|
Char-pap, ik heb helemaal geen verstand van autos. Ik kan hem zelf niet repareren als er iets kapot gaat, en een garage kan ik niet betalen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Geloof me, Bella, dat ding doet het prima. Zo maken ze ze niet meer.
Dat ding, dacht ik bij mezelf
Daar zat wat in. Als bijnaam in elk geval.
Hoe goedkoop is goedkoop? Want dat was per slot van rekening het onderdeel waarbij geen compromissen mogelijk waren.
Eh, liefje, ik heb hem eigelijk al voor je betaald. Als een welkom-thuis-cadeau. Charlie gluurde met een hoopvolle uitdrukking naar mij.
Wauw. Gratis.
Dat had je niet hoeven te doen, pap. Ik zou zelf een auto kopen.
Ik vond het leuk om te doen. Ik wil dat je hier gelukkig bent. Hij keek voor zich op de weg terwijl hij dit zei. Charlie had moeite om het hardop uitspreken van zijn gevoelens. Dat had ik van hem geërfd. Dus keek ik voor me uit toen ik antwoorde.
Dat is lief, pap. Dankjewel. Dat vind ik echt heel aardig.
Het had geen zin om toe te voegen dat ik hier met geen mogelijkheid gelukkig kon worden. Hij hoefde niet met mij mee te lijden. En ik keek een gratis pick-up niet in de bek of de motor.
Eh, nou, graag gedaan. Mompelde hij, opgelaten door mijn dankbaarheid. We wisselden nog wat opmerkingen uit over het weer dat nat was en daarmee was de conversatie afgelopen. We staarden zwijgend uit het raam. Het was natuurlijk prachtig buiten, dat kon ik niet ontkennen. Alles was groen: de bomen, hun bemoste stammen, hun takken met gordijnen van mos, de bodem bedekt met varens. Zelfs het licht scheen groen door de bladeren.
Het was té groen, een vreemde planeet.
Uiteindelijk kwamen we bij Charlies huis. Hij woonde nog altijd in het kleine huisje met twee slaapkamers dat hij en mijn moeder gekocht hadden in de begintijd van hun huwelijk. Dat was overigens de enige tijd die hun huwelijk gekend had het begin. Daar, geparkeerd op de weg voor het huis dat nooit veranderde, stond mijn nieuwe nou ja, voor mij nieuw pick-up. De rode lak was verkleurd en hij had dikke ronde bumpers en een bolle cabine. Tot mijne grote verrassing was ik er meteen dol op. Ik wist niet eens of hij het wel deed, maar ik zag mezelf er al in rijden. Bovendien was het een van die stevige metalen gevallen die noot beschadigd raken. Het soort dat je ziet bij een ongeluk en dat zelf geen enkel deukje heeft maar dat wel omringt wordt door de brokstukken van de auto van buitenlands fabrikaat waar hij op gebotst is.
|