Inhoud blog
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - FRAGMENT UIT REGENERATION
  • BESTE WENSEN
  • KIJKTIP - CHRISTMAS 1915
  • ZONDAG FRONTPOËZIEDAG - LILLI MARLEEN
  • OVER DE SCHREVE - DEUTSCHE KRIEGSGRÄBERSTÄTTE ANNOEUILLIN
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    IN VLAANDERENS VELDEN
    Een gids naar het verleden
    18-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN MEMORIAM FRANS VAN HOECK (1876-1914)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Precies dag op dag honderd jaar geleden, overleed deze ochtend om 05.30 u. in Hoogstraten E.H. Frans Van Hoeck, hulpaalmoezenier in de Cavaleriedivisie van het Belgische veldleger. Bij het uitbreken van de oorlog was de 38-jarige Frans Van Hoeck al 13 jaar als leraar verbonden aan het Antwerpse St. Jan Berchmanscollege, waar hij ook gedomicilieerd was. Hij meldde zich meteen als oorlogsvrijwilliger en werd als hulpaalmoezenier ingedeeld bij de cavalerie, meer bepaald bij het 1e Regiment Gidsen.  De aalmoezeniersdienst was organiek een onderdeel van de militaire gezondheidsdienst. In alle legerafdelingen had elk bataljon een aalmoezenier, die belast was met de geestelijke zorg, maar meestal kon worden aangetroffen bij de hulpposten of in de militaure hospitalen. Zo was Frans Van Hoeck op 12 augustus '14 aanwezig op het slagveld van Halen, waar hij hielp bij het evacueren van gewonden. Op 13 oktober, tijdens de aftocht uit Antwerpen, leed het 1e Gidsen behoorlijk zware verliezen bij de afweergevechten rond de Leie tussen Landegem en  Merendree. Aalmoezenier Van Hoeck besloot vrijwillig bij de gewonden te blijven, maar werd twee dagen later ziek, met een  zware longontsteking in een Gents hospitaal opgenomen.  Een achtergebleven militaire geneesheer achtte hem niet langer meer fit voor de militaire dient en op 3 november werd hij eervol uit het leger ontslagen en naar huis, in casu Hoogstraten gestuurd. Op 5 november kwam hij uitgeput en doodziek aan in de woning van zijn broer, gemeentesecretaris Arthur Van Hoeck, waar hij tien dagen later aan de gevolgen van zijn ziekte overleed.  Onder massale publieke belangstelling werd E.H. Frans Van Hoeck op zaterdag 21 november '14 begraven in de familiekelder aan de zuidzijde van de St. Catharinakerk.

    In het begin van de oorlog droegen de aalmoezeniers nog hun religieuze ambtskledij, zoals hier duidelijk te zien is op een foto die eind augustus '14 was gemaakt van F. Van Hoeck. Alleen een gevlochten driekleurig koord op de priesterhoed en een armband met kruis moesten het onderscheid maken met de 'gewone' geestelijken. Pas in oktober '15 zouden ook de aalmoezeniers in een kakhi-uniform worden gestoken...

    18-11-2014 om 10:48 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (54 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEKBESPREKING: 'VOOR DEN KOP GESCHOTEN'.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik wil er een gewoonte van maken om met grote regelmaat boeken te bespreken die op een of andere manier aan de Eerste Wereldoorlog gerelateerd zijn. Kwestie van mijn medemensen bij te staan bij hun pogingen om door de bomen het bos te zien, want de wildgroei aan publicaties die n.a.v. 100 Jaar Grote Oorlog is ontstaan maakt het zelfs voor doorwinterde lezers moeilijk keuzes te maken. Ik wil graag beginnen met een boek dat intussen al vijf jaar geleden van de persen is gerold, maar dat door het onderwerp en het verrichte onderzoek ver boven de korenmaat uitsteekt. 'Voor den kop geschoten - Executies van Belgische spionnen door de Duitse bezetter (1914-1918)' voert ons mee naar een van minst belichte bladzijden uit de geschiedenis. Terwijl er boekenkasten vol werden geschreven over het verzet tijdens WO II, is het aantal degelijke publicaties over dit onderwerp tijdens WO I op de vingers van één hand te tellen. Op basis van tot op heden nauwelijks ontsloten archiefmateriaal wist auteur Jan Van der Fraenen een uitermate boeiend boek te schrijven dat chronologisch opgebouwd, aandacht besteedt aan sommige van de belangrijkste Belgische en geallieerde inlichtingrendiensten die tijdens WO I op ons grondgebied (en soms daarbuiten) actief waren. Op basis van dit archiefmateriaal wist hij niet alleen een aantal mythes die rond de tot de verbeelding sprekende spionageactiviteiten werden geweven te doorprikken, maar had hij ook oog voor de mannen en vrouwen achter de netwerken. Mensen van vlees en bloed met  goede maar ook mindere kantjes. Het boek licht niet alleen een tip van de sluier m.b.t. de organisatie van de belangrijkste geallieerde inlichtingendiensten, hun missies en rekruteringsmethodes maar verschaft ons ook nieuwe inzichten in de manier waarop de Duitse contraspionage functioneerde. Een andere grote verdienste is dat de auteur haarfijn uit de doeken wist te doen op welke manier de processen werden gevoerd, met de nodige aandacht voor de cruciale rol van de advocaten en hoe de vonnissen van - eventuele - genadeverzoeken tot strafuitvoering, lees executies verliepen. Een ander absoluut pluspunt is het door de auteur samengestelde 'Register van terechtgestelden 1914-1918 wegens vaderlandse diensten' dat voor het eerst een volledig biografisch overzicht geeft van de tijdens WO I in ons land terechtgestelden.  Het is niet écht verwonderlijk dat uitgerekend Jan Van der Fraenen (°1982) dit boek geschreven heeft. Nadat hij in 2005 afgestudeerd was als licenciaat in de Geschiedenis ging hij eerst aan de slag in het Memorial Museum Passchendaele 1917 in Zonnebeke. In die periode werkte hij mee aan het tot stand komen van het boek 'Passchendaele 1917: het verhaal van de doden en Tyne Cot Cemetery'. Sinds 2008 is hij als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Legermuseum in Brussel en zat hij bij wijze van spreken aan de bron, niet alleen door de daar gearchiveerde gegevens m.b.t. de politieke gevangenen maar zeker ook door het nog grotendeels onontgonnen Archieffonds Moskou. En dat er nog heel wat materiaal in archiefdozen ligt te sluimeren illustreerde hij trouwens in 2011 opnieuw als coauteur van 'Spioneren voor het vaderland. De memoires van Evarist De Geyter (1914-1918)'. 

    'Voor den kop geschoten - Executies van Belgische spionnen door de Duitse bezetter  (1914-1918)' is een uitgave van Roularta Books, Roeselare    ISBN 978 90 8679 219 1

    17-11-2014 om 23:01 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (64 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IETS OVER HET ONTSTAAN VAN DE FRONTBEWEGING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In augustus 1914, op het ogenblik van de Duitse inval in ons land, kwam het grootste deel van het kader van het Belgische leger en zeker de hogere officieren uit de Nederlandsonkundige burgerij en hadden zij weinig of geen begrip voor de problemen en noden van de gewone soldaten, die voor de overgrote meerderheid Vlamingen waren. Deze diepe sociale en culturele kloof was er weliswaar al voor het uitbreken van de oorlog. Maar na het begin van de vijandelijkheden zou deze kloof nog verbreden. Door een samenloop van omstandigheden en het demografische overwicht van de Vlamingen zou het Nederlandstalige contingent in het veldleger tot bijna 70 % oplopen, terwijl het officierenkorps aanvankelijk voor 85 % uit Franstaligen bestond... Het Frans was dus de omgangstaal, niet alleen voor de officieren onderling, maar ook in de verhouding tussen het kader en de 'gewone' dienstplichtigen. Het was de taal waarin de bevelvoering plaatsvond. De wet op het gebruik van de talen in het leger die in 1913 was goedgekeurd door het parlement, moest pas in 1917 toegepast worden. Gelet op de bijna traditionele minachting van de Belgische beroepsofficieren voor het Nederlands werd ze niet of hooguit erg slecht nageleefd. De gemiddelde Vlaamse soldaat accepteerde bij het begin van de oorlog, deze taalverhoudingen, overigens als normaal. Dat hij ze op den duur als vernederend begon te beschouwen, was te danken aan de invloed van zijn Vlaamsgezinde kameraden. In de brute realiteit van de oorlogsgruwel ervoeren de, in de loopgrachten als tweederangsburgers behandelde Vlaamse piotten, immers dagelijks hoe het Vaderland écht in elkaar stak.

