Inhoud blog
  • AFLEVERING 32
  • AFLEVERING 31
  • AFLEVERING 30
  • AFLEVERING 29
  • AFLEVERING 28
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    OP VISITE
    Maandag 27 november: AFLEVERING 33/52
    23-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 32

    De eerste twee weken van hun relatie waren geweldig. Ralph vond Jenny tof en Jenny vond Ralph tof. Meer moet dat niet zijn. Het leeftijdsverschil, Jenny was er al 34 en Ralph slechts 15, deerde hen niet. Absoluut niet.

    Na drie weken had Ralph Jenny al uitgenodigd om bij zijn thuis te komen eten. Hij had tegen zijn vaders gezegd dat zijn nieuwe vriendin morgenavond zou langs komen en of ze mocht mee eten. Dat laatste was zeker geen probleem voor Richard en Erika, dat eerste, zijn nieuwe vriendin echter wel. Ralph ha nog nooit een vriendin gehad, wel eens een vriend, dus hoe kon je dan spreken van een ‘nieuwe’ vriendin? Dat kon er niet in bij Richard. Hij had zijn zoon een paar lappen verkocht en hem voor altijd verboden om over zulke dingen te liegen.

    Richard: Ha dag Jenny.  Het was toch Jenny, niet?
    Jenny: Jawel meneer, u hebt het bij het juiste eind, behalve de uitspraak dan.
    Ri: Ah zo, al direct tegenspreken?
    J: Ja, waarom niet, juist is juist.
    Ri: Kijk, wat jij denkt maakt mij niet uit, willen we dat afspreken?
    Erika: Niks te willen!
    Ralph: Ja zeg, wat zijn we weer vriendelijk, als we zo gaan beginnen… Zeg Jenny, wist jij eigenlijk dat mijn ma een kerel was?
    J: Neen, amai nu dat je het zegt. Als je goed kijkt zie je het nog wel, daar zo, onder haar neus.
    Ra: Ja ja, dom hé.
    J: Zeg dat wel ja. Alé twee venten hier in huis dan. Zal wel plezant zijn soms…
    Ri: En trouwens Jenny, nog niets. Dat zal onze Ralph wel nooit uit zijn eigen vertellen. Wij hebben hem voor de deur gevonden en Erika is er zelfs bovenop gaan staan. Dat was pas lachen toen…

    Van een verpeste sfeer was ondertussen al lang geen sprake meer. De vier lachten en bulderden, het was een prachtige avond. Niet alleen Ralph en Erika werden er doorgetrokken, maar ook het candid camera verhaal van Richard en de ouderdom van Jenny werden flink door het slijk gehaald. “Iedereen gelijk voor de wet” schreeuwde Richard tussen de lachbuien door. Erika verdween op de gepaste momenten naar de keuken om het avondmaal verder klaar te maken. Richard had er sterk op aangedrongen dat Erika haar specialiteit, omelet met worst, zou klaarmaken voor het bezoek. Dat zou zeker in de smaak vallen.

    Ondertussen was ze al een tiental keren opgesprongen, naar de keuken geweest en teruggekomen, toen ze plots zei: “Kom we gaan naar de frituur.” De omelet met worst waren altijd geweldig lekker geweest, maar de helft van de tijd lukte het haar niet. Vandaag was weer zo een dag. Ten eerste had ze nog maar drie eieren in de koelkast gevonden en ten tweede waren de worsten aangebakken. Maar ja, niemand scheen dat erg te vinden en ze gingen nog steeds goedlachs naar frituur “Flor’s Frietje”.

    Jenny kende Flor nog van vroeger op school. Flor kende haar waarschijnlijk niet meer. Dingen in zijn geheugen opslaan, nee, dat was niets voor hem. Vorig jaar had hij, dankzij zijn bloeiende wapenhandel, genoeg centen gevonden om de verlieslatende frituur “Karel” over te kopen. Sindsdien draaide het daar alweer een stuk beter, hoewel het nog niet volledig aan de verwachtingen van De Nul beantwoordde.

     

    (wordt vervolgd)

    23-11-2006 om 15:16 geschreven door auteur  


    22-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 31

    Mijn moeder vond dikke kinderen maar niks. Ik ook niet trouwens. Dat was nu eens iets waar ze niet tegen kon. Vanaf dat ik naar het eerste studiejaar ging spoorde mijn moeder mij dan ook aan om aan sport te gaan doen. Maar ja, er zijn zoveel soorten sporten. Het positieve was wel dat ik enorm geïnteresseerd was in sporten. Lopen, zwemmen, tennissen, ik deed het allemaal even graag. Niet dat ik er veel van kon, maar doet dat er toe? Het eerste dat mijn moeder voorstelde was om mij in te schrijven bij de plaatselijke voetbalclub. “Voetbal is geen sport, ma”, had ik gerepliceerd. Ik was al jong op de hoogte van de echte sporten. Geen voetbal dus, dan maar zwemmen had ze gezegd. Ok, dus zwemmen.

    Een week later zaten we in de auto, op weg naar het gemeentelijk zwembad. De sportaccommodatie in ons dorp was verre van slecht. Als je de parking van het zwembad, die trouwens vol stond met oude eiken, op reed had je aan de linkerkant een tamelijk grote sporthal en aan de rechterkant twee hockeyvelden, een klein en een groot. De hockeyclub stelde eigenlijk maar heel weinig voor. Weinig leden en bovendien ook nog slechte spelers. De parking stond al goed vol toen we arriveerden. Het was zaterdagvoormiddag, traditioneel toch wel een drukke sportdag. Mijn moeder opende het koffer en ik nam mijn zwemzak. Er zat niet veel in, héél weinig zelfs, een zwembroekje en twee witte handdoeken. Meer had je ook niet nodig. Zooooooooooooef, rakelings langs mijn moeder vloog een pijl en boorde zich in de boom links van onze auto! Man, wat had zij geluk gehad! Ik keek direct om en zag dat ze aan het boogschieten waren op het kleine hockeyveld. Ik liet mijn zwemzak vallen en rende naar het plein, mijn moeder kon niet volgen. Wie dát juist geflikt had, zou er van lusten! Een klein dik manneke liet zijn pijl en boog vallen en zette het op een lopen. Oké die moest ik dus hebben. In plaats van achter hem te gaan lopen raapte ik in één ruk zijn pijl en boog op. Ik plaatste de pijl en trok hem naar achteren, naar mijn rechteroor. Een luttele seconde later loste liet ik de spanning gaan. De pijl vloog richting klein dik manneke, maar toch raakte ik hem niet. Ik nam een tweede pijl, deed exact hetzelfde, maar richtte nu op het bord. Vlam! Recht in de roos. “Mama, ik ga boogschieten!” Mijn moeder was intussen op de plaats aangekomen en kon nog net hijgend een ja uitbrengen. Geen zwemmen, maar boogschieten dus. De trainer was precies behoorlijk onder de indruk. Hij gaf mij de nodige instructies en mijn eerste training was een feit. Van het dikke ventje nooit meer iets gehoord.

     

    (wordt vervolgd)

    22-11-2006 om 20:26 geschreven door auteur  


    17-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 30

    Niet Fons, ook niet Jenny, maar Sammie was als eerste bij Kaat. Nog geen vier uur na de bevalling was ze al in het ziekenhuis gearriveerd. Fons was namelijk maar matig geïnteresseerd in nakomelingen en Jenny zat bij Michael, een leraar Frans uit het zesde middelbaar, thuis, weet ik veel wat te doen.

    Kaat en Sammie praatten wat over koetjes en kalfjes en terloops kwam de pasgeboren baby ook wel eens aan bod, maar dat was toch duidelijk niet de hoofdmoot van het gesprek. Een kwartiertje later was Sammie alweer weg. Ze moest gaan werken. Raar, het was bijna half acht ’s avonds. Maar het kon. Ze had in het verleden wel eens laten vallen dat nachtwerk wel eens iets voor haar zou kunnen zijn. Wie weet had ze ondertussen een job gevonden.

    Vijf dagen later werd Kaat uit het ziekenhuis ontslagen. Tijdens de afgelopen dagen had ze veel bezoek gekregen, spijtig dat het alleen van dokters en verpleegsters was. Noch haar vriendinnen, noch haar vader waren haar komen opzoeken. Ze wandelde met haar tas vol vuile kleren door de gangen van het ziekenhuis. Ze was bijna aan de uitgang. Wat nu, dacht ze in haarzelf. Ik kan dat kind toch niet opvoeden. Ze liep door de automatische deuren en stond nu buiten, in de regen. Het was verschrikkelijk slecht weer. Maar wat was dat daar? Een klein grijs Peugeot’ke stond daar ongeveer 50 meter voor haar te toeteren. Het was niet waar! Wat een verrassing! Sammie was daar! “Hé Kaat, kom vlug, stap in!” Kaat mankte naar de auto deed het portier open en stapte in. Lieve was er niet bij. Volgens Sammie lag ze ziek in bed. Jenny was er ook niet, die zat bij een of andere Michael of zoiets. Ook Fons was er niet.

    Sammie: Hey Kaat, hoe is ‘t?
    Kaat: Fantastisch, eindelijk naar huis! Ik vind het super dat je mij bent komen ophalen.
    S: Voor jou alles hé!
    K: Natuurlijk, je weet wat de gevolgen kunnen zijn hé.
    S: Ja daarom! Zeg, waar is de kleine?
    K: Ah ja, even kijken. 20 seconden later Shit vergeten, ik wist dat er iets ontbrak!

    Zonder nadenken en zonder stuurcontrole gooide Sammie het wiel om. Bijna waren ze er geweest. Een zwarte pick-up raasde hen luid toeterend voorbij. Sammie duwde haar poot voluit op het pedaal. Minder dan een minuut later stuurde Sammie haar bolide voor de ingang. Kaat sprong er uit, ging op haar gezicht, hinkte naar de deur en mankte verder naar de balie. “Waar zijn hier de verloren voorwerpen, en snel alstublieft!” Een blond verpleegstertje van rond de vijftig jaar moest even slikken en dacht na. “Hier naar links de gang door lopen tot achteren en daar de lift naar het derde verdiep. Daar ga je direct naar rechts en de eerste deur weer rechts. Je bent er dan bijna. In die gang neem je de vierde deur links en achterin die kamer is een kot met verloren voorwerpen.” Kaat had het begrepen, en onthouden ook. Ze snelde naar boven. Iets later dan een doorsnee mens arriveerde ze in de kamer. Ze opende de blauwe deur van het opbergkot. Oef, hij lag er nog! Ze nam hem op en slenterde terug naar beneden. Aan de balie knikte ze nog even naar de verpleegster en verdween naar buiten, naar Sammie.

    S: Alé de baby hadden ze toch nog bewaard.
    K: Ja ja, precies wel hé. Maar wat nu?
    S: Hoe bedoel je?
    K: Wat moet ik nu met hem aanvangen?
    S: Ah, het is een jongentje, wat schattig.
    K: Ja, maar wacht ik zal nog eens checken voor de zekerheid… jawel een jongentje.
    S: Tsja, je kunt hem niet opvoeden eigenlijk hé.
    K: Ja dat is het probleem, en veel zin heb ik er eigenlijk ook niet in. Hij heeft geen vader, zijn opa die er niks om geeft, arm kind.
    S: Zeg dat wel ja. Droppen zou ik zeggen.
    K: Serieus?
    S: Tuurlijk, of durf je niet?
    K: Hola, als er hier iemand iets durft ben ik het wel!
    S: Ja, dat klopt wel.
    K: Kom Sammie ik zal eens wat laten zien. Stop daar op de inrit van dat rode huis.

    Een weinig later stopte Sammie voor het rode huis. Kaat deed de deur open nam haar baby en snelde naar de voordeur. Toch iets te snel blijkbaar… daar ging ze weer tegen de grond, met baby en al. Met veel gevloek en bloed kroop ze overeind met de kleine. Nog erger mankend dan voorheen kwam ze aan de voordeur, legde de baby tegen de deur op de grond, belde aan en wandelde voorzichtig naar de auto. Met bebloede handen nam ze de klink vast, opende voor de zoveelste keer het portier en ging zitten. “Sammie, rijdeuuuuuuuuh!”

     

    (wordt vervolgd)

    17-11-2006 om 20:49 geschreven door auteur  


    16-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 29

    Het andere spreekwoord kon ze even niet meer voor de geest halen. Maar was dat nu zo van belang? Neen, ik denk van niet.

    Mmm, iets gaan drinken met die kerel zou ik dat wel doen? Er zit immers thuis nog iemand op mij te wachten. Och ja, één keertje maar het zal wel geen kwaad kunnen zeker? Maar nu die Jenny nog. Eigenlijk kon ze maar best eerlijk zijn met haar.

    Kaat: Zeg Jenny, ik ga subiet ene drinken met hem daar. Goed?
    Jenny: Tuurlijk, je doet maar.
    K: Merci hé Jenny, dat vind ik nu eens echt tof van u.
    J: Ik zal hier bij Jean wachten dan kan jij bij Karel gaan, goed?
    K: Geweldig!

