Centesimus Ik ben Quintus Cornelius Centesimus. Ik ben niet ongelukkig want ik ben
heel rijk. Kijk, mijn pot: er zitten veel goudstukken in. Het zijn mijn lieve
vrienden. De pot was lange tijd opgesloten in een oude kist. Nu is de pot
eindelijk vrij en ze geeft me grote vreugde. Maar, sst
mijn pot is mijn
geheime vriendin. De buren, de slaven, mijn dochter, zelfs mijn zoon
weten hierover niets.
Marcus Ik ben Marcus Cornelius Centesimus. Ik ben geen kleine jongen meer
maar weldra zal ik een man zijn! Mijn leven is aangenaam. Ik heb immers
veel vrienden. Maar mijn vader verbiedt me hen uit te nodigen. Maar mijn
vrienden nodigen mij vaak uit. Dan drinken we wijn, we lachen en onze
blijdschap is heel groot. Toch heb ik dit ene tekort (letterlijk: ontbreekt
mij dit ene): een lieve en blije verloofde.
Linus Ik ben Linus. Ik ben een Griek want ik ben in Griekenland geboren. Ik
ben een slaaf. Toch is mijn leven niet hard. Mijn meester is immers
Marcus Cornelius. Hij is geen strenge meester. Integendeel, hij is mijn
vriend. Ik help hem altijd graag.
Agatha Ik ben Agatha. Ik ben een Griekse slavin. Mijn leven is ook niet hard.
Mijn meesteres is immers Lucia. Ze is een rustig en vriendelijk meisje. En
Linus is mijn vriend. Hij is geestig en slim.
Lucia Ik ben Lucia. Ik ben een vrij meisje. Mijn vader is visverkoper. Hij is niet
straatarm maar zeker niet heel rijk. Onze enige slavin is Agatha. Ze is
babbelziek maar blij en vriendelijk. Ze is mijn vriendin.
EINDE
Mvg Latijnse Vertalingen Vestibulum