    Van overheidswege werd niets ondernomen om daar ook maar enige verandering in te brengen. Integendeel, de zorg van  de militaire én politieke overheden ging in de eerste plaats naar het herstel van het, in de eerste oorlogsmaanden sterk gehavende leger, en de eenheid van het land. Omdat men 'in het gezicht van de vijand' alleen aan 's lands verdediging mocht denken, werd elke uiting van Vlaamsgezindheid, elk teken van protest tegen onrecht, iedere vraag om meer begrip en toenadering als een militair vergrijp gezien.... Dat die situatie niet volledig geëscaleerd is, was voor een groot deel te danken aan de aanwezigheid van een kleine, maar vastberaden groep van Vlaamsgezinde intellectuelen aan het front. Hun aarzelend opgestarte actie kwam ontegensprekelijk het moreel van de troepen ten goede. Eens het IJzerfront in het voorjaar van 1915 gestabiliseerd was, ontstonden er door hun toedoen - in de geest van de vooroorlogse Vlaamse studentenbeweging - al spoedig achter de frontlijn studiekringen en socio-culturele gezelschappen. Op relatief korte tijd ontplooiden deze kringen een grote werking die niet alleen intellectuelen maar ook gewone volksjongens - ook van over e taalgrens - aansprak. In de schoot van deze werking verschenen tientallen - meestal regionaal georiënteerde - Vlaamse frontblaadjes, men stichtte een toneelgezelschap en ijverde voor het behoud van de zedelijkheid. Dit laatste was zeker geen overbodige luxe, gelet op de spectaculaire toename van venerische ziekten in het leger. Het werk van Heldenhulde zorgde ervoor dat de gesneuvelde Vlaamse militairen niet langer onder een ééntalig Frans 'Mort pour la patrie' werden begraven, maar een naar een Keltisch kruis gemoduleerde zerk kregen waar de blauwvoet van de Vlaamse studentenbeweging opwiekte onder het 'Alles voor Vlaanderen / Vlaanderen voor Kristus'-motief van diezelfde beweging.

     Het was duidelijk dat aan deze werking een uitgesproken Vlaamsgezind accent kleefde en precies hier wrong het schoentje. Deze eerder onschuldige actie stuitte immers al vrij snel op het onbegrip en wantrouwen van de officiële instanties. Later gevolgd door tegenkanting en niet lang daarna op een formeel verbod van de legerleiding. De taaltoestanden in het leger werden niet zozeer gekenmerkt door een rigoureuze onderdrukking van het Nederlands - de discipline in het Belgisch leger  werd aanvankelijk immers op een vrij gematigde wijze gehandhaafd -, maar veeleer door het enggeestige optreden van de militaire overheid, die de verdediging van - de overigens door de wet beschermde -taalrechten louter als insubordinatie beschouwde en zich zelfs niet afvroeg of er niet een of ander haperde aan het in het leger heersende taalregime. De gevolgen bleven dan ook niet uit: Vlaamsgezinde militairen die openlijk voor hun overtuiging uitkwamen werden gestraft, overgeplaatst, van het front verwijderd en kwamen in strafkampen en gevangenissen in Frankrijk terecht. Deze blinde repressiegolf veroorzaakte op zijn beurt ontegensprekelijk een radicalisering onder de Vlaamsgezinde manschappen die verkozen in de clandestiniteit verder te werken: de Frontbeweging was geboren.... 

    17-11-2014 om 11:27 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (103 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG - FRONTPOËZIEDAG
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     Vanaf nu ga ik proberen elke zondag een staaltje van frontpoëzie te geven. De primeur is voor het gedicht 'Aan onze dooden'. Een gedicht van de hand van de Turnhoutse oorlogsvrijwilliger Ward Hermans (1897-1992), soldaat in het 6e Linieregiment.


    'Zijt gij dood en begraven / En vergeten misschien / Uwe kruisen en graven / Niet worden ontzien...

    Gaaft ge uw bloed en leven / Voor den droom van uw hart / Niets werd u gegeven / Dan schrijnende smart...

    Gingt ge, lijdende, stervend / Van het slagveld vandaan / Uw bloed werd nog, tergend / Met onrecht belaan...

    Rust ge zacht onder zoden / Op het eenzame veld / Ge wordt, lieve dooden / Dan nog niet geteld....'

    16-11-2014 om 12:30 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (196 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KINDSOLDATEN ZIJN VAN ALLE TIJDEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 11 november zond de BBC 'Teenage Tommies' uit, een beklijvende documentaire over té jonge vrijwilligers die tegen de rekruteringsofficieren gelogen hadden over hun echte leeftijd en vaak zonder medeweten van hun ouders dienst hadden genomen in het Britse leger. Naar schatting zouden niet minder dan 250.000 jongemannen, jonger dan 18 jaar, dienst hebben gedaan in het Britse leger tijdens de 'Great War'. Eén op tien zou gelogen hebben over zijn leeftijd. Sommige verhalen waren hartverscheurend . Zo was er Horace Iles, die als 14-jarige dienst had genomen nadat iemand hem in de tram een witte veer - symbool van lafheid - had overhandigd. Nadat hij gewond was geraakt en terug naar het front was gestuurd, smeekte zijn zus hem in een brief zijn ware leeftijd te onthullen.  De brief kwam een paar weken later ongeopend terug omdat Horace Iles intussen gesneuveld was... Al even beklijvend was het verhaal van Aby Bevinstein, een 15-jarige Londenaar, die nadat hij shell-shock had opgelopen in de loopgrachten, als deserteur werd gefusilleerd in 1916... 

    Ook het Belgische leger kende een aantal piepjonge oorlogsvrijwilligers. Wat maar weinig mensen weten is dat twee van de jongste vrijwilligers afkomstig waren uit Hoogstraten. Meerlenaar Hubert Van Tongerloo was geboren op 9 april 1899, wat betekende dat hij 15 jaar en 4 maanden oud was, toen de oorlog uitbrak. Nadat bekend was geworden dat zijn broer John Van Tongerloo op 8 november '14 bij de zware afweergevechten rond Ramskapelle was gesneuveld, trok Bert Van Tongerloo eind februari '15 de grens over om zich aan te melden als oorlogsvrijwilliger. Hij loog over zijn leeftijd en werd op 19 maart '15 aangenomen in het Belgische rekruteringsbureau in Folkestone. Hij belandde een paar dagen later in een opleidingskamp in Valognes bij Cherbourg. Na een basisopleiding als infanterist kwam hij al op 16 augustus '15 met het stamboeknummer 2245 in de 3e compagnie, 3e bataljon van het 1e Regiment Grenadiers terecht. Zijn verblijf aan het front was echter van korte duur want op 15 oktober '15 werd hij al wegens ziekte naar het militair hospitaal van het Fransvlaamse Bourbourg (Broekburg) geëvacueerd. Zijn aandoening moet behoorlijk ernstig zijn geweest, want pas op 23 maart '16 kwam hij terug bij zijn eenheid aan het front terecht. Op 1 januari '17 muteerde hij naar het 2e Regiment Grenadiers. Het was in de rangen van dit regiment dat hij de rest van de oorlog uitdiende. Tijdens het geallieerde Eindoffensief werd hij op 5 oktober '18 gewond en overgebracht naar een Belgisch militair hospitaal in Beaumarais. Op 16 november, 5 dagen na de Wapenstilstand vervoegde hij opnieuw de rangen van zijn, door de strijd, behoorlijk uitgedunde compagnie. Op 26 augustus '19 werd hij in Keulen met onbepaald verlof gestuurd. Kort nadien koos hij voor een militaire beroepscarrière en werd hij rijkswachter. Een loopbaan die hij zou beëindigen als adjudant-chef en brigadecommandant in Veurne. Bert Van Tongerloo was drager van 5 frontstrepen en een kwetsuurstreep. Hij werd onderscheiden met de medaille van de Oorlogsvrijwilliger, het Oorlogskruis met Palm, de Overwinningsmedaille '14-'18, de Herinneringsmedaille '14-'18 en de lintjes van Ridder in de Orde van Leopold II en Ridder in de Kroonorde.