    Hij schoot nog enkele keren op doel, maar zijn gedachten waren duidelijk al ergens anders, maar waar? “Zeg Flor, ik ben er eens mee weg. Het was weer geweldig. Volgend jaar ben ik er weer.” Hij gaf De Nul nog een hand, nam zijn tweed jasje en liep richting tribune. Kaat stond direct op en kwam hem tegemoet gelopen. Tijdens een kort onoplettend moment knipoogde hij kort naar Jenny. Zij deed hetzelfde…

    Kaat: Hi, ik zal me even voorstellen. Ik ben Kaat.
    Hij: Dag Kaat, ik ben Ralph. Ik ben wel nog maar vijftien. Maar leeftijd speelt geen rol zeker. Verstandelijk ben ik mijn leeftijdsgenoten ver vooruit.
    K: Ik ben er 34, maar verstandelijk misschien wel ver achteruit, dus dat komt nog goed uit.
    K: Kom Karel breng er eens twee, en laat het maar vooruit gaan.
    Karel: Geen probleem, je kent mij hé.
    K: Inderdaad.

    Verdomme wat is mij dat hier dacht Ralph. Dit was waarschijnlijk de saaiste conversatie die hij ooit had meegemaakt. Maar hij had een idee.

    R: Sorry Kaat, het zit tegen het doek. Ik moet even naar achteren.
    K: Oké, laat je maar eens volledig gaan.

    Ralph spurtte naar de toiletten. Maar in plaats van zijn geveinsde behoefte te doen klom hij via het raampje naar buiten. Haha, nu had hij ze eens goed liggen. Wat een saai mens zeg! Hij stofte zijn tweed jasje af, dat wat vuil was van de klim- en valpartij en liep terug richting tribune. Ze zat er nog.

    R: Zeg schoonheid, zijn we weg?

    Een eenvoudig knikje was voldoende. Ralph nam haar hand vast en samen wandelden ze weg van de kermis. Jenny bloosde wel een beetje. Ze durfde hem niet aankijken. Ralph liep ondertussen met grote stappen verder, terwijl Jenny moeite begon te krijgen met het opgelegde tempo. Ze begon stilletjes te hijgen. Eindelijk waren ze bij Ralph’s fiets. Jenny sprong achterop en weg waren ze.

     

    (wordt vervolgd)

    16-11-2006 om 15:37 geschreven door auteur  


    15-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 28

    Slechts één middelgrote verhuiswagen volstond voor Teun. Twee maanden eerder had hij een nieuw huis gekocht. Niet groot, niet klein, niet nieuw, niet oud, juist goed genoeg voor hem. Hij was zijn appartement beu. Na drie jaar vond hij het wel welletjes geweest. Hij was toe aan iets anders, aan iets compleet nieuws. Hij was in zijn auto gesprongen, beginnen rondrijden en nu twee maanden geleden belandde hij hier. Liefde op het eerste gezicht. Niet getwijfeld, direct gekocht. Vandaag werd er verhuisd. Dat deed hij niet zelf, daarvoor had hij een gespecialiseerde firma laten komen: Jos verhuizingen e.a. Wat die e.a. daar deden wist hij zelf ook niet. Hij dacht dat Jos ook nog wel andere dingen deed.
    Teun had iets te verbergen, neen verkeerd, hij had véél te verbergen. Hij had zijn vrouw meppen verkocht totdat ze blauw zag. Hij had zijn vroegere buurmeisje herhaalde malen misbruikt en ook nog een jonge vrouw verkracht tijdens één van de zes zomervakanties met zijn vroegere gezin. Ondertussen had hij er drie jaar gevangenis, normaal waren het er vier geweest, maar hij werd zoals de meeste misdadigers vervroegd vrijgelaten, en acht maanden psychiatrische instelling opzitten. Nu was hij 53 en een vrij man. Een nieuw leven kon beginnen. Of het veel zou gaan verschillen van het vorige wist hij nog niet. Hij zou wel zien…

    (wordt vervolgd)

    15-11-2006 om 20:36 geschreven door auteur  


    03-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 27

    Karel en Jean ruimden samen de troep op en smeten de overgebleven kleren in de vuilbak. Een kwartiertje later verliet hij De Trut en moe zette hij koers naar zijn bed. Hij was net de deur uit en zag de twee daar liggen, op een hoopje tegen de muur. Ja zeg, dat kon hij toch niet zo laten gebeuren. Zou hij? Hij twijfelde even… Toch haalde zijn gezond verstand het van zijn dierlijke lusten en hij besloot de meisjes thuis af te zetten en verder niets, nee verder niets hield hij zich voor…

    Hij kwam eerst voorbij het huis waar Jenny woonde. Hij belde aan. Haar vader deed vrij snel open voor iemand die waarschijnlijk al een paar uur in zijn nest lag. Hij leverde Jenny over aan de vader, deed een korte uitleg en was weer weg. Nu naar Fons, dat zou wat anders worden.

    Hij zette zijn auto stil op de inrit en stapte uit. Hij deed het achterportier open en keek naar Kaat. Het kon nog, Fons zou toch niet wakker worden. Snel trok hij haar twee laatste kledingstukken van haar lijf en liet zijn broek zakken. Mmm, dat was al weer lang geleden, véél te lang. Opvallend voorzichtig legde hij zijn dikke lijf op dat van de nog steeds groggy zijnde Kaat. Mmm. Dat moest hij meer doen, dacht hij ineens. Hup hup hup, hij had er plezier in. Kaat iets minder, maar ze wist het toch niet. Een vettige grijns ontstond op zijn gelaat.

    Jean duwde voor de derde keer op de deurbel. Het licht in de gang ging aan. Daar was Fons. Het duurde nog even maar uiteindelijk deed hij de nieuwe voordeur voorzichtig open.

    Jean: Dag Fons, sorry voor het storen, maar ik denk dat dit uw dochter is.
    Fons: Ha de Jean, nee ik denk van niet. Mijn dochter is gewend met kleren door het leven te gaan.
    J: Kijk eens goed naar haar gezicht Fons. Is dat Kaat niet?

    Jean hief het achterovergeslagen hoofd van Kaat op. Beeld of klank kwam er niet uit.

    F: Nu dat je het zegt. Ze heeft wel wat weg van mijn dochter.
    J: Het IS uw dochter Fons. Haar kleren heeft ze verloren in De Trut.
    F: Ah zo. Kom geef maar hier dat ding. Hier zal ze niet goed van zijn…
    J: Nogmaals sorry voor het storen en…

    Fons had de voordeur al dichtgesmeten. Oh nee, de nieuwe voordeur. Hij strafte zichzelf in zijn gedachten. Ah zo, mijn dochter is van dat type, natuurlijk dat zo iemand direct zwanger wordt. Ze kon niet eens op haar benen staan. Hij sleepte haar naar de living, tilde haar op en smeet ze in de sofa. Nu het plezantste deel dacht hij. Een stevige rechter kwam hard neer op haar kaak. Shit, bloed! Fons spurtte weg. Subiet zou hij nog tegen de grond gaan. Eigenlijk was ze wel genoeg gestraft vond hij. Niet alleen door die klap van daarjuist, maar ook door haar zwangerschap. Hij ging terug slapen.

     

    (wordt vervolgd)

    03-11-2006 om 16:27 geschreven door auteur  


    02-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 26

    Het was ondertussen bijna middernacht. Lieve en Sammie waren een half uurtje geleden vertrokken met de Peugeot. Bij hun thuis gold nog altijd de regel dat ze ten laatste om twaalf uur terug moesten zijn. Dat deden ze dan ook. Kaat en Jenny niet. Jenny kreeg nooit een uur opgelegd. Haar ouders waren er van overtuigd dat ze het feestgebeuren wel binnen de perken zou houden, en dat deed ze eigenlijk ook altijd. Fons was er ook niet voor te vinden om zijn dochter een bepaald uur van thuiskomst op te leggen. Waarom niet? Kaat genoot wat dat betreft een vrije opvoeding. Ze mocht doen en laten wat ze wou en als het Fons niet aanstond zou ze het wel voelen. Daarom deed Kaat bijna nooit buitensporige dingen. Anders zou er wel wat zwaaien.

    Maar vandaag was het anders. Haar laatste feestje alvorens zich volledig op de zwangerschap te storten. Karel had er al een paar keer op gewezen dat ze beter wat minder zou drinken, de toekomstige kleine indachtig. Maar die preek leek voorbestemd voor dovenmansoren. Ze trok er zich niks van aan, althans zo leek het toch. Jenny ook, het kon haar allemaal niks schelen, gewoon keihard doorgaan.

    Rond een uur of twee begon het wel echt te ver te gaan. Jean van De Rolstoel was ondertussen binnen komen wandelen. Hij had net zijn laatste patiënten naar buiten gestuurd en zijn zaak gesloten. Herhaaldelijk had Kaat Jean uitgenodigd om mee naar te toiletten te gaan. Hij wou wel maar stel je nu eens voor… nee dat mocht niet gezien worden. De weinige kleren die ze al aan had waren nu bijna allemaal richting grond gegaan. Jenny had natuurlijk haar voorbeeld gevolgd. “Zeg Karel, spijtig dat er geen podium meer is of een paal, dat zou ik nu wel kunnen gebruiken.” “Ik heb wel nog een paar rode spots liggen, dat past vandaag misschien wat beter.” Jean werd dat vettig gedoe kotsbeu en besloot het zekere voor het onzekere te nemen, hij ging naar huis. Kaat ondernam nog een laatste poging en vatte hem net onder de gordel. Dit was er compleet over. Een zwangere achttienjarige die een vijftigplusser wou nemen. Karel zag het gebeuren en schoot Jean ter hulp. Jenny van haar kant koos partij voor haar vriendin. Daar lagen ze dan te rollen op de natte grond. De schaars geklede meiden hadden geen schijn van kans. Supersnel toverde Karel een paar combat moves te voorschijn en smeet de meisjes buiten. Letterlijk. Jean deed zijn rits open, betaste even zijn kruis en zag dat het goed was.

    Ondertussen kwam marc toevallig langs De Trut en zag de twee meiden half naakt voor de deur op de stoep liggen. Mmm, dit kon zijn kans wel eens zijn. Hij liep naar hen toe, maar zag toen Karel en Jean nog binnen staan. Weg kans. Hij liep verder. Kaat en Jenny kwamen met moeite overeind en strompelden naar de zijkant van het gebouw. Daar vielen ze in slaap.

     

    (wordt vervolgd)

    02-11-2006 om 15:09 geschreven door auteur  


    01-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 25

    Flor had zijn bijnaam niet gestolen. Iets meer dan negen maanden geleden, tijdens het galabal, had hij een nummerke gemaakt met Kaat. Dat hij Kaat met die fantastische openingszin had kunnen versieren mag al een wonder genoemd worden, maar dat ze daarna direct de toiletten hadden opgezocht, onder het mom van ‘het zit tegen het doek’, is al helemaal verbazingwekkend.

    Sinds Kaat haar vader had opgebiecht over haar zwangerschap, had Fons elke steun, écht élke steun geweigerd. Het enige wat hij deed was een beetje lachen met haar ellende. Het was inderdaad dikke miserie met Kaat. De Nul had elke vorm van vaderschap direct in alle toonaarden verworpen. Naar eigen zeggen voelde hij er zich niet klaar voor. Dat klopte ook, meer nog, hij zou er nooit klaar voor zijn. Daar stond ze dan, alleen, zonder hulp. Haar drie vriendinnen zorgden wel wat voor haar. Maar tenslotte was het haar en niet hun kind zeiden ze. En dat was juist.

    Het enige waar Fons belangstelling voor had getoond was voor de uitgetelde datum voor de bevalling: 12 december. Kaat begreep niet vanwaar die overdreven interesse kwam, tot op die bewuste 12 december dan. Fons was vroeg uit de veren, had een snit naar binnen gestoken en zijn hoogzwangere dochter gewekt. “Je gaat een weekendje logeren bij Jenny”, had hij geroepen. Kaat was natuurlijk direct opgestaan, hoewel ze het vreemd vond dat Jenny haar niet verwittigd had, maar stelde verder geen vragen, bang om in eventuele klappen te moeten delen zoals een paar maanden geleden na een feestje. Het zou niet de eerste keer zijn dat Fons losse handjes had. Waarschijnlijk had hij dat van zijn vrouw Betsy geleerd. Kaat zocht vlug wat kleren bij elkaar en amper een half uur later zaten ze al in de Citroën. Fons had echter een geweldig plannetje klaar. Hij had er lang over moeten nadenken. Eindelijk was de grote dag aangebroken. Het was hoog tijd om te bevallen vond hij. Die ellende met Betsy indertijd wilde hij nooit meer meemaken. “Ik moet nog vlug even langs het ziekenhuis, iets wegbrengen”, zei hij tegen haar toen ze net de straat uitreden. Kaat geloofde alles, natuurlijk, zo was ze wel. Fons reed ondertussen aan een hels tempo verder. Een kwartiertje later kwam het ziekenhuis al in hun vizier. Maar voor ze het goed en wel door had, had Fons haar al voor de ingang gedropt. “Durf niet terugkomen zonder baby”, waren zijn laatste woorden. De losse handjes indachtig, liet ze haar vrijwillig opnemen en wachtte…

     

    (wordt vervolgd)

    01-11-2006 om 13:46 geschreven door auteur  


    31-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 24

    Tandarts: Kom jij hier maar liggen
    Ik: Hier?
    T: Neen, daar.
    I: Ah daar.
    T: Ja daar. Mevrouw jij mag ondertussen in de kamer hiernaast wachten.

