Literatuur, het is actueler dan ik oorspronkelijk dacht.
Misschien omdat ik er zelf anders mee bezig ben. Ik ben altijd een denker geweest, maar minder over taal enzovoort Dankzij deze blog? Ik weet het niet goed. Ik verwonder me soms gewoon over woorden, over taal. Taal hoortin de rij van vreemde, mysterieuze dingen. (Zoals bijvoorbeeld het leven ) Je kan het niet vatten, en toch het is er Bovendien is taal er om dingen proberen te vatten die niet te vatten zijn. Mensen willen steeds weten hoe alles in elkaar zit, en spijtig genoeg gaat dat niet altijd. Of misschien is het ook juist dat wat het spannend maakt: woorden proberen te vatten.
The Grammy awards bijvoorbeeld, gewoonlijk viel het me echt niet op dat het iets met taal of literatuur te maken had. Taal maakt deel uit van ons hele leven, van alle dag. We staan op met goedemorgen en gaan slapen met slaapwel, de radio speelt in de auto, in de les of op je werk wordt er gepraat, eender waar of wanneer, het is er. Wanneer het er niet zou zijn, zou er toch een gigantische leegte zijn? Of misschien juist rust, geen drukte in ons hoofd bijvoorbeeld?
In magazines heb je vaak ook een plaatsje voorbehouden voor boeken, cds of films die aangeraden worden (meestal nieuw op de markt.) In de Vitaya noemt het Evas agenda bijvoorbeeld. In een ander magazine zag ik ook Het dwaallicht van Elsschot bij de aanraders staan.
Zo las ik ook een keer dat Rihanna haar nieuwe singel ging over haar relatie met Chris Brown, de man die haar sloeg. En hoorde ik een andere keer dat Emilie Sandé geschreven heeft (haar nummer noemt Clown) over haar gevecht om iemand te vinden die haar nummers uit wilde geven, zonder er iets aan te veranderen. Ongelofelijk, hoe je van zero to hero kan gaan, wanneer je geluk hebt of de juiste persoon tegenkomt, ook als anderen eerst niet in je geloven. We gebruiken taal om onze emoties uit te drukken of om gebeurtenissen te verwerken Gelukkig maar dat er taal is dus.
Of het nou in een liedje of in een film of een boek is, schrijvers vertellen een verhaal en ergens misschien ook altijd hun eigen verhaal.
En we kennen allemaal de nieuwsberichten over schrijvers, muzikanten of kunstenaars die gestorven zijn. Vaak denk ik dan wat maakt het nu uit dat dit in het nieuws komt, dat zijn toch ook maar gewone mensen? nou ja, dat is misschien een domme vraag, het antwoord is gewoon: omdat ze bekend zijn. Spijtig genoeg ken ik ze meestal niet, en daarom stel ik me die vraag. Voor mij zijn ze niet bekend Misschien omdat het vaak schrijvers zijn van voor mijn generatie, of misschien gewoon omdat ik geen literatuurkenner ben.
Groene poëzie, dat was een keer de titel van een artikel in Nest, het ging over tuinen gecreëerd door Hugo Vervondel. Ik verwonderde me erover: waarom linken ze deze dingen aan elkaar? Poëzie, waar staat het eigenlijk voor? harmonie met taal creëeren? Of gewoon iets moois proberen te maken?
Om te eindigen wil ik eigenlijk een bedankje geven. Door de opdrachten dit jaar en de passie waarmee we het vak Nederlands gekregen hebben, ben ik misschien toch een beetje anders gaan denken. De opdracht schrijf een gedicht geïnspireerd op een liedje bijvoorbeeld, heeft me doen inzien dat je uit alles wel iets kan halen (bijleren). Taal is een spel, eentje waarbij jijzelf de enige speler bent, en een stap naar voor, een stap naar jezelf is. Maar het is een spel dat je enkel kunt spelen wanneer je dat zelf wil, er tijd voor maakt en er waarde aan hecht. En misschien dat dat te weinig gedaan wordt.
Laten we maar gewoon eerlijk zijn: een echte échte lezer ben ik misschien nooit geweest, en zal ik waarschijnlijk ook nooit worden. Toch vind ik het leuk om te lezen, om na te denken, om te spelen met taal, te snuffelen in boeken. Maar om een literatuurfreak te worden, zal ik eerst en vooral volwassen moeten worden. Als ik heel veel lees, schop ik het misschien toch nog zo ver maar dan moet ik mijn goede voornemens natuurlijk eerst echt leren uitvoeren. En: het leven is voor iedereen anders iedereen heeft andere waarden, een andere manier van leven en doen. Zolang je doet wat bij je past is dat goed. En of ik nou een boek meer of minder lees, met woorden zal ik altijd bezig blijven.
Of mijn literaire smaak echt veranderd is, ik denk het niet. Ik houd nog steeds van de naïeve boeken, boeken om bij weg te dromen. Ik kan mezelf ook echt verliezen in het meest onrealistische boek, wanneer het goed geschreven is. Toch denk ik dat je literaire smaak automatisch wel een beetje verandert, met ouder worden en ook met wat je leest. Zo vond ik Schaduw van de wind van Zafon een heel goed boek, hoewel het iets te mysterieus was om er me volledig in te hullen. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (Milan Kundera), vond ik met momenten goed, op andere vond ik het nog te cru, ik weet niet goed met welk ander woord ik het moet benoemen. Welke boeken ik wel en niet graag les vind ik dan ook moeilijk te verwoorden, ook een beetje door het gebrek aan ervaring... Ik lees verschillende genres graag, maar ik probeer zo veel mogelijk te vermijden dat ik boeken lees over moorden bijvoorbeeld, omdat ik het moeilijk heb hiermee geconfronteerd te worden, er bang voor ben en ook bang ben dat ik er nachtmerries van krijg of niet meer zou durven slapen.
Vermits we op vakantie gingen en ik vergeten was naar de bib te gaan, had ik het eerste deel op de luchthaven gekocht. Ik had in de krant gelezen dat het zon succes was en mijn vriendinnen vonden de film geweldig. Spijtig genoeg was ik nog niet in de cinema geraakt, maar achteraf gezien was dat leuker. In een boek zit altijd nog meer dan in de film, en kan je je eigen fantasie laten werken Ik vond het erg goed geschreven en heb daarom de volgende delen eveneens verslonden.
·Willem Elsschot Het dwaallicht
Voor de bespreking in de les, en omdat Elsschot een legende blijkt te zijn. Hoewel ik niet goed begrijp waarom hij een legende geworden is. Ik vond het wel boeiend te achterhalen wat er achter zijn verhaal zat, meer dan het oorspronkelijk leek te zijn. Het spijtige aan literatuur vind ik dat ik, zelfs wanneer ik er mijn best voor doe, de achterliggende boodschap niet steeds zie. Toch vind ik dat literatuur je op deze manier dichter bij jezelf kan brengen/je iets leren over jezelf en wie je bent.
·Peter Verhelst Memoires van een luipaard
Toen we in de les Nederlands een fragment van dit boek lazen, was ik niet dadelijk in de wolken. Maar toen ik het opnieuw las, vond ik het echt inslaan als een bliksem. Bovendien vond mijn leesgrage zus dit een super goed boek. Om deze redenen wilde ik dit boek dan ook zeker ooit gelezen hebben. Gelukkig mocht ik het boek kiezen voor de recentie die we moesten schrijven voor Nederlands.
·Milan Kundera De Ondraaglijke lichtheid van het bestaan
Omdat onze leraar Nederlands volwaardige mensen van ons wil maken, zou hij het toch apprecëeren als we een boek van de canon van de literatuur lezen voor onze structuuranalyse. Het boek in deze lijst dat me het meest leek aan te spreken, vermits ik veel en graag nadenk, was dan ook deze.
·Saskia de Coster Jeuk
Op onze leeslijst stond er ook een modern sprookje. Wanneer ik het woord sprookje zie staan, begin ik spontaan weg te dromen. Zoals ik al eerder heb vermeld ben ik een beetje kinderlijk, en opgroeien spreekt me niet helemaal aan Ik moet zeggen dat het boek me heel erg tegenviel. Ik vind dat het helemaal geen sprookje is. Sprookjes zijn mooi en eindigen goed, niet met de slechterik die overblijft! Bovendien vond ik het gruwelijk dat de ratten elkaar opaten. Mijn inlevingsvermogen is misschien gewoon te sterk voor een verhaal als dit.
Verder heb ik delen gelezen van:
·The world book of Happiness
Omdat de zoektocht naar geluk universeel is en zeker niet onbelangrijk in het leven. In de lessen Godsdienst hebben we een aantal van de onderzoeken uit dit boek bekeken, en ik vond ze zeer interessant.
·De kleine prins
In het 4e middelbaar lazen we hieruit een stukje in het Frans. Ik was verwonderd over de diepere betekenis die achter het schijnbare sprookje schuilt. Ik wilde het boek opnieuw lezen, maar ik heb het einde nog niet bereikt. Omdat ik het moeilijk vond om zelf de juiste betekenis te vinden heb ik het vrij snel opgegeven. Het staat nog steeds op mijn leeslijst!
·Dagboek van een geisha
Hier heb ik slechts een paar paginas in gelezen, wegens tijdgebrek in die periode.
·Een boekje met citaten van Paulo Coelho
Omdat ik een aantal boeken van hem meegebracht had, want ik wilde de Alchemist al een hele tijd lezen.
·Gedichten van Herman de Coninck
Gewoon, omdat ik ze mooi vind.
Ook doorblader ik vaak een heel aantal magazines en lees hier soms artikels uit. Meestal zijn dat de typische vrouwenmagazines: Vitaya, Feeling, Elle en de Libelle maar ook de Runners world en Happinez. Af en toe lees ik eens een artikel dat mijn grootouders me geven uit de krant. Omdat een van mijn hobbys bakken is, en ik de weekplanning voor het eten maak thuis, zijn kookboeken en magazines dan ook wekelijkse kost. Ik wil chocola van Linda Collister is een boek dat ik maandenlang uit de bibliotheek heb weggehouden, het is dan ook een echte aanrader. Tegenwoordig durf ik ook wel eens op het internet recepten op te zoeken. Zo heb ik gisteren het volgende recept uitgetest:
Let wel op, de tijd die in het maken van al dat lekkers kruipt, is meestal meer dan het recept vermeld!
Ook zoek ik graag citaten op, dat is misschien iets wat ik van mijn grootmoeder heb. (Ze houdt van citaten. Haar manier om er aan te komen is natuurlijk wel de klassieke manier:
Als je me zou vragen of ik graag lees of niet, zou ik je zeker een positief antwoord geven
Maar als je me dan zou vragen of ik veel lees, zou de moed me al in de schoenen zakken.
Hoewel er in de klassen steeds een collectieve zucht te horen is wanneer we een boek moeten lezen, ben ik daar toch dankbaar voor. En ik denk dat er zo stiekem meer mensen rondlopen. Anders zouden velen van ons waarschijnlijk nog minder lezen en dat zou spijtig zijn. Waarom ik weinig lees? Hoewel het voor echte lezers waarschijnlijk een zeer zwak argument is: tijd. Tijd is tegenwoordig erg kostbaar. Je kan het niet kopen, niet bijmaken, dus we moeten er zo veel mogelijk mee doen. Rustig in de zetel zitten met een goed boek, hoort niet echt in de rush van het dagelijkse leven. Bovendien hebben we zo veel verplichtingen en andere hobbys dat er geen tijd, of energie, meer overschiet om te lezen.
Bij mij komt er dan ook nog eens bij dat ik, eens ik in een boek begin, het niet meer los kan laten. Het is een beetje het alles-of-niets principe: of ik lees een boek en leef helemaal in die wereld, of ik vind er niet zo veel aan wanneer ik iedere dag maar een stukje in een boek lees, of met een paar dagen tussen, dan heb ik het gevoel dat ik uit het verhaal geraak en niet meer kan volgen, en dat steekt me tegen. Maar de hele dag niets anders doen dan lezen, tot diep in de nacht, en s ochtends weer beginnen lezen, is misschien van het goede te veel. Maar oefening baart kunst, dus hopelijk komt er een dag waarop ik wel een evenwicht vind.
Mijn leesgeschiedenis is dan ook maar pover. Hoewel ik wel wil, het komt er vaak gewoon niet van om echt te lezen. In de vakantie kan ik soms dagenlang in boekenhandels of bibliotheken rondzwerven, niet wetend waar te beginnen. (En spijtig genoeg begin ik er daardoor soms echt niet aan ) Soms maak ik dan lijstjes, allemaal met boeken die ik ooit wil lezen. Het zou beter zijn als ik er gewoon één uit de rek nemen.
Maar zo is het niet altijd geweest
Als ieder kind, hield ik er van wanneer mama s avonds verhaaltjes voorlas, van blauwbaard tot pluk van de petteflet, van heks kweetetal tot de griekse mythen en sagen. Ook de kleine prins en dolfje kwamen voorbij.
Leren lezen wil ook zeggen: oefening. En zelf voorlezen. Hardop lezen, die testen op school vond ik steeds horor. Mijn leesniveau was oké, maar ik was niet echt een uitblinker.
Terwijl mijn zussen vaak diep met hun neus in de strips zaten, liet het mij koud. Nou ja, wat het lezen betreft dan toch. Ik hield van strips, om te kijken naar de prentjes. Soms, tekende ik ze zelfs over. (Of deed er, beter gezegd, een poging toe.) Mama probeerde me tevergeefs te stimuleren om ook te lezen Zeker in de vakantie: wanneer mijn zussen boeken verslonden, las ik er met moeite een of twee uit. Uitjes naar de bib heb ik altijd leuk gevonden. Rondsnuffelen in de boeken. Bij onze grootouders vierden we hoogdagen wanneer we naar de grote biblioteek in Hasselt gingen. Hoewel dat meer was om er te spelen, op de computers of in de gangen. Toch maken die herinneringen de bib nog meer een plaats waar ik me thuis voel.
Een van mijn zussen heeft dan ook een grote invloed op mij uitgeoefend, in alles, maar zeker ook wat betreft lezen, poëzie en literatuur in het algemeen. Natuurlijk kwam dat laatste vooral met ouder worden, dus terug naar onze kindertijd: ze las erg veel, en vond soms een boek waarvan ze dacht dat het misschien iets voor mij was. Gelukkig dat ze toch meer overtuigingskracht had, of heeft, dan mama. Ze is energiek, krachtig, inspirerend en motiverend. Als jongste heb ik steeds naar haar opgekeken en haar bewonderd, daarmee misschien ook dat ik gemakkelijker deed wat ze zei. Of misschien is er toch een onbewuste koppigheid in ieder kind tegen wat zn ouders doen of zeggen. Of was het gewoon door de leeftijd dat mijn zus wist wat ze me moest aanraden, terwijl mama gewoon wilde dat ik las maar niet de juiste boeken wist te geven
Dat begon met boeken over paarden, eindelijk iets wat ik leuk vond! Ik herinner me dat het eerste boek over paarden dat ik las was eentje over ridders. Mijn lievelingsboek was uiteindelijk paarden, wind en zon van Frederica de Cesco. Later heb ik ook een aantal boeken van De vijf gelezen, gevolgd door de reeks met Alex Rider van Anthony Horowitz.
Wanneer we op school een leeslijst voorgeschoteld krijgen, denk ik steeds over een heel aantal boeken: die zou ik wel graag willen lezen! Ondertussen heb je het al door: daar blijft het meestal bij. Ik lees trouw het aantal dat we moeten lezen, maar meer dat is wat teveel gevraagd. Zo las mijn zus wel een keer een boek dat op mijn leeslijst stond. Voorbij de regenboog van Paul Kustermans heb ik op haar aanraden tijdens een vakantie gelezen. Ondertussen was er nog iemand die mijn zus begon te beïnvloeden. Haar lief is veelbelezen en raadde haar onder andere Timoë en De kleine Johannes aan, deze boeken heb ik dan na haar gelezen. Om heel eerlijk te zijn, stonden die me niet altijd even veel aan. Ik ben heel naïef, en wil dat ergens graag blijven, denk ik. Toch ben ik van plan hem voor deze zomer een boek te vragen.
Ondertussen kies ik natuurlijk ook wel eens zelf boeken, maar gewoonlijk zijn dat niet de boeken waarvan ik verwacht dat die een goedkeurende blik krijgen van echte literatuurliefhebbers.
Als er iets is wat me opviel, is het wel dat dichters hun gedichten niet mooi kunnen voordragen. Dat is natuurlijk heel subjectief, maar ik vind dat er niet genoeg emotie in hun stem lijkt te zitten. Ik houd er niet van wanneer iemand een gedicht monotoon voordraagt. Envoi van Absynthe minded vind ik dan ook veel leuker dan het gedicht waarop het geïnspireerd is Ik houd van intonatie, het gevoel dat je enkel al krijgt van de zwiering in iemands stem. Wanneer mijn zus zegt en de appels zien rood van plezier hoor je dat ook in haar stem, plezier. Ik vind dat ze erg mooi gedichten kan voordragen. Wanneer ik er een voor school vanbuiten moet leren, probeert ze mij dat dan ook aan te leren. Helaas schiet daar door de plankenkoorts meestal niet veel meer van over in de les. En een zelfgeschreven gedicht voorlezen in de klas vind ik pure horror, dus dat lees ikzelf waarschijnlijk ook niet voor op het deuntje waarmee ik het heb geschreven. Misschien moet ik dus maar wat minder kritisch zijn wanneer iemand een gedicht voordraagt.
Wat me vandaag nog opviel, is ook dat iedereen een gedicht anders interpreteert. Zo verwonderde ik me er bijvoorbeeld over dat een jongen van mijn klas in het gedicht Programma van Tom Lanoye de toverbal associeerde met opgroeien, de lagen die steeds iets anders voorstellen. Wanneer ik het gedicht nu lees, vind ik het ook mooier dan voorheen, gewoon omdat ik er met andere ogen naar kijk
Maar op andere momenten vind ik dat de analyse van een gedicht te ver kan gaan of juist schoonheid weg kan nemen. Wie weet heeft de schrijver zelf wel minder nagedacht over wat hij schreef, dan hetgeen andere mensen erin denken te vinden.
Voor een dag van morgen, staat bij mij zeker op nummer één. Het naïeve, het niet kunnen vatten van woorden, de woordkeuze, de sfeer die er rond hangt. Het respect voor alles wat vaak als minderwaardig wordt beschouwd. Het staat me allemaal wel aan. Herman De Coninck vind ik ook erg leuk. De parlandostijl, het metafysische
Ik heb het liever simpel, maar mooi.
Voor een dag van morgen (Hans Andreus)
Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw dat een mens een mens zo liefhad als ik jou.
Nog een leuk gedicht van Hans Andreus vind ik het volgende:
Liggen in de zon
Ik hoor het licht het zonlicht pizzicato de warmte spreekt weer tegen mijn gezicht ik lig weer dat gaat zo maar niet dat gaat zo ik lig weer monomaan weer monodwaas van licht.
Ik lig languit lig in mijn huid te zingen lig zacht te zingen antwoord op het licht lig dwaas zo dwaas niet buiten mensen dingen te zingen van het licht dat om en op mij ligt
Ik lig hier duidelijk zeer zuidelijk lig zonder te weten hoe of wat ik lig alleen maar stil ik weet alleen het licht van wonder boven wonder er ik weet alleen maar alles wat ik weten wil.
Het gedicht is optimistisch, het geeft een gevoel van geluk, alsof de eerste lentestralen op je huid vallen.
O, ik weet het niet Herman de Coninck
O ,ik weet het niet, maar besta, wees mooi. zeg: kijk, een vogel en leer me de vogel zien zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, en nog, zeg iets. leer me huilen, en als ik huil leer me zeggen: het is niets.
De reden waarom ik dit gedicht leuk vind is omdat mijn zus het me heeft opgedragen en net zoals in het echte leven moet je veel leren, en ik denk dat (oudere) zussen je dan ook dingen bijleren.
Vijfjarenplan
Ik hou van jou. Hou jij van wat niet kan. Hou jij van je capaciteiten, ik van je gebreken. Jij van je trots, en ik van hoe die zacht kan breken in mijn armen. Jij van je moed. Ik van je zwakte nu en dan.
Hou jij van de toekomst. Ik van wat voorbij is gegaan. Hou jij van de honderd levens die je wilde leven. Ik hou van dat ene dat is overgebleven en van hoe je daarom zo ver weg kunt zijn dicht tegen me aan.
Ik hou van wat is. Jij van wat zou. Hou jij van mij. Ik hou van jou.
Ik kan niet beschrijven wat ik vind van dit gedicht, wanneer ik het lees, denk ik gewoon: wauw. Ik bewonder hem om hoe hij kan schrijven, hoe hij dingen kan zeggen. Het zijn gedichten die me gewoon emotioneren. Gedichten die geen analyse nodig hebben om mooi te zijn. Het laatste gedichtje van hem dat ik op deze blog ga zetten het volgende:
'Slaap maar,' zeg ik tegen een dochter die allang slaapt en daar wakker van wordt.
Het onweert. Misschien wil ik wel dat zij bang is, dan kan ik vader zijn. Maar ik kan niets anders dan samen met haar niets kunnen.
Zoals woorden. De dingen gebeuren. Zonder woorden zouden ze ook gebeuren. Maar dan zonder woorden.
Dit gedicht doet me gewoon terug denken aan een klein meisje zijn, dat in bed gestopt wordt door haar papa, haar alles. Ook mijn oudste zus las me soms gedichten voor in de zomervakantie. Een daarvan was verlanglijstje van H. de Coninck:
Verlanglijstje
Geef mij Nescio en Tsjechov, oude boeken. Geef mij na mijn zoveelste kale reis iemand die mij twee haren uittrekt en glimlachend zegt: je wordt grijs. Geef mij alles en zeg: het is niets.
Geef mij niets en zeg: dat is alles. Geef mij mezelf, geef mij jou. Ik heb gezocht naar wist ik maar wat. Geef mij nu eindelijk wat ik altijd al had.
maar nog eentje is dit:
Vuilniszakken Victor vroomkoning
Zoals ze daar 's morgens op de stoep tegen elkaar aan geleund warmte zoekend in hun plastic jassen staan te wachten, grijs, vormloos, vol afgedankt leven, tegelijk broos en weerloos. Je zou ze weer naar binnen willen halen, je ouders wachtend op de bus.
Spijtig genoeg deed dit gedichtje ons ergens denken aan onze verouderende grootouders.
De kunst van een dichter of songwriter, de kunst om een meesterwerk te maken, is een puzzel van woorden, van gevoelens. Proberen gevoelens te beschrijven, zo exact mogelijk? Perfectie is onbestaand natuurlijk, dus, zo goed mogelijk. Ik denk dat dat de uitdaging voor de schrijver is .
·Cry Rihanna
·Stay Rihanna : Not really sure how to feel about it
·Dont let me get me - Pink
·As time goes by air traffic: I cant describe, this feeling inside
·Good charlotte - Say anything
Waar de woorden tekortschieten om de gevoelens volledig te vatten helpt de emotie in de stem van de zanger
In het begin van het jaar, was ik er op gefocust de echte betekenis , de wareboodschap achter de gedichten of boeken te vinden. Dit is natuurlijk onmogelijk, je hebt nooit de zekerheid van wat de schrijver bedoelde, tenzij de auteur het je zelf zegt wat me ook opviel is het volgende: wanneer je de bespreking van een werk opzoekt, krijg je er soms de meest tegenstrijdige informatie over. Kunst(waar literatuur ook deel van uitmaakt) is duidelijk subjectief.
Ik heb dus ingezien dat het eigenlijk niet zo belangrijk is wat de echte schrijver bedoeld, maar de betekenis die je er zelf aan geeft. De lezer als co-auteur.
(Lichaams) Taal helpt ons te communiceren. Maar communicatie, wat is dat? Elkaar begrijpen? Ik ben er van overtuigd dat je taal niet nodig hebt om te communiceren, maar het helpt natuurlijk wel. Door het gebruik van taal kan je specifieker en preciezer de dingen beschrijven.
Als ik bij dieren ben mis ik taal eigenlijk niet om met hen te communiceren. Als je een gevoel van harmonie hebt, voel je dat gewoon. Het geeft me rust bij hen te zijn, begrepen en geaccepteerd te worden, zonder woorden, zonder misverstanden, want ook die zijn vaak met taal verbonden.
In het begin van het jaar, wanneer het over Kristien Hemmerechts ging, vond ik dan ook dat je geen taal nodig hebt om iets te laten bestaan. Je voelt dingen, voor je ze denkt. Je probeert ze gewoon te vatten met taal.
De enige momenten waarop ik bij dieren mis dat je hun niet écht iets kan zeggen, zijn de pijnlijkste, wanneer je niet weet of ze pijn hebben, of niet weet wat ze willen om ze dingen te vragen
Hoe beslis je bijvoorbeeld over een leven? Als je niet weet of diegene het zelf nog wel of niet wil leven? Als je niet weet of ie pijn lijdt?
En hoe neem je afscheid zonder woorden? Hoe kun je dan je laatste dingen zeggen, al ben je nooit uitgesproken? Hoe kun je er dan zeker van zijn dat ie weet dat je hem/haar graag gezien hebt? Graag ziet? Hoe graag je haar ziet?
Hetzelfde geldt uiteraard ook voor iemand in coma. Wat doe je daarmee?
De aanleiding naar deze tekst, is het inslapen van ons hondje. Het had kanker en het kon niet meer verder zo. Toch was het erg moeilijk. Ook na de dood voelde ik me woordloos geen gedichtjes dus.