|
Ralph raasde met zijn groene Renault Twingo over de expresweg.
Je zou bijna beginnen denken dat hij haast had. Ralph was iemand die je niet
vlug nerveus kon maken. Maar aan de manier waarop hij nu over de baan scheurde,
al is scheuren misschien niet de gepaste bewoording als je met een Twingo rondrijd,
moest je wel afleiden dat er iets ging gebeuren. Ralph was echt een gevaar op
de weg. Niet alleen nu, maar eigenlijk altijd. Man, wat kon hij slecht
autorijden, wat moest dat dan nu wel niet zijn met die snelheid. Voor hij
vertrok had Ralph zich voorgenomen te doen alsof er geen verkeersborden langs
de weg stonden. Met rode lichten zou hij wel nog rekening houden, anders zou
het misschien opvallen dat hij haast had. Dit is wel duidelijk, in redeneren
had Ralph nooit uitgeblonken.
Sinds hij vorig jaar de school verlaten had, had hij nog
geen enkele job gehad. Nu, het moet gezegd, hij had ook niet bepaald veel
moeite gedaan om er één te vinden. Telkens als zijn ouders hem daar weer attent
op maakten, wat zowat elke dag gebeurde, wimpelde hij hun kritiek direct af.
Hij zei altijd: Ik word schrijver en dan moet ik niet gaan werken, waarop
zijn ouders: ten eerste kan jij niet schrijven en ten tweede dan zal je ook
niks verdienen, en dan Ralph weer: Jij weet er niks van, onnozelaars. Zijn
ouders keken dan altijd eens naar elkaar en leken dan te besluiten dat zij er
inderdaad niks van wisten. Ze waren tenslotte ook geen schrijvers. Zijn
stiefouders hadden een klein winkeltje en verkochten babyspullen. Toch slaagden
ze erin om elke dag opnieuw dezelfde vraag te stellen.
Ook al moest Ralph maar een twintigtal kilometer
overbruggen, hij was nog steeds aan het rijden. Ondertussen liep het zweet al
over zijn voorhoofd, zijn gat was nat en zijn handen gleden bijna van het
stuur. Hij stonk.
Oei, een probleem. Hij zag het al van ver aankomen,
letterlijk dan. Dat kon toch niet waar zijn zeker. De Burger King lag daar,
ongeveer 200m verderop. Niets aan te doen, daar moest hij eerst stoppen voor
een Dubbel Whopper, zijn
lievelingshamburger. Oké hij had haast, maar voor een Dubbel Whopper had hij toch nog even tijd of beter gezegd maakte
hij nog even tijd. Nog 150m. Zijn brein begon razendsnel te werken. Zo snel
zelfs dat hij de afslag naar de Burger King net niet miste. Goed gedaan, zei
hij bij zichzelf.
Na een paar eenvoudige handelingen bij de drive-in stond
hij al bij het loket om zijn bestelling aan te nemen.
Burger King: Alstublieft meneer, twee Whoppers. Ralph: Dat is verkeerd, ik had een Dubbel Whopper besteld. BK: Ja, hier zijn toch twee Whoppers.
R: Een Dubbel Whopper man, geen twee Whoppers, shit zeg.
Ken je het verschil niet misschien? Veel groter, extra kaas en bacon! Wat is
dat hier weer voor een tent. Houd uwe brol maar, ik ga naar de McDonalds!
Geen Burger King dus. Ook geen McDonalds trouwens. Ralph
had dat alleen maar gezegd om stoer te doen. Hij deed niet veel, maar als hij
dan al eens iets deed, was het meestal wel héél stoer. En het was trouwens een
ongeschreven wet dat Burger King fans nooit naar de McDonalds mochten gaan. De
Burger King aanhangers en de McDonalds aanhangers, dat was gewoon oorlog.
Hij was weer op weg. Het vermogen van zijn oude groene
Twingo was duidelijk minder. Hij had de radio aangezet. 80km/u halen was nu
niet simpel meer. 50 ways to leave your
lover van Simon & Garfunkel deed zijn Twingo bijna stilvallen. Toch wel
een toepasselijk nummer dacht hij
(wordt vervolgd)
|