    Ik wandelde naar de tandartsstoel en legde mij rustig neer. Het was precies al een oude praktijk. Ik was hier ook nooit eerder geweest, rotte tanden heb je ook niet elke dag natuurlijk. Bij de tandarts hadden ze vorige week gezegd dat ik dringend gespecialiseerde hulp nodig had, zo erg was mijn gebit er aan toe. Mijn moeder had dan ook onmiddellijk deze afspraak vastgelegd. Hier lag ik nu…

    T: Lig je goed?
    I: Heel goed, een deken erbij zou nog beter geweest zijn, maar dat kan niet zeker?
    T: Natuurlijk niet. Het is hier geen hotel hé. Hier gaat het om leven of dood!
    I: Oei, gaat het pijn doen?
    T: Wat denk je?
    I: Dat het pijn doet.
    T: Inderdaad, en ik waarschuw je, het zal serieus pijn doen. Waarom denk je dat ik je moeder naar een andere kamer gestuurd heb?
    I: Ah ja, dat klopt.
    T: Zeker dat het klopt.

    Tandarts Lesbos was in de wijde omtrek bekend om zijn, enerzijds nogal gruwelijke aanpak van zijn patiënten, anderzijds om zijn efficiëntie. Eerst goed bang maken, vooral bij jonge patiënten en vervolgens uitstekend werk leveren.
    Tandarts Lesbos had ondertussen al door dat ik behoorlijk lag te trillen in zijn stoel. Zo had hij het graag. Nogal ostentatief haalde hij een geweldige spuit tevoorschijn. “Zo dan, we gaan even wat verdoven.” Ik kreeg niets meer gezegd. Maar net voor hij de spuit in mijn mond plantte nam hij een maskertje zette het op mijn gezicht en…

     

    (wordt vervolgd)

    31-10-2006 om 14:15 geschreven door auteur  


    30-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 23

    Verpleegster: Meneer Stokjes, u kan meekomen.
    Moeder: Laat meneer er nog maar af, ’t is nog een kleine snotaap.

    De schelle stem van de verpleegster deed mij ontwaken en de por van mijn moeder maakte dat ik klaar wakker was.

    Moeder: Kom, het is aan ons.
    Ik: Ja, dat heb ik nu ondertussen ook wel door.

    De plaatsen langs mij waren intussen ingenomen door een bejaard stel. Ze kwamen ook voor de tandarts denk ik, zoniet dan zouden ze toch dringend eens een afspraak moeten maken. Mij moeder en ik stonden op en liepen naar de deuropening. Daar moest ik even wachten op haar. Wandelen, het is niet aan iedereen besteed of was het nog van die lelijke val van de trap tijdens haar jeugd. Toen ze er uiteindelijk was, volgden we de verpleegster naar de tandartsenpraktijk, twee deuren verder aan de overkant van de gang. Met een glimlach op haar snoet liet ze ons binnen.

     
    (wordt vervolgd)

    30-10-2006 om 16:27 geschreven door auteur  


    27-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 22

    Sammie en Jenny waren twee dikke vriendinnen geworden na hun middelbare schoolperiode, zeker 180 kilogram. Bovendien waren ze na het zesde echt heel close. Ze deden veel samen, fietsen, wandelen, op vakantie gaan, naar de cinema en nog meer van al dat fijns. Vandaag was het weer fietsdag. Elke week werden de nodige kilometers afgemaald.

    Vorig jaar hadden ze twee fantastische rijwielen gekocht. In promotie hadden ze slechts 400 euro moeten neertellen voor hun beiden. Het was Sammie’s idee geweest om fietsen te gaan kopen, dus wou zij per sé de betaling doen. En daar liep het toen weer eens mis. Van Bancontact moest Sammie, en Lieve ook trouwens niets weten. ‘Altijd cash’ was hun slagzin geworden. Omdat het niet voorzien was om de bikes in promo te kopen had Sammie een pak geld op zak. Nadat de, toch wel ietwat dwaze verkoper, hun de rekening gepresenteerd had, haalde Sammie haar Plop-portefeuille boven… 400 euro, shit zeg, zoek dan maar eens de juiste briefjes bij elkaar… Haar tel- en rekenvermogen was sinds haar traumatische poesjeservaring danig achteruitgeboerd. Herhaaldelijk bood Lieve haar hulp aan, maar neen, ze moest en zou het zelf betalen. Op den duur werd Sammie dat gezeur zo beu dat ze haar koelbloedigheid verloor. Ze zette haar rechterhand in de nek van Lieve en smashte haar gezicht op de toonbank. Met een geweldige knal plofte haar aangezicht op de glazen plaat. Gebroken neus. De verkoper wilde de hulpdiensten bellen, maar dat was volgens Lieve niet nodig! Maak dat mee! Ze wist perfect wat te doen in zulke situaties. Het was niet de eerste keer dat er zoiets gebeurde. Na nog wat prul- en denkwerk werd er uiteindelijk toch betaald en trapten ze het af, met de twee fietsen.

    Waar zouden ze vandaag eens heen gaan? Door de jaren heen hadden ze de hele streek binnenstebuiten gefietst. Alle wegen zaten in Lieve’ s geheugen. Geen enkele weg, kruispunt of brugje had nog geheimen voor haar. Sammie’s memorie liet het om de gekende reden afweten, maar zij vertrouwde volledig op de kundigheid van haar vriendin. Zij legde dan ook wekelijks het traject vast. Al vlug maakten haar twijfels plaats voor een concreet idee. Ze zouden naar de Burger King fietsen, weeral, een paar Dubbel Whoppers binnensteken en weer koers zetten richting huis. Vlug telwerk leerde Lieve dat dat een tochtje van om en bij de 30 kilometer zou zijn. Ideaal, de perfecte afstand.

     

    (wordt vervolgd)

    27-10-2006 om 14:37 geschreven door auteur  


    26-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 20-21

    AFLEVERING 20

    Revolvers en Russische shotguns waren niet de enige wapens die Flor had klaarliggen om de jaarlijkse kermis te vieren. Hij had dit jaar ook kruisbogen, samoeraizwaarden en bananen voorzien.

    Het was weer tijd voor de schietdag. Flor had die dag zelf uitgeroepen tot de ‘nationale’ schietdag. Elk jaar met de kermis organiseerde hij die op het marktplein vlak voor zijn deur. De deur van Flor’s Pistooltje. Raar maar waar, hij had nog nooit klachten gehad. Het was al zeker de vijftiende keer dat dit geweldig evenement plaatsvond. Flor koppelde elke keer een bepaald thema aan de schietdag. Verdergaand op het thema van vorig jaar ‘Alles mag kapot’ koos hij dit jaar voor de originele titel ‘Alles moet kapot’. Flor had voor een zeer eenvoudige formule gekozen. Hij hield niet van ingewikkelde zaken. Hij had vijf grote containers, zonder dak, in elkaars verlengde laten plaatsen, zonder scheiding. Zo ontstond er een ongeveer 35 meter lange schietgang. Helemaal op het einde plaatste de schutter zijn zelfmeegebrachte voorwerp waarop hij wou schieten. Hijzelf ging aan het begin van de schietgang staan. De schutter kon voor één symbolische euro een wapen naar keuze nemen en zolang vuren tot het desbetreffende voorwerp voldoende vernield was.

    Het voorbije jaar waren er helemaal geen incidenten geweest, maar in het verleden was het wel regelmatig gebeurd dat de schutter, het waren meestal mannen, zijn vrouw meebracht om die keihard neer te knallen. Maar tot grote spijt van henzelf was dit niet toegelaten. Eén keer had Flor toch getwijfeld. Een man was afgekomen met een echte bitch, maar dan ook een échte bitch. Hij wou de man direct de toestemming geven, maar zijn echtgenote stond daar niet zo voor te springen. Flor had toen niets beter gevonden dan kop of munt te doen en helaas besliste dit spel in het voordeel van het leven van de vrouw. Ontgoocheld had hij zijn potentiële klanten moeten wegsturen.

    Het was alweer zestien jaar geleden dat Kaat en Jenny afgestudeerd waren. Ze hadden elk voor een ander leven gekozen, maar waren toch nog twee hartsvriendinnen gebleven. Sinds een aantal jaren was het jaarlijkse hoogtepunt ongetwijfeld de schietdag bij Flor’s Pistooltje. Niet dat ze zelf schoten en bovendien was de relatie tussen Kaat en Flor danig bekoeld, maar ze kwamen gewoon om te kijken. Zelf schieten, nee, dat was niets voor hun. Vandaag waren ze er ook weer bij. Flor had speciaal een kleine tribune gebouwd van waarop je beter dan waar ook het slagveld kon overzien. Kaat en Jenny zaten er natuurlijk weer als eerste. De tribune was een co-organisatie van Flor en Karel van De Trut. Flor zorgde voor mensen, Karel voor drank. Kaats eerste slok van de koffie was direct in het verkeerde keelgat geschoten. Hupla,en daar vlogen de nodige brokken weer in het rond. Ja, brokken want ze was tegelijkertijd een broodje tonijn naar binnen aan het spelen. Gelukkig zat er nog niemand voor hun. Ze kon de brokken zonder zorgen de wijde wereld in sturen… en dat deed ze dan ook.

     

    (wordt vervolgd)


    AFLEVERING 21


    Kaat: Ja zeg, fine ass daar!
    Jenny: Waar?
    K: Daar!
    J: Ah daar!
    K: Ja daar!
    J: Bwa, ik vind de mijn toch strakker.
    K: Meen je dat nu?
    J: Natuurlijk anders zou ik het niet zeggen.
    K: Goed, iedere zijn menig hé…
    J: Hij ziet er wel nog wat jong uit.
    K: Alé hier gaan we weer. Heb je nog van dat belangrijk nieuws?
    J: Ja.
    K: Laat maar komen dan…
    J: Heb je al eens naar zijn gezicht gekeken?
    K: Ja, echt mijn type!
    J: Ah, ik wist niet dat overreden smoelen uw types waren? Maar ja, ieder zijn menig zeker…
    K: Rustig eh Jenny, of ik bel mijn ma en dan zal het stuiven…
    J: Die zit nog altijd in het gesticht dus veel last zal ik er niet van hebben!

    Toen was het even stil…

    Kaat nam haar jasje en handtas van de rugleuning en liep naar het front. Ze negeerde Flor. De strakke kerel was nog steeds het volle pond aan het geven.

    K: Hé man, fine ass!
    Schutter: Huh, wat?
    K: Fine ass!
    S: Sorry ik versta geen Frans.
    K: Dat is Engels.
    S: Ah ja die twee verwissel ik altijd. Daarom dat ik ze ook nooit spreek, uit voorzorgen.
    K: Ja dat dacht ik wel.
    S: Wat is er? Is het belangrijk? Ik ben in volle actie en wordt dan niet graag gestoord.
    K: Dat zie ik. Lukt het?
    S: Ik ben gewoon maar wat aan het rammen met die machines. Maar is het belangrijk vroeg ik?
    K: Ja. Mag ik ondertussen ook eens?
    S: Ja goed, één keer want schieten is eigenlijk niks voor vrouwen.

    Kaat nam het geweer over, laadde het, en ging klaar staan. Het had meer iets van een vrouw die dringend naar de wc moest dan van iemand die ging vuren. Uiteindelijk loste ze een schot. De terugslag kostte haar bijna een oog. Dat was pas afgaan.

    K: Geef mij maar die bananen.
    S: Inderdaad.

    Kaat nam een banaan en wierp die richting de wand waarop geschoten werd. Ze kwam net niet halfweg.

    S: Ja man, zelden heb ik iemand zo zien afgaan.
    K: Sorry, beter kon ik niet. Ik heb alles gegeven.
    S: Ik zeg altijd: als je niet veel hebt, kun je ook niet veel geven.
    K: Dat moet ik onthouden!
    S: Ik ga nog even een rondje ratelen. Gaan we daarna iets drinken?
    K: Tuurlijk!

    Dat was net wat Kaat wilde. Nu Jenny nog kwijt geraken. Ze moest ze met een kluitje in het riet sturen. Dat was één van de weinige spreekwoorden die ze zich nog kon herinneren uit haar schoolperiode.

     

    (wordt vervolgd)





    26-10-2006 om 16:35 geschreven door auteur  


    25-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 19

    Ri: …hebben wij jou voor onze voordeur gevonden!
    Ra: Mmm.
    Ri: Nu ben je ineens zo stil. Ik vind dit nochtans behoorlijk grappig.
    E: Loser.
    Ra: Lul. Ah nee, sorry, ha ha ha!
    Dat kan ik nu niet meer zeggen!
    Ri: Ik zal je zelfs meer zeggen. Je zag er echt verschrikkelijk uit!
    Ra: Hoezo?
    Ri: Ralph, ik wil je niet kwetsen, maar je zag eruit alsof je tien kilometer met je lip over een trekhaak had gehangen. Terwijl de auto reed wel te verstaan!
    E: Amai ja, Richard. Dat was gieren toen!
    Ri: Erika, zwijg. Dit is serieus.
    Ra: Ik snap er niks meer van.

