Kira strekte zich kreunend uit. Hij was als laatste beneden, maar hij voelde dat het langzaamaan tijd werd om te gaan slapen. Hij stond net op toen in de gang geroezemoes op klonk. Yaten stapte de woonkamer binnen, gevolgd door Amaya. Ze verstopte zich achter Yaten.
Yaten, groette Kira kort. Hij liep om de sofa heen en wou naar de trappenhal gaan.
Kira, kan je Yami voor me halen ? vroeg Yaten vriendelijk.
Waarom ? Kira bleef roerloos bij de deur staan. Dit is geen uur meer om mensen wakker te maken, laat staan om bezoek mee te brengen.Het licht ging aan.
Daarom, zei Yaten fel. Hij stapte weg van Amaya. Kira keek over zijn schouder. Meteen verzachtte zijn blik. Hij knikte en verdween in de hal. Yaten loodste Amaya naar de zetel. Hij gooide de kussens op de grond en gebood haar te gaan zitten. Waar zaten die plaids ook alweer ? Yaten trok een lade onder het salontafeltje open en gaf zichzelf een compliment omdat hij meteen de juiste plek had gevonden. Hij sloeg een immense plaid open en gooide die over Amaya heen. Vanuit de trappenhal hoorden ze een fluisterende discussie. Kira was de eerste die terug binnen kwam, meteen gevolgd door Yami. Hoe het mogelijk was, wist Amaya niet, maar zijn lange haren stonden in alle windrichtingen. Zonder zijn bril zag Yami er ook een stuk jonger uit.
Yaten, wat is hier aan de hand ? vroeg hij slaapdronken. Hij sleepte zichzelf naar zijn jongere broer toe en plofte naast Amaya neer in de zetel. Het duurde even voor hij volledig door had hoe ze eruit zag. Wat ?! Yaten, heb jij dit gedaan ?
Echt, Yami ? Ik heb haar zo op straat gevonden ! siste Yaten.
Het spijt me, Yami, kwam Amaya tussenbeide. Ik wou echt geen last zijn. Yami stak zijn vinger waarschuwend op.
Geen woord. Hij fatsoeneerde zijn pyjamahemd, haalde een rekkertje uit zijn borstzak en knoopte zijn wilde haar in een staart. Hoe dit gebeurd is, bespreken we later wel. Eerst moeten we je zien op te frissen. Sta mij toe, voegde hij eraan toe toen hij haar hand nam. Amaya huiverde. Kira hield een verbanddoos over de leuning waar Yami een pincet en een flesje ontsmetting uitviste. Hier zitten stukjes glas of iets dergelijks in. Geef die verbanddoos aan Yaten en ga zitten. Meer hoefde Yami niet te zeggen. Kira duwde het doosje in Yatens handen en vleide zich naast Amaya neer. De manier waarop hij zijn massieve armen rond haar middel legde, gaf haar een veilig gevoel. Hij was zo voorzichtig, alsof ze van porselein gemaakt was. Dit kan wel wat pijn doen.
Hoeveel ? piepte Amaya. Net op dat moment duwde Yami zijn pincet in de wonde. Ze spande volledig op als een houten plank. Kiras grip verstevigde terwijl hij haar sussend toesprak.
Wat het ook is waar je op bent los gegaan, het zit dieper dan ik dacht.
En nu ? vroeg Kira. Zijn kin rustte op haar schouder. Met zijn duim wreef hij geruststellend langs haar zij. Yami haalde zijn schouders onverschillig op.
Ik kan het niet laten zitten, bedacht hij. Als je echt teveel pijn hebt, wacht ik wel even. Amaya schudde haar hoofd. De lieve woordjes die Kira haar toesprak, gaf haar moed genoeg om te verduren wat ze zich in de eerste plaats zelf had aangedaan. Daar gaan we. Toen werd alles zwart.
Kira lag languit op zijn rug te slapen, met zijn hoofd net niet over de leuning en zijn mond een klein beetje open. Zijn rechterhand zat onder zijn nek, alsof hij zijn hoofd zo wou ondersteunen. Zijn linkerhand lag op Amayas rug, die buik op buik tussen zijn benen in, lag te slapen. Haar handen lagen onder haar hoofd, die naar de rugleuning gericht was. Voor Yaten naar zijn slaapkamer was geslopen, had hij zijn oudere broer en het weesje bedekt met een verse plaid. Hij had nog even naar haar gehavende gezichtje staan staren. Ze zag er zo anders uit in haar slaap, onbezorgdheid en vredig. En Yaten vond dat het in scherp contrast stond met haar angstige blik wanneer ze wakker was. Net voordat hij het licht had willen uitdoen, was Kira nog even wakker geworden. Hij had Yaten recht in de ogen gekeken en met één blik bevestigd wat ze beiden dachten.
Slaap zacht, broer, had Kira gefluisterd en met een knipoog ging het licht uit.
Een gesmoorde snik verbrak de stilte van de gevallen nacht. Diep verscholen in een rozenstruik zat Amaya met haar knieën opgetrokken tegen haar borsten. Het licht van de lantaarnpaal viel net op haar handen, die om haar benen gevouwen waren. Haar krullen lagen langs haar gezicht. Enkel die hielden haar wat warm in de koude van de lentenacht. Het was niet bij Amaya opgekomen een jas mee te nemen en de luxe om eerst nog schoenen aan te trekken was er al helemaal niet geweest. Nu zat ze verkleumd uit de rustige wind onder een struik in het tuintje naast de kerk. Wat heb ik gedaan, spookte het door Amayas hoofd, had alles ondergaan. Amaya keek op. Ze was ervan overtuigd dat ze voetstappen hoorde naderen. Het geluid kwam snel dichterbij. Ongemakkelijk duwde ze zichzelf met haar voeten iets dieper de struik in, maar wie het ook was, die had het gehoord. De voetstappen stopten vlak naast haar. Ze bleef zo onbeweeglijk mogelijk zitten. Loop nou gewoon door, dacht ze, ga weg.
Amaya ? De lieve warmte van die stem liet haar schrikken. Ze gooide haar blik op, om recht in Yatens ogen te staren. Zijn blik verstarde bij het zien van haar gezicht. Wat doe je hier ? Wat is er met je gebeurd ?! Hij reikte haar een hand. Twijfelend nam ze de hulp aan. Yaten hielp haar rechtstaan. De doornen van de struik haalden haar armen en benen open, maar na alles voelde Amaya het amper. Yaten deed zn lange jas uit en hing die voorzichtig over Amayas schouders. Daarna nam hij haar kin tussen zijn wijsvinger en duim en duwde lichtjes dwingend haar gezicht omhoog zodat het licht erop zou schijnen. Zijn mond viel open. Amaya, wat is er gebeurd ? Ze wrikte zich los uit zn greep.
Ik heb een ongeval gehad, zuchtte ze onvast.
Dít, zei Yaten krachtig terwijl hij haar rechterpols in het licht hield, is niet van een ongeval. Dát is een handafdruk. Amaya, alstublieft. Wat is er gebeurd ? Iets in zijn stem ontnam haar de mogelijkheid om het af te liegen, maar ze schudde enkel haar hoofd. Kom mee naar mij thuis. Je kan hier toch niet buiten blijven zitten ?
Ik kan jullie niet nog meer lastig vallen, fluisterde ze. Ik moet eigenlijk terug naar het weeshuis. Yaten gromde kort.
Iets vertelt mij dat je daar niet langer welkom bent, zei hij fel. Wou je op straat wonen dan ?
Er is geen andere plek waar ik heen kan Paniek vloog haar rond de keel. Haar ademhaling versnelde en werd onregelmatig. Het was pas toen ze het luidop zei dat Amaya besefte in welke problemen ze zichzelf gestoken had. Yaten had gelijk. Ze was er niet langer welkom ; ze was er in de eerste plaats nooit welkom geweest.
Ga dan met mij mee ! Je moet verzorgd worden.
Ik kan dit niet verwachten nadat je mij eten hebt aangeboden ! Haar stem schoot tien tonen hoger de lucht in. Dat was al meer dan ik van je verwachtte. Trek je hier niets van aan. Je bent me niets verplicht ! Yatens blik werd zachter, meelevend.
Dat klopt, Amaya. Ik ben je niets verplicht. Hij glimlachte lief. Dat is ook helemaal niet nodig. Je hebt hulp nodig. Ik kan je hier niet achterlaten.
Ik hoef geen hulp ! schoot Amaya uit. Yaten trok een wenkbrauw op. Waarom boeit het jou zo ? Waar zit het voordeel hier voor jou ?
Nergens. Yaten sloeg zijn armen over elkaar voor zn borst. En het boeit me niet. Maar toen ik deze middag hulp nodig had, heb jij me ook geholpen. En verwachtte jij daar iets voor in ruil ? Amaya antwoordde niet. Dacht ik al. Hij draaide zich om en keek op naar de klok boven de kerk. Het is al ver na middernacht, Amaya. Kom mee, al is dat maar voor de nacht. Morgen gaan we samen naar het weeshuis. Dan lossen we samen de situatie op. De gedachte om met Yaten naar het weeshuis te gaan en de confrontatie met Josh alweer te moeten aangaan, deed Amaya huiveren. Dat ontging Yaten niet. Hij legde zn hand op haar rug en begon langzaam te wandelen. Ze volgde aarzelend.
Nu jij mij helpt, verwacht je dan iets van mij terug ?
Ja.
Wat dan ? vroeg ze wantrouwig.
Ik verwacht dat je mij toelaat je te helpen. En zonder nog iets te zeggen volgde Amaya Yaten op weg naar zijn huis.
Amaya speelde met een pluisje van een oude plaid op haar bed. Het was iets na tienen s avonds maar ze was helemaal niet moe. Ze voelde hartkloppingen net onder haar linkeroog, waar Josh haar geraakt had met een sleutelbos. Er zat een lelijke, gapende wonde onder haar oog met een bloeduitstorting er rond. Ze zag haast niets meer aan haar linkerkant. Alleen omdat ze zich twee minuten na avondklok had aangemeld. Amaya had geweigerd om Josh te vertellen waar ze geweest was waardoor hij door het lint was gegaan. Het licht was al uit toen hij haar de eerste vuistslag verkocht had. Daarna was ze naakt wakker geworden in haar kamer, waarvan de deur nu op slot was. Intussen had ze zich terug aangekleed, maar Josh vuile goedje hing nog opgedroogd tussen haar benen. Maar in bad kon ze niet. Niet tot Josh haar deur zou opendoen. Amaya huiverde al bij de gedachte dat hij straks terug zou komen. Tranen vochten om een uitweg. Ze schudde haar hoofd, sprong op van bed en ging voor de spiegel staan. Haar armen waren bedekt met blauwe plekken. Op haar rechterpols was een duidelijke handafdruk te zien. Met waterige oogjes staarde Amaya naar zichzelf.
Hou vol, fluisterde ze, haar stem onvast. Na achttien van de twintig jaar dat ik besta, kan er wel nog een jaar bij. Ze boog dichter naar de spiegel om de wonde onder haar oog te bekijken. Je ziet er niet uit, Amaya. Ze probeerde een glimlach op te brengen, maar het mislukte. Ze haalde diep adem, maar er borrelde enkel maar meer woede in haar op. Ze spande zich volledig op, de vuisten gebald.
Achttien jaar ! schreeuwde ze en plantte zonder nadenken haar vuist in de spiegel. Die viel in duizenden kleine stukjes op de grond. Beneden verstomde het geluid. Meteen daarna hoorde ze iemand de trap oplopen. Een ware doodsangst kroop over haar. Ze hield zich klaar voor wanneer de deur open ging.
Amaya ! De sleutels rammelden tegen het slot. De deur vloog open. Josh stond hijgend in het deurgat, in een duidelijke aanvalspositie. Zijn blik viel op de resten van de spiegel, haar bebloede vuist en toen naar haar doodsbange gezicht. Wat denk je wel dat je van plan bent ? Josh stapte op haar af. Alles gebeurde in een fractie van een seconde. Hij wilde haar blonde krullen grijpen en net op dat moment dook ze langs hem heen om de gang op te lopen en de trap af. Zonder nadenken sprong ze aan de vierde laatste trede over de leuning van de trap en sprintte naar de voordeur. Die was enkel gesloten met een schuifslotje.
Amaya ! brulde Josh. Kom onmiddellijk terug ! In paniek keek ze naar de trap. Hij was al halfweg.
Komaan, komaan, fluisterde ze, terwijl ze sukkelde om het slotje open te doen. Zijn eerste voetstap klonk op de stenen vloer toen Amaya erin slaagde de deur te openen. Ze stoof naar buiten, de houten trap af en zonder om te kijken of ook maar een poging te doen te begrijpen wat Josh haar nariep, liep ze het donker in.
Yaten belde aan bij een simpel, maar tamelijk groot huis. Kort daarna deed al iemand open. Het was een even grote jongeman, met een lange paardenstaart van zwarte haren en gifgroene ogen die verscholen waren achter een klassieke brilmontuur. Grote lokken van zijn steile, zwarte haar vielen voor zijn gezicht. Amaya kon haar ogen niet van hem af houden.
Je bent te laat, Yaten, zei hij beschuldigend. Zijn stem was heel wat zwaarder dan die va Yaten, maar het maakte de portier nog tien maal knapper dan hij al was. Waar was je ?
Die Self Scan was een probleem en dan kreeg ik het nog aan de stok met de politie op de koop toe, vertelde Yaten. De jongen trok zijn wenkbrauwen vragend op.
De politie ? Waarvoor ?
Omdat iemand had gebeld om te laten weten dat ik dit meisje zou aangerand hebben, zei Yaten en gebaarde naar Amaya. De jongeman richtte zijn blik op Amaya, die ongemakkelijk de andere kant uit keek.
E wie is deze jongedame ? vroeg hij beleefd.
Dit is Amaya. Als zij er niet was geweest, zat ik nog steeds in de penarie.
Ah Mijn naam is Yami, zei de jongen en ging daarna uit de weg zodat Yaten en Amaya binnen konden. Het huis was gigantisch. Vanbuiten leek het een simpel huisje, maar vanbinnen was het als een kasteel. Amaya staarde onder de indruk naar alles. Yaten keek achter zich en grijnsde.
Kom maar mee, dan zie je meteen ons echte huis. Met een open mond volgde Amaya. Als dit al indrukwekkend was, wat was hun echte huis dan niet ? Verder in de hal klonk er muziek en iemand die luidkeels aan het meezingen was.
Ah ! Je bent thuis ! riep iemand. Er verscheen nóg een jongen, die net iets kleiner was dan Yaten. Hij had even lang zwart haar als Yami, maar het was niet in een paardenstaart. Hij droeg ook geen bril en zijn ogen waar violet. Hij had een grappige glimlach waar ieder meisje zou voor smelten. Hij greep de plastic zak uit Yatens handen. Je krijg een boterham minder omdat je zo laat was ! riep hij terwijl hij weer weg liep. Amaya keek naar de spiegels en schilderijen aan de muur. De bloemen die op de kasten stonden, bloeiden en met hun kleuren gaven ze een opgewekte sfeer aan de kamer. De muziek speelde nog steeds, maar er zong niemand meer mee.
En wie is die knappe, jonge vrouw die je hebt meegebracht, Yaten ? Je hebt haar toch niet ontvoerd, hoop ik ? Amaya bloosde. Is het daarom dat de politie je tegen heeft gehouden ? Yaten zuchtte. De plasticzak-dief verscheen weer en grijnsde. Hoe heet u ? Amaya werd nog roder. Hij maakte een hele diepe buiging en stak een hand uit. Ze aanvaardde hem niet, maar dat hoefde blijkbaar ook helemaal niet. Op zijn pols zag ze vage witte lijnen. Littekens waarschijnlijk, dacht ze.
Ik heet Amaya, antwoordde ze en neeg haar hoofd.
Aangenaam. Mijn naam is Kato. Hij keek haar doordringend aan. Mijn broer heeft u toch geen pijn gedaan, hoop ik ? Amaya schudde haar hoofd heftig. Rustig aan, meid, we willen niet dat je meteen een hersenschudding oploopt. Kato nam haar hoofd vast. Amaya bevroor, maar vond de moed niet om zichzelf te verdedigen. Ze hield haar adem in tot hij haar los liet en viel toen op haar knieën, happend naar lucht.
Excuseer mij, meid. Dat wist ik niet. Hij bood Amaya zn hand, maar ze weigerde. Ik mag, hoop ik, toch wel uw jas aannemen om die in de gang aan de kapstok te hangen ? Amaya knikte verlegen.
Katan ! riep Kato. Meteen verscheen er een blonde jongen, tot nu toe de kleinste van allemaal, die meteen Amayas jas nam. Zijn ogen waren hemelsblauw en hij had korte, blonde piekjes. Hij verdween even in de hal en verscheen meteen terug. Hij droeg ook een bril, maar net als bij de Yaten en Yami, maakte dat hem net iets knapper.
Ik ben in een sprookje terecht gekomen, fluisterde Amaya.
Een sprookje waar je het lekkerste eten zult krijgen, vulde Kato haar aan. Hij knipoogde. Kom even mee naar de keuken en zeg me wat je zou willen eten. Seras volgde en haar mond viel open toen ze de keuken zag. Het was betoverend mooi. Zoiets was te mooi om waar te zijn. Overal stonden potten en pannen op het vuur en de heerlijkste geuren vulden Amayas neusgaten.
Ben jij het die zo goed kan koken ? vroeg Amaya. Kato knikte enthousiast.
Ik studeerde voor kok, maar heb het opgegeven omdat ik toch iets anders wou, vertelde hij. Wat wil jij eten, meid ? Er kan nog een pot op het vuur denk ik. Kato keek naar de plaatsen op het vuur en knikte bevestigend. Er is nog plaats. Zeg maar, meid. Wat eet je graag ? Amaya dacht even na. Ze herinnerde zich dat ze ooit met haar moeder spaghetti had gegeten en dat wou ze wel nog eens proeven. Alleen was dat te duur voor haar.
Ik had graag spaghetti gegeten, zei ze stil. Kato schoot in een lach.
Je bent niet origineel, dat staat al op het vuur. Iets anders in gedachten ? Amaya schudde haar hoofd.
Spaghetti is goed, dank je.
En dessert ? drong Kato vriendelijk aan. Amaya dacht aan een aardbeientaartje, maar dat zou hij waarschijnlijk niet kunnen maken in een halfuurtje. Ik ben zeker dat je iets in gedachten hebt.
Een aardbeientaartje ?
Perfect ! Met extra slagroom ? Amayas ogen glinsterden. Dacht ik al ! Hij duwde haar uit de keuken.
Hup hup, ik heb werk ! Ik wil niemand op mijn werkterrein ! Amaya keek hem lief aan en hij stopte. Ze wilde graag zien hoe hij dat allemaal klaar maakte. Hij twijfelde even, greep haar arm en trok haar terug de keuken in. Amaya rilde even bij zijn aanraking, maar ze haalde even diep adem en probeerde er niet bij stil te staan.
Zeg dit aan niemand, fluisterde Kato. Je mag me helpen. Hij knipoogde. Hij nam Amaya onder haar oksels, hief haar van de grond en zette haar op een werkblad. Amaya was te verrast door de weinige kracht die hij nodig had om haar van de grond te heffen om aan de aanrakingen te denken.
Waarom heb je Yaten geholpen ? vroeg Kato uit het niets. Hij vertelde dat je de walging bij de hostess op gemerkt had. Waarom heb jij hem dan wel geholpen ? Amaya wist niet wat ze moest zeggen.
Ik begrijp de walgig niet. Ik help graag mensen en daar staan geen waarden op.
Filosofisch, meid, grapte Kato. Hij keek naar de spaghettisaus en roerde er even door. Daarna controleerde hij of de aardappelen al zacht waren. Een deksel knalde van de pot en Kato vloekte. Oh nee ! Niet mijn soep ! Hij verminderde het vuur. Gelukkig. Het kookte alleen wat over. Hij nam het deksel en net op dat moment spatte er soepop. Kato schudde sissend met zn hand. Dat doet pijn ! Godver begon hij, maar stopte. Excuseer mij. Hij boog lichtjes in Amayas richting en vloekte binnensmonds verder.
Je mag best vloeken, hoor, zei Amaya. Ik doe het ook.
Ah, nee ! zuchtte Kato en hij stak zijn vinger in de lucht, die onder de blaren zat. Dat doen we niet als we bezoek hebben. Alhoewel Kato zweeg even. Laat maar Kato liep naar een kast, gooide die open en kroop er haast helemaal in om te vinden wat hij nodig had.
Aha ! Hier zijn ze. Juichte hij en kwam uit de kast. Hij bonkte zijn hoofd tegen de bovenkant van de kast en gromde. En zelfs nu ! Amaya begreep er niets van, maar ze hield gewoon haar mond. Hij knipoogde nog eens.
Het ziet er lekker uit, zei Amaya stil toen hij de pan met spek en eieren van het vuur haalde.
Je mag van alles iets proeven, meid. Je bent een gast, je mag niets tekort komen. Kato nam de pot spaghettisaus van het vuur en rook eens. Wil jij eens proeven of het in orde is ? Amaya knikte gretig.
Natuurlijk ! Hij grijnsde, nam een lepel met wat saus en blies eventjes.
Pas op dat je je niet verbrandt, meid, zei hij en hield zijn hand onder het lepeltje. Amaya proefde. Ze werd knalrood en begon te grijnzen.
Dat is lekker !
Nog wat meer kruiden ?
Nee, zeker niet. Kato knikte, zette de pot nog even op een zacht vuurtje en vloekte toen weer op zijn soep. De gastvrijheid van deze mensen is ongelofelijk, dacht Amaya, en zo vriendelijk. Kato keek vanuit zijn ooghoeken naar Amaya, die rond keek in de keuken van op haar plaats op het werkblad, terwijl ze de potten in de gaten hield. Hij merkte de lieve blosjes op haar wangen. Haar ogen waren meer dan hemelsblauw en de sterretjes in haar ogen schitterden al even helder als haar glanzende goudblonde haar.
Weet je, zei Kato. Je bent net een engeltje. Amaya liet haar blik lief op hem rusten en zag, toen hij zich wegdraaide, dat hij bloosde. In al zijn verstrooidheid stak hij zijn blote hand in de soep.
VERDOMME ! brulde hij. Amaya sprong van het werkblad, waarbij ze haar enkel verzwikte, en greep Kato vast. Ze trok hem naar de kraan en draaide de koudwaterkraan open. Ze stak zijn hand eronder en wreef de soep eraf. Zij hand zwol op en langzaam kwamen er blaartjes op. Hij staarde haar doordringend en dankbaar aan. Hij bestudeerde haar gezicht terwijl ze zijn hand verzorgde.
Heb je tandpasta ? Hij knikte en wees met zijn vrije hand naar een kast aan de andere kant van de keuken. Houd je handen onder het water. Amaya liep naar de kast, slikte en deed ze met een vingertopje open. De tandpasta lag zichtbaar vooraan. Ze nam de tube en liep terug naar Kato. Ze draaide de kraan dicht, nam zijn hand en begon die in te wrijven met tandpasta. Kato keek haar bewonderend aan. Gaat het ? Hij knikte.
Ik wilde niet vloeken, zei hij verontschuldigend. Sorry.
dat is wel het minste van mijn zorgen als er gevloekt wordt in mijn bijzijn. Als je de tandpasta er nog even op laat, dan zie je er binnen twee uur niets meer van. Hooguit nog een beetje het trekken van de huid. Iemand gooide de deur open. Amaya draaide zich om en zette onmiddellijk een stap weg van Kato. Nog een andere jongen kwam binnen. Hij was helemaal anders dan de vier die Amaya net had ontmoet en toch leek hij sterk op hen.
Wat gebeurt hier ? vroeg hij wantrouwig.
Niets, Kira. Ik heb net met mijn hand in de soep geroerd, zei Kato grijnzend. Kira trok zijn wenkbrauw op.
Je stak je hand in de soep ? Hij keek onzeker naar Amaya, die haar ogen niet van hem kon afhouden. En wie is zij ? Kira gaf een hoofdknik naar Amaya.
Dit is Amaya. Een vriendin van Yaten. Vriendin ? Amaya dacht dat ze het verkeerd begrepen had.
Een vriendin ? herhaalde Kira nog wantrouwiger. Kato knikte. Een vriendin ? Kira draaide zich om en sloeg de deur achter zich dicht. Hij bleef het woord herhalen. Amaya slikte en bleef op een afstandje van Kato staan. Hij glimlachte.
Kan je me nog heel even helpen met het eten, met één hand ben ik niet veel waard, zei hij. Kato merkte een soort ontgoocheling in haar ogen. Ik maak je taartje, hoor. Met of zonder handen.
Dat is het niet, zuchtte ze, maar ging er niet verder op in. Dat taartje kan heus wel wachten. Amaya ontweek zijn blik en ineens viel het Kato in.
Je ziet jezelf niet als Yatens vriendin, eh ? Amaya schudde haar hoofd.
