende eeuwenoude mondelinge literaire traditie, waarbij de cyfarwydd, de sagenverteller of bard een prominente plaats innam. Een van de belangrijkste Welshe cultuuruitingen zijn tot op de dag van vandaag de poëziewedstrijden, de Eisteddfodau, waarvan de wortels in de middeleeuwen liggen. Vele steden en regio's hebben er een eigen Eistedfodd. Het jaarlijkse culturele hoogtepunt vormt de nationale 'Eistedfodd', die inmiddels is uitgegroeid tot een ware hoogmis van de Welshe cultuur en identiteit, die tienduizenden bezoekers lokt. Centraal op deze Eistedfodd staat de traditionele poëzie die gebonden is aan specifieke, traditionele rijmschema's. De laureaat wint een Cadair, een zetel in fraai houtsnijwerk, die symbool staat voor de traditionele ereplaats die de hofdichters naast de middeleeuwse Welshe vorsten bekleedden.   

    Voor zover bekend, schreef Evans zijn eerste gedichten op elfjarige leeftijd. Toen hij veertien werd, verliet hij de school om schaapherder te worden op 'Yr Ysgwrn', de familieboerderij. Wel bezocht hij nog de zondagsschool in het dorp, waar hij door John Dyfnallt Owen gestimuleerd werd om verder te gaan op het pad van de poëzie. Deze dominee zou na de Eerste Wereldoorlog een van de kopstukken van de Welshe nationalistische partij Plaid Cymru worden en veel bijdragen tot het heropleven van  het Welshe identiteisbesef. Vanaf zijn negentiende vond Evans de tijd en zijn talent rijp genoeg om deel te nemen aan de Eisteddfodau. Hij won zijn eerste Cadair' in 1907 in Y Balà met een ode aan 'Y dyffryn', 'De Vallei'. Het daarop volgende jaar zei hij het herdersleven vaarwel om in een steenkoolmijn in Zuid-Wales te gaan werken. Het barre mijnwerkersleven was echter niet zijn meug en na een paar maanden van hard labeur keerde hij terug naar de boerderij en de groene heuvels van Trawsfynydd. Tijdens een bijeenkomst van dichters in 1910 kreeg hij de naam Hedd Wyn of 'Witte Vrede'. Een poëtische naam die verwees naar de zondoordrongen nevelbanken in de valleien van Meironnyd. Hedd Wyn's talent kreeg de volgende jaren van langsom meer erkenning? In 1913 won hij de zetel in de 4eistedfoddau' van Pwlheli en Llanuwchllyn. Twee jaar later, in 1915, was hij de winnaar in Pontardawe en opnieuw in Llanuwchllyn. In datzelfde jaar nam hij ook voor het eerst deel aan de nationale Eisteddfod, die dat jaar in Bangor werd gehouden. Opnieuw bleek zijn talent want in 1916 werd hij tweede in de nationale Eisteddfod te Aberystwyth met een ode aan Ystrad Fflur, de ruïne van een middeleeuwse abdij Strata Florida in Midden-Wales.

    Hij nam zich voor om in 1917 opnieuw een gooi te doen naar de zetel van de nationale Eisteddfod, die in de late zomer van 1917 in Birkenhead zou worden georganiseerd. Vanaf november 1916 werkte hij aan een lang gedicht over het opgelegde thema 'Yr Arwr', 'De Held'. Dat er voor deze Eisteddfod een 'heroïsch'thema werd opgelegd was natuurlijk niet verwonderlijk want inmiddels woedde de Grote Oorlog al drie jaar. Een oorlog die, wat Wales betrof, al érg grote offers had gevergd. In februari 1917 was Evans opgeroepen voor het leger en meteen nadat hij zijn basisopleiding had gekregen met de versterkingen van het 15e Bataljon Royal Welsh Fusiliers naar Vlaanderen gestuurd. Op 31 juli '17, kort voor 04.00 u. rukte zijn eenheid op naar de hoogtelijn bij Pilkem, die ze, ondanks het zware Duitse mitrailleur- en artillerievuur wisten te veroveren. De Welshmen rukten vervolgens op naar Hagebos waar Hedd Wyn omstreeks 11.00 u. zwaar gewond werd door granaatscherven in de rug. Hij werd in de ruïne van een woning bij het kruispunt - waar een geïmproviseerde verbandpost was geïnstalleerd - binnengedragen en bezweek er kort nadien aan zijn verwondingen. Hij was één van de 14 mannen van het 15e Bataljon RWF die op die dag het leven lieten bij de aanval op Pilkem. Uit de officiële verliescijfers blijkt dat de Welshe 38e Divisie - waarin Hedd Wyn diende - en de samen met hen opererende Welsh Guards op 31 juli '17 bij Pilkem 327 gesneuvelden en meer dan 1000 gewonden telden...