    “Richard, er wordt gebeld,” riep Erika vanuit de keuken. Richard zat voor tv zijn wekelijkse zondagnamiddagshow te kijken op de Duitse tv. Hij had een degout gekregen van Vlaamse zenders sinds ze hem een keer beet genomen hadden bij een verborgen camera programma. Sindsdien weigerde hij systematisch elk Vlaams programma-aanbod. Duitse shows vond hij eigenlijk ook maar niks en hij kon bovendien geen letter Duits verstaan. Maar zijn koppigheid hield de bovenhand. Duitse shows dus. “Doe jij maar open. Jij bent tenslotte de vrouw des huizes.” “Mijn handen zijn nat,” was haar tegenargument. “Droog ze dan af!” Tegen zo een uitspraak kon ze natuurlijk niks beginnen. Ze nam de handdoek, droogde haar handen af en liep naar de splinternieuwe deur. “Voorzichtig met de voordeur,” was het enige wat Richard haar nog na riep. Erika had ondertussen met de grootste zorg de deur geopend, maar zag niets. Ze deed een stapje naar voren om eens om de hoek te kijken. Ze zag nog net een grijs autootje wegtuffen. Maar net toen ze haar voet neerzette schrok ze zich dood. Ze was op een baby gaan staan! Ze riep Richard. Man, wat zag er dat kind gehavend uit. Dat kon niet alleen door haar voet gekomen zijn, dat bestond niet! Richard kwam eraan. Dat rook ze wel! “Ja, wat is er?” Erika kon niets meer uitbrengen. Ze staarde naar het kind. Richard begon iets in de gaten te krijgen. “Was is das?” Dat was zijn standaard zinnetje geworden sinds hij Duitse shows was beginnen kijken. Iedereen vond het verschrikkelijk dom, maar Richard bleef het nu al geruime tijd gebruiken. “Ik ben een polyglot,” zei hij dan.

    Na ongeveer twee minuten kwam er een einde aan het verbaasde gedrag van beide mannen. Richard had als eerste zijn verstand teruggevonden en dacht te weten hoe hij moest reageren in dergelijke situaties. Alsof hij elke dag zoiets meemaakte zei hij koelbloedig: “Wat nu?” Erika werd compleet overdonderd met zijn vraag en slingerde haar eerste gedachten de wijde wereld in. “Laten we hem houden. Nu hebben we toch nog een kind!” “Alé, ’t is goed, dan moet ik u de komende tien jaar ook al geen verjaardagscadeau meer kopen. Was hem wat, geef hem een naam en doe ook maar wat pleisters op z’n wonden want hij ziet er niet zo gezond uit. Precies of je er op bent gaan staan.” Erika deed wat er van haar gevraagd werd en opeens was het een gezin van drie. Wat een vrije zondagnamiddag zo al niet kan opleveren dacht Richard nog.

     

    (wordt vervolgd)

    25-10-2006 om 15:09 geschreven door auteur  


    23-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aflevering 18

    Erika en Richard waren de ouders van Ralph. Hij was twaalf jaar. Eigenlijk was Ralph wel een redelijk normaal kind. Behalve zijn reactievermogen was alles behoorlijk intact. Zijn ouders hadden het altijd druk. Vorig jaar hadden ze een babywinkel overgenomen. Ralph had maar één droom, hij wou later schrijver worden. Hij deed nu al zijn best om te oefenen door stomme en vooral onnozele verhaaltjes te schrijven. “Kijk eens mama wat ik nu weer geschreven heb!” Helaas antwoordde zijn moeder altijd met “Nee, ik kijk niet. En dit om twee redenen Ralph, ten eerste zijn uw verhaaltjes dwaas en ten tweede vooraleer ik alles begrepen heb met uw schrijffouten is het al weer morgen.” Ralph kon daar eigenlijk maar weinig op zeggen. Ze had tenslotte gelijk.

    “Morgen wordt het een belangrijke dag, jongen”, zei Richard, zijn vader. Ralph, die van toeten noch blazen wist, negeerde hem, zoals gewoonlijk. Hoeveel keer dat hij dat al wel niet gezegd had was al niet meer op twee handen te tellen.

    Het was morgenavond. “Ralph zet u eens neer en houd je goed vast. We hebben twee belangrijke dingen te vertellen.” Ralph ging de handboeien halen die zijn ouders altijd lieten rondslingeren in hun slaapkamer en ketende zich er mee vast aan zijn stoel. Nu zat hij goed vast. “Oké pa, laat maar komen!”

    Erika en Richard: Wel Ralph, we hebben er lang over nagedacht, maar vonden het toch nodig dat we je dit vertelden.
    Ralph: Komt er nog wat van of wat?
    Ri: Of wat ja, dat wil ik wel eens zien. Grote bek ja, maar dat is ook alles, prullenman.
    Ra: Hoorde ik nu iets of wat was dat geruis in m’n oor?
    Ri: LAP
    Ra: Ah jong.
    Ri: Ja dat is het nadeel als je je vastketent, dan kan je niet gaan lopen hé, zalig! Erika, neem de afstandsbediening eens… PATAT… dat zal je leren!
    Ra: How jong, verdomme mijn neus kapot!
    Ri: Ja dat was de bedoeling wat dacht je, dat ik een andere post zou opzetten of wat? Alé, wil je het nog horen?
    Ra: Neen!
    Ri: Mmm, ik hoorde precies ook wat geruis… Luisteren of anders maak ik u helemaal kapot!
    Ra: Ja ja , ’t is al lang goed.
    Ri: Kijk…
    Ra: Ik zie niks… PATAT!
    Ri: Wat is dat met u man? Je hebt me bijna zover gekregen dat…
    Ra: Wat nu weer?
    Ri: Dat ik uw lippen er af snij! En niet gewoon, maar met een bot mesje dat ik eerst eens in de mesthoop steek. Begrepen? Ah nee, ik ben nog iets vergeten, zout. Ik strooi er dan nog wat zout op! Haha, zo goed!

    Ralph werd stil.

    Ri: Goed, ik denk dat we kunnen beginnen. Kijk, uw moeder is eigenlijk uw vader!
    Ra: En jij mijn moeder dan?
    Ri: Neen, ook uw vader.
    Ra: Dus ik heb twee vaders?
    E: Ja Ralph, ik heet eigenlijk Erik.
    Ra: Amai, dat is ook wel lachen!
    E: Ralph, ik ben serieus nu!
    Ra: Ik ook mama, euh papa bedoel ik, sorry.
    Ri: Dit is niet om te lachen!
    Ra: Nee, je hebt gelijk. Wat is daar nu grappig aan?
    E: Ik heb op mijn achttiende een operatie laten uitvoeren. Toen ben ik Erika geworden.
    Ra: Een operatie bij slager Rudy?
    E: Nee Ralph, in het ziekenhuis en houd alsjeblieft op met die flauwe zever!
    Ra: En heb je nog zo van die spectaculaire verhalen?
    Ri: Ik heb het begrepen. We kunnen er beter over zwijgen Erika. Het heeft geen zin. Maar dan zullen we nu eens over jou beginnen. Dan zal er wel minder gelachen worden! Door u toch, dan kunnen wij eens lachen!
    Ra: Ik ben eens benieuwd.
    Ri: Twaalf jaar geleden…
     

    (wordt vervolgd)

    23-10-2006 om 14:00 geschreven door auteur  


    20-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 17

    Twee maanden na het galabal.

    Kaat: Papa, ik zit vol.
    Fons: Dan mag je de rest laten staan. Je hebt goed gegeten.
    K: Nee ik bedoel iets anders. Ik ben zwanger.
    F: Ah. Proficiat. Voor wanneer is ‘t?
    K: Als de negen maanden om zijn eh papa.
    F: Negen of wat! Zo lang. Da wordt dan afzien voor u!
    K: Hoezo?
    F: Ziek, platliggen, doktersonderzoeken, weer ziek. Je moet het mij allemaal niet meer vertellen Kaat. Ik heb alles al meegemaakt met ons zotte Betsy. Die heeft pas afgezien. Dat kan jij je niet voorstellen. En ik maar lachen toen.
    K: Fijn.
    F: Ja geweldige periode. “Betsy, doe de afwas eens”, “Betsy, ’t is tijd om te kuisen”, “Koken Betsy, nu!” En zo de hele dag. Lachen jong!
    K: Ja, klinkt plezant.
    F: In ieder geval, Kaat, van mij moet je geen steun verwachten. Afgesproken?
    K: Dankjewel papa. Zou ik het ook aan mama vertellen?
    F: Aan die zotte doos! Laat die nog maar wat stoven in het gesticht.
     

    Iedereen was opvallend blij met het nieuws van Kaat. Zo blij dat ze zelfs een klein feestje organiseerde in De Trut. Ze had al haar vriendinnen uitgenodigd om nog eens keihard door te gaan. Het zou haar laatste keer worden, daarna ging ze volledig voor de zwangerschap gaan. Sammie had ondertussen een auto. Ze had haar rijbewijs gehaald tijdens de zomervakantie en instant een auto erbovenop gekregen van haar ouders. Het zag er een tof ding uit, maar er mee rijden was een ware nachtmerrie. Het was een grijs Peugeotke. Ze was er toch heel blij mee. Logisch, nu kon ze met haar vriendinnen overal naar toe karren. Zo ook deze avond. Sammie haalde Lieve, Kaat en Jenny één voor één op en zette dan koers richting Karel. Bij De Trut aangekomen werden direct vier pintjes besteld. Met de typische Karel-snelheid werd hun bestelling afgeleverd. Het was duidelijk, Kaat ging er volledig tegenaan gaan. Ze waren de enigste klanten op dat moment. Het was ook maar een doordeweekse dag. Karel had vooral op vrijdag en zaterdag veel te doen. De laatste tijd wel iets minder omdat de wekelijkse optredens afgevoerd waren. Dat besluit had Karel genomen nadat zijn tent bijna afgebroken was bij een mislukt optreden van Fink Ployd. De herstellingswerken waren trouwens ook nog maar net afgerond. Het podium was verdwenen en het meubilair, inclusief toog, was volledig vervangen. Karel had nog gedacht om zijn café om te dopen tot De Nieuwe Trut maar had daar toch van af gezien. De Trut was een gevestigde naam, een begrip. Daar mocht je niet aankomen. Dat was een monument.

    Lieve en Sammie waren ondertussen overgegaan op Fristi. Kaat en Jenny niet, hélemaal niet…

     

    (wordt vervolgd)

    20-10-2006 om 22:28 geschreven door auteur  


    19-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 16

    Wijselijk had hij zijn radio weer afgezet en haalde nu bij momenten bijna 100km/u. Zo een slechte auto. Ralph had hem voor amper 1000 euro op de kop kunnen tikken. Nu ongeveer twee jaar geleden. Hij was er ondertussen wel bijna. Althans dat hoopte hij. Met een Twingo weet je maar nooit en kun je best op alles voorbereid zijn. Daarom had hij altijd een kan benzine in de koffer liggen. Zuipen dat die auto kon, niet te geloven. Het enige nadeel was nu wel dat zijn koffer altijd vol zat.

    Een echte verrassing was het niet voor Ralph. Hij moest bijtanken. Het lampje van zijn tank brandde. Normaal kun je dan nog wel een tijdje verder rijden, maar niet met een Twingo. Dat had Ralph al wel ondervonden. Hij stuurde zijn groene boot van de weg, zette de motor stil langs de inrit van een huis, opende het portier, stapte uit en liep naar zijn koffer, ongeveer één meter verder. Op het moment dat hij zij koffer wilde openen kwam een reusachtige truck recht op hem afgestormd. Wat een geluid! Prachtig! De blinkend zwarte pick-up reed rakelings langs hem af en parkeerde vlakbij de voordeur van het huis. Hij was waarschijnlijk de eigenaar.

    Andere: Alles goed meneer?
    Ralph: Niet echt, een beetje bijtanken.
    A: Heb je voldoende benzine bij?
    R: Tot aan het volgden tankstation denk ik.
    A: Ah, ik zie het al, een Twingo. Wacht ik heb hier nog tientallen liters. Mijn Ford verbruikt veel. Ik heb altijd een voorraad. En je weet nooit waarvoor je benzine nog kan gebruiken. Ik heb er wel eens sterk aan gedacht om mijn vrouw en kinderen in brand te steken, maar toch maar niet gedaan. Enfin, momentje, ik kom je zo helpen.

