Ik heb de mythe over de Vlamingen en Walen, de Belgen tout court, altijd geloofd. Dat het noorden van ons land bevolkt was met arme keuterboerkes, later uitgemergelde fabrieksarbeiders, die loyaal geholpen werden door enorme geldtransfers uit het rijke zuiden. Toevallig ben ik op een werkstuk uit 2004 gestoten van een VUB-prof, met emeritaat en van liberale signatuur, wat me in beide gevallen een verzekering van enige objectiviteit leek, temeer daar de man gespecialiseerd was in de geschiedenis van de economie. Een mens moet tegenwoordig wat doen om te ontsnappen aan de gemanipuleerde berichtgeving van pers en politiek. Wat blijkt? Er zijn nooit enige geldtransfers van zuid naar noord geweest, en dat van in de 19de eeuw tot nu. Ook niet toen de Vlamingen massaal honger leden en zelfs door ontbering gedecimeerd werden. Ook niet toen kinderen van vijf jaar, zie Daens (film van een Vlaamse baron, dus een onverdachte bron) onder weefgetouwen werkten en daar de dood vonden. Zelfs in de donkerste periodes van onze geschiedenis betaalde Vlaanderen meer, veel méér belastingen dan Wallonië. Kijk, daar werd ik nu heel droevig van, zeker dat stukje ellende in mijn genen dat ik van mijn noodruftige voorouders heb geërfd. Droevig omdat ook de Vlaamse verkozenen van het volk ons zo benadeeld hebben (nee, de schuld ligt niet bij de Walen, ik doe niet mee aan uw verdeel-en-heersspelletje). Droevig omdat die geschiedenis zich altijd, nu ook weer, herhaalt. Want nu lees ik dat de Vlaamse partijen die de verkiezingen verloren hebben weer grote geldtransfers hebben goedgekeurd om toch nog ministerposten weg te kapen. Na al die jaren is zelfbehoud, survival van het individu, nog altijd belangrijker dan de groep. Jongens toch.