Dat is het niet ! Ze riep het haast. Dat is niet wat ik bedoelde ! Kato keek teleurgesteld naar de soep, die alweer aan het overkoken was.
Ik snap het, zei hij. Hij wachtte even en herstelde zich. Kan jij even in de spaghettisaus roeren terwijl ik de soep van het vuur neem ? De aardappelen zullen nu ook wel zacht zijn. Hij legde het vuur van de soep af en haalde de pot weg. Het deksel viel stil en de soep borrelde zachter. Kato haalde het deksel van de aardappelen van de pot en nam een vork. Hij stak de vork in een willekeurige aardappel en zuchtte.
We eten puree in de plaats. Amaya roerde in de saus en proefde stiekem nog eens. Dat heb ik gezien, meid. Amaya bloosde.
Sorry, ik vind het alleen zo lekker
Je hebt dat nog niet veel gegeten, zeker ? Ben ik blij dat je dan mijn spaghetti mag eten ! Maar hup ! Nu de keuken uit ! De rest doe ik zelf wel. Hij duwde haar voorzichtig maar zeker de keuken uit en sloeg de deur achter haar dicht nadat hij nog eens naar haar geknipoogd had.
Ah, daar ben je ! glimlachte Yaten. Kira dacht dat je Kato aangevallen had.
Nee ! Zoiets zou ik niet doen. Hij had zijn hand verbrand door hem in de soep te steken, legde Amaya uit. Is hij altijd zo verstrooid ? Yaten dacht even na en schudde toen langzaam zijn hoofd.
Nee, ik heb hem nog maar één keer verstrooid geweten En toen waren de aardappelen veel te zacht, dus heeft hij er maar puree van gemaakt.
Dat zal hij nu weer moeten doen, zei Amaya. Is dat mijn schuld ?
Natuurlijk niet ! Hij is gewoon zo. Je moet zeker eens van zijn puree proeven. Ze is overheerlijk. Yaten likte zijn lippen af en loodste Amaya mee naar de woonkamer. Die was even groot als de keuken. Amaya zou er zichzelf niet in terug vinden. Yami keek over de rugleuning naar de twee achter hem.
Kijk je even mee ? zei hij en wees naar de televisie. Het was een flatscreen die voor Amaya altijd een droom zou blijven.
Ouran Koukou Host Club ? vroeg Amaya. Tof !
Ken je dat ook ? vroeg Yami.
Ja, mijn op één na favoriete anime-serie. Mijn eerste plaats wordt gedeeld door Trinity Blood en Wolfs Rain.
Dat moet je Kato zeker laten weten, hij kent die twee uit zn hoofd. Yami klopte op de vrije plek naast hem. Amaya ging er zitten. Heb je de twintigste aflevering al gezien van Ouran Koukou ?
Nee.
Ideaal. Die begint net. Amaya ging voorzichtig naast Yami zitten en richtte haar blik op de tv. Yaten ging op een schommelstoel zitten.
Ik begrijp niet dat jullie daarnaar kunnen kijken, zei Katan en plofte naast Amaya neer.
Waarom kijk je dan iedere keer mee ? vroeg ze.
Die zit, grimaste Katan. Het heeft zijn charmes. Al heb ik liever iets anders.
Wat heeft Kato beloofd ? vroeg Yami uit het niets. Wat zal hij voor je maken ?
Spaghetti.
En als dessert ?
Een aardbeientaartje.
Met extra slagroom ? vroeg Katan. Amaya knikte. Dat kon ik al denken. Katans blik bleef op de tv gericht. Yaten keek op.
Ah, Kira. Daar ben je. Amaya draaide zich om. Kira stond aan de tafel, zijn hand op de rugleuning van een van de stoelen. Hij knikte naar Seras. Kato kwam binnen en toen zag Amaya iets. Iets dat ze veel eerder had moeten zien. Vanaf het eerste moment dat ze een voet in het huis had gezet.
Engeltje, als je nog lang zo naar me zal zitten kijken, zal ik beginnen denken dat je me probeert te hypnotiseren, lacht Kato. Amayas mond viel open ; Engeltje ? Doe je mond dicht, meid, straks stik je in een vlieg.
Er zitten hier geen vliegen, zei Yami afwezig. Eén insect en Kira gaat door het lint. Amaya staarde nog steeds naar Kato Hij wreef zijn haar achteruit. Ze keek van de ene broer naar de andere. In de keuken ontplofte weer iets.
Daar gaat mijn soep, zuchtte Kato en verdween.
Hij is zo verstrooid vandaag, zei Yaten. Amaya keek naar hem. Haar maag knorde, maar het was niet de honger. Ze legde even haar hand voor haar mond en vroeg toen snel :
Mag ik eens naar het toilet gaan, alstublieft ? Yami stond op, wachtte tot Amaya hetzelfde deed en liep naar een deur.
Helemaal op het eide van de gang vind je een donkerrode deur, daar moet je zijn, legde hij uit. Amaya knikte en liep snel door de gang. Ze rukte de deur open, sloeg hem achter zich weer dicht en boog zich toen over het toilet. Ze kokhalsde en braakte. Een traan rolde over haar wang door de inspanning. Die wreef ze weg met haar mouw. Ze nam enkele blaadjes toiletpapier en veegde haar mond af.
Dat eten is echt dodelijk, gromde ze. Ik vermoord Josh als ik thuis kom. Ze spoelde door en ging op de gang staan. Aan de andere kant van de deur stond Yami.
Je was zo snel weg, begon hij toen hij haar gezicht zag. Was het dringend ? Hij zag haar gezicht en kreeg een serieuzere uitdrukking. Je ziet bleek, gaat het wel ? Amaya kon niet bevestigen of ontkennen.
Ik werd ineens misselijk, maar het gaat wel weer.
Kom je mee, of wacht je nog even hier ? Amaya besloot om mee te gaan en volgde Yami de woonkamer in. Wie is Josh ? De vraag kwam zo plots dat Amaya dacht dat ze hem ingebeeld had.
Een begeleider in het weeshuis, antwoordde ze. Hij maakt het slechtste eten. Meestal eet ik helemaal niets.
Daarom ben je zo mager, zei Yami beschuldigend en hij kneep in haar bovenarm. Amaya keek hem beledigd aan.
Mager ?
Ja meisje, je bent mager. Kijk naar je polsjes. Naar je vingertjes. Zelfs je beentjes. Je bent véél te mager. Katan ging akkoord.