    Wat er toen door Ralph’s hoofd ging, zal wellicht niemand ooit weten. Daar stond hij dan. Links van hem een waardeloze lege Twingo en vijf meter voor hem een prachtige zwarte pick-up. Een Ford. Hij kende het type auto niet, maar qua uitzicht wellicht de beste auto op de markt. Hij moest een keuze maken. Nu. Eigenlijk was het een doodeenvoudige keuze. Eeuwige vernedering met zijn Twingo of een echt leven met die Ford pick-up. Verrassend genoeg nam hij de juiste beslissing. Opvallend rustig en koelbloedig deed hij een paar stappen naar de Ford. Het portier was nog open, de sleutels staken in het contact. De bestuurder was immers direct uitgestapt en naar achteren gelopen. De dwaas, dacht Ralph. Nu was er geen weg meer terug. Hij startte de Ford en zette hem in rear. Wat een geluid! Nogal voorzichtig reed hij achteruit. Hij kwam rakelings langs zijn Twingo. Draaide het stuur naar rechts, zette hem in drive en stoof weg. Nergens ook maar één spoor te bekennen van Marc, de eigenaar, althans volgens de sleutelbos. In de achteruitkijkspiegel werd zijn Twingo kleiner en kleiner. Nóg kleiner! Een vette grijns spreidde zich uit over Ralph’s gezicht. Wie had dat ooit van hem gedacht. Hij alvast niet. Sinds zijn geboorte was Ralph voorbestemd voor het ongeluk. Blijkbaar had hij dat vandaag kunnen omzeilen…

     

    (wordt vervolgd)

    19-10-2006 om 13:54 geschreven door auteur  


    18-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 15

    Sammie was eigenlijk heel anders dan Lieve, maar toch waren zij beste vriendinnen. Terwijl Lieve voortdurend probeerde in de gratie van Kaat te vallen deed Sammie daar absoluut geen moeite voor en dat was waarschijnlijk wel haar voordeel.

    Kaat, Jenny, Lieve en Sammie zaten in dezelfde klas. Ze waren ook allemaal even oud. Sammie was ongetwijfeld de verstandigste van de vier. Was, wel te verstaan. Tot in het vierde middelbaar wedijverde zij met de slimste van de klas om de hoogste punten. Ze had nooit gewonnen. Geen enkele keer. Ze strandde telkens op enkele procentjes van de slimste. Maar je kon er zeker van zijn dat ze in de top drie stond. Het was een beetje zoals de hitparade. Elke week iets anders. Alleen kon zij nooit juichen met de overwinning. Net zoals bij Kaat, waar ze ook nooit haar beste vriendin werd, maar altijd pas tweede of derde. Flor, de grootste loser van de klas, had haar ooit de Eddy Merckx van het college genoemd. D’ en Eddy zei hij dan. En iedereen maar lachen. Maar het grappige is eigenlijk dat er dan niet met Sammie, maar wel met hem gelachen werd. D’ en Eddy had altijd gewonnen. Hij vergiste zich met Poulidor. Natuurlijk had hij dat niet door. Nu in het zesde middelbaar was Sammie één van de domste leerlingen geworden. Inderdaad, geworden. Volgens de specialisten had dat te maken met een jeugdtrauma dat ze niet had kunnen verwerken.

    Sammie was een echte dierenvriend. Geen gewone dierenvriend, maar zo één die elke week honderd frank zou geven aan Greenpaece of WWF. Haar vader daarentegen was echt tegen dieren. Hij was alleen vóór dode dieren. En dan nog het liefst op zijn bord. Vlees eten dat die man kon, niet te geloven. Op een dag was Sammie teruggekomen met haar rapport. Haar ouders wisten dat het altijd net niet was, maar deze keer had haar vader gezegd: “als je de volgende keer niet de eerste bent van de klas ga je wat meemaken!” Ze toonde haar rapport. Dat stond natuurlijk weer vol met fantastische scores. En toen kwam de onvermijdelijke vraag. Ze had er haar al op voorbereid dat ze slaag zou krijgen, of toch minstens een mep in haar gezicht. Haar vader was opvallend rustig gebleven toen ze moest bekennen dat ze slechts het tweede hoogste percentage gescoord had. Dat was raar. Hij vroeg haar om mee te gaan naar de tuin. Haar vader ging even het tuinhuisje binnen en kwam buiten met een stevig touw. “Wat ga je daar mee doen papa?” vroeg ze, “niets” zei hij veelzeggend terug. “Kom maar eens mee.” Drie stappen verder toverde haar vader een fantastische cowboygreep uit zijn mouwen en trok het touw stevig rond het middel van zijn dochter. “Nu heb ik je!” Hij sleurde haar mee naar de paal van de schommel. Met grote stevige halen bond hij haar daar aan vast. “Wat ben je aan het doen, papa?” vroeg ze met tranen in haar ogen. “Niets”, zei hij weer. Hij liep vlug terug naar het tuinhuisje om een splinternieuwe rode spade tevoorschijn te halen. “Speciaal gekocht voor deze gelegenheid!” Weeral met grote halen verwijderde hij de grond vlak voor de voeten van zijn dochter, die intussen luidkeels aan het brullen was. “Nog even geduld, het gat moet zeker een halve meter diep zijn!” Toen kwam haar moeder, met een smile van hier tot in China aanlopen met een mand vol met kleine poesjes. Sammie had drie jaar geleden een poes gekregen van haar oma voor haar verjaardag. Haar vader had ze al meermaals koud willen maken, maar als puntje bij paaltje kwam kon hij het toch niet over zijn hart krijgen. Hij had toch zo een lieve dochter. Nu was de situatie wel even anders. Sammie moest gestraft worden en bovendien had de poes vorige week gejongd en vijf extra poesjes was toch wel van het goede teveel. Dit was mijn kans, moest hij gedacht hebben. Sammie had nog steeds niet door wat er ging gebeuren. Haar pa nam één voor één de poesjes hardhandig uit de mand en dropte ze in de kuil. “Ben je een hok aan het maken, papa?” “Ja, maar ik denk dat ze het een beetje te koud hebben dus ik zal er maar wat zand bovenop gooien, denk je niet?” Nog voor Sammie ook maar iets kon uitbrengen was hij al begonnen met de zopas verwijderde aarde netjes terug in de kuil te doen. Zijn vrouw stond te grijnzen. Sammie kon geen woord meer uitbrengen. Wat was dat allemaal! De kuil was verrassend snel gevuld en alsof dat nog niet volstond, begon haar vader de grond nog een beetje aan te stampen. “Ziezo, opgeruimd. Zeg vrouwke, is ’t eten nog niet klaar?”

    Sinds die zomerdag was Sammie veranderd. Ze was erg gesloten en haar schoolresultaten waren beneden elk peil. Maar ja, gebeurd is gebeurd zeiden de specialisten dan. Niets meer aan te doen.

     

    (wordt vervolgd)

    18-10-2006 om 18:49 geschreven door auteur  


    17-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 14

    Jenny was de beste vriendin van Kaat. Dat wist iedereen. Ze stond op nummer één. Maar Kaat was niet de eerste de beste, ze had zelfs ook een nummer twee én drie. Soms twijfelde ze wel eens, nooit over die nummer één, maar wel over twee en drie. Soms zou ze die van plaats willen wisselen, soms ook weer niet. Het was een beetje zoals de hitparade, de ene week dit, de andere waak dat. Op de huidige ranglijst stond Lieve op nummer twee en Sammie op nummer drie. Sammie was een meisje. Soms had ze wel eens wat jongensachtige trekjes, maar dat probeerde ze zoveel mogelijk te vermijden, de ranglijst indachtig.

    Vorige week stond Lieve nog op nummer drie. Daar kon ze niet zo goed tegen. Bovendien had Kaat ook nog gezegd dat de kloof met de nummer twee groter geworden was. Oei! Nu moest ze ingrijpen. Ze begon aan een heus charmeoffensief. In tegenstelling tot veel van haar dorpsgenoten was Lieve wel iemand die met geweldig originele ideeën kon uitpakken. Het spijtige echter was dat die ideeën meestal op niks trokken. Oké, ze waren origineel, maar wat ben je er mee als ze op niks trekken?

    Lieve: Kaat ga je vanavond mee iets drinken?
    Kaat: Goed, hoe laat spreken we af?
    L: Om 19u aan de school.

    Om 19.05u fietsten ze naar De Rolstoel. En dit zeer tegen de goesting van Kaat. Als je iets gaat drinken, is er maar één plaats voor de jeugd en dat is toch bij Karel zeker. Maar goed, ze liet Lieve doen. Ze gingen binnen bij Jean en bestelden twee koffies. Dit was net het tegenovergestelde als bij De Trut. Een kwartier wachten op je bestelling was geen uitzondering. Jean deed alles rustig aan, niks forceren was zijn leuze.

    Lieve: Zeg Jean, steek er eens wat tempo in!
    Jean: Niks forceren meisje! De koffies komen er aan.

    Een kleine tien minuten later bracht Jean eindelijk de koffies. Hij was misschien heel traag, maar de koffies waren wel echt lekker. Dat was algemeen geweten in het dorp. Als je lekkere koffie wou (en veel tijd had) moest je naar Jean gaan. Hij zei dat hij een geheim recept had om koffie te zetten. Iedereen geloofde dat natuurlijk, maar waarschijnlijk was dat eerder een zoethoudertje om klanten te lokken. Hij kocht gewoon de beste koffie in de winkel. Zo simpel was dat. Maar Jean hield de mensen graag dom.

    Kaat: Zeg Lieve, probeer je hiermee Sammie voorbij te steken?
    Lieve: Ja, goed idee hé!
    K: Euhm, Lieve, sorry dat ik het moet zeggen, maar dit is echt een zinloze poging. Je zal toch met meer en vooral met beter over de brug moeten komen hoor.
    L: Oei, ik dacht dat ik goed bezig was.
    K: Nee Lieve, ik zal zelfs meer zeggen, je bent echt slecht bezig!

    Amper een half uur later was Kaat alweer thuis. Haha, wat had ze die Lieve toch weer liggen gehad. Kaat, je bent goed bezig, zei ze tegen zichzelf.

    De volgende ochtend op school:

    Lieve: Hey Kaat!
    Kaat: Hey Lieve!
    L: Ik heb patatten geschild!
    K: Ja, so.
    L: Voor u!
    K: Heb jij patatten geschild voor mij?
    L: Ja, goed eh, dan moet jij dat straks thuis niet meer doen.
    K: Meen je dat nu?
    L: Ja.
    K: Dit is het meest dwaze dat ik vandaag al gehoord heb.
    L: Hoezo?
    K: Denk eens na.
    L: Ik ben bezig.
    K: En heb je het al?
    L: Nee.
    K Ik lust geen patatten jong!
    L: Oei!
    K: Ja oei, zeg dat wel ja!
    L: Dat wist ik niet.
    K: Niet méér zul je bedoelen.
    L: Ja dat kan ook.
    K: Kijk, ik zal duidelijk zijn. Geef mij duizend frank en je wordt nummer twee.

    Duizend frank was in die tijd niet weinig, maar voor Lieve was dat niet echt een probleem. Haar ouders hadden een goed betaalde job en bovendien kreeg ze elke week honderd frank van haar grootouders. En zo kon Kaat de volgende dag met veel trots aankondigen dat Lieve met stip op nummer twee terecht gekomen was.

     

    (wordt vervolgd)

    17-10-2006 om 12:55 geschreven door auteur  


    13-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 13

    Ralph raasde met zijn groene Renault Twingo over de expresweg. Je zou bijna beginnen denken dat hij haast had. Ralph was iemand die je niet vlug nerveus kon maken. Maar aan de manier waarop hij nu over de baan scheurde, al is scheuren misschien niet de gepaste bewoording als je met een Twingo rondrijd, moest je wel afleiden dat er iets ging gebeuren. Ralph was echt een gevaar op de weg. Niet alleen nu, maar eigenlijk altijd. Man, wat kon hij slecht autorijden, wat moest dat dan nu wel niet zijn met die snelheid. Voor hij vertrok had Ralph zich voorgenomen te doen alsof er geen verkeersborden langs de weg stonden. Met rode lichten zou hij wel nog rekening houden, anders zou het misschien opvallen dat hij haast had. Dit is wel duidelijk, in redeneren had Ralph nooit uitgeblonken.

    Sinds hij vorig jaar de school verlaten had, had hij nog geen enkele job gehad. Nu, het moet gezegd, hij had ook niet bepaald veel moeite gedaan om er één te vinden. Telkens als zijn ouders hem daar weer attent op maakten, wat zowat elke dag gebeurde, wimpelde hij hun kritiek direct af. Hij zei altijd: “Ik word schrijver en dan moet ik niet gaan werken”, waarop zijn ouders: “ ten eerste kan jij niet schrijven en ten tweede dan zal je ook niks verdienen”, en dan Ralph weer: “Jij weet er niks van, onnozelaars”. Zijn ouders keken dan altijd eens naar elkaar en leken dan te besluiten dat zij er inderdaad niks van wisten. Ze waren tenslotte ook geen schrijvers. Zijn stiefouders hadden een klein winkeltje en verkochten babyspullen. Toch slaagden ze erin om elke dag opnieuw dezelfde vraag te stellen.

    Ook al moest Ralph maar een twintigtal kilometer overbruggen, hij was nog steeds aan het rijden. Ondertussen liep het zweet al over zijn voorhoofd, zijn gat was nat en zijn handen gleden bijna van het stuur. Hij stonk.

    Oei, een probleem. Hij zag het al van ver aankomen, letterlijk dan. Dat kon toch niet waar zijn zeker. De Burger King lag daar, ongeveer 200m verderop. Niets aan te doen, daar moest hij eerst stoppen voor een Dubbel Whopper, zijn lievelingshamburger. Oké hij had haast, maar voor een Dubbel Whopper had hij toch nog even tijd of beter gezegd maakte hij nog even tijd. Nog 150m. Zijn brein begon razendsnel te werken. Zo snel zelfs dat hij de afslag naar de Burger King net niet miste. Goed gedaan, zei hij bij zichzelf.