    Hedd Wyn won postuum de nationale Eisteddfod en werd een nationale legende. Het is wellicht een merkwaardige speling van het lot dat de zetel die voor Hedd Wyn bestemd was, door een Vlaming was gemaakt. Eugeen Vanfleteren was een Mechelse meubelmaker die in 1914 naar Engeland was gevlucht en die zich in Birkenhead had gevestigd. Na afloop van de Eisteddfod werd deze zetel op een in het zwart gehulde kar, getrokken door zwarte paarden, naar de familieboerderij 'Yr Ysgwrn' overgebracht. De hoeve is sindsdien uitgegroeid tot een Welsh nationaal bedevaartsoord. Verschillende dichters wijdden werk aan de bard en zijn tragische lot, er verschenen boeken over zijn leven en werk en in 1932 werd in Trawsfynudd een monument voor hem onthuld. Sinds een paar jaar wordt overigens op Hagebos, iedere eerste maandag van de maand op 19.00 u. op initiatief van een aantal buurtbewoners een 'Last Post' geblazen bij de gedenkplaat voor Hedd Wyn.

    In 1992 werd een film aan hem gewijd. Regisseur van dienst was Paul Turner en het scenario was van de hand van de bekende Welshe dichter Alan Llwyd. Het was de eerste Welshtalige speelfilm ooit die werd genomineerd voor een Oscar. Als u op onderstaande lik klikt kan u de volledige film mét Engelse ondertiteling bekijken:

    https://youtu.be/C8JdhAUJFt0







    26-07-2017 om 16:51 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (95 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - HOME
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    IK heb op deze blog al herhaaldelijk gewezen op de grote poëtische zeggingskracht waarvan het werk van de Ierse dichter Francis Ledwidge (1887-1917) getuigt. Binnen acht dagen zal het precies 100 jaar geleden zijn dat hij in Boezinge aan flarden werd gereten door een  Duitse artilleriegranaat. Vandaag breng ik u zijn gedicht 'Home'.  Hij schreef dit weemoedige gedicht vol heimwee naar de glooiende heuvels van het Groene Eiland in het Ieperse in juli 1917 en het was naar alle waarschijnlijkheid het laatste gedicht dat hij ooit schreef. Her verscheen voor het eerst in de bundel 'The Complete Poems of Francis Ledwidge' die in 1919 door toedoen van Ledwidges mentor Lord Dunsany in Londen verscheen.


    A burst of sudden wings at dawn,
    Faint voices in a dreamy noon,
    Evenings of mist and murmurings,
    And nights with rainbows of the moon.


    And through these things a wood-way dim,
    And waters dim, and slow sheep seen
    On uphill paths that wind away
    Through summer sounds and harvest green.


    This is a song a robin sang
    This morning on a broken tree,
    It was about the little fields
    That call across the world to me.

      

    23-07-2017 om 11:43 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (116 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZOMAAR EEN CITAAT....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ' Historical military analysis of the First World War has developed a passing similarity to the theatrical and intellectual reassessement of the works of Shakespeare. Just as his timeless Elizabethan verse is frequently reinterpreted according to the fashion or convictions holding sway amongst the latest school of producers and actors, so the battles that raged on the Western Front have become the testing ground for the theories of military historians. Individuals, events and themes are given prominence according to the latest historical trend or socially accepted political orthodoxy. With the increasing pace and commercial motivations of modern life, the struggle has been hard and occasionally bitter. But the terrible battles of the First World War are not plays to be performed on stage with no risk to life and limb other than some mishap with falling scenery. The Third Battle of Ypres, beter known now as 'Passchendaele', was a life and death struggle involving millions of armed men trained to kill or maim their enemies. Each soldier was a painfully vulnerable individual who suffered in awful conditions while waiting with heavy foreboding to discover his fate. Hundreds of thousands of men lost their lives, their limbs or their sanity in this vortex of despair. It was an expiernce most survivors never forgot until death or the confusions of extreme old age brought down the curtain on their minds...'

