Knack, het Vlaamse
kwaliteitstijdschrift bij uitstek, wijdde ooit een artikel aan Bavi. Bij ons
weten was dit een eenmalige gebeurtenis en in die zin een hoogtepunt in de
clubgeschiedenis. Spijtig genoeg was het onderwerp minder positief vermits het handelde
over het eerste faillissement van de club in 1976-1977.
Dit interview werd
afgenomen in oktober 1977, m.a.w.
op een moment dat Bavi alle activiteiten had stopgezet (en dus zelfs niet
aantrad in 4de provinciale zoals in het artikel verkeerdelijk wordt
gesuggereerd).
Voor het interview
met Roger Luypaert trok Knack heelwat paginas uit. Omdat sommige onderdelen
weinig relevant zijn in het kader van de Bavi-nieuwsbrief, namen wij de
vrijheid delen van het artikel weg te knippen. Wij stellen echter graag het
volledige artikel ter beschikking van die lezer die daarom verzoekt.
Wij wijzen er u op
dat het artikel 32 jaar oud is. Om de inhoud van het artikel te kunnen kaderen
moet u daarmee uiteraard rekening houden: het is geschreven in een tijd dat het
basketbal een op alle vlakken amateuristische sport was en er helemaal geen
sprake was van profbasketbal. De vermelde bedragen zijn uitgedrukt in de
muntwaarde van 1977 en zonder correcties dus niet vergelijkbaar met de huidige
bedragen.
Tevens melden wij u
dat het artikel technisch werd bewerkt omdat het origineel in een danig slechte
staat verkeerde dat het moeilijk leesbaar was. De vragen werden vet afgedrukt
BAVI VILVOORDE ZET
DE KLOK TERUG.
Bavi staat dus niet in tweede
afdeling meer, maar begint met een schone lei in vierde provinciaal. Niet meer
of niet minder!
Dat
is inderdaad zo, en ik vind het jammer voor de basketballsport, en dan zeker
voor Vilvoorde en omliggende gemeenten in het bijzonder. Maar ja, de
omstandigheden hebben ons er toe verplicht.
Omstandigheden die dan wel van zeer
doorslaggevende aard moeten zijn geweest, om zo maar van de ene dag op de andere
zijn plaats in tweede te verkopen.
Zeg
dat wel. Eigenlijk was ons probleem tweevoudig, het feit dat we finaal geen
sponsor konden aantrekken en dan de jonge ploeg die het niet aandurfde om toch
zonder Amerikanen in tweede te starten.
U meent het niet!
Toch
wel, de meesten onder hen hebben niet het karakter noch het lef van de
Bus-spelers uit Lier. Ze zijn niet bereid het zware leergeld te betalen en elke
wedstrijd overspeeld te worden. Zelfs met een Amerikaan erbij waren ze er nog
niet toe te bewegen. Altijd verliezen is ook niet leuk moet je weten. Maar
eigenlijk betekende het wegblijven van een sponsor de dood van Bavi als topploeg.
Het bestuur heeft dan ook dapper de tering naar de nering gezet.
Voor de show lopen de Amerikanen er
toch bij, zij zijn toch de attractie op het veld?
Daarvoor
worden ze inderdaad geïmporteerd. Maar ze zijn er in de eerste plaats om de
club boven water te houden, om ze competitief te maken. Die jongens zijn zowel
een zegen als een plaag want zo'n prof moet natuurlijk spelen en dat betekent
dan weer ten koste van meestal jonge Belgische spelers die niet graag
voortdurend op de bank zitten. Daarbij zijn die kerels nu niet allemaal direct
zwarte "parels".
