niet joyce van nimmen, maar james joyce als laatste en arthur rimbaud als eerste hebben de mensheid met overtuiging duidelijk gemaakt wat volgt: er is geen hiërarchie van waardigheid in literaire genres. rimbaud gebruikte middenin lyrische hoogstandjes plotseling afzichtelijke afkortingen, james joyce wisselt zyn erudiete proza naar believen met krantenberichten en annonces af. alles is literatuur. vanuit die optiek getuigt de term "rioolpers" dan ook van een onrechtmatige discriminatie. het is de beledigende variant van de veel meer opwindende term "tabloids". de in vlaanderen volstrekt overgesubsidieerde literatuursector klaagt steen en been over het feit dat er geen lezers meer zyn, maar dat klopt niet. dag allemaal haalt anderhalf miljoen lezers. het tegenover dag allemaal meer avantgardistische tv-familie haalt tweehonderdviyftig duizend lezers (! door my persoonlyk flink gestegen de voorbye twee maanden - echt waar!) wie voor de tabloids zyn neus ophaalt, haalt zyn neus op voor de realiteit: er wordt érg veel gelezen, maar het volk laat zich niet paternaliseren. als schryver wil ik alle registers bestuderen. het register van de tabloids is een literair register als een ander. dat het bovendien een grote afzetmarkt kent, is aardig meegenomen - want: mag literatuur communiceren? ik beschouw myn avonturen in de tabloids als een voortzetting van het werk van james joyce. joyce eindigde in het reigster van zyn romans, ikzelf zet, met het register, tevens de overstap naar het medium.
|