    Uit het voorwoord van het extreem boeiende 'Passchendaele - The sacrificial ground' van Nigel Steel en Peter Hart

    21-07-2017 om 20:13 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (111 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - DE KOLLEBLOEMEN VAN VLAANDEREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In 1919 publiceerde de verder nobel onbekend gebleven onderwijzeres Rachel Schaballie haar gedicht 'De kollebloemen van Vlaanderen' . Het was wellicht de eerste bewerking in het Nederlands van John McCtrae's 'In Flanders Fields'

    Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
    tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
    het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
    dat onze milde dood de vree werd voor dit land.
     
    Bij rooden dageraad volgden wij in het blauwe
    den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord
    door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen
    en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.
     
    Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen,
    verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held:
    verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen
    ons ’t heilig verbod te slapen in dit veld:
    in elken kollebloem zouden wij blijvend bloeden!
     

    16-07-2017 om 11:49 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (142 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KIJKTIP: TURNING POINTS OF HISTORY - PASSCHENDAELE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zoals beloofd ga ik in aanloop naar de herdenkingen van wat nu in de geschiedenisboeken bekend staat als 'Third Ypres' of de  'Derde Slag om Ieper' geregeld op deze blog dieper in op deze enorme - en in meerdere opzichten nutteloze -  slachtpartij. Vandaag een link naar een erg interessante Canadese documentaire die in 2004 werd gemaakt voor History Television door Jeff Vandewal: 'Turning Points of History - Passchendaele'.   Ik wens u veel kijkplezier:

    https://youtu.be/v1aJ8EZ81Uo?list=PLaqBnLC3LDc5AkEc57gD_4RjizQx8lVcq

    15-07-2017 om 06:02 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (101 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 JULI 1917 ?- 100 JAAR OPEN BRIEF AAN DE KONING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag precies een eeuw geleden publiceerde de Frontbeweging haar eerste ‘Open Brief aan de koning’. Ik geef u daarom bij wijze van voorpublicatie een stukje uit mijn nieuwste boek ‘Vlaanderens Dageraad aan de IJzer: Een kroniek van de Frontbeweging 1914-1918’ dat binnenkort bij Egmont van de persen rolt:

    Op 11 juli 1917 trad de Frontbeweging naar buiten met een spectaculaire stunt: een massaal aan en achter het front verspreide ‘Open brief aan de koning’. De tekst, elf pagina’s lang, was van de hand van Adiel Debeuckelaere en was eind juni ‘17 in de villa ‘Les Bleuets’ in de Bortierlaan in De Panne bijgewerkt door een paar vrienden waaronder Karel de Schaepdrijver, Joris Van Severen en Paul Impe.  Met deze brief wilde de leiding van de Frontbeweging publiek de koning op de hoogte brengen van de grieven over de militaire leiding, de Vlaamsvijandige pers en de regering: ‘Sire, vol vertrouwen in U, die bij het ingaan van den wereldoorlog, de Vlamingen aan het Guldensporenfeest herinnerde, komen wij tot U, wij, de Vlaamsche soldaten, het Vlaamsche leger, het leger dus van den IJzer, om U te zeggen wat wij lijden, waarom wij lijden, om U te zeggen dat we ons bloed voor ons land veil hebben, doch dat het niet dienen mag om de boeien van ons volk nauwer toe te halen, maar om het vrij te laten ademen, vrij te laten leven. Wij hebben geen vertrouwen in onze oversten, die ons meer dan ooit tegengaan. De pers, die ons gedurig bekampt, wordt gesteund. We wantrouwen de regeering, die, door ons gestemd, misbruik makend van haar gezag, ons 85 jaar lang heeft bedrogen.’ In bijzonder klare taal werd het eisenpakket van de Frontbeweging uiteengezet: ‘We willen een Vlaamsch leger naast een Waalsch: wij willen een Vlaamsch bestuur in Vlaanderen omdat voor ons daarin het eenige redmiddel ligt. ‘ Vrank en vrij richtten de auteurs zich rechtstreeks tot de vorst: ‘Wij willen geen gunst: onze beweging leeft van recht, maar dat recht moeten we hebben. Wij willen de uitdrukkelijke, geschrevene, plechtige belofte dat ons volle gelijkheid, volle recht wordt gegeven onmiddellijk na den oorlog: wij willen dat de vervolgingen dadelijk ophouden, dat we onze meening vrij mogen uitspreken, dat we niet meer op haat en tegenkanting, maar op steun van de regeering, pers en overheid kunnen rekenen. De inzet van den strijd is onzer vrijheid en die willen we geëerbiedigd zien.’ De brief getuigde ook van het zelfbewuste karakter van de Frontbeweging. ‘De Vlaamse soldaten’, zo stond het in de brief te lezen, ‘ wisten dat ze na de oorlog het meest in ’s lands belangen zouden mogen meespreken omdat ze er het meeste voor offerden.’ Ze wisten dat ze niet langer op hun gematigde voormannen als Frans Van Cauwelaert konden rekenen en zelf naar een politieke oplossing moesten zoeken. Na de door de bolsjevisten geïnstigeerde februarirevolte in het Russische leger en de muiterijen die in de lente het Franse leger bijna hadden verlamd, voelden de leidende figuren van de Frontbeweging zich sterk genoeg om ermee te dreigen dat ‘…het Vlaamsche leger enkel op hun signaal wachtte om ook in beweging te komen.’

