Welkom op mijn blog over videokunstenaar Frans Zwartjes. Ik ben een studente aan de mad-faculty en voor het vak 'filmactualiteiten' heb ik het leven van Zwartjes, en drie van zijn werken bestudeerd, namelijk Anamnese, Living, en Visual Training.
Videokunst
is een fenomeen dat ik vaak (niet altijd) heel boeiend en bijzonder
vind, maar vaak ook onbegrijpelijk. Ik wilde het beter begrijpen, in
de hoop dat ik er ook met meer plezier naar kon kijken. De eerste
reden dat ik als onderwerp het van Frans Zwartjes heb gekozen is
omdat hij tot een van de eerste grote Nederlandse Videokunstenaars wordt gerekend. De
andere reden is zijn visuele stijl die mij bijzonder aanspreekt. Zijn
zwart wit films met scherpe contrasten die nog eens benadrukt worden
door heftige grimage geven een visueel duister sfeertje dat mij wel kan
bekoren.
In
dit onderzoek bespreek ik de videokunst van Frans Zwartjes aan de
hand van drie van zijn werken die ik uitgebreid uitlicht. Daarop
volgt een vergelijking tussen de filmische en niet/filmische aspecten
van deze werken die het eindresultaat juist zo bijzonder maken.
Zwartjes werk heeft op meerdere latere kunstenaars een invloed gehad
en ook de videokunst in Nederland helpen op gang brengen en daarom is
het ook belangrijk te kijken naar zijn plaats in het culturele
landschap. Zwartjes heeft een reeks invloedrijke avant garde
kortfilms gemaakt die ook 50 jaar later nog zeer goed tot de
verbeelding spreken. Hij heeft als docent aan de Vrije Academie Den Haag ook een stempel achtergelaten op een nieuwe generatie kunstenaars, die nog steeds met lof over hem spreken, en de invloed die hij op hun werk heeft gehad. En uiteindelijk heb ik mij ook afgevraagd wat deze videokunst met mij, als kijker doet.
Om
Frans Zwartjes te kunnen plaatsen in de kunst- en filmwereld heb ik
in eerste instantie research gedaan naar de oorsprong en inhoud van
videokunst. Er word gesteld dat de stroming ontstond in 1965 met de
Amerikaanse kunstenaar van Koreaanse afkomst, Nam June Paik die een
filmpje toonde van de stoet van Paus Paulus, gefilmd vanuit zijn
taxi.
Na
het bekijken van verscheidene werken van meerdere makers lijkt het
mij dat het doel van veel videokunst is om de kijker aan het denken
te zetten over de realiteit, door deze op een onconventionele wijze
weer te geven. Er is redelijk wat discussie over in welke mate videokunst daadwerkelijk kunst is. Beeldend kunstenaars die zich niet met dit medium bezich houden zien het soms als een luie manier om makkelijke kunst te willen creeeren. In mijn verder onderzoek ben ik echter wel uitgegaan van het idee dat Videokunst wel degelijk een legitieme kunstvorm is, en dat Zwartjes in zijn genre een door velen gewaardeerd artiest is.
Videokunst
is een verzamelterm voor experimentele films, avant-garde film, en
kunst installaties die gebruik maken van video. De
term avant garde verwijst naar een nieuwe genaratie kunstenaars die
experimenteren met nieuwe vormen van kunst binnen hun medium.
Tot 2012 werd videokunst gepromote door het Nederlands instituut voor Mediakunst. Tegenwoordig worden onderzoek, conservering, en distributie gedaan door het LIMA in Amsterdam, een non-profit organisatie voor Mediabehoud. In België wordt aandacht aan videokunst besteed door het kunstencentrum Argos en door de organisatie Contour Mechelen vzw.
Frans
Zwartjes werd in 1972 geboren in Alkmaar. Hoewel hij voornamelijk
bekend is door zijn experimentele films is hij ook een violist en
vioolbouwer, tekenaar, schilder, fotograaf en beeldhouwer.
In
1968 werd hij bekend met zijn films die hun oorsprong vonden als
registraties van zijn performance art. Hij was een van de eerste
beeldende kunstenaars die film als medium gebruikten. Uiteindelijk
zijn er meer dan 50 werken van zijn hand gekomen.
De
sfeer in Zwartjes' films is doorgaans seksueel geladen, psychotisch,
hysterisch en wreed. Hij maakt geen gebruik van standaard narratief,
de vorm is belangrijker dan de inhoud. De acteurs waar hij mee werkte
waren geen professionals, maar zijn vrienden. Hij en zijn vrouw Trix
zijn ook vaak te vinden in de hoofdrollen.
In
1971 ging Zwartjes werken als docent aan de vrije academie Den Haag,
waar hij bekend stond als een leraar die zijn studenten de ruimte gaf
om zichzelf uit te drukken, en met zijn filosofische inzichten toch
een grote invloed heeft gehad op hun ontwikkeling.
In
1990 ontving hij de Ouborg prijs voor zijn werk als beeldend
kunstenaar. (Dit is de
Haagse stadsprijs voor beeldende kunst, genoemd naar de Haagse
kunstenaar Pieter Ouborg (1893-1956). De prijs wordt vanaf 1990
jaarlijks en vanaf 1997 om de twee jaar toegekend aan een Haagse
kunstenaar van wie het oeuvre zowel lokaal als nationaal van belang
is.
