Yassin heeft dorst. Onze watervoorraad is op, dus gaan we even naar het winkeltje wat verderop de baan. De vriendelijke verkoper, Mirza
Quadir genaamd, biedt Yassin meteen een kruik water aan en knoopt een gesprek
aan met mij, ook al ben ik niet zeker of ik dat wel wil. Ik mag zeker niet
afgeleid zijn voor als er een vrachtwagen langskomt. De verkoper gaat door met praten en
merkt dat ik ongeduldig ben. Hij vertelt dat de volgende auto pas ten vroegste
binnen 2 uur aankomt. De man lijkt me betrouwbaar, dus geloof ik hem. Zo
begin ik te vertellen over wat ik meegemaakt heb en hoe zwaar dit op me weegt.
Dat ik al dagen met de vraag in mijn hoofd zit hoe ik mijn zoon die in de mijn werkt, precies moet
vertellen wat er gebeurd is.
Mirza luistert. Hij zegt niet veel maar begrijpt vooral en stelt af en toe een
vraag. Als ik uitgepraat ben en hij mijn verhaal gehoord heeft, leert hij me
enkele belangrijke dingen waar ik steun uit kan putten. Hij geeft me kracht. Eindelijk
heb ik een vertrouwenspersoon waar ik mijn hart kan uitstorten.
|