    Wat de ‘Open Brief’ echter helemaal revolutionair - en in de ogen van de ‘Sûretè Militaire’ extreem staatsgevaarlijk - maakte, was wel het feit dat de Vlaamse frontsoldaten een opening maakten naar het activisme in het bezette landsgedeelte. De activisten, die de Vlaamse Hogeschool te Gent van de Duitsers hadden aanvaard, hadden in de ogen van de opstellers van de ‘Open brief’ overschot van gelijk: ‘Door de schuld van onze regeering hebben de Duitschers de Vlaamsche Hoogeschool te Gent kunnen inrichten. De Vlamingen hebben aangenomen: zij hebben wèl gedaan. We hoeven ons niet te bekommeren om de inzichten van de vijand, we weten dat het een levensrecht is (…) Dat men die mannen eerbiedige, en bezit men politieke scherpzinnigheid, dat men voor hun daad huivere !’ in de pathetische stijl die nu eenmaal typisch was voor die tijd besloot de ‘Open brief’ dramatisch: ‘…ons bloed hebben we veil, maar eerbied eischen we voor ons Vlaamsch bloed, recht voor ons Vlaanderen, vrijheid voor ons zelf en onze kinderen.’   

    Met de verspreiding van de ‘Open brief’ was de Frontbeweging voor het eerst naar buiten getreden. De stunt getuigde van het organisatievermogen van de Frontbeweging, die het amateurisme van de eerste maanden definitief achter zich had gelaten. Het papier kon in het grootste geheim door Adiel Debeuckelaere, dankzij de bemiddeling van de eerder wegens Vlaamsgezindheid van het front verwijderde aalmoezenier Jan Bernaerts, worden aangekocht in Le Havre. Uit verlof terugkerende soldaten haalden de klaargemaakte pakketjes op in de lokalen van het Belgische ministerie van Landbouw in de Rue d' Amsterdam in Parijs. De rest werd met een auto van dit ministerie door Gustaaf Sap, de kabinetschef van minister Helleputte, rechtstreeks bezorgd bij Debeuckelaere. De drukmachine, een ‘cyclostyle’ was in Engeland door dokter Gravez aangekocht en gedemonteerd in  acht pakketten naar het IJzerfront gestuurd, wellicht dankzij de in Londen verblijvende Joris Impe, de broer van brancardier Paul Impe. De stencils werden met de hand geschreven door brancardier Jozef Haché, de verantwoordelijke van de Frontbeweging in de Ie Legerdivisie.De brief werd in de woning van meester Selschotter in Alveringem, onder de neus van de in deze woning ingekwartierde rijkswachters, in een oplage van 1.000 exemplaren gedrukt door brancardiers van de Ie Legerdivisie onder leiding van Haché. Toen de Ie Legerdivisie werd afgelost, haalde Debeuckelaere het resterende papier en de drukmachine weg uit Alveringem en vervoerde alles verstopt in broodzakken met een militaire vrachtwagen naar Bulskamp waar op de zolder van de hoofdonderwijzer / gemeentesecretaris nog eens 1.000 pamfletten werden gedrukt door een ploegje onder leiding van brancardier Paul Impe.

    Het verschijnen van de ‘Open brief’ veroorzaakte behoorlijk wat onrust bij de legertop en regering en leidde in zowat alle eenheden waar hij was opgedoken tot diepgaande onderzoeken naar de daders én naar hun modus operandi. Het bezitten, voorlezen en verspreiden van de brief werd beschouwd als een revolutionaire daad en werd dan ook als dusdanig bestraft. De weinig doordachte repressie tegen van Vlaamsgezinde agitatie verdachte militairen hiermee een systematisch karakter en speel eongetwijfel in de kaart van de Frontbeweging die snel aan populariteit won in de loopgrachten.