    Jan Van Ginneken werd op 9 maart 1900 in Hoogstraten geboren  in het landbouwersgezin van Henri Van Ginneken en Rosalia Van HoogendonK; Hij had enkel lager onderwijs in de Gemeenteschool genoten en was vanaf zijn 11e kolendrager. In augustus '14 was hij 14 jaar en 5 maanden. Amper 15 jaar oud engageerde hij zich op 17 april voor het Belgisch leger in Folkestone. Uit zijn dossier is duidelijk dat de rekruteringsofficieren doorhadden dat hij had loog over zijn leeftijd, maar toch werd hij niet geweigerd. Blijkbaar wist men niet goed wat met hem aan te vangen en dus werd hij naar een opleidingskamp in Normandië gestuurd waar hij eerst aan de slag kon als hulpje. Pas op 15 augustus '15 werd hij toegelaten tot een opleiding al infanterist en op 14 december belandde hij aan het IJzerfront in de rangen van het 1e Regiment Karabiniers/Wielrijders. Een paar maanden later, op 26 februari '16 om precies te zijn muteerde hij naar de cavalerie, meer bepaald het 4e Regiment Lansiers. Tijdens de gevechten die de geschiedenis in zouden gaan als de 'Slag om Merkem' werd hij op 18 maart '18 gewond door granaatscherven bij De Kippe. Na een kort verblijf in een militair hospitaal te Vinkem werd hij op 10 juli '18 opnieuw goed bevonden voor de dienst. Hij nam met zijn eenheid deel aan het moordende Eindoffensief en wist dit zonder kleerscheuren te doorstaan. Op 28 juli '19 werd hij met onbepaald verlof gestuurd.  

    15-11-2014 om 20:20 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (160 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN MEMORIAM LOUIS HUYBRECHTS (1892-1914)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op de foto ziet u het militaire ereperk op de stedelijke begraafplaats van Mechelen. Hier ligt in graf nr. 256 Louis Huybrechts (voor alle duidelijkheid : geen familie) begraven. Hij werd op 25 november 1892 in Hoogstraten geboren en was bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in loondienst bij mijn overgrootvader koperslager Charel Verstraelen. Hij werd gemobiliseerd en vervoegde meteen als soldaat de 10e cie, 3/2 van het 26e - later 6e - Linieregiment. Hij sneuvelde op 2 oktober '14 in een schuttersput  in het centrum van Sint-Katelijne-Waver.  Hieronder volgt het relaas van ooggetuige eerste sergeant-majoor Gaston Cornelissen over de dood van zijn dorpsgenoot en jeugdvriend: 'Door de overmacht verplicht achteruit te wijken, bevonden wij ons na twee maanden strijd in de omheining van Antwerpen. Onoodig daar veel over te zeggen, gezien eenieder die droevige dagen en den val onzer Scheldestad herinnerd. Mijne nieuwe compagnie ontving het bevel post te nemen in het dorp Katharina Waver. Op mijne beurt moest ik de gemaakte versterking op het kerkhof dezer gemeente bezetten, de overige mijner soldaten in het gemeentehuis en de nabijstaande huizen (die uitzicht gaven op het fort) plaatsen. Gedurende drij volle dagen en nachten werden wij beschoten door de Duitsche artillerie. Beschieting, die ik nooit zal vergeten en welke ik sindsdien nooit heviger heb meegemaakt. De mannen gedroegen zich als ware dappere soldaten. Iedere maal dat ik mijne posten bezocht, vond ik Huybrechts op zijne plaats, zijne vlammende oogen in de richting der Duitschers. Een stevige handdruk, eenige woorden van moed en ik verliet hem om mijn ronde voort te zetten.

    Uitgeput van vermoeinis, ontmoedigd door de talrijke verliezen, werden wij in den namiddag van den vierden dag, 1 october, aangevallen door het vijandelijke voetvolk. Wij weerstonden aan den opmarsch, doch in den nacht, ondanks de voorzorgen, waren zij er toegekomen, het grootste gedeelte van het dorp te omsingelen. In den morgend, nieuwe hevige aanvallen der Duitschers; wij weerstonden nogmaals en velen van hen betaalden hunne stoutheid met hun leven. Op zeker oogenblik seinde men mij dat de post op het kerkhof aangevallen was. Aanstonds begaf ik mij ter plaatse, eenige bevelen, een hardnekkige wederstand en de Duitschers trokken terug, verschillende der hunnen achterlatende. Wat heb ik de jongens moeten bewonderen, zij vochten als leeuwen, nooit zal ik die oogenblikken vergeten ! Vooral Huybrechts gedroeg zich als een held, zijne stoutheid, de uitdrukking zijner verwrongen gelaatstrekken zullen mij nooit ontgaan. Na hem nog eenige woorden van moed toegestuurd te hebben moest ik naar mijne andere posten wederkeeren. Eenigen tijd later rukte de vijand weder voorruit; door de groote overmacht en gansch uitgeput waren wij genoodzaakt achteruit te trekken. Toen ik op kerkhof kwam om den post te verwittigen , vond ik mijnen vriend Louis ten gronde. Een bal kwam hem in 't hoofd te treffen. Aanstonds knielde ik bij hem neder om, zoo het mogelijk was, te helpen. Doch te laat, de kogel had hem op slag gedood. Als verdwaasd beschouwde ik mijn ongelukkigen vriend. Het gevaar ziende waarin wij ons allen bevonden, bevool ik mijne mannen zich terug te trekken. Nogmaals wierp ik eenen laatsten blik op het reeds doodskleurige gelaat mijns vriends, tranen ontvloden mijne oogen en ziende dat het totaal onmogelijk was hem mede te voeren, verwijderde ik mij, zwerende de dood mijns vriend en ouden schoolmakker te wreken. Het was meer dan tijd, want de Duitschers zaten op mijne hielen...'

    Eerste Sergeant Cornelissen vergiste zich in de juiste plaats waar zijn jeugdvriend sneuvelde. Op basis van bronnenonderzoek ontdekte ik dat Louis Huybrechts niet op het kerkhof, maar in een schuttersput op het marktplein, op enkele tientallen meters van de begraafplaats is gestorven. Een tragisch detail is dat Jan Smets, een gemilitariseerde arbeider uit Sint-Katelijne-Waver, die ermee belast was Huybrechts te begraven, tijdens deze lugubere karwei zwaargewond werd door een vlakbij inslaande granaat. Hij zou acht dagen later in het Militair Hospitaal van Antwerpen aan de opgelopen verwondingen bezwijken... 

    15-11-2014 om 20:16 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (102 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OP KONINGSDAG
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag 15 november is het op de officiële Belgische kalender koningsdag - vroeger ook wel dag van de dynastie - genoemd. Nu de laatste weken het beeld van Albert I als mythische 'koning-ridder' weer  kritiekloos wordt opgeklopt geef ik graag Anton Van Wilderode's gedicht 'Gewoon maar een steen ' als remedie tegen dit Belgicistisch hoera-patriotisme:

    Gewoon maar een steen die gekanteld lag / gewoon een soldaat die hem liggen zag / als puin tussen puin langs een muur / want het dorp en de wereld waren vernield, -/wat heeft hem - vermoeid waar hij zat, bezield / om profeet te zijn in dàt uur ?

    De hand die niet beeft houdt de boze kwast / voor het ongeduld van de letters vast / en schrijft zonder stem: Hier ons bloed, - / daaronder opstandig: Wanneer ons recht , -/ want niets wat tevoren werd toegezegd / maakt het zéér van de inzet zoet.

    Gewoon een soldaat die gevallen is / in de winterkou in de wildernis /  in de zomer van zeventien, / gewoon maar een steen met een grote wens / die tegen de grond ging en die geen mens / in zeventien jaar heeft gezien.

    Maar een steen des aanstoots geworden, een steen / die staat tegen alles en iedereen / en terecht op de plaats waar hij staat, / de steen van de nimmer geloste schuld / de steen van het Vlaamse ongeduld / én de steen van de Vlaamse staat !

    15-11-2014 om 18:41 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (172 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NA 100 JAAR NOG STEEDS GEVAARLIJK...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Deze voormiddag werd in het Oostvlaamse Melle een vliegtuigbom uit de Eerste Wereldoorlog onschadelijk gemaakt door de ontmijningsdienst D.O.V.O. Het projectiel werd donderdag ontdekt bij graafwerken aan de Nonnenwegel. Binnen een straal van 500 m. van de vindplaats werden deze ochtend alle woningen ontruimd. Volgens schattingen van de experts zou men drie uur nodig hebben om de bom onschadelijk te maken, maar de klus werd op minder dan een uur geklaard. Dat deze bom uitgerekend hier werd gevonden is niet zo verwonderlijk want deze omgeving vormde tijdens WO I een belangrijk Duits spoorwegenknooppunt in het zgn. Etappengebiet en was dan ook geregeld het doelwit van geallieerde bombardementsvluchten.

    15-11-2014 om 15:59 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (25 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOG LOPENDE KEMPISCHE TENTOONSTELLINGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tot en met 30 november lopen er nog twee boeiende tentoonstellingen in de Kempen.

    In Mol kan men dagelijks van 13.30 u. tot 16.30 u. in het C.C. ''t Getouw' - Molenstraat 2 terecht voor de tentoonstelling 'Slijk, Stank & Gas: Molse soldaten in Wereldoorlog I'. In Geel kan men nog tot het einde van deze maand in 'De Halle' - Markt 1, naar de tentoonstelling 'Gelenaars in de Grote Oorlog'.  Beide initiatieven warm aanbevolen..!

    15-11-2014 om 12:09 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE EERSTE HOOGSTRAATSE GESNEUVELDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De eerste soldaat uit Hoogstraten die tijdens de Eerste Wereldoorlog zou sneuvelen was de 22-jarige Jan De Groot, soldaat in de 4e cie, 1/4 van het 9e Linieregiment. Jan de Groot was op 18 augustus 1891 in Hoogstraten geboren als oudste zoon in het gezin van sigarenmaker Antoon De Groot en Wilhelmina Van Der Sanden, beiden van Nederlandse nationaliteit. Jan De Groot was heel zijn jeugd Nederlander tot hij in 1910 de Belgische nationaliteit verwierf. Het gezin De Groot woonde,  met twee zonen en een dochter, in de Gelmelstraat. Als milicien van de klas van 1913 was hij op het ogenblik van de Duitse inval in actieve dienst. Net als veel van zijn streekgenoten kreeg hij zijn vuurdoop bij de verdediging van Luik. Het 9e Linieregiment en haar zustereenheid, het 29e Linieregiment , kregen het in die eerste oorlogsdagen bijzonder hard te verduren in de geïmproviseerde stellingen tussen de forten van Boncelles en Embourg. De verliezen die beide eenheden leden, waren zo hoog dat deze twee regimenten, na de terugtocht uit Luik werden samengesmolten tot één regiment.

    Op zijn 22e verjaardag, op 18 augustus, kwam een groot gedeelte van het 9e Linieregiment , ondersteund door een detachement van de IIe Legerdivisie, in en rond Aarschot stelling nemen om de terugtrekkende beweging van het veldleger op de zgn. Dijle-stelling te dekken. Het 9e Linie beschermde hierbij de noordelijke toegangswegen tot het Demerstadje. De 4e compagnie van het 1e bataljon, waartoe Jan De Groot en Meerlenaar John Van Tongerloo behoorden, had als opdracht gekregen de lijn van de spoorweg, die de Liersebaan kruiste, te bezetten en verkenningen uit te voeren op de wegen naar Lier en Herselt. 's Nachts werd door de compagniecommandant, kapitein Joris Gilson, de mitrailleursectie ter hoogte van de spoorweg in stelling gebracht, zodat ze elke defensieve actie efficiënt zou kunnen ondersteunen. Jan de Groot en zijn makkers waren intussen, bijgelicht door toortsen, bezig de overweg te versperren en de steenweg af te spannen met prikkeldraad, die uit de omliggende weilanden werd 'geleend'.

    In de vroege ochtenduren merkten Belgische verkenners vijandelijke troepenbewegingen. Omstreeks 05.00 u. seinde de wachtpost van De Groots compagnie, die zich op de Aurodenbergmolen bevond, dat grote aantallen Duitse infanteristen, begeleid door cavalerie en gevolgd door veldgeschut vanuit Herselt in aantocht waren. De goed verschanste Belgen lieten hen tot op een kleine 150 meter van hun stellingen naderen voor ze het vuur openden. De Duitsers werden onaangenaam verrast door de tegenstand en lieten extra machinegeweren en later ook artillerie aanrukken om de taaie weerstand te breken. De bevelhebber van het 9e Linieregiment, kolonel Flébus, was zich maar al te goed bewust van de stijgende druk op Gilsons compagnie en stuurde de 3e compagnie van het 3e bataljon ter ondersteuning naar voren. Deze mannen zouden er, ondanks de zware beschietingen, in slagen om Gilsons compagnie te bereiken. Nog geen uur later kregen de meeste Belgische eenheden rond Aarschot het bevel om de vertragingsmanoeuvres af te breken en zich al vechtend terug te trekken op Mechelen. De compagnie van Gilson ontving dit bevel tot terugtrekking echter nooit. De uitgestuurde koeriers waren immers gesneuveld voor ze Gilson hadden kunnen bereiken. Vertwijfeld bleven Jan de Groot, John Van Tongerloo en hun kameraden weerstand bieden aan de alsmaar sterker wordende Duitse aanvalsmacht.  in het groeiende besef dat hijgeïsoleerd was geraakt, besloot Gilson kort na 08.00 u. - op zijn eigen verantwoordelijkheid - de handdoek in de ring te gooien, en terug te trekken. Het peloton van luitenant Fauconier, waartoe Jan De Groot behoorde, zou achter blijven om de moeizame terugtocht te dekken. Ze veroorzaakten opnieuw ernstige verliezen in de Duitse rangen. Net voor de Duitsers hun stellingen innamen, wist John Van Tongerloo samen met een tiental anderen de dans te ontspringen en de rest van het regiment te vervoegen. De Duitsers waren woest omwille van de onverwachte felle weerstand en de geleden verliezen. Dit zou zich wreken in een onverbiddelijke jacht op 'in burger verklede Belgische soldaten' en 'franc-tireurs'. Zes burgers werden in de buurt van het gevechtsterrein meteen afgeknald en in een paar woningen kraaide de rode haan... Jan de Groot was in de loop van de ochtend gekwetst door een kogel in de linkerarm en een hardnekkig gerucht situeert hem in een groepje van een twintigtal krijgsgevangenen die - tegen alle internationale regels in - door de dolgedraaide Duitsers op de oever van de Demer werden gefusilleerd. Zijn stoffelijk overschot werd in ieder geval een paar dagen later, zwaar verminkt uit de rivier opgevist. Een mogelijke getuige van zijn dood was de uit Merksplas afkomstige Gust Peeraer, een beroepsvrijwilliger in het eveneens bij Aarschot ingezette 6e Linieregiment. Peeraer - die na de oorlog gemeentesecretaris van Merksplas zou worden - verhaalde hoe 28 krijgsgevangen, waaronder hijzelf, werden opgesloten in een magazijn aan de rand van het stadje. Het grootste gedeelte van deze gevangenen waren mannen uit Fauconiers peloron , die het dus niet hadden gehaald. Bovendien werden er ook nog enkele opgepakte burgers binnengebracht.  Omstreeks 16.30 u. werden ze ruw uit hun voorlopige gevangenis gesleept en een tiental minuten later aan de oever van de Demer onder vuur genomen door de Duitsers. Verschillende gevangenen wierpen zich in het water, in de hoop zo aan het moordende vuur te ontkomen, maar ze werden neergeschoten. Alleen Peeraer en een niet nader geïdentificeerde soldaat van het 9e Linieregiment, konden zich redden. Peeraer had zich bij het eerste salvo meteen op de grond geworpen. Hij werd, toen hij in het slijk op de Demerdijk lag, door een kogel getroffen, die - gelukkig voor hem - alleen zijn dikke, wollen overjas doorboorde. Door te simuleren dat hij dood was, hoopte hij zich te kunnen redden, maar een Duitse officier gaf bevel hem in de Demer te gooien. Hij liet zich een stukje afdrijven. Zich vastklampend aan een overhangende tak  en steunend op een paar stenen in de bedding wist hij het hoofd boven water te houden tot de Duitsers uit zijn gezichtsveld verdwenen waren. In burgerkleren die hij ergens gestolen had, kon hij door de Duitse linies raken en in de loop van de volgende nacht opnieuw het leger vervoegen. Jan De Groot was één van de 127 Belgische militairen die hun weerstand bij Aarschot met de dood moesten bekopen.  Hij rust nu samen met 137 burgers die in Aarschot werden vermoord op het ereperk van de begraafplaats van Aarschot...

    14-11-2014 om 23:16 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (117 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN MEMORIAM JACOB (1892-1914) EN WILLEM (1896-1916) BERGE

    Jacob Frans Bergé werd op 14 augustus 1892 geboren in het Hoogstraatse gezin van schrijnwerker Frans Antoon Bergé en Cornelia Verbeeck. Vier jaar later volgde zijn jongere broer Willem Lodewijk. Ze liepen beiden school in Hoogstraten in de gemeenteschool bij meester Van Bergen en begonnen nadien hun vader te helpen als schrijnwerkers in het werkhuis achter de ouderlijke woning op het Moleneind. Bij het uitbreken van de oorlog werd Jacob gemobiliseerd als soldaat in de 1e cie, 1/1 van het 8e Linieregiment. Met deze eenheid belandde hij in Namen. Op 22 augustus '14 werd hij bij de felle afweergevechten tussen het kasteel Beauloy en het steunpunt Bois Royal zo ernstig gewond dat hij niet kon worden meegevoerd door de terugtrekkende troepen die hem voor dood achterlieten op het slagveld. Pas twee dagen later werd hij ernstig verzwakt door bloedverlies door Duitse brancardiers aan de rand van een smeulend korenveld ontdekt. Hij werd overgebracht naar het noodhospitaal dat was ingericht in het College 'Notre Dame de la Paix' in de Naamse binnenstad. Hij bezweek hier op 3 oktober '14 aan de opgelopen verwondingen. Volgens zijn militaire dossier werd hij begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Champion in graf A-26, maar dit bestaat niet. Na lang zoeken vond ik zijn laatste rustplaats een paar jaar geleden terug op het kleine Frans/Belgische militaire ereperk op de Naamse begraafplaats Belgrade.

    Zijn jongere broer besloot, nadat de familie eind december '14 op de hoogte was gebracht van het sneuvelen van Jacob, zijn plaats in te nemen. Hij vluchtte samen met een paar andere dorpsgenoten in de lente van '15 over de rijksgrens en wist via Vlissingen naar Folkestone in Engeland te geraken waar hij op 21 mei '15 dienst nam als oorlogsvrijwilliger. Na zijn basisopleiding in Frankrijk kwam ook hij in het 8e Linieregiment terecht. Zijn verblijf aan het IJzerfront was echter van korte duur want op 3 mei '16 werd hij in een verbindingsloopgraaf in Kaaskerke dodelijk getroffen door granaatscherven in zijn hoofd. Willem Bergé werd begraven op de militaire begraafplaats van Adinkerke in graf nr. 1413. Jaak en Willem Bergé waren niet de enige twee Hoogstraatse broers die zouden sneuvelen, maar daarover leest u later meer op deze blog... 





    14-11-2014 om 00:00 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (98 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE EERSTE GESNEUVELDEN VAN HET KANTON HOOGSTRATEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De allereerste soldaat uit het kanton Hoogstraten die tijdens WO I sneuvelde was Louis Van Den Heuvel uit Zondereigen. Hij was op 16.05.1893 in Loenhout geboren en was op15.03.1913 als milicien met stamnummer 111/60240 in dienst gegaan bij het 11e Linieregiment. Op het ogenblik van de mobilisatie, eind juli '14, was hij dus in militaire dienst, maar in verlof omdat hij als boerenzoon toestemming had gekregen zijn ouders te helpen bij de oogst . Louis Van Den Heuvel trok meteen naar de kazerne in Hasselt en vertrok van daar met de trein naar Bellaire omdat zijn regiment , als onderdeel van de IIIe Legerdivisie belast werd met de verdediging van Luik.  Het regiment, onder leiding van kolonel Karel Dusart, was een van de eerste Belgische eenheden die in contact kwamen met de Duitsers. Van Den Heuvels' bataljon werd in de nacht van 5 op 6 augustus in haar bivak op de begraafplaats van Rhees verrast door doorgebroken troepen van de Duitse 34e Brigade. In de pikdonkere nacht kwam het tot een verschrikkelijk gevecht, vaak lijf-aan-lijf, dat niet minder dan drie uur duurde. Kolonel Dusart sneuvelde aan het hoofd van zijn mannen, terwijl Van Den Heuvels bataljonscommandant, majoor Frère zwaargewond van het slagveld werd weggedragen. De uiteengerukte en gehavende compagnieën werden door de overlevende officieren in twee groepen verzameld: Eén groep werd naar het stadscentrum van Luik gestuurd, terwijl de tweede - met Louis Van Den Heuvel - Herstal als bestemming kreeg. Onderweg werd het restant van Louis' compagnie echter opgeëist door kapitein Grossmann van het 32e Linieregiment. Onder zijn leiding nam L. Van Den Heuvel deel aan de tegenaanval op de begraafplaats die ze een paar uur daarvoor in verwarrende omstandigheden hadden moeten prijsgeven. Ondanks de hoge verliescijfers, slaagden ze er in hun oude posities te heroveren. Meer nog, bij deze tegenaanval maakten ze 239 krijgsgevangenen, waaronder 5 officieren... Vrijwel onmiddellijk na dit gevecht belandde Van Den Heuvel met een paar mannen van zijn peloton in een loopgracht bij Herstal waar hij gedood werd door een kogel. Hij was een van de 41 mannen van het regiment die hun eerste gevecht niet overleefd hadden. Niet minder dan 437 anderen uit het 11e Linie werden gewond of waren vermist. Een merkwaardig detail is dat Van Den Heuvel werd begraven op de begraafplaats van Rhees, dezelfde begraafplaats waar hij zijn vuurdoop had gekregen.... Op de foto, die van kort na deze gevechten dateert, ziet u trouwens het massagraf dat werd aangelegd voor de gesneuvelden van het 11e Linieregiment.