)
Michel
Waisvisz
Michel Waisvisz (Leiden, 8 juli 1949 - Amsterdam, 18 juni 2008) was een Nederlandse componist, podiumkunstenaar, en een uitvinder van experimentele elektronische instrumenten. Sinds 1981 was hij artistiek directeur van STEIM in Amsterdam, een studio voor elektronische muziek. Hij verwierf bekendheid door zijn uitvinding, de Kraakdoos, die hij ook gebruikte voor de soundtracks van de films van Frans Zwartjes. Het is een met de hand aanstuurbaar elektronisch instrument. Sinds
het begin van de jaren zeventig trad hij op met een groot aantal
musici en podiumkunstenaars.
Filmografie
Dolls (1968).
16mm, 10 minuten.
Sorbet (1968).
16mm, 9 minuten.
Sorbet
11 (1968).
16mm, 3 minuten.
Birds (1968).
16mm, 6 minuten.
A
fan (1969).
16mm, 7 minuten.
Visual
training (1969).
16mm, 7 minuten.
Lijkensynode
Stage-play (1969).
16mm, 5 minuten.
Compilatie (1969).
16mm 12 minuten.
Anamnesis (1969).
16mm, 18 minuten.
Eating (1969).
16mm, 10 minuten.
Collage (1969).
16mm, 8 minuten.
Spare
bedroom (1969).
16mm, 15 minuten.
Toilet (1969).
16mm, 3 minuten.
Seats
two (1969).
16mm, 10 minuten.
Behind
your walls (1970).
16mm, 12 minuten.
Through
the garden into the living (1970).
16mm, 22 minuten.
They
are five (1970).
16mm, 22 minuten.
Spectator (1970).
16mm, 11 minuten.
Living
(1971). 16mm, 15 minuten.
Moving
Stills (1972).
16mm, 7 minuten.
Filmdecor
opera Blauwbaard (Bela Bartók) (1972).
16mm, 25 minuten.
Audition (1973).
16mm, 40 minuten.
Bedsitters(1974).
16mm, 18 minuten.
Contact (1974).
16mm, 14 minuten.
June (1974).
16mm, 5 minuten.
About
seven minutes (1974).
16mm, 7 minuten.
Mensen
(People) (documentaire) (1974).
16mm, 45 minuten.
Holy
Family (1974).
16mm, 15 minuten.
Body
Art (documentaire) (1975).
16mm, 45 minuten.
It's
Me (1976).
16mm, 35mm, 70 minuten.
Pentimento (1978).
16mm, 73 minuten.
Taboe (1979).
16mm, 5 minuten.
Sportief
en toch gekleed (1980).
16mm, 9 minuten.
In
extremo (1980).
16mm, 75 minuten.
Medea (1982).
16mm, 46 minuten.
Moord
in de Cuyperspoort (1982).
Video 47 minuten.
Rudi
van Dantzig repeteert (1984).
16mm, 46 minuten.
Ik
hou gewoon mijn adem in (1984).
Ballet van Rudi Dantzig, video 33 minuten.
Charon,
filmimpressie(1986).
Naar dansproduktie Zenith, 16mm, 40 minuten.
Preparation(1989).
Video, 10 minuten.
Portret
Truus Bronkhorst, danser (1991).
16mm, 45 minuten.
Voor
het begrijpen van deze film is het belangrijk dat we de betekenis van
de titel kennen.
Anamnese
n 1: de geschiedenis van een patiënt medisch [syn: medische
geschiedenis, medisch dossier ()]
2: het vermogen om te herinneren aan eerdere gebeurtenissen [syn: ()
gedenken,
heugenis ()]
Dus;
een anamnese is het medisch verleden van een ziek persoon. Dit is wat
Frans Zwartjes uit wilt beelden in zijn 15 minuten durende film. Hij
doet dit op een onconventionele en excentrieke wijze. Anamneis wordt
getoond in deel 1, 2 en 3 die steeds een stadium verder gaan. Aan het
eind van stadium 1 zien we Trix al een shot met heftigere make-up.
Dit lijkt een soort directe inleiding naar Anamnesis 2 waarin zij en
Lodewijk zwaar theatraal ziek zijn geschminkt. In Anamnesis 3 zien we
nog meer gebruik van props en ook maken de acteurs uitgebreid gebruik
van elkaars lichamen. (Zoals in al Zwartjes werken is het vrouwlijk
naakt het onderwerp van lichte onderdrukking).
De
beelden geven in opbouwende mate de ziektebeelden weer van een man en
een vrouw, waarvan men kan aannemen dat zij een stel uitbeelden. Er
wordt uitgebreid gebruik gemaakt van grime en props om emotie weer te
geven.
Hoewel
er geen typische verhaalstructuur gebruikt is heeft de film wel
degelijk een opbouw, in de zin dat het uitgebeeldde steeds bizarrer
en heftiger wordt. Zwartjes lijkt te suggereren dat het stel elkaar
aansteekt met hun ziektebeelden. Het
'verhaal' komt zeer langzaam op gang, maar naarmate de ziektebeelden
zich opstapelen wordt de verspringde montage toch steeds heftiger.
Hoewel het geen lineaire opbouw heeft loopt Anamnesis toch op tot een
zeker hoogtepunt.
Anamnesis
is ook anders op te vatten; alsof Trix en Lodewijk het ziekteproces
zelf uitbeelden. Een personificatie van symptomen. Dit idee sluit
goed aan bij hun emotieloze uitdrukkingen, en de apatische manier
waarop ze de ziekte symptomen ondergaan.