    Na een paar eenvoudige handelingen bij de drive-in stond hij al bij het loket om zijn bestelling aan te nemen.

    Burger King: Alstublieft meneer, twee Whoppers.
    Ralph: Dat is verkeerd, ik had een Dubbel Whopper besteld.
    BK: Ja, hier zijn toch twee Whoppers.

    R: Een Dubbel Whopper man, geen twee Whoppers, shit zeg. Ken je het verschil niet misschien? Veel groter, extra kaas en bacon! Wat is dat hier weer voor een tent. Houd uwe brol maar, ik ga naar de McDonalds!

    Geen Burger King dus. Ook geen McDonalds trouwens. Ralph had dat alleen maar gezegd om stoer te doen. Hij deed niet veel, maar als hij dan al eens iets deed, was het meestal wel héél stoer. En het was trouwens een ongeschreven wet dat Burger King fans nooit naar de McDonalds mochten gaan. De Burger King aanhangers en de McDonalds aanhangers, dat was gewoon oorlog.

    Hij was weer op weg. Het vermogen van zijn oude groene Twingo was duidelijk minder. Hij had de radio aangezet. 80km/u halen was nu niet simpel meer. 50 ways to leave your lover van Simon & Garfunkel deed zijn Twingo bijna stilvallen. Toch wel een toepasselijk nummer dacht hij…

     

    (wordt vervolgd)

    13-10-2006 om 15:31 geschreven door auteur  


    12-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 12

    De Nul was ondertussen al een tijdje bezig met de inrichting van zijn nieuwe winkel toen hij – eindelijk – tot het besef kwam dat hij telkens weer de moeilijke opdracht om een naam voor zijn winkel te zoeken uit de weg ging. Elke keer als hij daar aan dacht probeerde hij die gedachten, die bovendien al niet veel voorstelden, verder en verder te verdringen. Dat helse verdringwerk had hij intussen al bijna drie weken volgehouden. Zeker een nieuw record! Maar nu kon hij niet anders, over vier dagen ging hij open en zonder naam kon dat toch niet. Hij was van plan geweest om dezelfde tactiek toe te passen als ten tijde van zijn babyshop. Maar stel dat het weer op hetzelfde zou uitdraaien? Hij moest iets anders verzinnen.
     

    Flor: Ha Karel!
    Karel: Ha Flor, hoe is ‘t?
    F: Goed jong. Zeg, ik moet nog een naam verzinnen voor mijn nieuwe wapenwinkel, weet jij hoe ik dat zou kunnen aanpakken?
    K: Aanpakken, aanpakken, rustig aan hé. Hou toch gewoon de naam van de winkel.
    F: ‘Flor’s zuigeling’. Mmm, niet slecht eigenlijk. Maar bestaat dan de kans niet dat de mensen niet gaan door hebben dat hier alleen wapens en geen babyspullen verkocht worden?
    K: Bwa, dat denk ik niet hoor.

    Flor liet Karel nog wat verder ratelen, maar ondertussen had hij alweer een briljant idee gekregen. Hij ging de mensen aanschrijven om een naam te bedenken, hij zou daaruit de beste kiezen en de winnaar zou een kogel cadeau krijgen.

    De volgende dag al had Flor de helft van het dorp rond gefietst en in de brievenbus een wit briefje met BEDENK EEN NAAM VOOR MIJN WINKEL erop, gestoken.

    Geen mens die daar natuurlijk op ging reageren. Welke winkel? Wanneer? Waarom? Alleen die ene dwaze zin. Omdat een paar mensen op de hoogte waren van zijn plannen kreeg hij toch een paar reacties. Flor was nogal verrast door de inzendingen. Het zou een moeilijke keuze worden. De namen gingen van Flor’s zuigeling, Dood en Verderf, Wapens en ook Munitie en Vietnam tot zelfs Flor’s Pistooltje. Pfff, nu moest er natuurlijk nog gekozen worden. De Nul vermande zich - je zou het niet zeggen, maar toch deed hij het – en zei tegen zichzelf: “kies!” En hij koos.

     

    (wordt vervolgd)

    12-10-2006 om 15:25 geschreven door auteur  


    11-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 11

    Dat de Nul na zijn tweede zesde middelbaar niet veel meer zou gaan uitsteken had iedereen wel verwacht. Maar dat hij nu in de verkoop zou gaan was toch een kleine verrassing. Hij ging een baby-shop openen. Jongens toch, een baby-shop, de Nul ging een baby-shop openen. En waar dan ook nog, langs De Trut. Maar goed, iedereen heeft het recht om een zuigelingentent te beginnen. En jawel, enkele weken nadat de roddel het hele dorp bijna in rep en roer had gezet was het zover, de plechtige opening van zijn winkel.

    De Nul zou de Nul niet geweest zijn mocht hij echter niet iets vergeten zijn. Hij had geen naam voor zijn winkel. Gewoon vergeten. Dat de Nul nooit goeie ideeën had gehad wist iedereen, maar dit sloeg echt wel alles. Elke klant die gedurende de openingsweek voor méér dan 20000 BEF aan babyspullen kocht mocht een naam voorstellen die dan in de bus ging en op het einde van de week werd daar een winnaar uit gekozen. Hijzelf vond het fantastisch. Waarom ook niet? Enerzijds zou er een gigantische omzet zijn, anderzijds zou hij een naam voor zijn winkel gevonden hebben. Twee vliegen in één klap dacht de Nul. Helaas, in plaats van twee vliegen in één klap werd het een klap tegen zijn kop. Na één week was zijn kassa onaangeroerd gebleven en potentiële klanten hadden in plaats van voorstellen hun afval in zijn ideeënbus gedropt. Nu zat Flor met een probleem.
     
    Karel (van de Trut): Ha Flor!
    Flor: Ha Karel! Een pintje, man.

    En dat moet je Karel geen twee keer zeggen! Het leek wel alsof hij in het geheim nog wat had bijgetraind. De Nul had zijn pintje vlugger dan ooit voor z’n neus staan. Er ging de laatste tijd de ronde dat het eerste wereldkampioenschap ‘snel-de-klanten-bedienen-in-een-café’ niet meer lang op zich zou laten wachten. Karel groeide zienderogen naar zijn absolute topvorm…

    K: En hoe lopen de zaken?
    F: Bwa, niet zo goed eigenlijk.
    K: Heb je nu al een naam voor de winkel?
    F: Nee, nog niet. Het begint wel tijd te worden.
    K: Zeker, dan heb ik de oplossing. ‘Flor’s zuigeling’. Wat vind je daar van?
    F: Oké, dat wordt het dan. Alé, dan ben ik ook direct weg. Merci, ik zal het onthouden!

     

    En zo gebeurde het dus. ‘Flor’s zuigeling’ was geboren.
     

    K: Ha Flor!
    F: Ha Karel! Een pintje, man.
    K: En hoe lopen de zaken?
    F: Bwa, niet zo goed eigenlijk. Ik denk dat ik er mee ga stoppen.
    K: Je bent pas drie weken open man, mietje!
    F: Ik weet het. Ik heb er geen goesting meer in. Ik denk eerder om iets anders op te starten, een keiharde wapenhandel of zoiets.
    K: Hoezo keihard?
    F: Euhm, ja gewoon keihard.
    K: Ah, zo. Alé veel plezier zou ik zeggen. Maar bol nu maar af. Ik ga sluiten.
    F: ’t Is amper avond?
    K: Over sluiten gesproken, als er ene moet zwijgen ben jij het wel.
    F: Ah ja, je hebt gelijk Karel.
     

    Hij slofte terug naar zijn winkel. Hoewel het vlakbij was leek het alsof hij er uren over deed. Hij had pas nieuwe schoenen gekocht. Witte gympies. Best wel lelijke schoenen. Maar smaak was ook iets waar Flor absoluut geen kaas van gegeten had. Hij was zijn idee aan het overpeinzen. Een wapenhandel. Eigenlijk was dit iets waar hij altijd al van gedroomd had. En dat was nog niet alles. Hij zou ook een nationale schietdag organiseren. Op die dag kon iedereen, voor bijna geen geld, alle wapens komen testen. Daar zou hij bekend mee worden. Hij wist het zeker. Dit was zijn roeping. Hij wou meer wapens onder het volk krijgen. Hij had altijd al gevonden dat er te weinig zinloos geweld was. Het was beslist, dit werd het. Hij draaide zijn sleutel in het verroeste slot van zijn winkeldeur, liep recht naar zijn bureau, nam een plakkaat en schreef met grote letters: WINKEL STOPGEZET – BINNEKORT VEEL WAPENS.

     

    (wordt vervolgd)

    11-10-2006 om 15:19 geschreven door auteur  


    10-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 10

    Je mag hier mag 50km/u rijden dacht ik nog. Hij reed zeker veel harder. Dat kan ook moeilijk anders met een Ford F350. Daar rijd je geen 50 mee. Dat zou hetzelfde zijn als je vrouw die verkracht wordt. Dat kan niet, dat mag niet. Wat dat betreft kon ik hem alleen maar gelijk geven. Met piepende banden draaide hij de enige nog overblijvende parkeerplaats op. Hij stond vlak voor de enige wapenhandel uit de omstreken. Hoe snel hij was komen aanrijden, zo traag stapte hij uit zijn wagen en liep op de voordeur af. Zonder in de etalage te kijken opende hij de deur en verdween zo uit mijn zicht. Ik moest nog even wachten op mijn mama. Ze was bij de bakker binnen. Ik zat in de auto. Een rode Volkswagen Golf uit 1998. Ik wist veel van auto’s. Ik kon daar uren over lezen. Auto’s, ja, dat kon me boeien. Ondertussen galmde Don’t throw a stone van Zink Floyd uit de luidsprekers. Zink Floyd was mijn favoriete groep. Ze maakte echte goeie muziek vond ik. Ik zette het volume wat hoger. Keigoed, die mannen. Of ik zo later ook wilde worden. Ik weet het niet. Waarschijnlijk niet. Ik was echt slecht in muziek. Barslecht zelfs. Mijn moeder ging zelfs ooit zo ver door te zeggen: “Wat ben jij slecht in muziek, zeg!” Sindsdien probeer ik nooit nog zelf muziek te maken, alleen te luisteren. En dan vooral naar Zink Floyd. Ze schijnen hier ergens uit de buurt vandaan te komen, zei mij ooit iemand. Daar was ze terug.

    Ik: Is dat alles?
    Moeder: Hoe bedoel je?
    I: Eén zakje met één sandwich.
    M: Ja, ik had niet genoeg geld bij.
    I: Ah, dan moeten we nog naar de bank dus.
    M: Ja, daar rijden we nu naar toe.
    I: Rijden?
    M: Ja rijden en kijk niet zo hol.
    I: Kijk ik hol mama?
    M: Ja, je kijkt hol.

    Mijn moeder parkeerde haar wagen exact twee plaatsen verder op een net vrijgekomen parkeerplaats. Zo dwaas. Ja dat was nu mijn moeder. Die kon soms zo dwaas doen. Niet te geloven. Ze stapte uit en verdween. Een paar tientallen meters verder stond de pikzwarte F350 nog steeds onaangeroerd. Het nieuws begon. Ik veranderde direct van post. Weer nieuws. Ook nieuws. Hetzelfde nieuws. Nog eens nieuws. Radio af. Wachten. Opeens was daar de man van de F350 weer. Hij kwam buiten met een zwarte zak. Hij was geen opvallende verschijning. Blauwe jeansbroek, zwarte leren jacker en bruine schoenen. Zijn haar was bruin, kort. “Miljaar”. Ik keek achterom. Oh nee, daar had je mijn mama. Ze had haar geld laten vallen. Precies genoeg voor een ganse maand. Waar zou ze dat voor nodig gehad hebben? Duizend sandwiches? Hij had het ook gezien. Daar was ik zeker van. Iedereen binnen een straal van honderd meter moest dat gezien en gehoord hebben. Dat was mijn moeder weer hé. De F350-man was nog niet vertrokken. Hij had ondertussen zijn aankopen al wel in de laadbak gesmeten. Mijn mama stapte in de wagen. “De bakker is dicht. Het is net 12 uur geweest. We gaan naar huis.” Ze trapte op de gas en weg waren we. Zo ook die fantastische Ford. We waren allebei weg.

     

    (wordt vervolgd)

    10-10-2006 om 14:25 geschreven door auteur  


    09-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 9

    De bel ging. Kaat wandelde naar de voordeur. De voordeur was pas nieuw. “Voorzichtig met de voordeur” riep Fons nog vanuit de woonkamer. Maar Kaat wist wel wat kon en niet kon. Ze was al haar hele leven voorzichtig geweest. Ze zou de voordeur dan ook met de grootste zorg behandelen. “He Jenny, je bent er al”. “Ja precies wel hé Kaat”. En daar begon het gegiechel al weer. “Pas op Jenny, voorzichtig met de deur. Ze is pas nieuw.” “Oei sorry, zo beter?” De deur viel zachtjes in het slot en de meiden gingen naar boven, naar de kamer van Kaat.

