Er was eens, ergens in een landje Buitenbeen - hier heel ver vandaan,
Een groot feest waar iedereen heen wilde gaan.
Maar er was één groot probleem,
Dat landje, daar durfde niemand heen.
Want in dat landje, daar woonde de koe
En die zei heel vaak boe!
Daarmee deed hij alle andere dieren schrikken,
Want dat vond hij kicken.
De andere dieren vonden dit helemaal niet leuk,
Enkel de koe lachte zich een breuk.
Op een dag deed hij Sienna, de slang heel erg schrikken
En daardoor moest ze de hele dag hikken.
De koe ging naar de sloot rond vijf voor negen
En kwam rups Robin daar tegen.
De koe riep weer boe!
En rups Robin ging naar de lamas Liam en Lucas toe.
Liam en Lucas stonden te praten met Seppe, het stekelvarken
Want hij wou verhuizen naar Denemarken.
Gelukkig kwamen Nina, Noah en Noor, de neushoorns zich in het gesprek mengen
Om de Lamas Liam en Lucas op andere gedachten te brengen.
Een beetje verderop was Jolien, de Jaguar aan het eten
Om de enge koe even te kunnen vergeten.
Maar de rust duurde niet lang
Want de koe maakte haar weer bang.
De apen, Ayden, Amy, Angel en Auke hadden dit gezien
En telden tot tien.
Ze deden hun ogen toe
Maar hoorden nog steeds boe!
De koe was intussen bij de schapen, Sander en Sander beland
En vond het daar wel interessant.
De leeuw, Lars zag zijn kans mooi om te vluchten
Want hij kon de koe helemaal niet luchten.
Intussen bedachten de mieren, Matteo, Mathies, Matthis, Milan, Mauro en Morris een plan
Om de koe een lesje te leren dan.
Ze vroegen de tijger Tibo om hen te helpen
Samen met zijn welpen.
Tibo zag er het nut niet van in,
Maar zei de spinnen hebben wel zin
De spinnen, Simon en Simon kunnen de koe niet alleen verslaan,
En zijn dus naar de lieveheersbeestjes gegaan.
De lieveheersbeestjes, Linde, Lana, Loize, Luna, Liese en Louka verstopten zich in een lange rij
Achter een grote stengel prei
Samen wachtten ze tot de koe ging komen
En begonnen alvast van de overwinning te dromen.
Maar toen kwam de schildpad Sarah de sfeer verpesten
Door haar snelheid te testen.
Sarah zat midden in een wedstrijd met Raychel, de regenworm
En die was in form.
Uiteindelijk ging de sprinkhaan, Sydelle het eerst over de streep
Toen daarna de eend haar greep.
Eva, de eend kon er niet tegen dat ze sprong
Want ze was jaloers dat zij dat niet kon.
De stier, Scott dacht dat hij de koe kon charmeren
Door een boterham voor haar te smeren.
Jammer genoeg moest de koe hier niets van weten,
Want zij had net gegeten.
De koe had de varkens, Victor en Victor laten schrikken
Om hun eten te kunnen pikken.
Intussen zocht lachduif, Lotte een rustige plek
En zat ze op de rug van de hond, Heike op de bruine vlek
Maar daar mocht ze helemaal niet zijn
Want door de schrik werd Heike heel klein.
Toen ging lachduif naar Obe, de olifant
Maar die had al een andere klant.
Want op de olifant zijn rug
Zaten de arends, Arne en Axel heel vlug.
Daar zitten ze hoog en droog
En houden ze alles goed in t oog.
Muggen Marie en Marie hadden ook een plekje gevonden
En bleven er zo lang ze konden.
Dat plekje was geheim
En doet ons meteen denken aan Emilia, het everzwijn.
Want waar was zij nu weer naartoe
Toch niet naar de koe?
Nee, ze had een afspraak met Elise, Elise en Elise de egels
Bij de oranje kegels.
Maar de koe zat te waken
En wou hen weer bang maken .
Jasmijn en Janne, allebei een jachtluipaard
Keken samen op de kaart.
Zou er een plekje zijn waar de koe niet geraakt?
Een plekje dat hij niet bewaakt?
Isabeau, de ijsbeer
Zorgde altijd voor de sfeer
Want samen met Zeah, de zebra zat ze aan tafel
En genoten ze van een wafel.
En ook cavia, Cedric zat de andere dieren nog steeds te foppen
Met zijn briljante moppen
De ezels Emma en Emma waren de politiehelden
Maar begonnen iedereen uit te schelden
Ze waren helemaal van hun stuk
Want ze hadden het toch zo druk
De 4 goede feeën van Buitenbeen merkten dat er ruzie was in hun land,
En dat vonden ze helemaal niet plezant.
Ze besloten er samen iets aan te doen,
En hoe doe je dat beter dan met een zoen?
Ja hoor, de koe kreeg van elke goede fee een dikke zoen
En werd daardoor helemaal groen.
Daarna schopten de kabouters tegen zijn schenen,
En zakte de koe door zijn benen.
De betovering ging van start,
En de koe kreeg weer een goed hart.
De andere dieren waren niet meer bang
En ze leefden nog gelukkig en lang
|