    11-07-2017 om 09:00 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (167 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 JULI 1917 - OPERATION STRANDFEST - DISASTER IN THE DUNES
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Deze foto werd precies honderd jaar geleden, in de late namiddag van 10 juli 1917 ergens langs de Brugsevaart tussen Rattevalle en Leffinge genomen. Honderden Britten marcheren af in de richting van Oostende nadat ze eerder die dag bij Nieuwpoort krijgsgevangen waren gemaakt door de Duitsers. Deze Britse infanteristen hadden een paar weken eerder de Belgische voorposten in de duinen op de rechteroever van de IJzer overgenomen omdat ze van hieruit 'Operation Hush' dienden te ondersteunen. 'Operation Hush' was de codenaam voor een groots opgezette amfibische operatie met bijna 15.000 man op de Vlaamse kust die de intro moest vormen voor het door veldmaarschalk Haig geplande grootschalige zomeroffensief dat de malaise in de Ieperse Salient definitief moest doorbreken. De belangrijkste doelwitten van 'Operation Hush' waren de strategisch buitengewoon belangrijke Duitse duikbootbasissen van Oostende en Zeebrugge maar alles draaide uit op een fiasco met een grote F. De Duitsers hadden immers lucht gekregen van de Britse plannen en reageerden prompt met 'Unternnehmen Strandfest'. Het werd echter, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, geen 'Beach Party' voor de Britten. Vanaf 6 juli '17 begon de Duitse artillerie drie dagen en drie nachten lang de in hun stellingen opeengepakte troepen te beschieten. Op 10 juli, vandaag dus een eeuw geleden, werden de inspanningen van de Duitse artillerie opgedreven door een urenlang uiterst intensief trommelvuur door de zwaarste kalibers op de Britten aan beide zijden van de IJzermonding. Het 1e Bataljon Northamptonshires en het 2e Bataljon King's Royal Rifles, die op de rechteroever lagen, werden enorm zwaar op de proef gesteld door de moordende beschietingen - waarbij voor het eerst in de geschiedenis het infame mosterdgas werd gebruikt - en de daarop volgende aanvallen door de mannen van het Marinekorps Flandern.  De twee Britse bataljons verloren in een paar uur 50 officieren en 1.253 manschappen. Slechts 4 officieren en 64 mannen bereikten levend de overzijde van de IJzer.  Bijna 1.300 Britten werden krijgsgevangen gemaakt. Ook rechts van deze sector tussen de Geleidebeek en Sint Joris-aan-de-IJzer leed de Britse 97e Infanterie-Brigade ernstige verliezen door het onverwachte Duitse tegenoffensief. Een belangrijke veldslag, die jammer genoeg, een beetje tussen de plooien van de grotere geschiedenis is verdwaald en - ten onrechte - naar mijn aanvoelen, vandaag de dag een beetje vergeten is geraakt... 

    10-07-2017 om 12:39 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (126 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - ACROSS THE CHANNEL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag een gedicht van de hand van Antoon Van Wilderode, pseudoniem van de Wase priester-dichter Cyriel Coupé (1918-1998). Zijn gedicht 'Across the Channel' dat hij voor een van de IJzerbedevaarten schreef verwijst naar Roland Aubrey Leighton (1895-1915) en zijn gedicht 'Violets of Plugstreet Wood'.

    'Hij werd niet ouder in het vaderland / dan negentien. Toen stond zijn eigen dood / hem op te wachten in scharlakenrood / across the Channel, aan de overkant

    Achter de bomen van een helder bos / dat hij herkende op het eerste zicht / onder hetzelfde oud namiddaglicht / brak het orkest der mitrailleuses los

    Alleen zijn dood keel toe. Kwam dichterbij / en sprak zijn naam uit in zijn open oor. / Hij wilde nog een antwoord geven voor / hij neerviel op het mauve gras van mei

    Maar ieder woord bleef stokken in zijn mond. / En voor de rest werd het een stille dag / waarbinst hij langzaam kouder wordend lag / across the Channel op een vreemde grond.'