    Kaat: Je hebt je jurk al aan?
    Jenny: Ja ik kon niet wachten om dat hier pas te doen.
    K: Aha, ik snap het al.
    J: Wat vind je er van?
    K: Van wat?
    J: Van mijn jurk natuurlijk!
    K: Ah, prachtig. Echt iets voor vanavond!
    J: Dank je. Mijn grootmoeder heeft ze nog gedragen toen ze achttien was.
    K: Maar jij bent nog geen achttien hé.
    J: Nee, nog een paar weken. Ik weet iets wat we dan kunnen gaan doen.
    K: Oh, wat dan?
    J: We kunnen een dagje naar zee gaan.
    K: Dat zou geweldig zijn! Maar ik ga toch niet mee.
    J: Hoe, jij gaat toch niet mee?
    K: Ik ga vakantiewerk doen. Dat heb ik je toch al eens gezegd. Ik begin trouwens over twee weken al.
    J: Ja dat is juist, in De Rolstoel. Neem me niet kwalijk dat ik soms dingen vergeet. Je weet dat ik niet zo goed kan onthouden.
    K: Dat klopt.
    J: Zeg, trek je nette kleren al maar aan. Dan zijn we weg.
    K: Dan al?
    J: Ja. We gaan eerst nog iets drinken in De Trut.
    K: Goed idee Jenny. Voor iemand die niet zo goed kan onthouden heb jij soms wel erg goeie ideeën.
    J: Dank je Kaat. Je bent echt mijn beste vriendin!

    Kaat trok vlug haar nieuw donkerpaars ensemble aan, schminkte wat, het was tenslotte een belangrijke avond, en weg waren ze. Bij Karel sloegen ze elk twee razendsnel gebrachte cola’s achterover en vertrokken per fiets naar het college. Eenmaal op de speelplaats zetten ze hun tweewielers in het fietsenrek, maakten de sloten vast en begaven zich naar de feestzaal. Jenny moest toch even slikken toen ze de zaal betraden. Kaat zag het en stelde haar gerust, “komaan Jenny, zet je er over en geniet van deze avond.”

    Jenny was niet enig kind thuis. Ze had nog drie, vroeger vier, broers. Jan, Piet, Joris en… Franske. In tegenstelling tot wat iedereen dacht was Franske niet de jongste, maar de oudste van de kinderen. Hij was een buitenbeentje, werd eigenlijk grootgebracht door zijn grootouders, en steeds minder beschouwd als volwaardig lid van het gezin. Maar dat gold niet voor Jenny. Zij hadden een speciale band. Ze nam het altijd op voor haar oudere broer en het was dan ook een zware klap geweest toen Franske een paar jaar terug op gruwelijke wijze kwam te overlijden, na het galabal.

     

    (wordt vervolgd)

    09-10-2006 om 14:14 geschreven door auteur  


    06-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 8

    Nu was ik helemaal wakker. Daarnet had ik nog in een waas van dromerigheid schimmen voorbij zien vliegen. Die schimmen waren nu mensen geworden, verpleegsters en dokters. Ik was in het ziekenhuis, in de wachtkamer. Om de paar minuten kwam een verpleegster de wachtkamer binnen en riep een naam af. Die persoon kon dan naar de dokter gaan. Mijn moeder zat links van mij. Ze zat een boekje te lezen. Mijn moeder kon goed lezen. Heel goed zelfs. Eigenlijk kon ze wel bijna alles heel goed, behalve lopen. Lopen was niks voor haar. Aan de andere kant langs mij zat een jong koppel met een baby. De baby was volgens mij nog maar enkele weken oud. Hij zag er zo klein uit en de kinderwagen leek zo nieuw. De lichtblauwe kleur blonk zelfs nog. Zou het kindje ziek zijn? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de baby mij heeft wakker gemaakt. Hij was nu luidkeels aan het schreeuwen en brullen. Typisch voor kleine snotters. “Ssst Patrick” suste de vader, terwijl de moeder een rare blik in haar ogen kreeg.

     

    (wordt vervolgd)

    06-10-2006 om 19:30 geschreven door auteur  


    05-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 7

    Ze sleurde haar dochter van haar stoel. Ze liet daarbij haar lepel vallen waarmee ze net terug begonnen was haar bord leeg te eten. Betsy was echt een monster geworden. Ze sleepte haar dochter met haar nieuwe donkerpaarse broek over de grond. Alsof dat nog niet genoeg was sleurde ze Kaatje mee de trap op, naar boven. “Ik steek je in je kamer en je komt er nooit meer uit” bulderde Betsy. De trap was zeventien treden hoog met een draai naar links net over de helft. Kaat haar kamer was helemaal op het einde van de gang, aan de rechter kant, vlak tegenover de slaapkamer van haar ouders. Betsy was intussen luidkeels aan het hijgen. Als ze op dit moment één ding mocht wensen, dan was het wel conditie geweest. Dat was iets wat Betsy niet had. H-e-l-e-maal niet. Nog acht treden. Fons had het intussen in de gaten gekregen en begon beneden aan de trap zijn lieftallig vrouwtje met opzwepende, zelfgevonden, oneliners aan te moedigen “Hup Betsy, alles geven!” Wat de bedoeling was haar te helpen, draaide net even op iets anders uit. Op twee treden van het einde was Betsy’s laatste stukje kracht uit haar vingers gegleden… samen met haar dochter. Kaatje tolde trap voor trap naar beneden. Knotsend en botsend vloog ze met haar hoofd tegen de houten treden. Ze liet bloedsporen na. Of dat bloed nu van haar neus of iets anders afkomstig was, dat weten we niet. In ieder geval, het was heel veel bloed. Fons was intussen ook tegen de vlakte gegaan. Al dat bloed was hem teveel geworden. Betsy lag boven op de grond te happen naar adem en zag haar dochter nog net het hoekje om gaan. Het hoekje van de trap. Daar lag ze dan. Aan bloedingen en breuken geen tekort.

    Betsy werd opgepakt en verdacht van poging tot doodslag. Wat moest dat worden met die vrouw. En de dochter dan…

     

    (wordt vervolgd)

    05-10-2006 om 14:21 geschreven door auteur  


    04-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 6

    Bijna een week had ze anoniem op de wereld gestaan. De verpleegsters en de familie hadden haar dan maar baby genoemd. Ondertussen ging ze als Kaat door het leven. Ze was nu zes jaar.

    Haar ouders hadden ruzie gemaakt over hoe ze hun dochter zouden noemen. Tijdens één van de vele gynaecologische onderzoeken had de dokter hun vertelt dat ze een zoon mochten verwachten. Een naam kiezen was dan niet moeilijk meer. Ze hadden altijd gedroomd van een zoontje dat de naam Patrick zou dragen. Patrick, zo zou hij gaan heten. Zeker weten! Tot die bewuste dag in 1966.

    Fons had nog nooit zo hard gereden met zijn splinternieuwe citroën. Zijn vrouw, Betsy, ging bevallen. Straks waren ze met zijn drieën: Fons, Betsy en Patrick. Wat zouden ze gelukkig worden. Ze waren goed op tijd daar. Omdat Fons geen bloed kon verdragen bleef hij nerveus in de wachtkamer zitten totdat alles achter de rug was. Maar hij had strips meegenomen en kon zich zo wat kalmeren. Het bleef maar duren. Na een half uur kwam de dokter aangerend. “Fons, je vrouw heeft het bewustzijn verloren. We hebben de baby nog net kunnen redden”. Fons las nog vlug de resterende dialogen op pagina achttien en spoedde zich vervolgens richting kamer 69. Net op het moment dat hij Betsy zag liggen kreeg ze een spuitje. “Ze wordt langzaam terug wakker Fons, maak je maar geen zorgen hoor”. Dat stelde hem gerust en hij ging terug richting wachtkamer om wat verder te lezen tot ze nieuws hadden over de baby. Daar kwam hij tenslotte voor. Niet voor een vrouw die weer zo haar streken had. Nauwelijks een kwartier later was het dan zover. Fons werd naar kamer 69 geroepen. “Fons en Betsy, proficiat met jullie dochter”. Fons kon het niet geloven. Had hij dat wel goed gehoord. Een dochter? Hij nam de baby uit de handen van de verpleegster en checkte direct de mannelijke kenmerken van zijn spruit. Geen. Inderdaad geen. Het was dus waar, geen zoon, maar een dochter. “We noemen haar toch Patrick” zei Fons opeens. En zo ontstond een discussie over de naam van hun kind. Een week lang.

    Fons, Betsy en Kaat waren deze zomer verhuist. Fons durfde zijn dochter nog wel eens aan te spreken met Patrick, tot grote ergernis van zijn vrouw, maar Kaat kon er om lachen. Ze begreep er toch niets van. Twee weken geleden was ze voor het eerst naar haar nieuwe school gegaan. “Maak maar direct veel vriendjes in je klas” had haar mama gezegd toen ze haar dochtertje een laatste kus gaf vlak voor de schoolpoort. Kaat was een heel braaf kind. Ze deed alles wat haar ouders haar vroegen. Ze zou de hele dag haar best doen, maar…

    ’s Avonds aan tafel. “Heb je veel vriendjes gemaakt Kaatje?” vroeg haar moeder. “Eén” zei Kaatje. “Wat, één, hoor je dat Fons, één, één verdomme, één v-e-r-d-o-m-m-e!” Toen was het hek van de dam. Betsy had altijd al een zwakke psyche gehad. Maar dit sloeg alles, letterlijk dan. De grote dikke, lichtjes geelachtige, vingers van haar moeder bewogen zich met een nooit geziene snelheid richting Kaatje haar wang. Ze zag de hand aankomen en trok haar hoofd zo snel als ze kon naar achter. Net te laat. Met een verschrikkelijke klap plantte Betsy haar blote hand deels op de wang, deels op de neus van haar dochter. Het bloed spoot met grote druk uit haar neus, recht in haar bord tomatensoep dat ze net leeg had gegeten,maar nu terug half gevuld was. Fons, nooit sterk in gepast reageren, sprak met luide stem “eet je bord eens leeg Patrick”. Nu was Betsy helemaal niet meer te houden.

     

    (wordt vervolgd)

    04-10-2006 om 14:20 geschreven door auteur  


    03-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 5

    Het waren precies schimmen die heen en weer vlogen. Wit grijze wezens. Hun gezicht onherkenbaar gemaakt. Heel even bleef er iemand staan, niet ver van mij af. De contouren van de schaduw werden duidelijker. Er begon zich een herkenbare vorm voor mij af te tekenen. En toen was het plots weg. Alles werd weer wazig.

     

    (wordt vervolgd)

    03-10-2006 om 14:22 geschreven door auteur  


    02-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 4

    Jenny was een heel goeie, zoniet de beste, vriendin van Kaat. Ze was echt een geweldig tof mens. Ze lachte altijd. Ze was nooit slecht gezind. Behalve door één ding. Haar naam. Daar was ze niet tevreden over. Nochtans is Jenny een heel mooie naam. Haar ouders hadden haar altijd Jenny (lees j-e-n-n-i-e) genoemd. Dus wou zij ook dat iedereen haar zo aansprak en niet als Jenny (lees z-j-e-n-n-i-e). Maar dat was niet zo evident. Het gebeurde wel eens dat ze de verkeerde uitspraak hoorde en dáár kon ze niet mee lachen. Fysiek geweld gebruikte ze niet. Daar was ze niet zo voor en ze was bovendien ook niet echt sterk. Maar wat deed ze dan wel? Ze zei simpelweg dat het Jenny was en niet Zjenny. Opgelost.

    Jenny was vorige week achttien jaar geworden. Geen groot feest, maar gewoon een avondje stappen met haar beste vriendin. Dat geschiedde zo. Ze waren met hun tweeën naar café De Trut geweest. Café de Trut was één van de twee cafés in het dorp. De zaak richtte zich vooral op jeugdige mensen tussen zestien en dertig jaar, terwijl het andere café, Bij Jean, eerder zijn pijlen richtte op zestigplussers. Dat café had in de volksmond dan ook de bijnaam De Rolstoel gekregen. Voor de doorsnee veertiger was er dus niets te beleven en zij moesten voor een fris pintje al gauw tien kilometer verder rijden, naar het dichtstbijzijnde dorp.

    Om half acht waren Jenny en Kaat vertrokken met de fiets. Een kwartiertje later zetten ze hun fietsen, zonder te sluiten, tegen de zijgevel van De Trut. Er was precies al veel volk. “Kaat, er staan hier al acht fietsen, ’t is vollenbak precies”. Jenny kon goed rekenen. Inderdaad, het was vollenbak. De toog stond bijna vol en de twee resterende tafeltjes waren al bezet. Groot was De Trut niet. Als er twintig man binnen was, zat het zo goed als vol. Er was wel een podium. Eén keer per maand werd er een lokaal groepje uitgenodigd om de jeugd te laten kennismaken met hun fantastische songs. En dat was toevallig vandaag. Deze avond om 22u stipt zou Fink Ployd, een coverband van de Dire Straits, gedurende anderhalf uur het volle pond geven.

