Ik mis het,
ik mis het zo erg. Alles, de lol die Coen en ik altijd hadden, de uitjes op
vrijdagavond zoals de disco en de bios, onze ruzies die nooit langer dan 5
minuten duurden, onze stoeipartijen, onze logeerpartijen, zijn lieve zusje,
onze problemen die we altijd aan elkaar vertelden, onze lach en huil momenten,
dat hij mij troostte als ik mij eenzaam voelde, onze hechte vriendschap. En nu
is het allemaal voorbij, alles! Door dat ene moment. Het is allemaal voorbij,
en het is mijn schuld. Ik weet nog precies hoe het ging: Coen en ik waren aan
het fietsen en een beetje aan het praten. Op een gegeven moment waren we aan
het praten over dat nieuwe meisje op onze school, Lisa, en hij werd toen
helemaal rood. Ik zei dat hij haar leuk vond, en toen fietste hij voor de grap
boos weg. Alleen hij keek niet goed uit. Ik hoor het getoeter van die auto nog
elke nacht in mijn dromen. En ik zie hem nog steeds daar stil liggen, bloedend
op de grond. Ik weet nog dat heel veel mensen schreeuwden en gilden en hem probeerden
te helpen, maar ik kon niets horen of doen. Ik stond daar alleen maar verstijfd
te kijken en te hopen dat ik snel wakker zou worden en dat het gewoon een droom
was. Dan wel de allerergste nachtmerrie van mijn leven. Maar het was geen
droom, het was echt: ik had mijn allerbeste vriend verloren voor altijd. Ik was
hem kwijt, hij zou nooit meer terugkomen. Ik weet dat jongens eigenlijk niet
mogen huilen, maar toen ik daar stond, kon ik de tranen niet tegenhouden en ze
stroomden langs me wang. Uiteindelijk kon ik langzaam naar hem toe lopen, langs
de ambulances heen. Ik begon steeds harder te lopen en te huilen. Ik ging op
mijn knieën naast hem zitten, en ik vroeg me af: Waarom hij? Waarom werd ik
niet door die auto geraakt? maar ik wist dat het allemaal geen zin had. Toen
ik daar naast hem zat voelde ik mij zo alleen al ik mij nog nooit had gevoeld,
hij was mijn beste en tegelijk ook enige vriend, hij was als mijn broer die ik
nooit heb gehad, hij was degene bij wie ik altijd alles kwijt kon, hij was degene
met wie ik kon lachen en huilen, hij was degene die me hielp toen mijn ouders
gingen scheiden, hij was degene die me moed insprak als ik alles even niet meer
zag zitten, hij was degene die me altijd hielp, hij was degene die er altijd
voor me was. En nu, nu was hij opeens weg! Ik vroeg aan een van de
ambulancemedewerkers of er nog kans was dat hij dit overleefde maar ze konden
niks zeggen. Later hoorde ik dat hij was overleden aan hersenletsel en dat hij
in 1 keer was gestorven, hij had in elk geval geen pijn gehad.
Ik voel de
pijn nu elke dag weer, ik voel me elke dag weer eenzamer. Ik zie nu elke dag hem
opnieuw op straat liggen en ik hoor de toeter van die auto elke minuut opnieuw.
In mijn nachtmerries beleef ik het ongeluk elke nacht opnieuw. Ik ben kapot en
ik kan bij niemand met mijn problemen kwijt. En morgen is de begrafenis, ik ga
er wel heen, ik moet hem nog een keer kunnen zien.