    De volgende dagen zouden overigens nog twee militairen uit het kanton Hoogstraten sneuvelen in de sector Luik. Adriaan Van Dijck uit Rijkevorsel (°1893) diende als soldaat in de 6e cie, 2/2 van het 12e Linieregiment. Deze eenheid, o.l.v. kolonel Jules Jacques - een echte ijzervreter - behoorde eveneens tot de IIIe L.D. en maakte al meer dan 25 jaar deel uit van het vaste garnizoen van de 'Vurige Stede'. De piotten van het 12e Linie lagen al vanaf 2 augustus rond Wezet, Lixhe, Halcourt, Argenteau en Hollembaye ingekwartierd om bij het minste teken van onraad uit te kunnen rukken.  Wanneer op 4 augustus de huzaren van generaal von Marwitz voor de strategisch belangrijke Maasbrug bij Wezet verschenen, vonden ze een bataljon van het 12e Linie op hun weg. Van Dijck's eenheid was dus de eerste reguliere infanterie-eenheid die in contact kwam met de invasietroepen. De mannen van zijn bataljon - waartoe nog een aantal andere mannen uit de Noorderkempen behoorden - waren er trouwens ooggetuige van hoe de Duitsers met bootjes de Maas, ten noorden van de forten, overstaken om de Belgische stellingen aan te vallen. Kort daarvoor had een Duits vliegtuig boven hen gecirkeld en pakken proclamaties van generaal von Emmich uitgeworpen, waarin de Belgische soldaten werden opgeroepen geen weerstand te bieden. Een oproep die duidelijk in dovenmansoren viel bij de mannen van het 12e Linie, want de Duitse voorhoede botste op hardnekkige weerstand. Een paar soldaten van het 12e Linie slaagden er zelfs in om op 5 augustus, bij een tegenaanval, het vaandel van het 89e Regiment Mecklemburgse grenadiers te veroveren. Maar het was vooral bij Pontisse, Herstal en Queue-de-Bois dat het regiment zich dusdanig onderscheidde dat het de eervolle vermelding 'Luik' op haar regimentsvaandel mocht dragen. Om niet ingesloten te geraken in het Luikse, liet generaal Leman als sectorcommandant, de IIIe Legerdivisie een paar dagen later terugplooien op de zgn. Gete-stelling. Het was bij de achterhoedegevechten dat Adriaan Van Dijck op 8 augustus werd doodgeschoten. 

    Zijn dorps- en jaargenoot Lodewijk Laurijssen (°1893) diende eveneens in het 12e Linieregiment en was op 6 augustus zwaargewond geraakt. Hij zou op 21 augustus in Luik aan de opgelopen verwondingen bezwijken... 

    14-11-2014 om 00:00 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (101 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INFOBORDEN BRIALMONTFORTEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een nieuw initiatief in het raam van '100 Jaar Grote Oorlog': Vanaf volgende week staan er infoborden langs de Brialmontforten van Antwerpen. De borden - een initiatief van het Antwerpse provinciebestuur - vertellen het verhaal van elk fort, plaatsen het in een bredere context en lichten de hedendaagse invulling van de site toe.  Elk van deze zgn. 'binnenforten', van Hoboken tot Merksem werd van dergelijk bord voorzien. Deze actie kadert in het strategisch project Fortengordels rond Antwerpen en is een samenwerking met de stad Antwerpen, de districten Hoboken, Merksem en Wilrijk, de stad Mortsel, de gemeenten Borsbeek, Edegem, Wijnegem en Wommelgem, Wijnegem Shopping Center, de Universiteit Antwerpen, het Stedelijk Lyceum Topsport en Natuurpunt Zuidrand Antwerpen.

    13-11-2014 om 22:47 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT EEN FOTO NIET VERTELT...

    Deze foto werd wellicht op 30 september of 1 oktober 1914 gemaakt in een ziekenzaal van het Gasthuis van Lier. Deze instelling telde 8 ziekenzalen en had een capaciteit van 150 bedden. Bij de uitvallen van het Belgische leger uit het 'Nationale Bolwerk' Antwerpen fungeerde een deel van het Lierse Gasthuis als militair hospitaal en was er al snel sprake van overcapaciteit. Vanaf 24 september, toen duidelijk werd dat de Duitsers zich opmaakten voor de bestorming van Antwerpen begon men met het evacueren van zieken en verplaatsbare gewonden. Slechts enkele tientallen zwaargewonden die moeilijk konden getransporteerd worden bleven achter in het Gasthuis. Op 29 augustus, bij het begin van de beschietingen van het Netestadje,sloegen drie granaten in op de oostelijke vleugel en in de Gasthuistuin. De schade was groot: een deel van de zoldering, met de grote, eeuwenoude moerbalk die we op de foto kunnen zien, kwam naar beneden. Overal kan men de gaten zien die door de rondvliegende scherven in de muren werden geslagen. Het beeld van de losgerukte gordijnen, een paar ransels die inderhaast op een bed waren gesmeten, de achtergelaten uniformstukken en de voor zich uit starende militair, versterken de indruk van destructieve chaos. Deze foto van verwoesting in een plaats die op genezing gericht was, ging de wereld rond en veroorzaakte een golf van internationale verontwaardiging.

    Wat deze foto niet vertelt is dat er bij deze granaatinslag twee vrouwen en 8 militairen, die er werden verpleegd, op slag werden gedood. Eén van hen was mijn stadsgenoot Jozef Gildemijn. Hij was op 28 maart 1888 in Hoogstraten geboren in het gezin van Jan Gildemijn en Maria Jespers. Van 1908 tot 1909 had hij zijn legerdienst gedaan bij de Grenadiers. Bij de mobilisatie kwam Jef Gildemijn met het stamnummer 136/46664 terecht in het 2e Regiment Grenadiers. Met deze eenheid nam hij op 26 en 27 augustus '14 deel aan de herovering van Hofstade en de achtervolging van de Duitse troepen in de richting van Zemst en Schipdonk.  Tijdens de tweede uitval raakte hij op 12 september zwaar gewond door shrapnelkogels in een geïmproviseerde loopgraaf bij Rotselaar; waarna hij naar Lier werd overgebracht. Jef Gildemijn kreeg een laatste rustplaats op de Belgische Militaire begraafplaats aan de Mechelsesteenweg in Lier in graf nr. 111. Het is wellicht een merkwaardige speling van het lot dat Jef Gildemijn uitgerekend in Lier om het leven kwam. Amper een jaar voor hij er sneuvelde was hij immers naar Lier verhuisd om er aan de slag te gaan als agent in het stedelijke politiekorps....





    13-11-2014 om 10:59 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (107 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TENTOONSTELLING SHOOTING RANGE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De tentoonstelling 'Shooting Range - Fotografie in de vuurlinie' die normaal gezien tot 11.11.2014 in het Antwerpse Fotomuseum liep, wordt wegens groot succes verlengd tot 1 februari 2015. Deze meer dan interessante tentoonstelling onderzoekt op een boeiende manier welke invloed fotografie op de oorlogsvoering heeft gehad en welke invloed oorlogsvoering op de fotografie heeft uitgeoefend. Een absolute aanrader....

    Adres FoMu: Waalse Kaai 47, 2000 Antwerpen.  tel.: 03/ 242.93.00

    Openingsuren: Dinsdag t.e.m. zondag van 10 tot 18 uur. Maandag gesloten. Let op: het FoMu sluit op 24 en 31 december om 14 uur. Het museum is eveneens gesloten op 25 en 26 december en op 1 en 2 januari.

    13-11-2014 om 08:58 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET OORLOGSDAGBOEK VAN FONS VERSMISSEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    'Meester' Jef Versmissen, de gewezen directeur van de Hoogstraatse basisschool, publiceert sinds augustus van dit jaar met de regelmaat van de klok op zijn blog uit het oorlogsdagboek van zijn grootvader AlfonsVersmissen (1893-1968). Ik heb een paar jaar geleden al de kans gekregen om dit dagboek in te zien en was ervan onder de indruk. Het getuigt niet bepaald van grote literaire kwaliteiten, maar het vormt, precies omwille van de directheid waarmee de zaken rauw en zonder franjes aan het papier werden toevertrouwd, een uniek tijdsdocument. Bovendien maakte Fons Versmissen de Eerste Wereldoorlog mee in de rangen van het 7e en later 17e Linieregiment en precies deze eenheden hebben deelgenomen aan sommige van de belangrijkste gevechten van de oorlog aan het Belgische front. Een absolute meerwaarde is dat Jef Versmissen heel wat tijd heeft gestoken om de belevenissen van zijn grootvader niet alleen te kaderen in het grote verhaal van de oorlog, maar ook oog heeft gehad voor de 'petite histoire' van wat er intussen thuis in zijn geboorteplaats Zondereigen gebeurde. En dit vormt zeker ook een meerwaarde want Zondereigen was het énige stukje van Baarle-Hertog dat tijdens WO I bezet werd door de Duitsers. De rest van de gemeente lag immers door de eeuwenoude, unieke staatskundige indeling, omringd door Nederland, ten noorden van de rijksgrens.