Een
minder geslaagde uitbeelding is wellicht het shot waarin Lodewijk
zich in een meer laat vallen, en Trix hem er weer uitsleept. Het
lijkt een iets te gemakkelijke vergelijking met een gevoel van ziekte
dat niet echt lijkt te passen binnen de anders wat meer artistieke
opvatting van een Anamnese die Zwartjes toont.
Living
Titel:
Living
Regie:
Frans Zwartjes
Acteurs:
Frans Zwartjes, Trix Zwartjes
Geluid
en muziek: Frans Zwartjes en Michel Waisvisz
Productiejaar:
1971
Duur:
15 minuten
16
mm kleurenfilm
Zwartjes
verhuisde in 1969 naar Den Haag en maakte in de daaropvolgende jaren
een aantal films over de nog lege kamers in zijn nieuwe huis. Het
vijfluik getiteld Home Sweet Home bevat onder andere de short Living.
Living
is een kortfilm die vooral de verwondering uitbeeldt van een man en
vrouw (Geportretteerd door Zwartjes zelf en zijn vrouw Trix Zwartjes
) voor elkaar, en hun omgeving. Deze omgeving is het interieur van
een huis, dat kaal en wit is, zonder meubilair. De grootste afwijking
in achtergrond is nog wanneer het koppel tezamen een trap op loopt.
In de loop van de film onstaat een seksuele spanning tussen het
koppel, die wordt weergegeven vooral door shot van de benen van de
vrouw onder haar rok, in shots die soms voyeuristisch aanvoelen, maar
soms ook in snelle camerabewegingen die de actrice in vreemde poses
kort weergeven.
Enigszins
bizarre gezichtsuitdrukkingen in close up vormen de hoofdmoot van de
beelden. De camera wordt gehanteerd door Frans Zwartjes zelf, wat er
toe leidt dat het grootste deel van de film bestaat uit close up
shots van zijn eigen gezicht.
Deze
film verschilt met het overgrote deel van de rest van zijn oeuvre in
de zin dat in Living niet geleund wordt op props en grimmage om
dramatische effecten te bekomen. De omgeving is sober en het close-up
acteerwerk, met daarbij theatraal gebruik van gezichtsuitdrukkingen,
zorgt voor de vervreemdende sfeer.
Een
ander gevoel dat deze film heel erg meegeeft is dat Zwartjes bij het
maken van dit project gebruik maakte van wat hij op dat moment voor
handen had. Het is bijna voor te stellen dat hij en zijn vrouw een
nieuw huis hadden gekocht, en dat ze ter plekke besloten een kortfilm
te draaien die hun emoties en verwondering uitbeeldde. Dit gevoel van
realisme ondanks de vervreemdende inhoud helpt de kijker om toch mee
te leven, omdat hij bijna in het moment lijkt te staan.
Living
is een van de films die in de focus wordt gezet door EYE, het
amsterdams filmmuseum, in de tijdlijn van audiovisuele kunst die op
hun website te vinden is.
Visual
training
Titel:
Visual Training
Regie:
Frans Zwartjes
Acteurs:
Christiaan Manders, Trix Zwartjes
Geluid
en muziek: Frans Zwartjes
Productiejaar:
1969
Duur:
8 minuten
16
mm kleurenfilm
"Here
an impassive, Keaton- like figure engages in a sexual, ominous food
orgy with voluptuous, half-nude women whom he paws impotently",
Amos Vogel, film as subversive art (24-5-2013)
Een
duistere, emotieloze, doodse sfeer wordt neergezet door een volledig
gebrek aan gezichtsuitdrukkingen tijdens een reeks bizarre
handelingen. De hoofdfiguur, een zwaar opgemaakte man, ondergaat
samen met enkele vrouwen een soortement voedselorgie. Het doet erg
fetish-achtig aan. Hij smeert eten en ingredienten uit over de
halfnaakte vrouwen, over hun lichaam en gezicht. Een deel van zijn
maaltijd nuttigt hij vanaf de kont en rug van een naakte vrouw die
voor hem op tafel ligt. Doorheen het hele gebeuren staart hij star,
met open mond voor zich uit.
Ook
in deze korte film is geen verhaalstructuur, maar wel een visuele
opbouw te bemerken, ook al springt de montage vaak terug naar eerdere
beelden. Waar de omgeving en acteurs er in het begin nog vrij schoon
uitzien, worden deze in het verloop van de film steeds smeriger en
bedekt in etensresten. Zo ook de hoofdfiguur wiens gezicht in het
laatste shot volledig vol zit met aangekoekte etensresten.
Eind
jaren 60 was Frans Zwartjes een van de eerste Nederlandse kunstenaars
die het filmmedium gebruikte om beeldende kunst te creeeren. Hij
heeft niet voor niets de Haagse Ouborg prijs gewonnen voor zijn
ouevre. Maar waarschijnlijk is zijn invloed het meest doorgedrongen
in zijn leerlingen. Een daarvan is filmmaker Ruud Monster die ook de
documentaire De grote tovenaar over zijn oud docent maakte.
In
'De filmkrant' schrijft recensent Asher Boersma;
Ruud
Monster is de leerling die een film over zijn meester maakt. Hij
bekent sterk door Zwartjes te zijn beïnvloed en doet geen moeite
zijn bewondering te verbergen. De
grote tovenaar is
daardoor soms kritiekloos, maar dat hindert niet. Een begenadigd
filmmaker want dat is Zwartjes is een dankbaar onderwerp,
want de documentaire kan dan doorspekt worden met fragmenten uit zijn
oeuvre.
Een andere student van Zwartjes die het ver heeft geschopt is fotograaf
Paul de Nooijer.
De
richting waarin Paul de Nooijer zich heeft ontwikkeld, is voor een
deel mede beïnvloed door Frans Zwartjes, docent aan de Academie in
Eindhoven en een zeer stimulerende, creatieve persoonlijkheid. Door
hém werd De Nooijer aangemoedigd met fotografie te gaan
experimenteren en samen met hem maakte hij later ook zijn eerste
film. Als een logisch vervolg op zijn opleiding tot industrieel
ontwerper en zijn belangstelling voor fotografie voelde De Nooijer
zich aangetrokken tot de reclamefotografie. Tot begin jaren zeventig
fotografeerde hij voor de reclame-industrie, eerst in loondienst,
maar al spoedig als freelance fotograaf.
Onbekend, Het laatste kunstje van Paul de Nooijer (12-6-2012) ED.nl
Deze foto is meteen een uitstekend voorbeeld van de invloed die Frans Zwartjes op de Nooijer heeft gehad. Vele kenmerken zijn te vergelijken; zwart wit beelden waarin vrouwelijk naakt een hoofdrol speelt, gemaakt met groothoek die voor vervorming zorgt, ongeremde houdingen en een blik die de kijker uitdaagt te oordelen..
Documentaire:
The great cinema magician
Zwartjes
is zelf voortdurend aan het woord, met als enige afwisseling
fragmenten van zijn films. Dit maakt de documentaire enigszins
eenzijdig en er blijkt duidelijk de eindeloze bewondering van zijn
student Ruud monster uit, maar wel zorgt het voor een uitstekend en
uitgebreid beeld van de filmmaker.
Zwartjes
wordt aanvankelijk geintroduceert als muzikant. Hij wilde eigenlijk
pianist worden, maar zijn ouders hadden daar geen geld voor.
Maar
waar hij duidelijk het meest over kwijt wil is zijn bezoek aan een
inrichting voor geesteszieken. Dit heeft hem naar eigen zeggen sterk
beinvloed. Vooral het zien van waarlijk ongeremd gedrag. Hij zegt dat
ongeremd gedrag misschien niet altijd goed te keuren is, maar dat het
hem wel bijzonder intrigeerd. Dit is voor mij bijna als een
verklaring voor Zwartjes werk. Hij lijkt een onderzoek te doen naar
primaire instincten, onverklaarbare handelingen, wilde acties.
De
documentaire toont ook Zwartjes, inmiddels al een oudere heer, aan
het werk met een nieuw project. Enkele jonge assistentes plaatsen
licht en decor naar zijn aanwijzigen. Zwartjes is heel precies in wat
hij wil, maar toch lijkt hij geen vooraf gemaakt plan te hebben. Hij
kijkt ter plaatse, en ziet wat hij wilt creeeren.
Zwartjes
praat veel over alledaagse zaken. Zijn auto die kapot gaat. De
kwaliteit van B-mark camera's. Gesprekken met zijn moeder. Dit zijn
de dingen waar hij zijn inspiratie uithaald. Hij vergoot ze uit, en
brengt ze op een poetische manier tot leven.
In
veel van Frans Zwartjes films zien we een uitbeelding van een
man-vrouw relatie. In de meeste gevallen lijkt dit een machtsspel te
zijn, met een vaak verschuivende machtsverhouding. In Living lijkt de
het personage van Frans dat van Trix te domineren. Maar de wijze
waarop zij dit koeltjes ondergaat, en ook haar zwoele blik en de
seksuele spanning die in haar shots hangt geven haar het aanzien van
een sterke vrouw, compleet vertrouwd met haar eigen seksualiteit. Ze
komt daarom niet over als onderdanig. In Visual training zijn de
vrouwen veel duidelijker onderworpen aan het personage dat Zwartjes
speelt. In dit geval is het minder een machtsspel maar eerder een
machsvertoon, waarin Zwartjes meerdere vrouwen onderwerpt aan zijn
fantasie. Deze vrouwen ondergaan alles, halfnaakt en emotieloos, en
hangen om Zwartjes heen in een compositie die hem het middelpunt van
de belangstelling maakt.
In
Anamnesis gaat de man-vrouw relatie een stuk gelijker op. Maar dit heeft er wellicht ook mee te maken dat de twee personen die we hier zien eerder als metafoor zijn gebruikt voor hetgeen ze uitbeelden; een ziekteproces. Dit is een ander, minder makkelijk te duiden thema dat is Zwartjes werk te vinden is; een zoektocht naar hoe de werkelijkheid waargenomen kan worden, alsook een zoektocht naar de grenzen van ongeremd menselijk gedrag (Zie Visual Training).
Cameravoering
en montage
Zwartjes
deed alles zelf; camera, geluid, editen en ontwikkelen.
In
Anamnesis en Living zien we vooral het gebruik van
handheld camera, die veel vloeiende bewegingen maakt. Een specifieke
camerabeweging uit Living valt op door zijn ongebruikelijke
aard en de visuele truck die het uitvoert op de kijker.In
living maakt Zwartjes gebruik van een 5.7 cm groothoek welke het
vreemde effect vergoot. Een close up van een gezicht in groothoek
zorgt voor vervorming die de kijker een soort hallucinant gevoel
meegeeft.
Close-up
is dan ook hoe Zwartjes zijn vreemde wereld het liefst toont. Door
heel dicht op zijn acteurs en decors te gaan benadrukt hij nogmaals
dat vorm belangrijker is dan inhoud, en creeert een verveemding. De
lijnen die lichamen vormen vullen het beeld. Een
belangrijk weetje omtrent Zwartjes cameravoering is dat hij
monteert in de camera. Dat wil zeggen dat de shots worden opgenomen
in de volgorde waarin ze uiteindelijk vertoont gaan worden
My
own motor system determined the film style, Zwartjes stated in an
interview. It never occurred to me to wonder: can this shot follow
on after this one? If you start wondering about that you should be
looking for another job straight away.
Zwartjes
laat meer dan eens korte stukken van zijn shots herhalen zodat hij
opzettelijk springers verkrijgt, dat wil zeggen; het beeld
verspringt steeds terug naar enkele seconden geleden en de actie
wordt herhaald.
Perfectionist
in techniek
In
de documentaire Frans Zwartjes, the great cinema magician,
noemt Frans zichzelf een perfectionist als het om technische aspecten
van het filmmaken gaat. Als een filmmaker in opleiding vond ik dit
een eigenaardige opmerking. Zwartjes experimenteerd duidelijk
uitgebreid met het medium en zoekt allerlei grenzen en effecten op.
Maar de kaders lijken willekeurig, en onnauwkeurig. Hoofden vallen
regelmatig buiten beeld, er is sprake van over- of onderbelichting.
Maar Frans is niet op zoek naar dát soort perfectie. Hij creeert wat
in zijn ogen perfect is, en daar heeft hij een duidelijk gevormde
mening over.
In
zijn latere werken is toch een verschuiving in zijn technische
vaardigheden merkbaar. Er is meer aandacht voor belichting (Zelfs al
wordt deze gedaan met 'amateuristische' middelen als bouwlampen en
dergelijke.) En kaders lijken toch ook iets meer filmisch dan in zijn
eerdere werk. De inhoud blijft echter vergelijkbaar; ruw, wreed,
willekeurig en seksueel getint.
Niet-filmische
aspecten
Performance
art
In
eerste instantie was Frans Zwartjes geen videokunstenaar, maar een
performance artist, die enkel zijn werk op film wilde vastleggen. Al
snel zag hij echter de mogelijkheden van een camera om zich uit te
drukken. Dit is zeer goed terug te zien in zijn videokunst, waar
extremiteiten worden opgezocht in de vorm van houding, uithouding en
beeldvorming. De oudste van Zwartjes films die ik heb weten te
bekijken is zijn tweede project, 'Sorbet' (1968) en hierin zie je al
meteen dat hij een aanleg heeft voor montage, en ook monteren in de
camera. Hij heeft eigenlijk direct zijn techniek gevonden alsof dit
voor hem de meest natuurlijke vorm van filmmaken mogelijk is.
Theatrale
aspecten
De
extreme uitdrukkingen in close up gefilmd hebben meer weg van theater
acteren dan film acteren. Zwartjes accentueert dit nog meer door het
gebruik van overdreven, theatrale schmink en 'overdressed' acteurs.
Deze uiterlijke kenmerken zijn erg bepalend voor de sfeer van zijn
films.
Verder
zou je ook het gebrek aan verhaalstructuur en logische opeenvolging
van shots kunnen zien als een van de niet-filmische aspecten van
Zwartjes zijn werken. In reguliere film is verhaalstruur het
regerende element. Plot wordt doorgaans gevormd rond een protagonist,
en de shots worden zo gekozen om dit optimaal te ondersteunen. Maar
in de werken van Zwartjes en natuurlijk heel veel andere videokunst
zoals
Samenhang
filmische en niet-filmische aspecten
De
combinatie van alle voorgaande elementen die ik beschreef vloeien
samen een geheel dat alleen zou kunnen werken binnen de videokunst.
In een typisch filmische sfeer zouden de theatrale elementen
overdreven overkomen. Maar de wijze waarop Zwartjes alles samenbrengt
zorgt voor een kunstzinnig geheel die je aan het denken zet, en je
vragen laat stellen over de boodschap van het werk.
Het
concept berust vooral op een sfeerschepping, waar alle elementen,
zowel de filmische als niet filmische, aan meewerken. Wanneer je
bijvoorbeeld de cameravoering zou veranderen in een statische camera,
zou het veel meer aanvoelen alsof we naar een registratie van een
toneelstuk kijken. Maar door vloeiende camerabewegingen,
'first-person' camera, en indringende close-ups maakt hij van een
theatrale inhoud een filmisch iets. Zou je de zwaar theatrale grime
en kostuums wegnemen uit het geheel zou het nooit datzelfde
vervreemdende effect hebben. Deze elementen kunnen niet zonder elkaar
om een geheel te kunnen creeeren dat als kunst ervaren kan worden.
Een
van de eerste dingen waar de kortfilms van Zwartjes mij aan lieten
denken waren de werken van Edvard Munch, zijn eerdere litho's als
"Madonna" en "Vampir".
Deze
vergelijking gaat verder dan alleen de voor de hand liggende visuele
elementen zoals de donkere lijnen van make-up versus verf die de
personages in beider werken een depressieve uitstraling geven. Het is
een uitstraling, een sfeer, en een stijl. Oud-leerling van Zwartjes,
Paul Klooij stelt ook dat Zwartjes filmt als een schilder. Dit is uiteraard niet zo vergezocht gezien Zwartjes ook een beeldend kunstenaar is naast zijn videowerk.
Zelf
zegt Zwartjes ook in de documentaire "De grote tovenaar"
veel beinvloed te zijn in zijn leven door esoterische teksten, in een
tijd in zijn leven waarin hij naar eigen zeggen ''De weg kwijt was."
Literatuur waarbij het altijd ging over het afscheid nemen van de
wereld, teksten die verwant zijn aan het Buddhisme. Hij noemt als
voorbeeld teksten van Rig Veda, de oudst bekende religieuze
hindoeteksten, alsook de Vedante, een hindoistische tekst die bedoeld
is om de lezer naar verlichting te leiden door middel van kennis en
eigen ervaringen. In zijn eigen films probeert Zwartjes in zekere zin
ook te leren door het vergaren van kennis door ervaring.
Een
zeer sprekende recensie over Zwartjes ouvre vinden we terug in het
juryrapport van de Ouborg prijs die hij in 1990 als eerste in
ontvangst mocht nemen;
Dat
de Ouborg Prijs, een prijs voor beeldende kunst, voor de eerste keer
wordt toegekend aan Frans Zwartjes, lijkt misschien verwonderlijk
omdat hij bekend is als filmer en veel minder als schilder en
tekenaar. Het filmen van Frans Zwartjes is echter beeldende kunst,
daar bestaat geen twijfel over. Eerder is er sprake van het
omgekeerde; er zijn nauwelijks argumenten te vinden die hem als
vanzelfsprekend in de rij plaatsen van degenen die bioscoopfilms
maken.
Voor een Oscar zal
hij nooit en te nimmer in aanmerking komen. Vervolgens rijst de
moeilijk te beantwoorden vraag: Waarom zijn zijn films dan beeldende
kunst? Als men ervan uitgaat dat beeldende kunst eerder het resultaat
is van een mentaliteit dan van het hanteren van bepaalde materialen,
raakt men al warm. Maar waaruit bestaat dan die mentaliteit, een
vraag waarmee we op een abstract niveau
terechtkomen.
Het meest voor de hand
liggende antwoord is,
dat al zijn 'film'-gedragingen afwijken van het normale
filmerspatroon en meer op die van een schilder lijken. Voor het
merendeel van zijn films maakt hij geen synopsis, laat staan
een scenario.
Inde meeste van zijn films wordt geen woord gesproken. Degenen die in
zijn films optreden zijn bekenden, die hij schminkt, aankleedt en zó
regisseert dat ze van elke individualiteit zijn ontdaan. Het zijn
zijn modellen, materiaal en verf.
Die opnamen gebeuren in wisselwerking met dat materiaal, dat zich
superieur laat kneden en waarmee hij onconventioneel omgaat, waarmee
alles moet kunnen. Want Zwartjes houdt uitbundig van zijn materiaal,
van de fysionomie van
zijn vrouwen,
van de stoffering, de elkaar versterkende bloemmotieven, van voor- en
achtergrond, de
zwart-wit contrasten,
de sensuele houding als van een odalisk, van lichaamsdelen
uitvergroot tot abstracte vormen.
Zoiets
doet denken aan het plezier waarmee Matisse zijn
vrouwen en interieurs heeft geschilderd. Het plezier van Zwartjes
gaat echter veel werden. De gedragingen van zijn protagonisten
suggereren steeds een ingehouden spanning. Zijn nieuwsgierigheid,
dwarsheid, zijn gedrevenheid om inzicht in de geheimen van het leven
te krijgen weet hij zó absurdistische vorm te
geven dat zin persoonlijke emoties op een algemeen plan komen en door
hun intensiteit tijdloos worden. Bij hem is film geen medium om een
verhaal te vertellen. Het gaat hem om film als film met al zijn
tricks en trucs, zoals het hem bij het schilderen om
het schilderen gaat. Want, zegt hij zelf: 'Hoe dieper je in de
materie graaft, hoe dichter je
bij het mysterie komt.'
Eigen
recensies
ANAMNESIS
Anamnesis
voert de kijker mee in een slopend ziekteproces, waarbij de voor de
hand liggende feiten buiten beeld worden gelaten, maar de diepere
gevoelens en gedachten een plaats krijgen. Als een personificatie van
symptomen beelden Trix en Lodewijk een naamloze ziekte uit. Vreemde
poses, gezichtsuitdrukkingen en bewegingen worden uitgebeeld in
"onjuiste" kaders, die de kijker er enerzijds van weerhoud
zich in het 'verhaal' te verliezen, en anderzijds een sterk gevoel
van realisme oproepen, ondanks de onrealistische acties en reacties
die getoond worden. De onderlinge relatie tussen de zieke man en
vrouw is cruciaal voor de vertelling. Zij beleven samen hun ziekte,
die ook hun verhouding aantast. Gebruik van vreemde props zoals iets
wat blokken gedrenkt in melk lijken te zijn, dienen als metaforen om
te tonen wat een zwaar ziek persoon doormaakt. Tekst en uitleg
blijven afwezig, de toeschouwer kan zelf wel een invulling geven aan
deze vervreemdende film, maar in essentie is het de emotie die
Zwartjes wil overbrengen die vooraan staat.
LIVING
Verwondering,
en een lichte angst voor het nieuwe, het onbekende. Trix en Frans
Zwartjes verkennen de nog lege gangen en kamers van hun nieuwe huis
in Den Haag. De vloeiende camerabewegingen die Zwartjes van zichzelf
en zijn vrouw maakt, zonder in de zoeker te kijken, geven bijna de
intentie van een dans door de stille woning. Living drukt ook een
zekere sensualiteit uit, shots die insinueren dat Frans zijn vrouw
begerig bekijkt, onder haar rok gluurt. Hij lijkt haar te willen
bezitten, gebiedt haar om te knielen, en meer dan eens torent hij
boven haar uit terwijl zij zich op de grond bevind. De
minimalistische muziek van Michael Waisvisz laat de verwonderde
blikken van de acteurs extra huiverig overkomen. De krasserige tonen
maken het haast onprettig om aan te horen.
VISUAL
TRAINING
Hij
staart de kijker aan met een blik die uitdaagt om te oordelen. De
zwaar opgemaakte eter in 'Visual training' smeert met een kalme
uitdrukking etenswaren over de vescheidene halfnaakte vrouwen in de
ruimte.
De
personages lijken vast te zitten in deze ziekelijke wereld.
Emotieloos ondergaan de vrouwen alles wat er gebeurd. Wederom speelt
het vrouwelijk naakt een grote rol in Zwartjes' werk. Hoewel een
verhaallijn ontbreekt, en de montage voor een deel non-lineair is,
zien we toch gebeurtenissen in opbouwende mate. Grime, uitgemeerde
etenswaar, de staat van ontkleding, worden alleen steeds extremer
naarmate de film vordert. De doodse blikken in close-ups maken de
situatie onbegrijpelijk, onvatbaar. Het meest opvallende, en ook
sterkste element van de film is het laatste beeld; een ellenlang shot
van de eter die doodstil voor zich uit staart, zo bewegingsloos dat
het haast een still frame lijkt te zijn. Zo neemt Zwartjes de kijker
tijdelijk mee in een wereld waar de doorsnee mens zich niet in
thuisvoelt.
Toen ik
begon met mijn onderzoek naar de videokunst van Frans Zwartjes keek
ik er nog vrij sceptisch en met onbegrip tegen aan. Nog steeds vind
ik sommige scenes erg heftig om te bekijken. Het is geen werk om
rustig achterover hangend op de bank te bekijken. Het is rauw, vaak
wreed, en op het eerste gezicht onbegrijpelijk. Maar na de afgelopen
tijd vele malen films van Zwartjes te hebben bekeken, ook buiten de
drie werken die ik uitgebreid heb besproken, begon er wel langzaam
een realisatie te komen over waarom Zwartjes filmt wat hij filmt...
Hij is, zoals zo vele avant-garde kunstenaars, geintrigeerd door het
menselijk gedrag, en probeert het uit te pluizen op die gebieden die
hem interesseren, in dit geval dus het ongeremde, beestachtige,
verslaafde, primitieve en instinctieve in de mens. Daarnaast gaat het
Zwartjes er ook om om een medium, namelijk video, zo ver mogelijk uit
te buiten in al zijn mogelijkheden. Techniek om de techniek.
En ten
laatste is het bovenal duidelijk, dat Frans Zwartjes maakt wat hij
maakt, omdat hij hier oprecht plezier aan ondervind. In de
documentaire The Great Cinema Magician zit de oudere Zwartjes
met een tevreden glimlach te vertellen wat een lol ze hadden tijdens
het maken van 'Pentimento' (1978). Een groenteboer hielp met
kratten verrotte groente over tafels te storten. Daar kropen we toen
allemaal als wormen over en onder elkaar doorheen, en toen begon er
eentje te piesen, dat was echt leuk, ja, echt lachen was dat.
Dit
laatste vond ik een redelijk choquerende opmerking om zo rustig geuit
te horen worden. Maar Zwartjes ongewone kijk op dit soort zaken, en
het plezier dat hij er uithaalt, heeft wel juist mogelijk gemaakt
dat hij een reeks heel bijzondere kortfilms heeft kunnen maken, die
hem bestempeld laten worden als 'een van de weinige videokunstenaars
die internationaal van belang is, en ook wel de vader van de
Nederlandse videokunst''.
Om
mij wat meer informatie te verschaffen over Videokunst en hopelijk
ook over Frans Zwartjes zelf, ben ik op zoek gegaan naar iemand die
een interview met mij wilde doen hierover.
In
eerste instantie nam ik contact op met een fanpagina van Frans
Zwartjes, maar dit bleek weinig in te houden en de eigenaar kon mij
niet verder helpen.
Daarna
contacteerde ik het GEM museum voor actuele kunst in den Haag, gezien
zij enige tijd geleden nog een tentoonstelling hadden van Zwartjes'
fotografie, maar hoewel zij mij graag hadden geholpen had ik hier de
pech dat de persoon die hier normaal gezien mee bezig was juist op
zwangerschapsverlof was, en de directeur in een te drukke periode
zat.
Ik
heb uiteindelijk eigenelijk alle informatie die ik nodig had in zowel
geschreven als video interviews die Zwartjes had afgelegd.
