Vlaanderen en de Vlamingen zijn ons eerste referentiepunt. De Nieuw-Vlaamse Alliantie komt op voor het algemeen Vlaams belang, niet voor belangengroepen of zuilen.
De Belgische constructie biedt voor ons geen enkele democratische meerwaarde, wel integendeel. België is nu geen federatie, geen confederatie, maar een "contra-federatie" : het is haast onmogelijk om een politiek thema te vinden waarover men het in beide landsgedeelten eens is. Dáárom kiezen wij resoluut voor Vlaanderen.
Vlaanderen en Wallonië moeten op verschillende vlakken (sociaal, economisch, cultureel
) meer en meer hun eigen weg kunnen gaan. Wij willen daarin de democratie ten volle laten spelen en verantwoordelijkheid opnemen voor de eigen successen en fouten. Om dat te verwezenlijken moeten we de sleutels van onze eigen welvaart in handen krijgen. Dat impliceert o.m. fiscale autonomie en eigen bevoegdheid naar arbeidsmarkt, inkomensbeleid en sociale zekerheid toe.
Ons Vlaams-nationalisme is geen doel, maar een middel om te komen tot meer democratie en beter bestuur.
Meer Vlaamse verantwoordelijkheid wordt in een democratie stapsgewijs gerealiseerd. Wij willen in dat proces het voortouw nemen. Tegelijk roepen we de Vlaamse overheid op de bevoegdheden die ze nu al in handen heeft volledig in te vullen.
2. Vlaams-Brussel maakt deel uit van Vlaanderen
Vlaanderen omvat ook de Vlamingen in Brussel; Vlaams-Brussel. Brussel wordt in onze visie een echt stadsgewest, uitsluitend bevoegd voor plaatsgebonden aangelegenheden. In dat stadsgewest en zijn gemeenten eisen we als Vlamingen onze rechtmatige plaats op.
Wij moeten Vlaams-Brussel institutioneel opnemen in ons geheel-Vlaams beleid en er Vlaamse instellingen inplanten, eerder dan er eigen, lokale instellingen uit te bouwen. Op die manier kunnen we steeds meer inwoners van Brussel/Vlaams-Brusselaars ertoe aanzetten om te kiezen voor een volle deelname aan onze gemeenschap, ons Vlaanderen.
Vlaanderen bouwsteen van Europa
Vlaanderen moet een eigen plaats krijgen in Europa en de wereld.
3. Vlaanderen lidstaat van de Europese Unie
Alleen door een autonomie te verwerven - zoals die van volkeren als de Zweden, de Ieren, de Portugezen of de Grieken - kan Vlaanderen zich binnen de Europese Unie echt ontplooien. Dat betekent dat we moeten streven naar een onafhankelijk Vlaanderen.
Vlaanderen moet ook voortdurend waken over zijn zichtbare aanwezigheid in een steeds groter wordend Europa. Dat kan door volwaardig te participeren aan alle Europese instellingen. Ook de talrijke Vlamingen in de wereld kunnen mee het beeld van Vlaanderen in het buitenland concreet vormgeven en positief invullen.
4. Kritische Europeanen
De Nieuw-Vlaamse Alliantie staat resoluut achter de Europese integratiebeweging, op voorwaarde dat de Europese Unie een politieke entiteit wordt die handelt vanuit het respect voor de eigenheid van elk van haar componenten, met een echt democratisch vertegenwoordigend orgaan en een politiek verantwoordelijke regering.
Het subsidiariteitsbeginsel staat voorop bij de verdeling van bevoegdheden tussen Unie en lidstaten. De bescherming van de culturele identiteit van elk van de volkeren van de Unie is daarbij essentieel. Op korte termijn betekent dit voor Vlaanderen: veel actiever opkomen voor onze taal en de sluipende verengelsing een halt toeroepen. Vlaanderen moet zich ook veel zichtbaarder maken in Europa en allianties aangaan met Nederland en andere (kleine en middelgrote) staten en regios die zijn visie op Europa delen.
Vlaanderen voor een betere wereld
5. Beter globaal, meer lokaal
Vlaanderen moet een voortrekkersrol spelen in het streven naar correcte structurele verhoudingen in de wereld. Hulp aan de derde wereld moet plaats ruimen voor het instellen van structurele solidariteitsverbanden tussen Noord en Zuid, net zoals binnen ons land een eeuw geleden de armenbijstand overstegen werd door de sociale zekerheid.
Internationale economische en financiële instellingen zoals de Wereldbank of het Internationaal Monetair Fonds, moeten aan een democratische controle onderworpen worden.
Het is een illusie te denken dat de mens vandaag in staat zou zijn als individu te participeren aan een mondiale samenleving. Voor ons mag de mens niet verworden tot een onbeduidend element in een zuiver economisch en ondoorzichtig systeem. In de steeds grotere wereld moet de burger de eigen gemeenschap als een warm nest beleven, een plek waarbinnen hij inspraak behoudt en zijn ecologische, culturele, sociale, politieke en economische verworvenheden afdoende beschermd weet.
Naast de bestaande economische globalisering dienen we werk te maken van een sociale globalisering. Kortom : beter globaal, meer lokaal.
6. Pacifisme
Pacifisme is bij uitstek een Vlaams waarmerk, daarom dient Vlaanderen zich toe te leggen op conflictpreventie en bemiddeling, eerder dan op defensie. Dat staat niet gelijk met doffe neutraliteit, maar juist met het wereldwijd actief opkomen voor de rechten van de mens, van de volkeren. Vlaanderen moet het voortouw nemen in de geweldloze strijd voor de emancipatie van alle verdrukte volkeren.
Vlaanderen staat voor meer democratie
In dit land wordt veel gesproken over de behoefte aan een nieuwe politieke cultuur. Er heerst omtrent het functioneren van onze parlementaire democratie inderdaad een wijdverbreide, maar enigszins vage, onvrede. De antwoorden die vooralsnog op deze onvrede werden gegeven, lijken ons veeleer bliksemafleiders die net een verdere uitholling van de democratie tot gevolg hebben. Personencultus en emocratie vieren hoogtij.
7. Republiek en een echte volks-vertegenwoordiging
In een democratie horen functies niet geërfd te worden, ook niet op het hoogste niveau. Daarom rijmt monarchie niet met democratie. We kiezen resoluut voor de republiek Vlaanderen.
Het uithollen van de representatieve democratie ten gunste van referenda, rechtstreekse verkiezingen van burgemeester, enz. houdt voor ons ernstige gevaren in voor een evenwichtige besluitvorming waarbij het algemeen belang vooropstaat. Een schijndemocratie, gedreven door platte emotie en stemmingmakerij, is er niet zelden het resultaat van.
Wij willen onze democratische rechtstaat echt verdiepen en verbeteren. Daarom kiezen wij in de eerste plaats voor een versterking van de volks-vertegenwoordiging : een parlement dat in staat is tot een behoorlijke regelgeving te komen en dat zijn controlerende functie naar behoren kan uitoefenen. Daaraan beantwoordt dan een regering die zich kwalitatief legitimeert : regeringsleden moeten worden beoordeeld op wat ze doen, niet op de partij waarvan ze deel uitmaken. Politici moeten ook kiezen op welke wijze ze willen dienen : als parlementslid of als regeringslid. Overstappen van de ene rol naar de andere kan pas na nieuwe verkiezingen.
De scheidingslijn tussen enerzijds controlerende en wetgevende en anderzijds uitvoerende functies moet scherper getrokken worden.
8. Meer inhoud, minder verpakking
In een parlementaire democratie moet de inhoud primeren op de vorm, de boodschap op de verpakking. Politici en politieke partijen moeten dan ook beoordeeld worden op hun ideeën, niet op hun amusementswaarde. Niet media- en communicatiespecialisten moeten het beleid bepalen om het belang van hun broodheren te dienen; wél diegenen die politiek actief zijn ter wille van het algemeen belang en de bevolking vertegenwoordigen.
Vanuit eenzelfde bezorgdheid voor de kwaliteit van de democratie en voor het belang van de inhoudelijke boodschap - maar ook op basis van budgettaire en ecologische argumenten - bepleiten wij de drastische inperking van alle partijpolitieke propaganda ter gelegenheid van verkiezingen.
9. Ook de Vierde Macht vrij en verantwoordelijk
Voor journalisten en mediamensen bepleiten wij de invoering van een afdwingbare deontologische code en van een statuut dat de onafhankelijkheid van de redactie ten overstaan van de eigenaars waarborgt. Over politici wordt bericht in het kader van hun politieke werkzaamheden en louter in de daartoe geëigende, bij voorkeur laagdrempelige programma's. Kijk-, luister- of leescijfers mogen niet legitimeren dat journalisten en mediamensen een loopje zouden nemen met de waarheid, noch dat zij mensen zouden raken in hun waardigheid, ook al zien deze mensen dat misschien zelf niet meteen in.
Een openbare omroep moet kwalitatieve programmas en objectieve informatie brengen. Het is niet haar taak zich concurrentieel op te stellen ten overstaan van de commerciële omroepen. De openbare omroep moet over voldoende autonomie beschikken om zijn publieke taak te vervullen, maar kan als publiekrechtelijke instelling niet ontsnappen aan de democratische controle op zijn correct functioneren.
10. Democratische politieke partijen
Het democratisch gehalte van politieke partijen bij ons en elders in Europa moet op objectieve wijze getoetst kunnen worden aan de eerbied voor de beginselen van de rechtstaat en de rechten van de mens. Daartoe worden best op Europees niveau een Commissie en een Hof voor de Democratie ingesteld. Deze Commissie kan dan kennisnemen van de statuten van alle politieke partijen en van klachten rond hun optreden. Zij zou politieke partijen die in woord of daad de beginselen van de democratische rechtstaat niet onderschrijven en die de fundamentele rechten van de mens niet respecteren, voor het Hof kunnen brengen. Het Hof kan deze partijen dan verbieden.
Partijen die de toets van Commissie en eventueel Hof doorstaan, en die dus wel aan de verkiezingen kunnen deelnemen, moeten door de overheid en de publieke media op voet van volstrekte gelijkheid behandeld worden. Ook in dit systeem behouden partijen de vrijheid om al dan niet met andere partijen samen te werken of coalities te sluiten.
Vlaanderen inclusief
Tegenover de groeiende individualisering, apathie en vereenzaming plaatsen wij een moderne gemeenschapsvorming. Waar mensen in een positieve en open sfeer hun eigenheid kunnen beleven, versterkt het gevoel van solidariteit, zowel naar binnen toe als naar buiten uit. Daarom zijn we voorstander van een inclusief beleid : we willen aan allen die met ons Vlaanderen willen maken, duidelijk zeggen : we hebben jullie broodnodig, laat ons van Vlaanderen een betere plek om (samen) te leven maken.
11. Gelijke-kansenbeleid
Inclusief wil zeggen dat we iedereen in zijn eigenheid erkennen. Daarvoor zijn sterke en afdwingbare niet-discriminatienormen onontbeerlijk. We moeten niet alleen het anders-zijn van mensen en groepen tolereren, maar die groepen ook ten volle aanvaarden. Discriminatie mag niet onbestraft blijven.
Inclusief betekent verder ook dat niemand in een hoekje blijft zitten. Wij willen Vlaanderen sámen opbouwen : een aparte benadering van taalminderheden, etnische of andere minderheden strookt niet met een inclusieve benadering; wel een doorgedreven gelijke-kansenbeleid.
12. Beter samen
Ook waar individuen maximale ontplooiingskansen krijgen, ontstaan spontaan netwerken van mensen die zich op basis van gemeenschappelijke kenmerken en interesses verenigen. Op voorwaarde dat ze zich niet onttrekken aan de maatschappij, maar open en respectvol hun eigenheid uitdragen, vormen ze een verrijking voor de gemeenschap. De overheid moet daarom buurtwerk en verenigingsleven (jeugdbewegingen, seniorenwerking, culturele en sportieve verenigingen, politieke en levensbeschouwelijke genootschappen) sterker onder-steunen.
13. Inclusie ook voor nieuwkomers
Inclusie is ook het kernbegrip in onze houding omtrent immigratie. Alleen wie zich hier als immigrant binnen een redelijke termijn inburgert, kan duurzaam verblijfsrecht en eventueel nationaliteit verwerven. Inburgering staat gelijk met het aanleren van onze taal, evenals het zich vertrouwd maken met onze maatschappij. Aan die inburgeringsplicht beantwoordt het recht van de nieuwkomer om kosteloos, snel en overal in Vlaanderen een inburgeringstraject te kunnen doorlopen.
Vlaming zijn is voor ons geen kwestie van etnische oorsprong, wel van het actief deelnemen aan de Vlaamse samenleving, van het aanvaarden van de Vlaamse publieke cultuur. Die publieke cultuur kan worden gezien als de verzameling van de geschreven en ongeschreven regels die ons samen-leven ordenen.
Multiculturaliteit behoort tot de private sfeer en kan de publieke cultuur verrijken en aanvullen.
De manier waarop de overheden zich tot vandaag met immigranten hebben ingelaten, kan op zijn minst diffuus genoemd worden. Er moet over gewaakt worden dat het broodnodige scheppen van meer klaarheid terzake geen onschuldige slachtoffers maakt. Anders gesteld : als onze overheden in het verleden geklungeld hebben, dan moeten zij daar ook op aangesproken worden, niet de allochtonen. Ten aanzien van hen dienen gastvrijheid en uiteindelijk ook de inclusie in onze samenleving voorop te staan.
14. Ruimte voor politiek asiel en geordende immigratie; geen illegale instroom
Wie nog illegaal het land binnenkomt, moet duidelijk weten dat hij geen verblijfsrecht zal krijgen. Alleen wie zich hier als politiek vluchteling rechtstreeks uit het ontvluchte land aandient, kan in overeenstemming met de geldende internationale afspraken op gastvrij politiek asiel rekenen.
Wel kan een opening gemaakt worden voor legale immigratie, evenwel zonder onderscheid van intellectuele, economische of sociale aard. Op Europees niveau kunnen quota afgesproken worden en in de emigratielanden kunnen Europese emigratiebureaus worden opgericht. Die kunnen criteria bepalen voor mensen die voor immigratie in aanmerking komen. Die nieuw-komers kunnen dan rekenen op een geordend en gastvrij onthaal in Europa. Alleen zo kan de nodige openheid gecombineerd worden met een efficiënte strijd tegen mensenhandel.
Vlaanderen beter leefbaar
Een Vlaanderen waar het goed is om leven veronderstelt een duidelijk en doorzichtig beleid en een klare kijk op de toekomst. De ondoorzichtige regelgeving, de logge administratie en de malaise in de gerechtelijke wereld die we nu kennen, moeten prioritair worden aangepakt. Ook hier bepleiten we een geloofwaardige langetermijnvisie in plaats van een beleid gebaseerd op mediastunts.
15. Goed bestuur
De overheid legt allerlei kwaliteitsregels op, maar vergeet daarbij wel eens zichzelf. Goed bestuur vergt volgens ons onder meer: een wetgevingskwaliteitsbeleid, wetsevaluatie, vereenvoudiging van de administratie, elektronische dienstverlening met één toegangsloket. ISO-kwaliteitsnormen voor een gedepolitiseerde administratie waarborgen een klantgerichte en gebruikersvriendelijke dienstverlening.
Wij pleiten voor de oprichting - op gemeentelijk niveau - van een sociaal huis, ter vervanging van de bestaande zuilgebonden uitvoering van de sociale wetgeving, en voor een ombudsdienst die klachten over de werking van de administraties behandelt.
Wanneer de particuliere sector of autonome overheidsbedrijven openbare dienstverlening op zich nemen, moet hun werking democratisch gecontroleerd kunnen worden.