Je bent haast vel over been, vulde hij Yami aan.
Daar breng ik graag verandering in, kwam Kato ertussen. De soep is klaar. Hij zette de pot op tafel en haalde het deksel eraf. En voor degene die mijn vinger vindt, ik wil hem terug. Katan grinnikte.
Wie steekt er nu zijn hand in kokendhete soep ?
Iemand die die hand niet nodig heeft om zijn broer tegen de muur te hangen, antwoordde Kato, quasi-boos. Hij wilde Amayas bord nemen, maar er stonden maar vijf borden op tafel. Katan, onbeleefde boer ! Je ziet dat we een gast hebben en je vergeet een bord bij te zetten. Katan haalde snel een bord uit en zette het voor Seras. Katos gezicht vertrok. Hoe zal ze eten ?
Uit dat bord, natuurlijk ! zei Katan.
HOE ?
Ah Katan trok een lade open en haalde een vork, een mes en een lepel uit. En nog een glas om iets te drinken. Wat wil je, Amaya ? Water, limonade, niets ?
Een beetje water, alstublieft, zei Amaya en nam het bord vol soep over van Kato. Die vulde de rest van de borden en ging toen zitten.
Lust je tomatensoep ? vroeg hij.
Ik ? Ja, hoor ! antwoordde ze enthousiast.
Met balletjes ?
Niet per se, maar het mag wel. Nog een knipoog. Er zaten dus balletjes in de soep. Amaya duwde haar lepel in de soep tot op de bodem van het bord en proefde voorzichtig van de soep. Dit is verrukkelijk!, schoot het door haar hoofd.
Tijdens het eten spreken wij normaal gezien niet, zei Yami. Hoe doen jullie het ? Amaya trok een vreemd gezicht.
Ik eet niet zei ze. De vragende blikken boorden. Ik bedoel, ik eet niet met de anderen.
Het is belangrijk om te eten, zei Kato verontwaardigd. Hoe overleef jij dan ?
Ik eet wel, maar niet met de anderen. Het eten is niet echt eetbaar. Kato trok een afkeurend gezicht.
Dan nodig ik je uit om iedere dag hier je ontbijt en avondeten te komen halen. Amaya trok zich geschrokken achteruit, sloeg haar hoofd tegen de stoel en viel om. Katan sprong recht om haar te helpen.
Waarom deed je dat ? vroeg hij verbaasd.
Niemand heeft me ooit eten aangeboden. Kato lachte. Hij nam een hap van zijn stuk brood, at zijn mond leeg en zei :
Dat kunnen we zien, meid. Kato slurpte de rest van zijn soep op en vulde zijn bord bij. Dan stak hij zijn arm omhoog en draaide zijn rechterpols. Amaya keek naar haar pols en zag dat die niet veel dikker was dan een opgebruikte wc-rol.
Je moet om een zak frieten ! riep Josh. Amaya ! Boven aan de trap verscheen een jonge vrouw. Ze droeg een aansluitende jeans met daarop een wit bloesje, waar ze een donkergrijs topje onder aan had. Haar goudblonde haar zat samen in een losse vlecht. Haar helderblauwe ogen schoten vuur.
Wat ?! snauwde ze vragend, terwijl ze stampend de trap af liep.
Ik zei dat je om een zak frieten moet ! Ze trok een wenkbrauw op.
Schil aardappelen en maak er, beet Amaya hem toe. Met één zak heb je absoluut niet genoeg om vijfentwintig magen te vullen.
Haal er dan zeven of acht, want ik maak mijn handen niet vuil aan jullie. De man greep de jonge vrouw bij haar arm en kneep die haast fijn. En nu houd je je mond en vertrek je naar de supermarkt.
Blijf van me af ! gromde ze en ze rukte haar arm uit zijn greep. Ze liep naar de keuken, draaide de kraan op en stak haar arm onder het water.
Zielig mens, snoof Josh, die achter haar de keuken in wandelde. Ik heb geen ziekte, hoor. Amaya draaide zich ziedend om. Haar blik bliksemde hem haast neer.
Jij bént een ziekte. Je kent mijn vrees ; respecteer ze, zei ze. Geef mij nu wat geld dat ik je stomme zak diepvriesvergif kan halen. Josh nam zijn portefeuille uit zn achterzak en haalde daar twintig euro uit.
Dus jij eet weer niet mee ? vroeg hij onverschillig.
Nee, ik val nog liever dood.
Dan doe je dat maar, hebben we een last minder om te dragen.
Ik gun je dat niet, Josh. Amaya greep de twintig uit zn hand, liep met grote passen naar de voordeur waar ze haar jas van de kapstok griste en de straat op liep. Ik haat je, gromde Amaya toen ze zeker was dat Josh haar niet langer kon horen. Ze stak de straat over naar het park toe, om vandaar naar de supermarkt te wandelen. Bij het zebrapad iets verderop moest ze even wachten voordat Amaya kon oversteken. Een vrachtwagen stopte om haar over te laten. Ze stak haar hand op naar de chauffeur en snelde toen naar het voetpad aan de andere kant van de straat voor de man met zijn Mercedes haar omver kegelde. De supermarkt was niet zo ver van de kerk, die boven alles uitstak in het kleine dorp. Overal zag Amaya bloemen, in alle geuren en kleuren, lengtes en breedtes. Amaya had een hekel aan bloemen. Ze ging ervan niezen en ze bezorgden haar tranende ogen. Allergisch, had de dokter haar verteld, maar dat was helemaal niet nodig. Dat wist ze zelf al. Kort om de hoek van de kerk was de supermarkt. De schuifdeuren schoven krakend opzij om haar binnen te laten. Amaya liep rechtstreeks naar de diepvriesafdeling.
Smerig spul, murmelde ze terwijl ze een aantal zakken uit de diepvries viste. Sommige mensen staarden haar erom na. Maar dat kon Amaya niets schelen. Zonder even na te denken of ze voor zichzelf ook iets zou meenemen, stoof ze naar de kassas. Ze schoof achteraan aan bij de rij om zelf de artikels te scannen. De rij was niet zo lang, maar toch langer dan normaal was voor een donderdagavond. De man voor Amaya was al aan de beurt. Hij legde zijn artikels op de plaats die ervoor diende en begon met veel enthousiasme. Hoewel ze niet echt oplette, merkte ze op dat de jonge man stond te klungelen en de grootste moeite had om het goed te doen. Op het scherm van het apparaat verscheen steeds dat de hostess onderweg was, maar de hostess was te druk bezig met het bestuderen van een reclamefoldertje. Amaya overwoog om hem te helpen, maar ze vroeg zich af of hij zich niet beledigd zou voelen.