Mijn
onderzoek begon op het internet, maar dat heeft mij slechts geholpen
om andere bronnen van informatie te vinden. Ik kwam er achter dat
Frans Zwartjes een interview had gegeven in het tijdschrift "Bres",
een 2 maandelijks blad dat in de ruime zin van het woord de kunst,
cultuur en beschaving van Nederland en Belgie behandelt. Ik vond het
blad te leen in de bibliotheek Centre Ceramique te Maastricht. Het
uitgebreide interview, afgenomen door een oud-leerling van Zwartjes,
getiteld "Genialiteit valt te leren", heeft mij veel
geleerd over de denkwijze van Zwartjes, maar ook over hoe zijn
leerlingen tegen hem aankeken, en van hem geleerd hebben. Ook heeft
de literatuurlijst vermeld bij het interview mij weer geleid naar
nieuwe bronnen, die vooral praktisch waren om experimentele film in
zijn algemeenheid beter te leren begrijpen.
Een
andere belangrijke bron die ik via het internet hebt ontdekt is een
dubbel-dvd getiteld "Frans Zwartjes, the great cinema magician".
Buiten dat de dvd praktisch was om een grote hap uit Zwartjes oeuvre
rustig te kunnen bekijken, eindigt de dvd met een 89 minuten durende
documentaire over Frans Zwartjes, getiteld "De grote tovenaar".
Living (1971),
Zwartjes own favourite film is the much praised climax of his
series Home
Sweet Home,
in which he explores the rooms of his new house in The Hague.
Living has
this weird, indefinable atmosphere, Zwartjes said in an interview.
The strange way people move around and the whining music with it
The film is a demonstration of Zwartjes virtuoso camera work. He
plays the main character and at the same time operates the camera,
which is hand-held while he films himself. Zwartjes: I was strong
as a horse in those days. Two persons, Zwartjes and his wife Trix,
move aimlessly through the house. Living was
filmed with an extremely wide-angle lens (a 5.7) that suggests a
powerful atmosphere of alienation.
Ruud Monsters documentaire over Frans Zwartjes nodigt uit om films van Zwartjes te gaan zien, maar niet noodzakelijkerwijs dankzij Monster.
De camera zweeft op niet meer dan een halve meter afstand over een half ontkleed vrouwenlichaam, vanaf haar lakschoen (waarin een man zijn tanden zet) tot haar hoofd. De vrouw kijkt in de camera en dan weer weg. Het licht komt van rechts, haar neus werpt een schaduw op haar wang. De man heeft zijn vuisten samengevouwen en slaat met kracht in de maag van de liggende vrouw. Voordat de toeschouwer zich realiseert wat er gebeurt, is er alweer een volgend beeld. Niet alleen dat tempo werkt vervreemdend, ook de eigenaardigheid van het beeld, ondersteund door psychedelische pianomuziek. Het is een gefragmenteerd bombardement. Frans Zwartjes (1927) begon ooit als altviolist, maar werd daar niet gelukkig van. Op aanraden van zijn moeder werkte hij een tijd in een psychiatrische kliniek en werd vervolgens kunstenaar, blijvend beïnvloed door wat hij had gezien in die kliniek. Sinds 1968 heeft hij meer dan vijftig, voornamelijk korte films gemaakt. Al eerder werden films gemaakt over Zwartjes, maar oud-leerling Ruud Monster (1953) vond ze allemaal niet goed genoeg. Daarom maakte hij zelf een documentaire over Zwartjes: De grote tovenaar.
Bewondering Ruud Monster is de leerling die een film over zijn meester maakt. Hij bekent sterk door Zwartjes te zijn beïnvloed en doet geen moeite zijn bewondering te verbergen. De grote tovenaar is daardoor soms kritiekloos, maar dat hindert niet. Een begenadigd filmmaker want dat is Zwartjes is een dankbaar onderwerp, want de documentaire kan dan doorspekt worden met fragmenten uit zijn oeuvre. Het werk van Monster is niet veel meer dan interessant opvulsel tussen deze biologerende fragmenten van Zwartjes' films. De cameravoering is af en toe rommelig, maar vooral de kwaliteit van het beeld laat voor een bioscoopvertoning te wensen over. En de toeschouwer moet soms erg lang tegen het pratende hoofd van Zwartjes aankijken. In die interviews pleit Zwartjes voor een onorthodoxe werkwijze. Hij vertelt als docent aan de Vrije Academie in Den Haag zijn studenten steevast dat er geen conventies bestaan waar rekening mee moet worden gehouden. Er is namelijk maar één doel: creativiteit. Het werk van Frans Zwartjes is misschien het best te omschrijven als de verbeelding van een psychoot met een vrouwenfascinatie. Zwartjes vroege werk is zwart-wit, er is vaak op één locatie gefilmd en de takes zijn allemaal in de camera gemonteerd in plaats van op de montagetafel. Het resultaat werkt desoriënterend. Het is onduidelijk wat we precies zien en dat is een onderdeel van de schoonheid: hij schept verwondering. Dat De grote tovenaar uitnodigt om meer werk van Zwartjes te bekijken, is vooral de verdienste van de onconventionele kunstenaar zelf.
Asher Boersma
Vier klassiekers uit Zwartjes' oeuvre zijn in september in het Filmmuseum te zien: Sorbet 3 (1968), Spectator (1970), Living (1971) en Pentimento(1979).