vandaag en gisteren weêr uitgebreid aan "vitalski terminaal" geschreven... ik vind veel schryfplezier... in plaats van die kinderlyke druk "het moet grappig zyn", is het tegenwoordig gelukkig vooral de vraag: wat vertel ik hier nu eigenlyk.
vrydag 8 feb: balzaal van het gebroken hart, in halle zaterdag 9 feb: balzaal van het gebroken hart, in overpelt zondag 10 feb: vitalski terminaal, in zolder
hieronder volgt er, over een paar items verspreid, het kortverhaal dat kamiel vanhole schreef voor de dag rond rita demeester in permekebibliotheek vandaag, zondag 3 februari, - afgewisseld met willekeurige photo's die een impressie bieden van deze onvergetelyke matinee...
Sorry, mevrouw, maar daar begin ik niet aan. Andere keer misschien. Heb jij eigenlijk de Golfoorlog nog meegekregen?
Die heb ik nog net kunnen volgen, ja. Maar oorlogen hebben me nooit zoveel gezegd. Mij was het om het kleine leed te doen, van mens tot mens. Hoe is het met jou eigenlijk? Hoe doen de kinderen het?
Die heb ik nog net kunnen volgen, ja. Maar oorlogen hebben me nooit zoveel gezegd. Mij was het om het kleine leed te doen, van mens tot mens. Hoe is het met jou eigenlijk? Hoe doen de kinderen het?
Ze zijn groot geworden. De een studeert talen en de ander heeft dreadlocks. En volgens de krant zien ze ons graag. Negen op de tien jongeren kunnen het goed vinden met hun ouders. Ze zijn ook veel nuchterder dan wij, heb ik de indruk. God, Rita, vijftien jaar is lang, besef ik opeens. Van internet, Dutroux of elf september heb jij nooit gehoord. Allemaal dingen die in een mum tot onze leefwereld zijn gaan behoren. Zoveel tranen, zoveel beloftes, zoveel vergetelheid. Het staat in het Frans op de muurvan het Justitiepaleis gekalkt. In het meervoud zelfs. Tant doublis.
Ik kreeg van mn vader nog een klets om mn oren, toen ik een mop tapte over een pastoor die zijn rok ophief.
Ze zwijgt even en ik zie hoe ze haar ogen neerslaat. Daar was ze sterk in, en ook in het zachtjes omkrullen van de mondhoeken. Het leverde een ingekeerde glimlach op die met de jaren triester was geworden. Ogen die zeiden dat het leven een troostprijs was. En dat er al helemaal geen winnaars waren.
Heb je nog altijd zon huiver voor levensbeschouwingen? vraagt ze.
Ze zijn weer helemaal in. Er is volop nood aan jonge martelaren die bereid zijn te sterven voor hun gemeenschap. Hindoes, moslims, Amerikanen... overal staan ze paraat. Maar heb jij daar al niet over geschreven? Hoe heette dat verhaal ook weer?