Excuseer, begon ze vriendelijk. De jonge man draaide zich om en keek letterlijk op haar neer. Zijn bril stond op het puntje van zijn neus. Kan ik u helpen ? Zijn blik verried dat hij hopeloos verloren was als hij haar hulp niet aanvaardde en hij leek zo blij dat iemand hem hulp wou aanbieden.
Dat zou heel vriendelijk zijn, antwoordde hij. Zijn stemgeluid vertelde Amaya dat hij niet ouder dan twintig was ; licht en warm. Maar hij was veel te groot om zo jong te zijn. De jonge man wreef zijn kastanjebruine haar uit zijn grijze ogen en zuchtte. Ik heb geen idee hoe zon ding werkt. De hostess blijft weg en ik moet dringend terug naar huis. Hij keek op zijn horloge. Ik ben al tien minuten te laat. Amaya zag hoe de hostess van uit haar ooghoeken naar de man keek. De walging in diens ogen waren duidelijk te lezen. Wat was haar probleem ?
Wat was het laatste artikel dat u gescand heeft ? vroeg Amaya vriendelijk. Ze hield de hostess in de gaten terwijl de man een pakje ham uit de zak nam. Amaya nam het over, terwijl ze naar het scherm keek en wachtte tot het rode lichtje stopte met knipperen. Daarna legde ze het pakje ham terug in de zak. Zo, u kan nu terug verder. Als u wat tijd tussen laat om de artikels te scannen, dan zou het moeten lukken.
Dank u, zei de man en hij maakte een lichte buiging. Daarna ging het verder met scannen, maar niet veel later raakte hij alweer in de problemen. Hij liet zijn hoofd en schouders hangen en vloekte in een taal die Amaya vaag herkende. Hij schoof zijn bril hoger op zijn neus en keek toen smekend naar Amaya. Die glimlachte lief en ging voor hem staan.
Zal ik de rest voor u doen ? vroeg ze.
Alstublieft, zei hij. Heel erg bedankt.
Geen probleem, glimlachte Amaya. Het duurde niet lang voor zij klaar was. U kan betalen. De man maakte weer een lichte buiging en haalde zijn portefeuille uit. Hij betaalde en nam zijn inkopen.
Ik dank u, juffrouw, zei hij. Daarna draaide zich op zijn hielen om en liep naar de uitgang. Toen hij langs de hostess stapte, schoof die bijna van haar stoel. Amaya haalde een wenkbrauw op, betaalde snel haar inkopen en propte die in plastic zakken om vlug achter de man aan te lopen.
Pardon, mag ik u iets vragen ? De man stopte en keek over zijn schouder.
Natuurlijk, zij hij glimlachend. Amaya merkte de zorgrimpeltjes rond zijn ogen nu pas op.
Waarom kwam de hostess u niet helpen ? Ik zag hoe ze naar u keek. De man verkleurde. Ze viel bijna van haar stoel om niet te dicht bij u te moeten komen.
Ik weet het, zuchtte hij, nadat hij zich hersteld had. Ik weet dat de hostess me in de gaten had. Ik heb gezien hoe ze me ontweek, maar iedereen heeft me in de gaten als ik ergens ga. Het verbaasde me niets dat niemand me kwam helpen toen ik problemen had met die machine.
Maar waarom kwam niemand u helpen ? drong Amaya lichtjes aan. Ze voelde de ogen van zowat de hele winkel op haar rug branden. En dat maakte haar ergens heel kwaad. Alsof hij een crimineel was.
Valt je dan niets op aan mij ? vroeg hij een beetje nors. Amaya zag dat hij een antwoord wilde. Ze schudde haar hoofd. Nu trok hij een wenkbrauw op. Niets ?
U heeft een opvallend lichte stem ? probeerde ze, maar dat was niet het antwoord dat de man wilde horen. U heeft een voorkeur voor modieuzere kledij dan bij u past ? Dat was het duidelijk ook niet.
Je ziet het echt niet ? vroeg hij. De jonge man was nog altijd vriendelijk en heel geduldig. Hoewel hij ondertussen al een kwartier te laat was, bleef hij wachten op het juiste antwoord. Nogmaals schudde Amaya haar hoofd.
Het spijt me, ik zie niets. U heeft uitzonderlijk bleke ogen ? De man schudde op zijn beurt zn hoofd. Hij zette één stap dichter en torende daardoor letterlijk boven Amaya uit. Ze probeerde hem in de ogen te blijven kijken, maar ze viel haast achterover. Hij kon haar net op tijd nog grijpen. Ze bevroor en in een reflex gaf ze de jonge man een slag in zn gezicht. Ze schrok van haar eigen reactie. Haar plastic zakken lagen naast haar op de grond.
Mijn excuses ! Ik wilde u geen pijn doen ! Ik heb alleen een probleem met lichaamscontact. De man was zelf ook nogal geschrokken, maar dan door de kracht die Amaya, als klein, tenger ding had.
Geen probleem, juffrouw. Ik mocht u niet zomaar gegrepen hebben, maar je zou gevallen zijn, verontschuldigde hij zich, over zijn wang wrijvend. Je ziet het echt niet ?
U bent groot. De man trok opnieuw zn wenkbrauw op.
Groot ? herhaalde hij. Gewoon groot ?
Ja, gewoon groot. Amaya zag het probleem niet. Meer niet.
Als ik je nu vertelde dat ik negentien was, zou je het dan nog altijd normaal vinden ?
Negentien ? Amaya klonk een stuk verbaasder dan ze eigenlijk wilde.
Is het plots niet langer normaal ? Ze begon te blozen en sloeg haar blik neer.
Dat bedoelde ik niet. Ze keek heel serieus op. Mensen ontwijken u om uw lengte, niet ? Omdat je anders bent dan hen ? Hij knikte. Dat meen je niet ?
Helaas wel, zuchtte hij. Daarom kwam de hostess me niet helpen. Ik schrok dat jij je hulp aanbood. Dat je al zo dicht bij mij stond, zonder je neus op te trekken. Dit verraste haar.
Het is niet dat u stinkt of zo dat is toch een belachelijke reden ? Uit het niets klonk een sirene achter hen op. Amaya draaide zich om en zag een politiewagen niet zo ver van de ingang stoppen. Een dikke agent trok zichzelf uit de wagen aan de passagierskant en waggelde de winkel binnen. Hij trok zijn dienstwapen.
Meneer, mag ik u vriendelijk verzoeken meteen bij de jongedame weg te stappen, met je handen waar ik ze kan zien ? riep de agent. Amaya sperde haar ogen wijdopen. De jonge man stak zijn handen in de lucht en wilde van Amaya wegstappen, maar ze greep de onderkant van zn blazer.
Doe uw armen onmiddellijk naar beneden ! U heeft niets verkeerd gedaan ! De agent zette een stap dichter. Wat is er aan de hand ? Er was geen spat beleefdheid meer in Amayas stem te horen. Ze ging half voor de jonge man staan.
Ik kreeg de melding dat deze man u lastig viel, vertelde de agent. Hij was moddervet. Zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd. Zijn driedubbele kin viel over de knoop van zijn das en hoewel er een riem in zn broek zat, bleef die maar afzakken. Ik moet hem meenemen. Amaya zonder twijfelen naar de agent, duwde zijn dienstwapen naar beneden en ging op een haarlengte van hem staan.
En welke bron wist u te vertellen dat meneer mij lastig viel ? Wat deed hij dan juist dat niet hoorde binnen de grenzen van het sociaal gebeuren in een gemeenschap ? Wanneer iemand dreigt te vallen, is het dan ook al aanranding als je die een helpende hand reikt ? Hij was trouwens de enige die hulp geboden heeft.
Als u opzij wilt gaan, juffrouw ? begon de agent. Ik kreeg de melding dat hij u lastig viel, dus ik zie mij verplicht hem mee te nemen naar het bureau voor ondervraging.
Ga echt werk verrichten, dikke. Hij deed niets verkeerd. De jongeman bloosde. De agent zwol op en werd ineens drie centimeter groter door die belediging.
Je hoeft niet tegen te werken, met een beetje geluk zit hij maar één nacht in de cel.
Het is een dag te veel als u verkeerd beschuldigd wordt. Amaya maakte een wuivend gebaar naar de agent. U bent hier niet langer nodig.
Ik zou u ook mee moeten nemen, juffrouw. Smaad aan de politie. Amaya werd wit van woede.
U beledigt deze jongeman door hem te verdenken van aanranding, poging tot ontvoering, wat het ook is dat u doorkreeg, snauwde Amaya. En als het u zo beledigt, doe er dan iets aan.
Ik moet hem meenemen, brulde de agent ineens.
Nee ! brulde ze even hard terug. Hij viel mij niet lastig. Er is ergens anders een roofoverval bezig en jij staat hier als een klein kind te zagen over een snoepje dat je niet zult krijgen. Hij deed niets verkeerd ! De agent deed zijn mond enkele keren open en dicht, maar er kwam geen klank uit. Hij draaide zich verslagen om en stampte naar de auto. Amaya kon hem nog verwend nest horen mompelen voor hij door de schuifdeuren naar zijn wagen liep en zichzelf er terug in wrong voordat zijn chauffeur wegreed. Amaya keek over haar schouder naar de jongeman, die zuchtte en tegelijk zn bril omhoog schoof. Hij nam zijn boodschappen op en wenkte Amaya mee te gaan naar buiten voordat hij nog iets zei. Ze griste haar zakken op. De starende blikken bleven die in haar rug boren terwijl ze de jongeman naar buiten volgde.
Dat gebeurt wel meer, zei hij. Meestal is het mijn oudste broer die problemen heeft. Als hij nog maar de weg durft vragen aan iemand, verschijnt de politie ineens met het bericht dat mijn broer die persoon zou lastig vallen.
Maar waarom ? vroeg Amaya kwaad. Ze wist dat ze zich eigenlijk niet mocht moeien met andermans zaken, maar er was iets aan die jongen. Ik heet Amaya, zei ze zonder op antwoord te wachten. De man staarde haar verrast aan. Hoe heet u ? Hij kreeg even geen woord over zijn lippen.
Ik ? Ik heet Yaten Takeya. Hij neeg zijn hoofd. Je hebt me twee keer uit de problemen geholpen vandaag, dank je. Mag ik je vragen of je deze avond bij ons wilt komen eten ? Mijn broer is een excellente kok.
Nee ! Dank u ! grinnikte Amaya ongemakkelijk. Dat hoeft u niet te doen ! Ze wreef over haar achterhoofd en beeldde zich het avondeten van het weeshuis in. Haar maag maakte een misselijkmakend sprongetje waardoor ze haar hand voor haar mond sloeg.
Ik sta erop, ging hij verder. Mijn broers zullen ook wel willen weten wie je bent. Amaya voelde zich behoorlijk ongemakkelijk.
Ik weet het niet.
Je zal er mijn broers echt niet mee storen, als dat is wat je tegenhoudt. Amaya knabbelde op haar onderlip.
Misschien heel eventjes zei ze stil. Yaten glimlachte.
Dank u wel, dank u, zei hij en boog diep voorover.
Dat is nergens voor nodig ! zei Amaya snel en duwde hem bij zn schouders op. Die buigingen zijn helemaal niet nodig. Ze bloosde. Yaten keek vluchtig op zijn horloge en slikte.
Het is om zeep, ik ben te laat.
Ik kan u helpen uitleggen ? Hij maakte aanstalten om weer een buiging te maken, maar herpakte zich meteen. Ik waardeer uw dankbaarheid, maar dat buigen is er echt te veel aan. Yaten glimlachte gegeneerd. Kunnen we op onze weg even stoppen aan het weeshuis ? Ik moet dit nog afgeven, vroeg Amaya en ze stak de plastic zakken in de lucht.
Natuurlijk, knikte Yaten. Ze spraken niet meer tijdens hun wandeling terug. Amaya was opgelucht dat Yaten met haar meeliep naar het weeshuis. Het gaf haar een veilig gevoel. Op zij tempo stonden ze in de helft minder tijd dan normaal aan de voordeur van het weeshuis. Amaya duwde de deur open, gooide de zakken naar binnen en riep :
Hier zijn uw frieten ! Josh kwam aangestormd en vloekte.
Respect voor andermans eten, Amaya ! riep hij, maar ze negeerde hem. Ze volgde Yaten de straat uit, op weg naar zijn huis.