    Een absolute aanrader dus: htttp://oorlogsdagboek14-18fonsversmissen.skynetblogs.be/

    13-11-2014 om 00:00 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (112 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN FLANDERS FIELDS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Binnen minder dan een maand, op 8 december om precies te zijn, zal het exact 99 jaar geleden zijn dat in het Britse  'Punch'-Magazine' John McCrea's gedicht 'In Flanders Fields' - weliswaar anoniem-  voor het eerst verscheen. Het sloeg meteen aan en werd een van de populairste oorlogsgedichten. Anton Van Wilderode hertaalde in 1970, ter gelegenheid van de 50e IJzerbedevaart, 'In Flanders Fields' als volgt:

    'In Flanders Fields staan de papavers rood / onder het zwart gelid der houten kruisen. / De leeuwerik vliegt tegen vuur en dood / gevederd in de hemel van Diksmuide / en zaait zijn lied tussen shrapnels en schroot ./ Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden / nog levenden die liefhadden en streden / voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. / Nu liggen wij alleen in Vlaanderens aarde / in Flanders Fields !

    In Flanders Fields staan de papavers rood / tegen de grijze schilden van de zerken. / De wind waait als een boom boven het groot / landschap tussen Langemark en Klerken / dat zich beschermt gelijk een moederschoot. / Wij zijn de doden thans. maar kortgeleden / nog levenden  met leuzen en gebeden / voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. / Nu liggen wij voorgoed in Vlaanderens aarde, / in Flanders Fields !

    'In Flanders Fields staan de papavers rood / als roest gespat over verminkte graven. / De blauwvoet met zijn zuivre vleugels stoot / tegen de hïërogliefen van de namen, / de regen leest de zwarte letters bloot. / Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden / nog levenden almachtig aangetreden / voor dat schoon land waarvan wij zonen waren. / Nu liggen wij doodstil in Vlaanderens aarde, / in Flanders Fields !'  

    12-11-2014 om 23:07 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (150 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GWENN HA DU
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Weinig plekken aan het voormalige Westelijke Front getuigen zo van de inzet van de Keltische volkeren als de akkers tussen Boezinge en Langemark. Op Hagebos vinden we de gedenkplaat voor de Welshe dichter Ellis Humphrey Evans, die onder zijn 'nom de plume' Hedd Wyn de Welshe collectieve geschiedenis inging. Hij raakte op 31 juli '17 dodelijk gewond in de rangen van het 15e bataljon van de Royal Welsh Fusiliers' (RWF), bij de aanval op de hoogte van Pilkem. Hij was een van de 14 mannen van het bataljon die op dag in deze sector het leven lieten. Uit de officiële verliescijfers blijkt dat de Welshe 38e Divisie (waartoe het 15e Bn. van de RWF behoorde), en de samen met hen opererende Welsh Guards op 31 juli '17 bij Pilkem 327 gesneuvelden en meer dan 1000 gewonden telden. Het was dan ook niet meer dan normaal dat uitgerekend op deze plaats in augustus van dit jaar een imponerend monument werd onthuld door Carwyn Jones, de First Minister for Wales om het offer van de Welshmen - maar ook van hun families - te herdenken. Een rode bronzen draak klauwt dreigend op een dolmen, waarvan de stenen werden aangebracht uit een steengroeve bij Pontypridd. 

    Diezelfde 31e augustus '17 kwam, op nog geen halve kilometer van waar Hedd Wyn sneuvelde, ook de Ierse dichter Francis Ledwidge om het leven. Ledwidge die in '13 samen met zijn broer in hun geboorteplaats Slaine een afdeling van de para-militaire nationalistische Irish Volunteers had opgericht, sneuvelde in de rangen van de Royal Iniskillen Fusiliers. Op de plaats waar hij viel, aan de Poezelstraat, staat nu een passend monument met zijn gedicht 'Soliloquy' en een tekstfragment  uit zijn klaaglied voor zijn door de Britten na de Paasopstand terechtgestelde vriend Thomas MacDonagh. Evans en Ledwidge liggen een paar honderd meter verder begraven op 'Artillery Wood Cemetery'. Bij het Welshe monument wappert terecht 'Y Draig Goch', de nationale vlag van Wales met de Rode draak op het groen-witte veld, terwijl we bij het Ledwidge monument de 'Bratach na hEireann' kunnen zien, de nationale driekleur van de Ierse republiek.

    Tussen beide sites, op de hoek van de Poezelstraat en de Langemarkseweg ligt het zgn. 'Carrefour des Roses'. Hier worden de Franse eenheden herdacht die op 22 april '15 als eersten werden geconfronteerd met de grote Duitse chloorgasaanval die het begin inluidde van de zgn. Tweede Slag om Ieper. Concreet ging het om de Algerijnse  45e Division d'Infanterie en de 87e Division d'Infanterie Territoriale. Deze laatste divisie bestond vooral uit Normandische en Bretoense reservisten en daarom kan men op deze site niet alleen een heuse dolmen, maar ook een typisch eeuwenoud kalvariekruis aantreffen die uit Bretagne werden overgebracht. Vreemd genoeg wappert op deze site geen 'Gwenn ha Du', de officieuze vlag van Bretagne. Officieus, omdat deze vlag ergens tussen 1923 en 1925 werd bedacht door de architect Morvan Marchal, een Bretoense regionalist, die redacteur was van het toonaangevende tijdschrift 'Breizh Atao'. Een ontwerper die bijgevolg niet in het hoogste laatje lag bij de officiële Franse instanties. Nochtans wappert de laatste decennia de 'Gwenn ha Du' (letterlijk zwart en wit) aan zowat alle Bretoense gemeentehuizen en officiële gebouwen... Hoog tijd dus dat ook op deze, van symboliek bol staande plaats, de 'Gwenn ha Du' zou kunnen worden gehesen. Wie neemt een initiatief terzake ?    

    12-11-2014 om 22:26 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (149 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GO WEST (bis)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisterenavond moe maar voldaan  teruggekeerd van onze Driedaagse van de Westhoek. Vooral gisteren was hectisch geweest: een kleine 150 km. rondgereden in de, bij het grote publiek, minder 'bekende' stukken van de frontstreek tussen Ploegsteert, Dranouter, Dikkebus, Voormezele en Mesen/Wijtschate. Ruim duizend foto's gemaakt en daarna met mijn onvolprezen eega naar Tyne Cot gereden, kwestie van haar eens te laten kennismaken met de grootste Britse militaire begraafplaats aan het Westelijke front. Niet geheel onverwacht bleek dit op 11 november bijna ondoenbaar. Van ver konden we al de wild gesticulerende pompiers van Passendale aan het werk zien die fungeerden als verkeersregelaars. Met veel moeite een parkeerplaats gevonden, maar we hadden er door de geweldige drukte - ik schat dat er een kleine 3000 bezoekers rondliepen - als snel spijt van, en besloten wat verder de Duitse begraafplaats van Hooglede te bezoeken. Onderweg, op nauwelijks 300 meter van Tyne Cot eerst nog snel gestopt voor een kort bezoekje aan het kleine monumentje van het 85e Bataljon (Nova Scotia Highlanders) Canadese Infanterie, dat in oktober '17 een belangrijke rol speelden bij de uiteindelijke inname van Passendale. In tegenstelling tot Tyne Cot, was hier niemand te bespeuren. Geen kransen, 'Poppy-kruisjes' of kaartjes, alleen maar de verdroogde resten van een tuil rozen, die door de tand des tijds uiteengevallen en verspreid was over de voet van het monumentje... Honderd meter verder was er stapvoets verkeer richting Tyne Cot, maar hier leek al tijden geleden dat er nog bezoek was geweest.... Op de Duitse begraafplaats van Hooglede - die ik nog nooit eerder had bezocht - heb ik een klein uurtje doorgebracht met het zoeken van een paar graven van gesneuvelden uit het Hannoverse Fuselier-Regiment nr. 73 die met Ernst Jünger in Langemark en Passendale hadden gevochten. In dit kleine uurtje heb ik welgeteld twee andere bezoekers op deze site gezien. Het contrast met Tyne Cot kon onmogelijk groter zijn. Of geldt 100 jaar na het begin van de Grote Oorlog nog steeds het Vae Victis.? 