Zo zie je maar weer, het blijft
uitkijken met die mannen
Ik
bedoel er niks kwaad mee en ik kan best met ze opschieten, maar het zijn veelal
avonturiers die zo hun eigen mentaliteit hebben. Ze komen hier aan in een
onbekende wereld en starten vol goede wil maar naast het basket zitten ze hier
maar wat te niksen en na een tijdje hangen de meesten in Antwerpen in de
kroegen. Ze eten praktisch niets meer en hun conditie gaat met rasse schreden
achteruit, zodat een bleek afgietsel overblijft van wat ze waren in het begin
toen ze werkelijk de pannen van het dak speelden. Je hebt natuurlijk ook
uitzonderingen zoals een John Ribock maar die had dan ook vrouw en kind bij
zich.
Ribock betekende zoveel als de
glansperiode van Bavi. In 3 jaar van heuse topploeg naar de laagste afdeling,
te snel om waar te zijn.
Na
het seizoen 74-75, seizoen waarin we derde eindigden, besloot de liga om terug
met twee buitenlanders te spelen en wij stonden financieel niet sterk genoeg om
naast Ribock een tweede evenwaardige Amerikaan op te stellen. Juist toen
geraakte Ribock met zijn knie in het sukkelstraatje en ineens bleek ook alle
verstandhouding tussen Amerikanen en Belgen zoek. Dat was wel degelijk de
teloorgang van Bavi. Ik zou zelfs durven spreken van een regelrechte sabotage
van de Belgen.
Wij
zijn dat jaar dan ook gezakt naar tweede afdeling: Op de koop toe liet ook onze
sponsor ons zo maar in de steek: we kregen welgeteld 50.000 frank zodat we met
een gat in de kas zaten van rond de 500.000 Fr. En alsof dat nog niet genoeg
was, kenden we ook een terugloop van de publieke belangstelling. De bedragen
die we afstonden aan de bond waren ook al niet mis. Het gezamenlijke bestuur
heeft dan een lening aangegaan om het seizoen te kunnen uitspelen. Daarop
hebben wij dan ook uitverkoop gehouden omdat er geen andere uitweg meer was.
De basketclubs bestaan blijkbaar bij
de genade van de heren sponsors
Zeg
dat wel. De gemiddelde Amerikaan kost aan een ploeg 500.000 frank. Voeg daarbij
nog de belastingen, een appartement en een auto en je komt makkelijk aan het
miljoen. De Be1gische spelers willen natuurlijk ook hun deel van de koek, zeg
maar een bedrag tussen de 100.000 en 300.000 frank.
U goochelt daar met bedragen die
naar ik aanneem zeker niet meer te vergelijken vallen met de beginperiode
Toen
ik startte in 1964 waren er zes mensen die deel uitmaakten van de VZW. Toen
kwamen we schoon rond met 70.000 Fr voor een seizoen. Aangezien Bavi over geen
zaal beschikte en dat toen vereist werd door de bond, heeft die VZW een klein
kapitaaltje bijeengebracht om een zaal - enfin, een grote garage, ook wel de
hel van Vilvoorde genoemd - in te huren. Daar bouwden we dan een bar aan en zo
kwamen we uit de kosten en kon er voor de spelers zelfs nog een mosselfeestje
af. Maar toen was het wel plezierig spelen en kijken bij Bavi. In 1968 heeft de
gemeente dan voor een waarachtige sporthal gezorgd, waar we ook nog het café
van mochten exploiteren. Dat jaar deed John Ware als eerste Amerikaan zijn intrede
in Vilvoorde. Toen nog voor 7 a
8.000 Fr per maand plus een job erbij. Zo is dat gegroeid en Bavi werd een
vaste titularis van de zesde plaats.
In
het midden van de jaren '70 kon Bavi bogen op een sterk en geroutineerd
Belgisch geheel met Biebel, Bernier, Sterckendries, Becknel, Bourguignon en
Kuyl. Daar kwam dan de uitstekende Ribock bij en dat leidde tot onze beste
jaren van 73 tot 75. De laatste jaren echter werd de aandacht steeds meer
toegespitst op de financiële kant van de zaak en ja, dan is de aardigheid er
ook vlug af. De mensen van de VZW waren trouwens ook niet meer bereid nog
enkele honderdduizenden te riskeren.