Nieuw Zeeland werd, voor de ontdekking door de Europeanen, bevolkt door de
Maori.
Dit volk kwam aan op Nieuw Zeeland, omdat het op zoek ging naar meer plek en
eten. Vanuit hun waka (boten) zagen ze in de verte een stuk land, met een
lange, witte uitgestrekte wolk erboven, dat zij vanaf dan Aotearoa ('Land van
de lange witte wolk') zouden noemen.
Traditioneel hebben de mannen een permanent versierd gezicht (moko), waarbij
kleurstoffen aangebracht werden door middel van schaven en krassen. De
versierde huid is dan niet meer gaaf, maar gegroefd.
Het aanbrengen van de versiering gaf aan, dat de jongen volwassen was geworden
en werd gezien als statussymbool.
Elke familie had zijn eigen specifieke code, waarin afkomst en rang te lezen
was.
Tegenwoordig komt de versiering weer meer voor, na een periode van verachting, slechte naam en slechte banen. Er wordt dan echter gebruik gemaakt van tatoeages met naalden en inkt en niet meer door het beschadigen van de opperhuid met beitels gemaakt van albatros botten.
|