    09-07-2017 om 12:55 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (128 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EVEN STILSTAAN BIJ... GODEZONNE FARM CEMETERY

    Op de foto (met dank aan IWM) de 25-jarige Charles Stewart Hedderwick, een tweede luitenant in het 2e Bataljon van the Royal Scots (Lothian Regiment). Hedderwick was op 29.11.1889 in Glasgow geboren en was een zoon van de directeur van de krant 'Glasgow Citizen'. Hij had in oktober '14 dienst genomen als een motorestafette bij het XIV Army Corps. Een maand later kreeg hij een aanstelling als infanterie-officier bij het 2e Bataljon Royal Scots. Op 28 februari '15 zou zijn compagnie afgelost worden in de loopgrachten bij Kemmel. Het was een heldere maanverlichte nacht en toen zijn mannen omstreeks 23.15 u. begonnen met de aflossing ging dit niet onopgemerkt voorbij. De Duitsers, die amper honderd meter verder lagen, beschoten intensief de sector waarbij verschillende slachtoffers in de rangen van de Royal Scots vielen. Hedderwick liet zijn mannen evacueren maar bleef zelf ter plaatse om een aantal gewonden in veiligheid te brengen. Dit werd hem fataal. Hij werd de volgende dag begraven op een kleine begraafplaats bij de Godezonne-boerderij in Kemmel, die vooral door zijn eenheid als frontbegraafplaats gebruikt werd. U vindt zijn graf terug met volgende referentie I A 5. De eerste gesneuvelde die hier een laatste rustplaats kreeg was F.S. Peoples, een korporaal in het 1e Bataljon van het Welsh Regiment die op 16 februari '15 in dezelfde sector was gevallen. ( graf II A 13).

    Het kleine Godezonne Farm Cemetery bevatte tegen het einde van de oorlog slechts 20 graven. Na de Wapenstilstand werden hier nog 59 gesneuvelden toegevoegd die her en der in de omgeving begraven lagen. Van de 79 gesneuvelden die hier herdacht worden, blijft meer dan de helft, 41 om precies te zijn; ongeïdentificeerd. Voor het ontwerp van deze site tekende William Cowlishaw.  Op deze site vindt u ook het graf van een kind-soldaat. A.J. Payne, een gunner bij B Battery van de 177e Brigade Royal Field Artillery was amper 17 jaar oud toen hij op 18 januari '16 sneuvelde.   Zijn graf heeft als referentie I B 9.




    08-07-2017 om 16:38 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (103 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.RENAAT DE RUDDER HERDENKING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dit jaar is het precies honderd jaar geleden dat oorlogsvrijwilliger Renaat De Rudder in nooit echt opgehelderde omstandigheden sneuvelde. Op de vooravond van onze nationale feestdag, op zondag 9 juli om precies te zijn, wordt hij herdacht in De Klaproos in Landegem. Hieronder vindt u het programma van deze warm aanbevolen herdenking:

    10.00 u. Ontvangst in de Foyer van De Klaproos

    10.30 u. Academische zitting met als gastsprekers Guido Moons (verantwoordelijke Kenniscentrum Vlaamse Volksbeweging) en Bart De Valck (voorzitter VVB)

    11.30 u. Optocht naar het monument van Renaat de Rudder gevolgd door een aantal toespraken en bloemenhulde.

    Organisatie: het Renaat De Ruddercomité, de Vrienden van Renaat De Rudder, VLAG (Vlaams genootschap Nevele) en V.O.S.  

    05-07-2017 om 15:30 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (93 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WHAT'S IN A NAME - DEEL 2
    Misschien nog een ideetje voor diegenen die 'Iepereat' toch zo'n originele, leuke en goedbekkende naam vinden (zie mijn vorige blog)/ Breng eens een bezoekje aan de CWGC-site 'Ramscapelle Road Military Cemetery' aan de Brugse Steenweg in Sint Joris aan de IJzer. Hier worden 843 doden uit het Britse Gemenebest herdacht. Minstens 136 van hen sneuvelen tijdens de bloederige julimaand van 1917. Minstens 44 van hen op die beruchte 10e juli toen de Duitsers voor het eerst mosterdgas of Ypriet op hun stellingen afvuurden. Probeer u maar eens in te beelden hoe ze naar adem snakkend, gek van de pijn, met handen waarop enorme blaren openbarsten, naar hun keel grepen. Half verblind, hun longen ophoestend voor hun leven vochten.... Nog benieuwd of 'Iepereat' na zo'n bezoek nog als een briljant idee zal worden beschouwd.... Maar ja, intussen hebben de naamgevers van deze Ieperse eettent nog voor de opening al heel véél gratis media-aandacht gekregen of was dat de bedoeling misschien..?  





    03-07-2017 om 15:57 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (112 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs