|
Jenny was de beste vriendin van Kaat. Dat wist iedereen.
Ze stond op nummer één. Maar Kaat was niet de eerste de beste, ze had zelfs ook
een nummer twee én drie. Soms twijfelde ze wel eens, nooit over die nummer één,
maar wel over twee en drie. Soms zou ze die van plaats willen wisselen, soms
ook weer niet. Het was een beetje zoals de hitparade, de ene week dit, de
andere waak dat. Op de huidige ranglijst stond Lieve op nummer twee en Sammie
op nummer drie. Sammie was een meisje. Soms had ze wel eens wat jongensachtige
trekjes, maar dat probeerde ze zoveel mogelijk te vermijden, de ranglijst
indachtig.
Vorige week stond Lieve nog op nummer drie. Daar kon ze
niet zo goed tegen. Bovendien had Kaat ook nog gezegd dat de kloof met de
nummer twee groter geworden was. Oei! Nu moest ze ingrijpen. Ze begon aan een
heus charmeoffensief. In tegenstelling tot veel van haar dorpsgenoten was Lieve
wel iemand die met geweldig originele ideeën kon uitpakken. Het spijtige echter
was dat die ideeën meestal op niks trokken. Oké, ze waren origineel, maar wat
ben je er mee als ze op niks trekken?
Lieve: Kaat ga je vanavond mee iets drinken? Kaat: Goed, hoe laat spreken we af? L: Om 19u aan de school.
Om 19.05u fietsten ze naar De Rolstoel. En dit zeer tegen de goesting van Kaat. Als je iets
gaat drinken, is er maar één plaats voor de jeugd en dat is toch bij Karel
zeker. Maar goed, ze liet Lieve doen. Ze gingen binnen bij Jean en bestelden
twee koffies. Dit was net het tegenovergestelde als bij De Trut. Een kwartier wachten op je bestelling was geen
uitzondering. Jean deed alles rustig aan, niks forceren was zijn leuze.
Lieve: Zeg Jean, steek er eens wat tempo in! Jean: Niks forceren meisje! De koffies komen er aan.
Een kleine tien minuten later bracht Jean eindelijk de
koffies. Hij was misschien heel traag, maar de koffies waren wel echt lekker.
Dat was algemeen geweten in het dorp. Als je lekkere koffie wou (en veel tijd
had) moest je naar Jean gaan. Hij zei dat hij een geheim recept had om koffie
te zetten. Iedereen geloofde dat natuurlijk, maar waarschijnlijk was dat eerder
een zoethoudertje om klanten te lokken. Hij kocht gewoon de beste koffie in de
winkel. Zo simpel was dat. Maar Jean hield de mensen graag dom.
Kaat: Zeg Lieve, probeer je hiermee Sammie voorbij te
steken? Lieve: Ja, goed idee hé! K: Euhm, Lieve, sorry dat ik het moet zeggen, maar dit is
echt een zinloze poging. Je zal toch met meer en vooral met beter over de brug
moeten komen hoor. L: Oei, ik dacht dat ik goed bezig was. K: Nee Lieve, ik zal zelfs meer zeggen, je bent echt
slecht bezig!
Amper een half uur later was Kaat alweer thuis. Haha, wat
had ze die Lieve toch weer liggen gehad. Kaat, je bent goed bezig, zei ze tegen
zichzelf.
De volgende ochtend op school:
Lieve: Hey Kaat! Kaat: Hey Lieve! L: Ik heb patatten geschild! K: Ja, so. L: Voor u! K: Heb jij patatten geschild voor mij? L: Ja, goed eh, dan moet jij dat straks thuis niet meer
doen. K: Meen je dat nu? L: Ja. K: Dit is het meest dwaze dat ik vandaag al gehoord heb. L: Hoezo? K: Denk eens na. L: Ik ben bezig. K: En heb je het al? L: Nee. K Ik lust geen patatten jong! L: Oei! K: Ja oei, zeg dat wel ja! L: Dat wist ik niet. K: Niet méér zul je bedoelen. L: Ja dat kan ook. K: Kijk, ik zal duidelijk zijn. Geef mij duizend frank en
je wordt nummer twee.
Duizend frank was in die tijd niet weinig, maar voor
Lieve was dat niet echt een probleem. Haar ouders hadden een goed betaalde job en
bovendien kreeg ze elke week honderd frank van haar grootouders. En zo kon Kaat
de volgende dag met veel trots aankondigen dat Lieve met stip op nummer twee
terecht gekomen was.
(wordt vervolgd)
|