De overheid moet betrouwbaar zijn. Daartoe is bovenal rechtszekerheid vereist. Wanneer de burger, als hij daarom vraagt, van de bevoegde overheid geen (juiste) informatie krijgt over zijn rechtstoestand, mag men hem nadien niet aanrekenen dat hij het recht miskent.
16. Mobiliteit en milieu : geen louter symbolisch beleid
Er is heel wat te doen over een omvattend en beter beleid inzake mobiliteit en milieu. Maar op enkele eerder symbolische maatregelen na, gebeurt er maar weinig. Men moet ook de moed hebben om noodzakelijke, maar misschien minder populaire, maatregelen te nemen.
We kiezen in Vlaanderen voor een duurzame mobiliteit, die de bereikbaarheid van onze economische knooppunten waarborgt, het recht op een veilige en toegankelijke mobiliteit verzekert en de kwaliteit van de leefbaarheid en het milieu gevoelig verhoogt. Een bereikbare werkplaats, een veilige schoolomgeving en een leefbare buurt zonder verkeersoverlast moeten met het recht op mobiliteit verzoend worden : dat is wat wij verstaan onder duurzame mobiliteit.
Om dit te verwezenlijken zullen alle betrokken partijen moeten samenwerken.
Bij een omvattende aanpak van de mobiliteitsproblematiek hoort ook een doortastende aan- en ontmoedigingspolitiek. Waar industrieparken en koopcentra buiten dorpen en steden worden ingeplant, moet gezorgd worden dat ze met het openbaar vervoer te bereiken zijn. Ook taxi-bedrijven kunnen in het openbare vervoernetwerk ingeschakeld worden. We moeten verder niet enkel werken aan een betere mobiliteit, maar tegelijk ook de noodzaak van tal van verplaatsingen in vraag stellen.
Naast de relatief gemakkelijk vaststelbare bodem-, lucht- en waterverontreiniging, moet ook licht-, geur- en geluidshinder het voorwerp zijn van een krachtdadige en systematische aanpak. Deze vormen van milieuverontreiniging, die de kwaliteit van de leefomgeving soms sterk belasten, blijven al te vaak onbeteugeld.
Voor alle vormen van milieuverontreiniging geldt daarenboven dat er meer aandacht moet gaan naar het voorkomen van vervuiling.
17. Veiligheid is een grondrecht
Wij erkennen dat er op tal van plaatsen een veiligheidsprobleem bestaat; het gaat daarbij vaak om meer dan een louter onveiligheidsgevoel. Veiligheid is essentieel voor de kwaliteit van het leven.
Politie en gerecht moeten over alle nodige middelen beschikken om zowel de georganiseerde criminaliteit (de zogenaamde witteboordencriminaliteit) als de 'kleine criminaliteit' grondig aan te pakken. Ze moeten kunnen voorkomen dat in onze steden criminele benden over straten of pleinen zouden heersen, over bedrijfssectoren of over handelszaken. De Nieuw-Vlaamse Alliantie staat hier geen harde, maar wel een efficiënte aanpak voor. Een doeltreffend preventiebeleid dat de loutere symboliek overstijgt, staat hierbij vooraan.
Vlaanderen actief
18. Iedereen aan het werk
In een inclusief Vlaanderen mag van iedereen die kan werken worden verwacht door arbeid in het eigen levensonderhoud te voorzien of ten minste een bijdrage te leveren tot het algemeen welzijn. Dat kan gaan om de zorg voor een familielid of een hulpbehoevende vriend, om de zorg voor kleine kinderen of om ander sociaal werk. De Nieuw-Vlaamse Alliantie pleit niet voor een geld-verdien-ethos, wel voor een arbeidsethos.
Ook werk buiten de arbeidsmarkt moet als volwaardig erkend worden. Wij wijzen een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen resoluut af.
Eenieder moet de kans krijgen om zich door arbeid nuttig te maken. Wie geen betaalde job kan vinden, moet - met behoud van uitkering - kunnen bijdragen tot het algemeen welzijn. Het recht op arbeid kan niet afgekocht worden met een uitkering.
Zich een tijdlang onttrekken aan de arbeidsmarkt om de gemeenschap te dienen, zou zelfs regel kunnen worden door van alle jongeren een maatschappelijk ondersteunde en efficiënt ingerichte gemeenschapsdienst te verlangen.
19. Stimulering van ondernemingszin en creativiteit
Vlaanderen bruist van ondernemingszin en creativiteit. De grijze cellen zijn Vlaanderens belangrijkste grondstof.
Onderwijs en onderzoek moeten daarom een topprioriteit van het beleid zijn : Vlaanderen moet meer dan de meeste van zijn partners van de Europese Unie - en niet minder zoals nu - aan onderwijs en onderzoek besteden.
Zoals de samenleving in haar geheel moet het ondernemingsleven beheerst worden door de onlosmakelijke beginselen van vrijheid en verantwoordelijkheid. De Vlaamse welvaart verder ontwikkelen, veronderstelt dat aan de hand van het vrij initiatief het ondernemingsklimaat maximaal wordt gestimuleerd. De ondernemer moet zich niet alleen verantwoorden ten overstaan van het kapitaal en het personeel, maar draagt ook een sociale, ecologische en culturele verantwoordelijkheid tegenover de hele samenleving. Daartegenover staat de plicht van de overheid om de ondernemende zelfstandigen een billijk en aangepast sociaal en fiscaal statuut te verzekeren.
Voor een eerlijk product moet ook een eerlijke prijs worden betaald. Dat betekent dat niet enkel de economische kost van goederen en diensten in de prijs verrekend moet worden, maar ook de sociale, ecologische, culturele en maatschappelijke kost. En dat zowel in een nationale als in een internationale context. Vrijhandel en vrije concurrentie moeten daarin hun grenzen vinden. Handel die de persoonlijke waardigheid van mensen aantast, moet uitgesloten zijn.
Op een lager niveau zal de overheid jonge ondernemers en kunstenaars daadwerkelijk bijstaan om een plaats te veroveren. De duurzame ondersteuning van niet-maatschappelijk gedragen initiatieven moet een halt worden toegeroepen, zodat substantiële middelen voor nieuwe generaties kunnen vrijgemaakt worden. De overheid moet er wel over waken dat cultuur voor iedereen financieel toegankelijk blijft.
20. Meer kwali-tijd en aandacht voor een Vlaams gezinsbeleid
Velen werken zich vandaag in Vlaanderen uit de naad. Niet noodzakelijk de arbeidstijd moet verminderd worden, wel de werkdruk. Er dient ook niet noodzakelijk steeds meer betaald te worden, maar het werk moet zo goed als mogelijk worden afgestemd op het gezinsleven van werkenden.
Traditionele periodes van vrije tijd (avond, feestdagen, weekend) dienen zoveel mogelijk gevrijwaard te worden om het sociale en culturele leven te bevorderen.
Kinderopvang moet kosteloos zijn voor al wie werkt. Ook leerplichtonderwijs dient effectief kosteloos te zijn. In plaats van besparingen en rationaliseringen opteert de Nieuw-Vlaamse Alliantie inzake onderwijs resoluut voor nieuwe investeringen. Daarnaast wensen wij een geëigend gezinsbeleid als homogene Vlaamse bevoegdheid. Investeren in kinderen betekent investeren in de toekomst van een gemeenschap. Een kinderwens mag niet gedwarsboomd worden door financiële belemmeringen.
21. Onderwijs is méér dan beroepsopleiding
Op het vlak van onderwijs moeten we in Vlaanderen inspanningen blijven leveren om echt aan iedereen gelijke kansen op individuele en sociale ontplooiing te geven, vooral aan sociaal zwakkeren. Dit betekent ook geestelijke verschraling bestrijden. Zo willen we duidelijk stellen dat het onderwijs niet alleen een poort moet zijn naar de arbeidsmarkt, maar ook naar cultuur, waarden en democratische participatie aan de samenleving.
Iedereen moet zich daarom van de standaardtaal kunnen bedienen. Alleen zo kunnen mensen ten volle deelnemen aan het publieke debat. Het is de taak van onderwijs en media om allerhande vormen van tussentaal tegen te gaan.