    Het absolute hoogtepunt vormde ditmaal echter niet de ontdekking van een oorlogssite maar van de B&B waar we de nacht van 10 op 11 november hebben mogen doorbrengen. Struinend over het internet hadden we in 't wilde weg gekozen voor de B & B 'In 't stille weg' in de Molenstraat in Kemmel. We werden warm onthaald door eigenaars Hilde en Xavier, sliepen heerlijk in de sfeervolle en piekfijn verzorgde  'Hortensia'-kamer om ten slotte 's morgens echt te genieten van een copieus en heerlijk ontbijt... Ik heb in mijn globtrotterend bestaan al heel wat B&B's mogen genieten, maar deze behoort ongetwijfeld tot de betere categorie. Wat deze B&B - in de ogen van een slagveldtoerist zoals ik - helemaal aantrekkelijk maakt is wel de unieke ligging op het terrein waar in het voorjaar van '18 zo zwaar slag is geleverd in het raam van de verovering van de Kemmelberg. In een straal van 1 kilometer rond de B&B vindt men een zestal CWGC-begraafplaatsen. Op de hoek van de Molenstraat met de Vierstraat ligt ' Kemmel nr. 1 French Cemetery, dat net als 'Klein Vierstraat British Cemetery' aan de overzijde van de straat, werd ontworpen door Sir Edwin Lutyens die, door op een magistrale manier gebruik te maken van nivelleringen en trappen, deze sites perfect wist te integreren in het landschap.  Vlakbij, op het grondgebied van Voormezele liggen 'Elzenwalle Brasserie Cemetery' en 'Ridge Wood Cemetery', terwijl in de richting van Kemmel het eveneens prachtig in het landschap geïntegreerde 'La Laiterie Cemetery' ligt. Vanaf de voorzijde van de B&B kan men net boven het maaiveld het topje zien van het - gelukkig terug gerestaureerde - monument voor de Franse 32e Infanteriedivisie die hier in omgeving heeft deelgenomen aan de zware afweergevechten rond de Kemmelberg. Vlakbij dit monument liggen ook nog twee kleine CWGC-sites nl. 'Suffolk Cemetery' en 'Godezonne Farm Cemetery'. En als kers op de taart is er natuurlijk ook nog het monument voor de Amerikaanse 27e en 30e Infanteriedivisies, die in mei '18 aan het Westelijke Front waren aangekomen en die eind augustus '18Vierstraat en Voormezele hadden heroverd op de Duitsers. Toen de Amerikanen, drie dagen later werden afgelost had de 27e I.D. 1300 en de 30e I.D.  ruim 800 man verloren...

    Ik kan, gelet op het voorgaande niet anders dan deze 'strategisch gelegen' B&B aanraden. Niet alleen voor de historicus of slagveldtoerist maar ook voor iedereen die op zoek is naar rust, landelijke stilte en natuurschoon, want dat laatste krijg je hier in overvloed.... Adres: B&B 'In 't stille weg': Molenstraat 4 , Kemmel - Tel.: 0477/43.23.51  - intstilleweg@gmail.com

    12-11-2014 om 12:08 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (88 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UIT HET DAGBOEK VAN JAN VERBUNT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Precies een eeuw geleden liepen de zware afweergevechten aan de IJzer en rond Ieper stilaan af en begon wat men later de loopgravenoorlog zou gaan noemen. Graag geef ik op deze blog een citaat uit het oorlogsdagboek van Jan Verbunt over de IJzerslag. Jan Baptist Verbunt werd op 10 oktober 1887 geboren in Meerle in het landbouwersgezin van Jan Verbunt en Maria Poels. Hij bracht het grootste gedeelte van zijn jeugd in Meerle door, maar na zijn huwelijk met Catharina Peeters verhuisden de jonggehuwden naar Vosselaar. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij gemobiliseerd als soldaat in het 2e Regiment Jagers te Voet met 129/1882 als stamnummer.  Zijn eenheid had zich onder meer bij de 'Verbrande Brug' in Vilvoorde en bij Eppegem onderscheidden bij de uitvallen uit Antwerpen. Tijdens de afweerstrijd aan de IJzer kwam het 2e Jagers aanvankelijk terecht in de sector van Diksmuide en later bij Stuivekenskerke. Op een bijna hallucinante manier beschreef hij de verschrikkelijke strijd rond Diksmuide. Een citaat: 'In den donkeren blinken de witte bajonetten. Boven op onze loopgraven glimt een lijn van staal tegen de aarde. Wij verwachtten den stormloop. Eensklaps een luid gehuil en getier. In 't vuur der geweren loopen zwarte gestalten stormpas over 't land. En tuimelden bij hoopen. Anderen springen er over. Onvoorstelbaar ! Zij rijzen als uit den grond... De mitrailleuzen maaien het leven, langs alle kanten. De schrapnells ontploffen in de ruimte. De dood slaande blindelings, links en rechts. Het roepen en tieren vergaat in gekerm en gehuil. Mannen slaan achterover. De armen wijd opengespreid, vallen met een plof ten gronde...Men gevoelt eene nijpende pijn in de vingers van 't aanhoudend vuren. De oogen zijn als blind van het licht dat rondom en op ons opengloeit. De warmte van de geweerlopen slaat in 't aangezicht. We staan midden in 't vuur... Bij dit alles 't geloei en 't getier als 't gehuil van wilde dieren, ten nachte in d' eenzame velden. Een gezamenlijk laatste salvo doorklinkt de ruimte. Massa's mensenlijven smakken tegen den grond. Voor ons dan vlak in 't aangezicht de bleeke, verwrongen tronies der Duitsche benden, en 't geflikker der bajonetten boven hunne hoofden. De geweren zwijgen. Nu werkt het blanke staal. In den gruwelijken nacht gebeurt de slachting van 't leven. Rechts en links kerft en steekt men. Witte flikkeringen, duizendvoudig, blinken in het donker, verdwijnen in de zwarte gestalten. Roode bloeddruppels glinsteren op de blankheid der wapenen. Een wasem van warm bloed zwendelt rondom ons. Hier is geen menschelijk gedacht, geen medelijden, geen bewustzijn van leven meer. Hier is alleen nog blinde moordwoede, een vaag begeerende wil om de noodzakelijke wreedheid die we begaan. Hier is alleen nog leed, gekerm, gehuil, bloed en dood. Onze oogen schemeren in de onsamenhangende dingen die gebeuren. Het zweet druipt van de wezens, het bloed druipt op de kleederen. Ze hakken en kappen, steken en kerven van weerskanten. Menschen tuimelen, ploffen neder, worden vertrappeld. ze staan met de voeten in 't bloed. En alle dagen, alle nachten, diezelfde nuttelooze herhaling...'

    Jager Verbunt overleefde de IJzerslag en muteerde in december '16 naar de 10e compagnie van het IIIe bataljon van het 5e Regiment Jagers te Voet. Tijdens het geallieerde Eindoffensief  werd hij op 2 oktober '18 zwaar gewond bij de aanval op Moorslede. Hij bezweek tijdens zijn transport naar het militair hospitaal van Hoogstade. Jan Verbunt werd aanvankelijk begraven op de militaire begraafplaats van St. Rijkers (graf nr. 96) maar werd later herbegraven op de BMB Duinenhoek in De Panne waar hij momenteel rust in Blok G, graf nr. 18. Hij liet twee jonge kinderen na... Verbunt's broer Jozef, die als verkenner/wielrijder in de Ve Legerdivisie had gediend, overleed op 19 april '26 in Antwerpen aan de gevolgen van een gifgasvergiftiging. De broers Verbunt waren 2 van de 24 Meerlenaren die tijdens de Eerste Wereldoorlog de hoogste prijs betaalden...

    In 1997 publiceerde ik in het Jaarboek van Hoogstratens Oudheidkundige Kring (H.O.K.) 'Kogels fluiten al zingend over 't water', een selectie becommentarieerde fragmenten uit het oorlogsdagboek van Jan Verbunt. Dit Jaarboek is nog verkrijgbaar in het Stedelijk Museum van Hoogstraten.     

    12-11-2014 om 00:00 geschreven door janhuijbrechts  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (108 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs