Say: "I seek refuge with God from satan, the outcast."
17-12-2008
Het islamitisch offerfeest
Geschiedenis
van het offerfeest
De
dromen van de profeten worden gezien als openbaringen.
De profeet Ibrahim (vzmh) kreeg in een droom de openbaring van God dat hij zijn
liefde en trouw aan hem moest bewijzen door datgene op te offeren wat hem het
liefste op aarde was: zijn zoon Ismaël.
Hij
vertelde dit tegen zijn zoon, zoals we kunnen lezen in de Koran:
Koran
37:102 As-saaffaat
Toen die zover was dat hij met hem mee kon gaan
zei hij: ¨Mijn zoon, ik heb in de slaap gezien dat ik je zal offeren. Zie eens
wat jij ervan vindt¨. Hij zei: ¨Mijn vader, doe wat je bevolen is. Je zult
merken dat ik, als God het wil, iemand ben die gelukkig volhard¨.
Dit
was een grote beproeving voor Ibrahim (vzmh).
Hij had de opdracht gekregen om zijn enige zoon te offeren.
Een kind dat door God aan hem geschonken was en dat nu de leeftijd had bereikt
waarin hij zijn oude vader kon helpen in zijn taken en missies.
Tegelijkertijd was het een grote beproeving voor zijn zoon.
Om deze opdracht te gehoorzamen en zijn leven te offeren was geen eenvoudig
iets.
Beiden volharden in hun geloof en gingen op weg naar Mina om de opdracht van God
uit te voeren.
Toen
ze in Mina aankwamen zette Ibrahim (vzmh) een mes op de keel van zijn zoon en
gebruikte al zijn kracht om de opdracht van God uit te voeren.
Maar de Kracht van God kwam tussenbeide en haalde de functie van het mes weg en
een boodschap kwam vanuit de hemel:
Koran
37:103-107 As-saaffaat
Toen
zij zich beiden (aan God´s wil) overgegeven hadden en hij hem op zijn voorhoofd
had neergelegd, riepen Wij hem: ¨Ibrahiem! Jij hebt de droom doen uitkomen. Zo
belonen Wij hen die goed doen. Dit was duidelijk een beproeving. En Wij gaven
voor hem een geweldig offer in de plaats¨.
Met deze boodschap kwam er een ram (mannelijk schaap)
mee vanuit de hemel, die de plaats van Ismaël moest innemen en geslacht zou
worden.
God accepteerde de oprechte daad van zijn boodschapper Ibrahim (vzmh) en maakte
het een plicht voor alle pelgrims en moslims in het algemeen om een dier te
offeren.
Het is aangegeven in een hadith van de profeet Mohammed
(vzmh) waarin Annum, één van de metgezellen van de profeet aan de profeet
Mohammed (vzmh) vraagt: ¨O, profeet van God, waar komt dit gebruik vandaan?¨
Hij antwoordde: ¨Het is de soennah van jouw voorvader Ibrahim (vzmh) en een
herdenking aan zijn eer¨.
Het einde van degenen die de mensen onrecht aandoen (Aboe Abdoer-Rahmaan van Ael)
De Boodschapper - sallallahoe 'alayhi wa sallam - heeft ons tegen onrecht gewaarschuwd:
"Vrees onrecht (aandoen), want onrecht zorgt voor duisternis op de Dag van de Opstanding."(Sahiehoel-Djaami': 101)
In
het Arabisch zegt men: Kamaa toedienoe toedaan' (zoals men tewerk
gaat, zal men behandeld worden of boontje komt om zijn loontje).
Degene
die onrecht aangedaan wordt, voelt zich meestal teneergeslagen. Het
lijkt alsof hij in een duistere wereld terechtkomt waar hij niet uit
lijkt te geraken. Zodoende zal degene die hem onrecht aangedaan heeft
hetzelfde ervaren op de Dag van de Opstanding.
Het is zo dat Allah Zichzelf verboden heeft onrechtvaardig te zijn, zoals in de Qoedsie-overlevering:
"O Mijn dienaars, Ik heb Mezelf verboden onrechtvaardig te zijn, wees dus onderling ook niet onrechtvaardig." (Sahiehoel-Djaami': 4345)
Weet ook dat er drie soorten onrecht zijn:
(1) Onrecht dat Allah niet vergeeft.
(2) Onrecht dat Allah vergeeft.
(3) Onrecht dat vergolden wordt.
"Het
onrecht dat Allah niet vergeeft is dat men partners aan Hem toekent,
het onrecht dat Hij wel vergeeft, is het onrecht dat de dienaars
zichzelf aandoen en dat zich beperkt tussen hen en Allah. En het
onrecht dat Allah niet zomaar zal laten is het onrecht dat de dienaars
elkaar aandoen." Sahiehoel-Djaami': 3961)
De
Boodschapper van Allah - sallallahoe 'alayhi wa sallam - heeft ons
duidelijk gemaakt hoe het einde zal zijn van degenen die mensen onrecht
aandoen:
"Pas op voor
onrecht in de mate van het mogelijke. Want het zou goed kunnen zijn dat
een dienaar met goede punten naar voren komt op de Dag van de
Opstanding en denkt dat deze hem zullen redden. Totdat er een dienaar
komt die zal zeggen: O mijn Heer, hij (degene die met goede punten
komt en onrecht aandeed) heeft mij onrecht aangedaan en heeft dit niet
rechtgezet!' Waarop gezegd zal worden: Veeg goede punten weg!' Waarop
dit zo zal verder blijven duren, totdat er geen goed punt meer zal
overblijven." (Sahiehoet-Targhieb wattarhieb)
11-11-2008
De Weg naar de Redding
Volgens de Bijbel bestaat er een plaats met de naam Hemel, en een plaats met de naam Hel. De Bijbel zegt ons dat ieder persoon de eeuwigheid zal doorbrengen in een van deze twee plaatsen. God wil nu dat iedereen de weg naar de Hemel leert kennen. De volgende verzen uit de Bijbel tonen de weg.
De realiteit van de zonde
De Bijbel leert ons: Want zij hebben allen gezondigd, en derven [= missen] de heerlijkheid Gods (Romeinen 3:23). Dit betekent dat ALLEN volgens Gods standaard tekort schieten en hun doel missen. Mijn vriend, dit betekent: er is niemand rechtvaardig, ook niet één. De goede daden en de zelfgerechtigheid van de mens zijn ijdel, want God zegt: Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe (Romeinen 3:10, 12).al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed (Jesaja 64:6). Het is voor een zondaar absoluut nutteloos zich afhankelijk te maken van goede werken om zich voor God aanvaardbaar te maken. Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten (Galaten 3:22). Want geen mens is er, die niet zondigt (1 Koningen 8:46). Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een ieder naar zijn weg (Jesaja 53:6).
De oorsprong van de zonde
U zal zich afvragen waarom ieder mens een zondaar is. De Bijbel zegt ons: Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welke allen gezondigd hebben (Romeinen 5:12). Die ene mens was de eerste mens op aarde, en zijn naam was Adam. Want gelijk zij allen in Adam sterven (1 Korinthiërs 15:22). Wij zijn allen afstammelingen van Adam, en net zoals een fysieke gelijkenis wordt doorgegeven van generatie op generatie, wordt ook een morele gelijkenis erfelijk doorgegeven. Daarom zijn wij zondaars van nature en door keuze want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods (Romeinen 3:23). De goddelozen zijn van God vervreemd vanaf de baarmoeder; de leugensprekers dwalen vanaf de moederschoot (Psalm 58:4). Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? (Jeremia 17:9). Wij waren van nature kinderen des toorns, zoals ook de anderen (Efeziërs 2:3).
Het gevolg van de zonde
Elke zondaar zal (tenzij hij de ENE ware remedie accepteert) de eeuwigheid doorbrengen in afscheiding van God, in een letterlijk pijnlijke plaats, de Hel. Wilt u a.u.b. niet twijfelen aan de volgende woorden uit de Bijbel: Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart zij zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart zij de dood (Jakobus 1:15). Want de bezoldiging der zonde is de dood (Romeinen 6:23). Want als u niet gelooft zult u in uw zonden sterven (Johannes 8:24). En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het Boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen (Openbaring 20:15).
De remedie tegen de zonde
De remedie ligt niet bij een mens: Maar niemand van hen kan zijn broeder ooit verlossen; hij kan God zijn losgeld niet geven (Psalm 49:8). Wie zal een reine geven uit de onreine? Niet één (Job 14:4). De remedie ligt niet in geld: U weet toch dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent uit uw zinloze levenswandel die u door de vaderen overgeleverd is (1 Petrus 1:18). De remedie ligt niet in verdienstelijke werken: Want uit genade bent u zalig geworden door het geloof - en dat niet uit u, het is de gave van God - niet uit de werken, opdat niemand zou roemen (Efeziërs 2:8-9). Hij heeft ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid (Titus 3:5).
Voelt u zich schuldig over uw zonden? Voelt u droefheid over uw zonden? De Bijbel zegt ons: de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid der wereld werkt de dood (2 Korinthiërs 7:10). God dan verkondigt, met voorbijgaan van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren (Handelingen 17:30). Een mens die zich nooit bekeert zal voor altijd verloren gaan! Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden (Handelingen 3:19). Berouw en bekering is veel meer dan spijt over zonden; het is een verandering van geestesgesteldheid. Het betekent u afkeren van de zonde en u in geloof tot uw Heer keren.
Probeer dus a.u.b. te begrijpen hoe u gered kan worden. De eeuwige bestemming van uw ziel staat op het spel.
Deze blog is opgericht ter ere van God de Almachtige, de Barmhartige, de Genadevolle, de Heer der Werelden en Meester van de Dag des Oordeels...
en voor diegenen die op zoek zijn naar het rechte pad en niet willen behoren tot de dwalenden of tot het pad van hen op wie God's toorn is nedergedaald.
Een rein hart en lichaam
Schep mij een rein hart, o God, en schep in mijn binnenste een vaste geest. Psalmen 51: 10
Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? 2 Corinthiërs 6: 14
Onthoudt u van alle soort van kwaad. 1 Thessalonicenzen 5: 22
En het doel van alle vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof. 1 Timotheüs 5: 1
Schuw de begeerten der jeugd en jaag naar gerechtigheid, naar trouw, naar liefde en vrede met hen, die de Here aanroepen uit een rein hart. 2 Timotheüs 2: 22
Het voedsel is voor de maag en de maag voor het voedsel, en God zal zowel het een als het ander teniet doen. Maar het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Here, en de Here voor het lichaam. 1 Corithiërs 6: 13
Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, een lichaam met haar is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot een vlees zijn. 1 Corinthiërs 6: 16 Maar die zich aan de Here hecht, is een geest met Hem. 1 Corinthiërs 6: 17 Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam. 1 Corinthiërs 6: 18 Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 1 Corinthiërs 6: 19 Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. 1 Corinthiërs 6: 20
Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar Uw woord. Psalmen 119: 9 Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. Psalmen 119: 10 Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. Psalmen 119: 11