Niet geselecteerd voor de Ãtztaler Radmarathon 2010
Hoi,
Na de tegenslag dat
we niet geselecteerd zijn voor de ötztaler Radmarathon heb ik maar besloten om
het dit jaar volledig over een andere boeg te gooien.
Ik heb reeds een
nieuwe mountainbike besteld en heb beslist om enkele marathons re rijden. Ook zal
ik terug eens meedoen aan enkele gentlemen koersen. Hier onder ziet u mijn
programma :
Hoi , we zijn halverwege december 2009 en m'n doelstellingen en planningen zijn gemaakt voor 2010. Deze zijn eigenlijk iedem aan m'n programma van 2009, maar dan telkens met een verbeterde tijd. De Ötztaler Radmarathon zal dus weer de afsluiter zijn voor m'n volgend fiets seizoen . Na 2010 zal ik dan maar de uitdagingen zoeken met de MTB. Daar heb ik nu al m'n doel ingesteld voor 2011. Coast to Coast zal dan de prachtige uitdaging zijn. Een tocht van 15 dagen met behoorlijk wat hoogtemeters. Kijk maar eens op garage tv of dergelijke sites naar de beel den van deze ritten. Als je deze hebt bekeken zal je wel beseffen dat ik dit niet mag laten liggen. Ma nu nog wa sudderen op m'n programma van 2010.
Woensdag 27
augustus 2009,eindelijk tijd om ons richting Oostenrijk te begeven. Een lange
autorit kan wel opwegen tegenover wat ons daar te wachten staat. Na een 1010 km
te hebben gereden stonden we voor ons appartement. Leuk om na vele malen in de
winter naar Oostenrijk te komen, nu eens in de zomer hier te kunnen genieten
van de zon en de geur van het gras en de bomen. In de schaduwplekjes kon je,
tijdens het diep ademhalen, toch die frisse lucht voelen op de luchtwegen. Net
als in de winter. Dit dan puur door het verschil in hoogte met ons landje. Sölden
bevind zich trouwens op 1377 m hoogte. Na de vriendelijke verwelkoming van de
gastvrouw konden we ons appartement betreden, auto legen en rusten. Vooral dat
laatste was aan de orde. Een nachtelijke rit is niet niets. Gelukkig konden we
met 2 afwisselen, maar voor mij was dit niet ideaal om zolang te rijden.Het dutje
dat we deden na onze aankomst had ons deugd gedaan. Na een tijdje konden we het
dorp Sôlden eens gaan bekijken en wat inkopen doen. In de vooravond hadden we
een plekje gevonden op een terras om ons te laten voorzien van spijs en drank.
Voor mij een groot bord met 3 soorten pasta Supper
.Daags nadien
was het tijd om de beentjes nog eens los te rijden.In de
voormiddag reed ik samen met Nele en mn vader een stukje met de fiets om de
omgeving rond het dorp te verkennen.
Vader moest al na enkele kilometers concluderen dat bepaalde hellingen niet
voor hem waren weggelegd. Waar vader plots moest stoppen om wat op adem te
komen kreeg kort nadien ook Nele plots last van kortademmigheid. Vader was toen
al afgedaald en vlakkere wegen gaan opzoeken. Of was het een terrasje? Na nog
wat door te hebben gereden was het voor Nele toch beter om terug te keren en
wat tijd te nemen voor het hoogte gewen. Voor haar was het trouwens de eerste
keer dat ze op dergelijke hoogte een behoorlijk zware inspanning deed. Maar
Nele kennende zou haar wraak zoet worden. Voor mij was het lekker losrijden en genieten
van de omgeving. Het woord Prachtig zou menige keren door mn gedachten
zweven in de loop der dagen.Na op de
middag een goede maaltijd naar binnen te hebben genomen konden we terug de
fiets op. Vader zou de iets minder zware wegen voor zich nemen. Nele en ik
reden richting de Gletsjer. De lekkere beklimming van 12 km was op dit moment
iets te zwaar voor Nele. Blijkbaar had ze behoorlijk last van pijn net boven de
knieën. Dat zal trainen worden als ze mi Marmotte zal rijden volgend jaar. Maar
haar kennende zal dit geen probleem vormen met de juiste begeleider. Hihihi.We zijn dan
maar wijselijk terug gekeerd na enkele kilometers te klimmen. Raar, maar zelf
had ik eigenlijk ook niet veel zin om verder te rijden. De benen voelden goed
en dat wilde ik zo houden tot zondag.We zijn dan
maar, na ons wat te hebben opgefrist, naar de inschrijving gegaan. Vanaf
vrijdag namiddag kon men al achter het startpakket. Alles verliep zeer vlot bij
de inschrijving. Ook konden we nog eens de wielertrui bewonderen die men kreeg
als je zondag binnen de vooraf bepaalde tijd binnen kwam. Na nog wat rond te
snuffelen bij de verkoopstanden genoten we nog van een terrasje.Na het
avondeten en afspraken te hebben gemaakt voor de zaterdag, was het voor mij
tijd om onder de dekens te kruipen.Zoals
afgesproken stonden we de zaterdag op met de bedoeling om de rit, van de volle
238 km, te vervolmaken met de auto. Het zou een lange dag worden, maar voor mij
wel leerzaam naar de rit van zondag toe. Het was genieten van de vele mooie
uitzichten. Vader zag ik al enkele malen zijn wenkbrauwen fronsen, en in
gedachten denken van mèrde wa is da ier allemalle , moet uze oedsten da ier
allemale beklim, da lukt em nie. Moeder had vooral haar bedenkingen bij de
afdalingen. En Nele, dat was iets anders. Na het vele stijgen en dalen, links
en rechts draaien was zij behoorlijk ziek geworden. Ik kan me inbeelden als je
achteraan in de wagen zit dat het wel een beetje sterven was in die tal van
bochten.Tijdens en
na de route te hebben bereden kon ik mij al een overzicht schetsen van hoe mijn
zondag er zou gaan uitzien en waar ik wat zou nemen van voeding. Drinken, drinken
en drinken, dat zou zeer belangrijk worden. Hopelijk niet te warm en geen
regen. Maar het weer kunnen we niet bestellen hé.Wat napraten
en een stevig pastaatje naar binnen spelen waren dan ook de laatste elementen
van de dag. De fiets had ik al grondig nagekeken en voorzien van camera,
hartslagmeter en kilometriek. Nieuwe remblokken en nieuwe buitenbanden waren
geen overbodige luxe.
En waar ik
voor vreesde werd dan jammer genoeg ook werkelijkheid. Niet kunnen slapen. Na
geen 3h te hebben geslapen was ik daar al weer terug. Om 4h45 zou ik normaal
opstaan. Maar om 1h30 was ik al voor de eerste maal wakker, vanaf dan zag ik
elk halfuur de klok.Eens het
bijna 4h30 was liep ik al rond met een vers gebakken pannekoek in de mond.
Moeder Marleen had deze de avond voordien vers gebakken op mijn vraag.Verse koude
pannekoeken en warme havermout met bruine suiker waren mijn stevig ontbijt.Samen met
Nele begaf ik mij om 5h50 naar de start.Eens daar
aangekomen stonden al tal van wielrenners ongeduldig te wachten. Meer dan 2/3
van de de 4500 starters stonden al voor mij. Gelukkig starte ik hier niet om
een best tijd te plaatsen. Hmmm. Er waren er nog velen die achter mij toekwamen
maar toch hier en daar voor mij hun plaats aan de start innamen. Je mon fou,
als ik maar geniet van mn dag.Je begrijpt
ook wel dat het om iets na 6h en in een dal op 1377 m hoogte behoorlijk fris
is. Zelf had ik korte broek aan, maar was ik wel voorzien van mn beenstukken
die me in de eerste kilometers veel deugd deden.6h45: het
startschot klonk door de straat en de eersten konden vertrekken. Zelf kon ik
maar rond 6h55 de startlijn overschrijden.Starten kon ik
niet voor ik mn geluksring kuste en mij even in gedachten verdiepte tot mn
engelbewaarder.Floep, na
een paar honderd meter zag ik nog mn ouders op de uitkijk staan. Het is
ongelooflijk hoeveel mensen er zo vroeg op de dag buiten staan om de wielrenners
aan te moedigen voor een lange en slopende dag.Met een
behoorlijke snelheid reden we richting de eerste beklimming van de dag. In
licht dalende lijn kregen we de eerste 32 km voorgeschoteld. In groep was het
fietsen tussen de 40 en 55 km/h tot in Ötz. Het dorpje Ötz bevindt zich op 820 m
hoogte en aan de voet van de Kühtai (2020 m).Velen
stopten aan de voet van de Kühtai om de overtollige kledij af te doen. Zelf
verkoos ik om niet te stoppen en enkel maar mn windjasje open te zetten. De
Kühtai is er eentje met een hoogte verschil van 1200 m, 18,5 km lang en een
maximum percentage van 18 %.. Halverwege de beklimming moesten we plots te
voet. Er waren namelijk werkzaamheden. Ze waren bezig met een nieuwe tunnel te
bouwen langs de zijkant van de flank. De tarmac was weg en de ondergrond was
aangereden zand. Als je als enkeling daar voorbijkomt is dit geen probleem maar
als plots honderden fietsers er over willen zorgt dit wel voor problemen. We
werden dus gedwongen om van de fiets te komen en enkele honderd meters te voet
te gaan. Hier en daar hoorde en zag je kniezende en zagende fietsers. Zelf
hield ik er het plezier in. Eens weer op de fiets kon de rit gewoon worden verdergezet.Nog voor ik
boven op de Kühtai kwam zag ik er al velen die deftig puften. Voor deze
personen zag ik het eigenlijk niet te goed zitten. Wisten ze eigenlijk wel wat
er hen nog te wachten stond? Voor mij verliep alles vlot. Nooit ben ik op de
eerste klim boven de 150 hartslagen geweest.Genietend
van het mooie weer en de grote bevoorrading was ik klaar voor een afdaling van
15 km tot in Kematen (700 m) en daarna nog eens 22 km tot in Innsbruck (600 m).
Nog tijdens die bevoorrading besefte ik dat de batterijen van de camera, die ik
op mn stuur had geplaatst, plat waren. Het was nu wachten tot in Innsbruck om
te kunnen stoppen aan een pompstation. Na te grappen met iemand die bij het
pompstation stond en mij benzine wilde toedienen, kon ik daar nieuwe
duraceltjes kopen en terug filmpje draaien.Een 2 tal
kilometer verder reed ik langs de gekende Olympische ski springschans om dan
een paar honderd meters te beginnen aan de Brenner (1377 m).De voet van
de Brenner was druk bezet door toeschouwers die de tal van wielrenners aanmoedigden.
Na de beenstukken en mn windjasje uit te doen, kon ik de beklimming van 39
kilometer met een maximum percentage van 12 % verder zetten.De Brenner
is er zo eentje waar ook geen einde aankomt hé, niet stijl maar zeer lang. En
weer liet ik me verleiden om gewoon mee te rijden in een groepje. Iets te traag
naar mijn gedacht. Na een 20 tal kilometer ben ik dan maar kop blijven rijden
en zag ik dat er na 1km maar één iemand meer in het wiel bleef hangen. Daar er
op de Brenner wel wat wind stond had dn Duits blijkbaar geen zin om over te
nemen. Eens op het zwaarste stuk zag ik dat hij het achterwiel niet meer kon
houden. Jammer voor hem. Na het dorpje Brenner te hebben gepasseerd was er de 2de
bevoorrading. En eindelijk een toilet. Dat laatste was dan ook broodnodig. Na
wat plaats te hebben gemaakt in maag en darmen kon ik genieten van de
bevoorrading. Achteraf gezien heb ik daar wel teveel tijd verspild, maar daar
mocht ik mezelf niet in blind staren. Het was de bedoeling om uit te rijden
binnen de tijd en niet voor een een zodanig kort mogelijke tijd. Ik wilde er
van genieten.Na de
bevoorrading wachte mij een niet al te steile afdaling 19 km. Deze liep tot in
het dorpje Sterzing (960 m). Daar hadden we het begin van onze reeds 3de
beklimming. De Jaufenpass (2090 m) met 15,5 km en een maximum percentage van 12
% zou wel eens een harde noot kunnen worden. Maar harde noot of niet, met de goede
benen lukt dit zonder probleem. Eenmaal over de top hadden we 500 m verder in
de afdaling onze 3de bevoorrading. Weer lekker uitgebreid natuurlijk.
Terug alles op zn tijd, goed bevoorraden, enkele fotos nemen en met een
frisse geest afdalen. Deze afdaling van 22 km was buitengewoon prachtig. Een
plezier om de beelden die ik heb genomen met de camera op mn stuur, terug te
bekijken. Lekker de fiets van links naar rechts zwaaien en omgekeerd. Vrees
achterwege laten maar toch wel er het verstand bijhouden natuurlijk. Zalig.Maar dan
begint het pas hé. Eenmaal je in het dorpje St Leonhard (750 m) komt heb je
ongeveer 400 m dat je nog vlak kan rijden en dan mag je beginnen aan de
zwaarste dobber van de dag.De
Timmelsjoch (2509 m) is een kanjer van 28,7 km lang met stijgingspercentagesvan 12-13 %
en 14 %.Na 18 km kregen
we onze 4de bevoorrading. Niet lang nadien maar toch na genoeg
binnen te hebben, stapte ik terug de fiets op. Tot aan een hoogte van bijna
2000 m liep het oké, maar toen ik in een kleine donkere tunnel kwam en eens
achter mij keek, begon mn fiets links en rechts te slaan. Zelf had ik het
gevoel dat ik op ijs reed. Daar ik niet kon zien hoever ik van de wand zat
probeerde ik deze toch te voelen om mij recht te kunnen houden. Mijn tempo was
op dit moment tussen 8 en 10 km/h, niet al te hoog dus. Die wand bleef maar op
zich wachten en plots zat ik met mn rechter heup op de stoep. Gelukkig niks
ergs, niet met mij en niets met de fiets. Toch begon ik me vragen te stellen,
ijs kon niet, water eventueel wel. Maar ik had wel het gevoel, toen ik op de
grond zat, dat ik enkele seconden nodig had om ietwat tot mn positieven te
komen. Daardoor denk ik dat ik toch wel meer last had van de hoogte dan ik zelf
wilde toegeven. Na een tijdje terug op de fiets te zitten en nog na te denken
over hoe dit nu kon gebeuren, reed ik al terug zon tunneltje binnen. Weer niks
te zien, enkel licht aan het einde van de tunnel. Oef, de laatste tunnel was ik
voorbij. De helling was ondertussen ook al zwaarder en zwaarder geworden. Hier
en daar zag je al personen die moesten afstappen. Jammer voor hen, maar ik
blijf doorgaan. Opgeven staat niet in mn woordenboek. Van de hoogte had ik na
een tijdje ook geen last meer en kon ik gerust mn hartslag wat opdrijven tot
155 slagen /minuut. Dus nog lang niet in het rood.Al na enkele
keren mn geluksring gekust te hebben kwam ik dan eindelijk onder vlag van de
top. YES, YES, YES, dit was het enige die er bij mij uitkwam.Wetende dat
ik straks enkel nog een klim heb van slechts enkele kilometer, kon het voor mij
niet meer stuk. De laatste 30 kilometers waren voor mij een lange spurt. Waar
ik kon stampte ik nog bij in de afdaling en op het vlakke toonde het metertje
niet onder de 42 km/h. Het is nu enkel
nog een kwestie van zeker niet te vallen in de enkele haarspeldbochten die me
nog te wachten staan.Onder het
gerinkel van koebellen van enkele dorpelingen reed ik Sölden binnen. Met nog
enkele keren recht op de trappers te gaan staan kon ik mn metertje nog steeds
boven de 42km/h houden en de vlag van de laatste kilometer achter me laten. 500
m, 200 m en enkel nog het brugje over en daar is ze, die prachtige boog van
Redbul met FINISH.
Na 12h
onderweg te zijn was ik goed aangekomen en beloofde mezelf al onmiddellijk dat
ik hier ooit nog terug kom, maar dan om mijn tijd sterk te verbeteren. Met de
training die ik dit jaar had en de conditie van de dag, moet ik 1 to 2h minder
kunnen. Ik weet dat ik bij de bevoorradingen alleen al 1h verspild heb. Dan nog
een paar keer tegenaan of in het rood rijden en die tijd moet dan wel mooier zijn
dan die 12h02.Nele en mn
ouders stonden me al ongeduldig op te wachten, daar ze al weer een ambulance
zagen vertrekken nog voor ik net aankwam. Gelukkig had ik deze idd niet nodig.Eenmaal ik wat
bekomen was, kon ik niet vlug genoeg mn nummer indienen en de trui waar ik recht
op heb afhalen. Iedere renner had ook nog recht op een bord met pasta. Dit wou
ik zeker niet achterwege laten. Een groot bord met 3 verschillende soorten
pasta. Mmmmmmmmmmmmmm,dat smaakte.
Het enige wat ik nu nog wilde doen, was de fles champagne ontkurken en genieten
van de bubbels.Ik kon terug
kijken op een prachtige dag, die mij al gans het jaar veel tijd en
kilometertjes fietsen heeft gekost.
Volgend jaar
staat enkel de Marmotte op het programa, maar wat er in 2011 komt durf ik nu
nog niet te zeggen. Graag nog eens de Ötztaler of misschien zelfs nog iets
zwaarders. We zullen zien.
laatste voorbereidingen op de Ãtztaler Radmarathon
We zitten nu
reeds in de laatste week voor de Ötztaler Radmarathon.
Na op 1
augustus de Sean Kelly te hebben gereden was ik wel een beetje ontgoocheld . Na
140 km van de 160 km had ik een kleine hongerklop. Te weinig gedronken en te
weinig gegeten waren volgens mij de oorzaak van mijn lome benen. De Sean Kelly
op zich is een zeer mooie rit. Met zijn mooie beklimmingen en prachtige
uitzichten mag ik dit zeker een aanrader noemen voor iedere fietser. Het
weekend werd vervolmaakt met enkele fietsvrienden en de vrouwtjes. 2 weken later was er de rit lArdenne
Eiffel. Wat een pracht van een rit. Zeer mooie beklimmingen en een prachtig
zicht op bossen en rivieren . De kastelen die we langs de route tegenkwamen
waren eveneens zeer mooi. De rit van 182 km liep van onze provincie Luxemburg door
het Groot Hertogdom Luxemburg tot net over de grens van Duitsland en terug. De
organisatie was klein maar goed. Daags nadien nog wat losrijden in Barvaux en
dan terug naar huis. Zo zat mn laatste voorbereiding voor Oostenrijk er op. Nu
nog 2 weken rustig losrijden waar mogelijk is in tijd en op mn voeding letten.
Het waren
Djamal en Marijke, zij maakten me zot om La Marmotte te rijden. Djamal had de
Marmotte ooit al eens gereden. Maar het was tenslotte Marijke die mij zover
kreeg om dit zeker eens te doen.
Mijn
voorbereiding voor La Marmotte 2007 was een feit. Door een opname in het
ziekenhuis voor een appendix operatie, 1 maand voor de bewuste rit, viel de
Marmotte 2007 al gedeeltelijk in het water. Maar toch, .. , Marmotte 2007 is me gelukt. De tijd die ik
nodig had om de 178km te rijden was niet belangrijk, maar enkel het uitrijden
was dan nog het doel. Bij aankomst stond mijn doel voor 2008 al onmiddellijk
vast.
La Marmotte
2008 moest er komen.
Na de appendix
operatie had ik 1,5 jaar last van mn rug. Met de juiste kinesist lukt het mij
toch om de La Marmotte in 2008 te rijden. Echter, ook enkel het uitrijden
telde. Het idee
bestond al in 2008 om de Ötztaler Radmarathon (238 km) in Sölden (Oostenrijk)
te rijden. In 2008 was
ik al te laat om mij in te schrijven, maar de voorbereiding zou toch niet zijn geweest
wat het moest zijn vanwege de rug klachten.Eind 2008 was ik min of meer verlost
van die verdomde pijn in mn rug. De
voorbereiding op La Marmotte 2009 en de Ötztaler Radmarathon kon beginnen. Een winter
met MTB tochten en wekelijkse spinning bezorgden mij een stevige basis voor het
nieuwe seizoen. Begin maart
kwam er de bevestiging dat ik mocht starten in De Ötztaler Radmarathon. Er
worden maar 4000 fietsers toegelaten. Vanaf 1 tot 28 februari kan men zich
inschrijven. Uit alle inschrijvingen worden dan de 4000 fietsers uitgekozen.
Zalig
gevoel, al één last die van mn schouders viel.
Nu kan ik
mn trainingschema beginnen opstellen en de prachtige voorjaarsritten
uitkiezen. In het
vroege voorjaar kies ik er enkele kleine ritten uit van de wbv en bbr. Vanaf
april beginnen we met ritten zoals Ronde Van Vlaanderen, Peter Van Petegem
classic en als uitschieter De Gouden Flandrien 250 km. De Vlaamse heuvels dus. Na enkele
ritten in de Vlaamse Ardennen zijn we toe aan onze mooie Waalse Ardennen. Daar
kunnen we al beter zien hoe het met de conditie is gesteld. Met
Tilff-Bastogne-Tilff en La Chouffe Classic hebben we goede conditie
meters. Voor ik naar
de Waalse Ardennen trok, wilde ik mij toch nog eens meten tijden de Gouden
Flandrien. Deze rit met start en aankomst in Oudenaarde was een echte
uitputtingsslag. De Flandrien achterna. Met 250 km, 25 hellingen en 25 km
kasseien had ik al onmiddellijk een blik op de conditie. Deze zat toen
blijkbaar al goed. Maar 1 à 2 weken lichte rust waren achteraf wel nodig. Halverwege
juni stond er de Eddy Merckx classic op mn programma. Mijn laatste test voor
de Marmotte. Deze Grand Fondo Eddy Merckx, met zn 165 km, verliep vlekkeloos
en gaf mij een supergevoel om mij richting de Franse Alpen te begeven.
4 juni 2009
La Marmotte
(Dit verslag
is in bloggen.be/ursi te vinden).
Met La
Marmotte in de kuiten kan ik de voorbereiding van de Ötztaler Radmarathon
verder zetten. Luik-Bastogne-Luik (200km), Sean Kelly classic (160km) en
Lardenne-Eifel (181km) zijn de nog resterende voorbereidings ritten voor ik
naar Oostenrijk ga.Ondertussen
heb ik blijkbaar al verregaande interresse voor de Marmotte losgeweekt bij
enkele personen. Ives, Youri, nonkel van Nele, een paar collegas van Ives en
Youri, en zelfs mn nicht Cindy (vrouw en collega van Ives) hebben er al zin
in. Cindy zou misschien wel de interesse hebben in de Demi Marmotte. En zelfs
Djamal zou voor zijn 2de Marmotte willen gaan.
Vrijdag 3
juni 2009. Na La Marmotte nog eens met de auto te verkennen, hielden we het
op een rustige namiddag. Natuurlijk veel te heet naar mijn normen.Pas in de
late namiddag nam ik de tijd om mn fiets nog eens te controleren en mn kledij
voor morgen klaar te leggen. s Avonds namen Nele en ik nog een stevig pastabuffet
met fruit als afsluiter.Hoe later op
de avond hoe meer dat de zenuwen de bovenhand kregen.22H, tijd
voor mn bed. Met oordopjes in de oren, om zeker zo weinig mogelijk gestoord te
worden van de buren, kan ik nogal vlot inslapen.
Zaterdag 4
juli 2009. Daar ik van plan was om pas om 6h op te staan, lag ik al te draaien
en te keren van 5h.
Die zenuwen
hé. En waarom, ik heb hem al 2 maal uitgereden. Ik wil gewoon dit jaar een
sterke tijd neerzetten. Na een goed ontbijt was ik er klaar voor. Om 7h30 kan
ik starten met mijn behoorlijk nummer: 2814, op 7000 fietsers, dat is redelijk
mooi vooraan. Toch lukte het mij om 6 minuten te laat aan de start te komen.
Geen nood blijkbaar want 2000 mensen op hetzelfde moment laten vertrekken is
niet vanzelfsprekend.Om 7h konden
de nummers van 001 tot 1999 starten. Vanaf 7h30 de nummers van 2000 tot 3999 en
om 8h de mensen met het nummer 4000 tot 7000.Tegen
ongeveer 7h45 kon ik de startlijn achter mij laten en mij concentreren op een
prachtige rit.
Oef, vandaag
weet ik of mn druk voorjaar zal lonen.
Normaal ben
ik een matige tot trage starter, maar nu kan ik onmiddellijk in het juiste
ritme komen.Het feit dat
het voor mij mn 3de maal is en dat ik de rit daags voordien, samen
met Nele, nog eens verkende met de wagen was al een streepje voor op velen die
pas voor de 1st maal komen en niet verkenden.Genietend
van het uitzicht en toch goed stoempend, reden we richting le Col du Glandon
.Voorlopig nog
geen grote hitte en bijna geen wind. Genieten dus.
Plots vroeg
er mij iemand van waar ik ben. Tof, kmag eens plat Vlaams praten.De kerel zag
dat ik met een Ampello fiets rij en kende deze via onze gezamelijke fietsenwinkel
Ampe te Torhout. Die kerel wist mij te vertellen dat het zn eerste
Marmotte was. Na een kort gesprek reed hij met volle overtuiging van mij weg.
Hopelijk voor de Hoogledenaar weet hij wat hem nog te wachten staat.
Op een 10tal
km voor de top van de Glandon zat ik lichtjes wat mee te zingen met mn mp3
speler toen plots een Brit met mij begon te praten. Leuke kerel. Hij had
blijkbaar al aan een paar volledige marathons deelgenomen. Dus dacht ik dat hij
wel een mooi tempo aankon. Maar na een tijdje zat hij voortdurend naar zijn
hartslagmeter te kijken en vertelde hij mij dat ik gerust op mijn eigen temp
mocht verder rijden. Daar ik het wel tof vond om tijdens de klim met de Brit te
kunnen communiceren besloot ik een tandje trager te klimmen.
Zonder aan
mijn eigen tijd te denken bleef ik samen met de man klimmen.
Op enkele
honderden meters voor we aan de top en de bevoorrading van Le Col du Glandon
kwamen stonden tal van mensen die in
alle talen de voorbijrijdende fietsers succes wensten en in hun handen klapten.Dat
motiveert wel.Tijdens mijn
zeer korte bevoorrading verloren de Brit en ikzelf elkaar uit het oog.Voordien had
ik hem er al op gewezen dat de afdaling van de Glandon geen doetje is.
Hopelijk heeft hij naar mijn raad geluisterd.
Tijdens de
afdaling zag ik al na een paar honderd meter iemand gewond liggen, en hij was
niet de enige. De hulpdiensten en politie hadden zeker hun werk.Voor we aan
le Col du Télégraphe kunnen beginnen, hebben we nog een lange weg af te
leggen. Eerst dus de zeer lange en gevaarlijke afdaling van le Glandon en dan
nog redelijk wat kilometers vlak en vals plat langs een zeer drukke baan.
10h59, En
plots ben je daar, Saint-Michel de Maurienne, het dorp aan de voet van le Col
du Télégraphe.
In
tegenstelling tot de beklimming van de Glandon, begon de hitte mij hier al
redelijk parten te spelen. Hier en daar zoek ik het beetje schaduw op die er te
vinden is tijdens de beklimming.12 km
doseren. Voor mij ging de beklimming zeer vlot. Na 62 minuten kwam ik al boven.
Nu vlug mijn helm aandoen en dan dalen tot in Valloire.Daar
aangekomen ben ik al 4h32minuten onderweg. Dit met een voorlopige 2140ste
plaats op 7000. Niet slecht.
Valloire,
een klein ski dorpje die aan het begin ligt van een zeer zware, maar prachtige
Col du Galibier.
Na een paar
kilometer te klimmen krijgen we de 2de bevoorrading.Even de
drinkbussen hervullen met fris water, stuk stokbrood met brie en enkele stukken
gedroogd fruit, een plasje en terug op de bike.Nu pas heb
ik voor enkele kilometers een lastig stuk. De aanleiding naar het effectieve
begin van de Galibier is zwaar vals plat. Voor mij een marteling, voor het 3de
jaar oprij heb ik hier het gevoel dat ik wandel. Links en rechts steken ze mij
voorbij. Marteling dus.
Gelukkig
voelde ik me mentaal sterk genoeg. Want mentaal breken is meestal ook fysiek ten
onder gaan.
Eindelijk,
het effectieve begin van le Col du Galibier.Al na 2km
waren er al enkelen die moesten afstappen. Zelf had ik enkel een probleem met
mijn linker knieholte, maar dit hield me niet tegen om geregeld eens op de
trappers te staan en mijn tempo wat op te drijven. Zonder enig probleem
overleefde ik de top van le Col du Galibier. Al 6h38 op de fiets. Ai mn gat
zeg.
Zoals Mozes
op zijn berg, Flandrien Kurt op de Galibier.
Vlug water
bijvullen en beginnen aan de afdaling. Aan deze zijde van de Galibier staat
er behoorlijk veel wind, waardoor de snelheid van dalen veel lager lag dan
vorig jaar. Met een gezapige 50km/h in de eerste paar km kom ik aan de voet van
die reus.
Aan een mooi
tempo , met toch redelijk wat wind in het dal, sluipen we richting Bourg
dOisans.
Zeker nog
genoeg eten en drinken voor ik aan de voet van Alpe dHuez kom. Tijdens het
eten besefte ik dat het beter zou zijn om me te laten afzakken tot een groepje
die enkele honderden meters achter mij zat. Het is tenslotte nog enkele
kilometers tot aan de voet. Eenmaal ik me vervoegde met het groepje van 4
fietsers, kreeg ik al gauw de indruk dat de benen nog goed bleken. Na enkele
keren op kop te rijden zag ik dat de 4 anderen aan een snelheid van 42km/h al
niet meer konden overnemen en zelfs 2 van hen moesten lossen. Dit schepte voor
mezelf nog wat extra vertrouwen.
Na 8h10min
fietsen besefte ik dat ik al op de tenen van ene dHuez stond.
Vol
vertrouwen en goede moed, nog eens mn geluksring kussen en daar was die eerste
draai. Links meedraaien en daar is die muur.
Rond de
middag was Nele al naar boven gereden met de MTB.Zonder
stoppen, prachtig. Voor Nele was dit de eerste maal dat ze zoiets deed. Vooraf
had ze geen enkele vorm van training ondernomen. In 1h54min was ze boven.
PRACHTIG.
Na enkele
honderden meters zag je er al velen die eens van de fiets moesten stappen.
Toeval of niet, maar enkelen van hen hadden mij voorbij gereden net voor de
Galibier.
De vliegen
bleven vallen. Kilometer per kilometer naderde ik het einde. Onderweg werd ons
al eens een beker fris water aangereikt. Op 6 km van het einde stond er een
dame met 2 half doorgesneden plastic flessen met water om over ons te gieten.
Dat was genieten man.
Nog eens mn
ring kussen en het was net alsof ik vleugels kreeg.
Bij de
laatste 4 kilometer kon ik nog eens 1, en zelfs 2 tanden hoger schakelen. Maar
op 2,5 km van het einde stond ik op de trappers en maakte ik een draaibeweging
die niet paste, waardoor ik iets in mn kuit voelde die wel eens op een kramp
kon lijken. Na enkele omwentelingen was deze dan ook weer weg.Nog eens op
de trappers staan en een laatste versnelling plaatsen om voor de 2 laatste
kilometers op dit elan door te gaan. Dat was eigenlijk wel genieten en toch
voelen dat je kappot bent. Dat is de echte Flandrien.
Na 9h37min
en 26 sec kwam ik dan eindelijk over die lijn.
Oef, dit
is het enige wat ik kon zeggen. Nele stond me er al op te wachten met een blik
cola die me wel van pas kwam.
Nu komt het
er gewoon op aan om rustig terug tot mezelf te komen en iets te kunnen eten.