    “Karel, twee koffies.” Karel was de uitbater van De Trut. Hij stond bekend voor zijn enorme werksnelheid. Nog geen twee minuten later hadden Jenny en Kaat hun heerlijk dampende koffies al voor zich staan. “Mmm, lekkere koffie” zei Kaat. “Ja, lekker koffie” zei Jenny en ze namen een slok. Blijkbaar was Kaat iets te euforisch geweest. De koffie baande zich via haar neus een weg terug richting haar kopje. “Ja Kaat, dat komt er van als je te grote slokken neemt.” Niemand had het opgemerkt. Er was dan ook veel lawaai, want de jongens van Fink Ployd waren ondertussen hun materiaal aan het klaarzetten.

    “Karel, twee pintjes.” En daar waren ze al. Die Karel toch. Als er ooit een wedstrijd zou georganiseerd worden voor de snelste cafébaas, reken dan maar op Karel! Fink Ployd had ondertussen de aftrap gegeven van hun eerste nummer, Money for Nothing. De eerste noten bonkten door de luidsprekers richting publiek. Dat waren tevens ook de laatste noten. De geluidsapparatuur liet het afweten. Vloekend begon één van de jongens op allerlei knoppen te duwen, terwijl zijn kompaan de bedrading checkte. Maar het was al te laat. De menigte, ongeveer twintig man, begon met alles wat ze konden pakken naar de band te smijten. Jenny vond het geweldig. Ze graaide in haar handtas, haalde haar portefeuille te voorschijn, smeet die richting drummer en barstte uit in een oorverdovend geschater. Dit was de beste avond die ze ooit had meegemaakt en nog moeilijk leek om ooit overtroffen te worden. Na enkele minuten kropen de bandleden eindelijk van het podium en verdwenen in de toiletten. Het feest was afgelopen. Kaat en Jenny achtten het tijd om te vertrekken. Ze groetten Karel en gingen naar buiten. “Onze fietsen zijn gepikt” riep Jenny. “Oh nee” zei Kaat. “Toch wel” zei Jenny nog eens. Marc, die de hele conversatie had gehoord, bood hen een lift aan, maar de twee vriendinnen kozen er toch maar voor om een uurtje te wandelen.

     

    (wordt vervolgd)

    02-10-2006 om 13:52 geschreven door auteur  


    29-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 3
    Verkoper: Goeiedag
    Klant: Jaja, ’t is al lang goed, ‘dag’ volstaat wel.
    V: Ok, dag dan.

    K: Ja, dat is beter.
    V: Kan ik u helpen?
    K: Nee, ik ga de klus zelf klaren. Trouwens hoe weet jij wat ik ga doen?
    V: Euh, hoe bedoel je?
    K: Man man, wat is dat hier voor een tent. Eerst begin je met mij te lachen door goeiedag te zeggen, dan wil je mij ineens helpen zonder dat ik ook maar iets gevraagd heb en nu begrijp je het allemaal niet meer. Nadenken is nooit uw sterkste punt geweest precies?
    V: Klopt, daar ben ik nooit sterk in geweest.
    K: Ik dacht het wel.
    V: Maar als ik je niet kan helpen, wat kom je dan eigenlijk doen in mijn zaak?
    K: Ah zo bedoel je. Helpen om het geschikte materiaal te vinden?
    V: Ja natuurlijk. Wat dacht je, dat ik uw gras zou afrijden of wat? (denkt: en ik zou er direct uwe bol ook eens onder steken met die afgrijselijk lelijke manen van u)
    K: Ja ja stop maar, het begint hier al te stinken.
    V: Euhm.
    K: Uwe bek man, uwe bek stinkt geweldig hard. Zelden meegemaakt, zo een stinkbek. Heb je vervallen lookbroodjes gegeten of zo?

    Terwijl de man achter de toog een onnozel verhaaltje afstak over zijn mondhygiëne en dat ie deze middag geen lookbroodjes had gegeten, dacht hij door die geur spontaan terug aan zijn woensdagnamiddagen bij zijn tante Felicienne. Omdat zijn moeder vroeger ging werken, moest hij de woensdagmiddag na school naar zijn Tante. Ze woonde maar enkele huizen van hun verwijderd. Hij had net wel gezegd dat het stonk naar vervallen lookbroodjes, maar klopte dat wel? Nee! Nu wist hij het weer. Dat was de geur van de vis die mijn tante eens had klaargemaakt. Ja ja, dat was het! Dat was iets toen. Mijn tante had eens vis klaargemaakt. Dat ze iets klaarmaakte mocht al een wonder genoemd worden. Ze kon veel dingen goed, behalve koken. Waarschijnlijk was zij één van de slechtste kooksters van het westelijk halfrond. Maar goed, ze had eens vis klaargemaakt. En wij, mijn neefje en ik, maar smullen. Tot ’s avonds. Toen begon het. Langs alle kanten spoten de brokken uit ons lijf. Leeg dat ik mij toen gevoeld heb, niet te geloven. KLETS!

    K: Auw! Wat is er toch jong? Blijf eens van mijn lijf.
    V: Ik zit hier maar te vertellen en gij zit daar wat te dromen.
    K: Mag dat dan niet of wat?
    V: Hangt hier een bordje ‘Dromen toegestaan’?
    K: Neen.
    V: Awel dan?
    K: Ok dan. Zeg, maar waar ik eigenlijk voor kom. Ik ben op zoek naar een vette kruisboog en een jachtgeweer.
    V: Sorry, vette kruisbogen verkoop ik niet.
    K: Wat is dat daar dan?
    V: Een gewone kruisboog.
    K: Ah. Alé dan, ’t is ook goed. Wat voor kwaliteit is dat?
    V: Topkwaliteit. Alles hier is topkwaliteit.
    K: Mooi zo. Doe die dan maar en doe er dat jachtgeweer maar bij.
    V: Welk? Dat achter die kruisboog ligt?
    K: Nee, dat er vóór ligt.
    V: Ok meneer.
    K: Doe er maar de gepaste munitie bij en zet alles maar op m’n klantenkaart.
    V: Wij hebben geen klantenkaarten.
    K: Spijtig. Dan wordt het eens hoog tijd dat je daar mee begint!
    V: Alstublieft en veel plezier ermee!
    K: Dat zal wel lukken! (lacht)


    (wordt vervolgd)

    29-09-2006 om 14:07 geschreven door auteur  


    27-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 2

    De laatste vrijdag van het schooljaar was traditioneel het hoogtepunt voor de laatstejaars leerlingen van het college. Morgen was het weer zover, dan werd het galabal georganiseerd. Het stond symbool voor het einde van een lange saaie leerperiode en het begin van het echt volwassen leven. Sommige leerlingen gingen nu werken, anderen kozen ervoor om nog een vervolg te breien aan hun studies. Om die reden ging het er op zo een galabal dan ook altijd zeer losbandig aan toe en vloeiden menig liter alcohol door hun opengesperde muilen. Het hoogtepunt had men ongetwijfeld in 1978, zes jaar geleden, meegemaakt. Vier kameraden zetten het op een zuipen. Niet alleen water en koffie, maar vooral bier, heel veel bier. In hun vrijheidsstrijd sleepten ze de eeuwige nerd Franske mee naar een ongekend hoog alcoholpromille. Franske stond in het college, zowel bij leerlingen als leraars, bekend als een dikke loser. Geen gewone loser, maar een echte dikke loser. Franske presteerde het om zich nog steeds door zijn oma te laten afzetten aan de schoolpoort. Dat ging natuurlijk gepaard met het nodige gezoen en geknuffel. Dat was één. Twee. Het laagste cijfer dat ooit op Franske zijn puntenkaart had gestaan was, zo deed het gerucht de ronde, 88 procent. En dan drie. Zijn kleren. Inderdaad, zijn kleren. Droeg Franske in de winter shorts of waren het te korte broeken? Niemand die het wist. En dan die T-shirts, die kleuren, fel rood of fel groen. Het gebeurde regelmatig dat auto’s stopten omdat ze dachten dat het rood licht was. Maar goed, Franske was dus zo zat als iets. Om erger te voorkomen werd hij door lange Jaak, de leraar Biologie, naar huis gestuurd. Om 21,32u zat Franske al terug op zijn fiets. Het is te zeggen, half liggend en met zijn blote been over de grond slepend, bewoog hij zich voort richting oma. Hij was ongeveer anderhalf uur op het bal geweest. Ondertussen was het al bijna middernacht en Franske was bijna thuis toen opeens zijn linkeroor geweldig hard begon te trillen. Zijn ogen openden zich en een fel geel licht verblindde hem. Heel even maar. Toen was alles zwart, gitzwart. Franske was dood. Hij was gevallen over de spoorweg en daarbij ook nog eens in slaap gesukkeld. Zijn lichaam was in tweeën gescheurd door een aanstormende goederentrein. De identificatie van zijn lichaam had verrassend weinig moeite gekost. Hoewel zijn bovenlichaam deed denken aan een doorsnee maaginhoud, werden zijn benen direct herkend aan zijn broeklengte. Sindsdien pleitten de ouders voor een alcoholverbod tijdens het jaarlijkse galabal. Dit werd door het organiserende studentencomité natuurlijk jaar na jaar verworpen. Zo ook die bewuste vrijdagavond in juni. Het bal was al enkele uren bezig. Het zag er dit jaar nogal gewoon uit. De feestzaal van het college was sober ingericht. De interieurstukken bestonden slechts uit een DJ-set en een gigantische toog.

    De vloer was intussen omgetoverd tot een vijver van bier en allerhande ongezonde mengsels. Flor was geen modelstudent. Hij was vijf jaar op rij met de hakken over de sloot geraakt, maar in het zesde jaar hadden zijn leraars die sloot in het geniep wat breder gemaakt. Resultaat: dit was Flors tweede galabal op rij. Wiskunde, Frans, turnen, het kon hem allemaal niets schelen. Het enige waardoor hij geboeid was,  waren wapens. Terwijl al zijn medestudenten probleemloos de maaltafels opzegden, zo ratelde hij vlotjes alle types semi-automatische wapens af. Zijn ouders konden niets aanvangen met hem. Echt niets, nul. Zo is hij ook aan zijn bijnaam gekomen, de Nul. Op het vierde middelbaar was zijn vader hem eens komen afhalen op school. Flor stond nog wat met zijn vrienden te babbelen buiten de schoolpoort totdat zijn vader dit zodanig moe werd dat hij riep: Hey Nul, hier komen, nu! En zo wist iedereen het. De Nul was ondertussen ook al ferm aangeschoten. Zijn coördinatievermogen, dat nooit veel had voorgesteld, was door de overvloedige alcoholinname helemaal verdwenen. Regelmatig moest hij door zijn medestudenten recht geholpen worden. Maar hij was nog bij volle bewustzijn. Het verhaal van wijlen Franske indachtig, vergreep hij zich een vol uur aan de cola en Royco Minute Soup. Ondertussen had hij tijd genoeg gehad om eens goed rond te kijken. Hij had haar lang in de gaten gehouden met die typische blik van een wapenfreak. Soms twijfelde hij, had ze hem gezien, of toch niet. Hij dacht van wel, maar ja, hij dacht ook zo veel. Mettertijd had hij terug de volledige beschikking over zijn evenwicht en coördinatie herwonnen en hij zei bij zichzelf: let’s go Flor! De Nul wandelde met grote stoere stappen op zijn prooi af. Hij had pas nieuwe schoenen gekocht, zwarte gympies. Door de luide muziek kon je het ergerlijke gefiep niet horen, maar goed ook. Hij kwam steeds dichterbij. Ze had een donkerpaarse baljurk aangetrokken. Je kon het niet met zekerheid zeggen of de jurk nu van haar grootmoeder of haar overgrootmoeder geweest was. Wat maakt het uit, ze stond er beeldig mee. Slechts twee meter was Flor nog van haar verwijderd. Ai, de openingszin, die was hij vergeten! Hoe kon hij nu zoiets vergeten. Maar nu was het al te laat, zij had hem zien aankomen. Zijn hersens hadden zelden zo snel gewerkt als toen. Binnen de twee seconden had hij een besluit moeten nemen. “Heeeey, hoe is ‘t?”

     

    (wordt vervolgd)

    27-09-2006 om 14:39 geschreven door auteur  


    25-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFLEVERING 1

    Kleine stukjes grijs grauwe hersenmassa spatten tegen het oude behangpapier uiteen. Met een knetterend geluid ketsten deeltjes schedel tegen de stenen grond. Het oude zwart bruine jachtgeweer viel door de klap in de zetel. Het tafereel had iets van een onthoofding met een kettingzaag. Ze was op slag dood.

     

    (wordt vervolgd)

    25-09-2006 om 20:20 geschreven door auteur  


    21-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PROLOOG

    Een doodgewoon misdaadverhaal, in een doorsnee dorp, in het verleden, het heden en de toekomst, verdeeld in talrijke afleveringen.  U maakt kennis met een pak personages. Wie is wie? Wie heeft wat met wie te maken?  Is het nu echt of niet? Volg het gewoon!

    21-09-2006 om 10:03 geschreven door auteur  


    19-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vooraf
    Binnekort verschijnt hier een fantastisch misdaadverhaal. Het zal in afzonderlijke afleveringen op regelmatige tijdstippen worden aangevuld. Volg het!

    19-09-2006 om 15:26 geschreven door auteur  




    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Archief
  • Alle berichten


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs