Na een avond stevig drinken om te vieren dat ik morgen mijn diploma krijg werd ik vanochtend wakker op de achterbank van een onbekende auto, mijn eerste instinct was paniek. Ik had enkel nog mijn ondergoed aan, ik dook ineen en schreeuwde om Nathaniel. Plots schudde iemand mij door elkaar en bood mij vervolgens koffie en aspirines aan. Ik keek op en zag een vaag vertrouwd gezicht, dit gevoel kon ik pas plaatsen nadat de jongen die koffie en aspirine vasthad zich aan mij voorstelde als Samuel, mijn broer die ik al 11 jaar niet meer gezien had. In de volgende uren kwam ik meer wonderbaarlijke dingen over mijn broer te weten dan dat ik me ooit had kunnen inbeelden. Hij vertelde mij onderander over de vliegtuigcrash die hij had overleefd en dat hij een zoontje van 4 jaar heeft en hij vroeg me hem snel eens op te zoeken. Dan heeft hij mij afgezet aan mijn studentenhuis en was hij weer verdwenen. Ik kan het nog steeds niet goed vatten, mijn broer waarvan iedereen dacht dat hij dood was, leeft. Ik heb tijd nodig om dit te verwerken, maar strak komt mijn hele familie aan in Boston om morgen mijn diploma uitreiking bij te wonen dus veel tijd om na te denken zal ik voorlopig niet hebben. Ik weet wel al dat ik geen vreugde voel om de terugkeer van mijn broer, het voelt vooral onwerkelijk.