Zoals beloofd, hier
weer wat berichtjes van onze avonturentocht naar Tsjechisch Zwitserland.
En ja, wij zijn wééral
weg, ik weet het.
Maar ik sterf liever
met een hoop aan levenservaring en belevenissen, dan met een pak spaarcenten,
die toch niets meer waard zijn.
Dat is zowat onze
filosofie op het moment.
Vrijdagavond met z'n
allen, lees Anja alleen, nog druk in de weer geweest met inpakken.
Het gaat koud worden,
jongens, alom paniek in de keet thuis. Iedereen op zoek naar winterkleren, want
die hebben we thuis nog niet nodig gehad. Dikke jassen, sjaals, handschoenen,
ik zie het allemaal de revue passeren hier. "Zouden we die wel echt nodig
hebben?" hoor ik ze hier een paar maal na mekaar zeggen. Ik denk het wel,
zeg ik nog, het gaat koud worden, jongens. Jullie hebben toch ook internet,
vraag ik me dan af.
Ik mag al vroeg gaan
slapen, leuk he. Maar ik moet dan ook rijden.
Anja gaat de rest nog
doen, en geloof me, dat is nog een hele boel hoor.
Al om 4h20 gaat de
wekker. Normaal zou ik hem dan gegooid hebben zo ver hij maar kon vliegen. Maar
ik bedwing me, en al snel realiseer ik mij, dat het voor een goed doel is.
YEAHHHH, we gaan vertrekken!! Eindelijk is het er van gekomen. Ik keek er al
een tijdje naar uit. Ik had ooit wat fotos gezien van de Nonnenfelzen in
Sachsen. En de zandbrug in Tsjechisch Zwitserland. Ik werd daar meteen naar toe
getrokken. Ik weet niet wat me overkwam, maar ik moest en zou daar naartoe
gaan. En ja, we zijn er mee weg.
De eerste 500 km
gingen als een fluitje, geen verkeer, en we konden vlotjes door rijden. Maar
toen begon het te sneeuwen. Ik dacht nog, dat is dadelijk wel weer voorbij.
Maar nee hoor. Het
werd met de minuut kouder en erger.
Tot we de grens van
Tsjechië naderden. Jongens, toen begon het feest. Wat was dat? Nooit gezien of
meegemaakt. Je kon bijna niets meer zien. Ongelooflijk veel sneeuw.
Vrachtwagens en autos sneeuwden in, terwijl ze stapvoets verder reden. Als je
stopte, was je verloren, en kon je niet meer verder. Natuurlijk heb je overal
weer van die helden, die denken dat ze het warm water uitgevonden hebben, en
die gaan je voorbij. Zo met een grijns van, ga aan de kant, stomme Belg! Ik
laat je even zien hoe wij rijden hier. Maar ja, een eindje verder staan ze dan.
En dan veroorzaken ze files van hier tot in Tokyo. We zagen kettingbotsingen
gebeuren vlak voor onze ogen. En het ergste is, je kan daar niets aan doen,
alleen maar hopen dat het net niet bij jou gebeurt. Autostrades werden
afgesloten, zo erg was het.
Ik denk dat we 3 uur
gedaan hebben over de laatste 58km. Angstaanjagend was het, zeg.
MAAR gelukkig, wij
hebben ons hoofd koel gehouden, afstand gehouden, en heel voorzichtig gereden.
En we hebben de afrit gehaald, zonder brokken aan de auto. Maar ik denk
stiekem, dat er toch hier en daar wel een nat plekje in de broek van sommige
was. En terecht, het was een hel.
Onderweg nog snel even
een stop gemaakt aan een Tesco, en wat inkopen gedaan voor we verder reden naar
ons huisje.
Dan veilig aan ons
huisje aangekomen, netjes de sleutel overhandigd gekregen, en op verkenning
gegaan.
Veel te groot als
vakantie huisje, zeg. Maar ja, beter te veel plaats dan te weinig, hé.
Toch nog zelf een
lekkere maaltijd in mekaar gestoken, en natuurlijk, zeker niet te vergeten
de eerste PIVOS naar binnen gewerkt.
Ik vreesde er een
beetje voor dat het ging lukken. Maar dat viel eigenlijk weer heel goed mee.
Om 20h15 kreeg ik dan
onverwachts bezoek van Jan met de hamer. En die zei me dat het hoog tijd was om
in mijn beddebak te kruipen.
En weet je wat? Ik heb
dat dan maar onmiddellijk gedaan. Ik was met geen stok of zelfs met geen pivo
meer te houden. Zo ben ik wel, hé. Keihard.
Zo dat was het voor
vandaag.
Tot een volgend
berichtje.
Staf en familie. P/s: foto's volgen nog, want het wil niet goed lukken met de internetverbinding hier.
Zo, hier weer een berichtje uit het Tsjechisch Zwitserland.
Vandaag maar niet al te vroeg opgestaan.
We hadden trouwens gisteren ook al niet zo veel geslapen, en
toch een redelijke drukke dag achter de rug.
Tijdens het opstaan, merkten we al vrij vlug dat er met onze
kleinste dochter iets mis was. Normaal is deze heel levendig en vriendelijk in
de ochtend. Maar vandaag ging het fout. Het wenen stond haar dichterbij dan het
lachen. Ik maakte er me zelfs nog een beetje boos in.
Het kind, ocharme, toch maar op haar tanden gebeten. En haar
uiterste best gedaan om toch maar mee te kunnen.
Het ontbijt begon heel goed voor mij. Ik moest mijn ogen
sluiten, en tot twintig tellen. En dan zou er een verrassing zijn. Hey zeg, wat
was me dat?! Een vervroegd verjaardagsgeschenk. Ik kreeg van Anja en de kids een nieuwe horloge. Zo eentje met weerstation en hoogtemeter ingebouwd. Whow, wat een prachtig ding zeg, en wat voor een verrassing was me dat. En dat al zo vroeg in de ochtend.
Ik had al eens stiekem een paar keer naar buiten gekeken, en
mijn bloed begon weer te stromen, zeg. Een helder mooie blauwe lucht, en een
zonnetje er in. Het was nog wel koud, maar dat zonnetje maakte veel goed. Ik
was ineens niet meer te houden. Ik moest en zou gaan vertrekken. Ik wilde persé
die zandbrug gaan zien. Daar was ik voor hier.
Snel al de rugzakken in orde gemaakt, een kleine picknick
voorzien. En wijlie weg.
Het is toch snel een half uurtje rijden van hieruit, voordat
we in het Tsjechisch Zwitserland zijn. Ditmaal moesten we naar Hrensko.
Daar aangekomen, al snel de parking gevonden die we moesten
hebben. Viva het internet en Google Earth, zeg. Je weet precies op voorhand
waar je moet zijn en hoe alles er daar uitziet. Ik wist perfect hoe ik moest
rijden, en waar ik de auto moest zetten.
De parkwachter, een heel vriendelijk man, deed zijn uiterste
best om ons behulpzaam te zijn. Tof zeg, dat geeft altijd een goed gevoel.
Alles gepakt, en wij ermee weg. Op naar de klammen. Want
hier begon onze tocht.
Wat een pracht, zeg. Ik kreeg er kippenvel van. Je moet
eerst een paar km door deze kloof stappen, en dan kom je aan een waterstation
aan. Daar liggen de bootjes al klaar, hoor ik de kinderen al roepen. Zij hebben
diezelfde ziekte als de papa. Eén keer als die weg zijn, zijn die ook niet
meer te houden. We merken wel dat onze kleine Lissa niet echt mee kan. Maar ze
doet wel haar uiterste best. En ze blijft redelijk kalm als ik ze daar maar
weer eens mee plaag. Want dat kan ik dan ook weer niet laten, he. Dat doe ik
wel eens graag, ze zo wat opjutten voor niets eigenlijk. Niet mooi van mij, he.
Maar soms al wel eens leuk. Anja zet me dan wel snel weer op mijn plaats.
Terecht, denk ik dan. Lomp verstand moet je in toom houden, of het verergert alleen
maar.
We stappen in het eerste bootje. Ja ja, zo dadelijk weer een
stuk stappen en dan komt het volgende bootje er al aan.
Ongelofelijk wat er hier met je gebeurt. Die stilte hier is
onbeschrijfelijk. Hier lijkt het mij nog stiller te zijn als in de bergen. Je
vaart hier door een kloof, met aan beide zijden een 150 meter hoge rotswand.
Koud, maar stil zeg. Verstand op nul, hoofd leeg maken en genieten. We zitten
maar met acht in het bootje. En ze genieten allemaal, dat zie je gewoon.
De bootsman vertelt ons over de geschiedenis van hier, en
heeft een enorm droge humor. We lachen ons krom, wanneer hij zegt dat er hier forel
en zalm zit, ijsvogels zijn, maar ook piranhas, krokodillen, en op sommige
plaatsen zelfs nijlpaarden.
Op een gegeven moment spreekt hij zelfs van de Tsjechische
Niagara watervallen. Verbaasd zie je dan al die blikken ... zo van ... nu slaat
hij toch wel echt door. Er is alleen maar een klein straaltje water te zien dat
van een berg stroomt. Dan vraagt hij aan de dames of zij shampoo bij zich
hebben. De dames schudden allen tegelijk: huh? neen, waarom? En dan gebeurt het. Hij vaart naar een staalkabel toe, waarvan wij al dachten, wat doet die hier? Zonder dat wij het merken (want hij zegt ons dat we naar de Niagara waterval moeten kijken) trekt hij boven een sluis open. Jongens, komt me daar een pak water naar beneden zeg. Inderdaad, hij loog niet. Dit zijn de Tsjechische Niagara watervallen. Wat een pracht, zeg. Ik heb er heel snel prachtige fotos kunnen van nemen. Echt jammer dat ik deze voorlopig niet kan mee op mijn blog zetten. Dit is genieten, hoor. En heel mooi dat we met niet meer mensen zijn. Dat is wel een voordeel van buiten de zomer te komen.
Zo, dan maar weer verder gevaren. Wat een prachtige rotsformaties
komen we tegen, zeg. Dan komen we aan het eerste eindstation aan.
We stappen door deze prachtig kloof dan maar verder naar het
volgende waterstation. Weer een bootje in en varen maar. Door deze prachtige
heeeel stille kloof.
Aan het laatste eindstation gekomen, moeten we nog een heel
stuk door de kloof lopen, en dan naar boven. Een stuk klimmen naar -dachten we-
ons tussenstation, Mezni Louka.
Maar onderweg voelden we het al. Het werd kouder en
donkerder. We zaten nog met het zomeruur in onze knoken en ons verstand.
Maar éénmaal als het winteruur in voege is, wordt het wel
heel snel donker. Heel snel even een familieraad gehouden op een bank daar, en
al vlug viel de beslissing. We gaan vandaag niet meer door naar de zandbrug.
Jammer, ik keek er zo naar uit. Maar soms moet je toegeven dat vrouwenverstand helder is, en ze goede beslissingen nemen. En welke sterke positie kan ik innemen, denk je, als je tussen drie vrouwen staat? Ja, je weet het, hé. Die van snel en mooi luisteren, ook al is dat soms...dikwijls...met tegenzin.
Maar ze hebben gelijk. Het word stilaan donker, en dan
zouden we er ook niet veel aan hebben. En tenslotte, moeten we nog 6km naar
onder wandelen, terug naar de parking. Wandelen, inderdaad, want de bussen
rijden hier maar af en toe. En vandaag net niet meer!! Ik krijg het lumineus
idee van de duim te gebruiken op onze terugweg. Ik word natuurlijk dadelijk
afgeschoten door drie vrouwen, omdat dit volgens hun toch mijn domste idee is
in jaren. Toch niet in een wildvreemd land, waar je geen letter van de taal verstaat!!! Tot dat ik het heft in eigen handen neem, en naar een jong Tsjechisch koppel toestap dat op het punt staat te vertrekken. Ik vraag hun of er iemand van ons mee mag rijden tot aan de ondergelegen parking.
Ze begrijpen geen snars van wat wij willen. Maar stemmen
toch toe.
Heel snel een Chinese vrijwilliger gezocht, en dadelijk Anja
aangewezen als gelukkige. Ah, ja, zij spreekt toch meerdere talen!! Meer dan overgelukkig was zij, toen ze mijn beslissing hoorde. En ze snelde naar die auto toe... na dat ik haar de eerste tien meter hardhandig had verder geduwd, en alvast haar rugzak had afgedaan. Ik zie nog steeds die vriendelijke lach op haar gezicht als die auto vertrok. Mooi toch, hé, als je zo wat goed overeen komt in een relatie, ha ha.
Al redelijk snel was Anja terug daar met de auto. Eind goed,
alles goed.
We beslissen van nu nog maar even naar de Vietnamese markt
te gaan. Daar hadden we veel over gelezen.
We stopten op een parking waar de kraampjes begonnen. We
waren nog niet uit de auto, of ze begonnen al te schreeuwen. We moesten volgens
hen dadelijk beginnen te kopen, of dadelijk de parking te betalen. Ze lieten
ons geen seconde gerust. En maar schreeuwen dat we moesten kopen. Wat een
arrogante etters zijn me dat, zeg.
Dat kan je doen ja, maar niet met ons zeg. Toen Anja haar geduld op was, maakte ze zich daar eens serieus kwaad op die opdringerige dames. Onze goesting voor de Vietnamese markt was
dadelijk over. De auto dan maar genomen en verder gereden.
Toen wilden we daar in een restaurant gaan eten in Hrensko.
Ik parkeerde de auto. We waren nog maar net uitgestapt en voor we konden
beslissen welk restaurant we binnen zouden gaan, kwam daar al een dame buiten
gevlogen, om ons er op te wijzen dat die parking alleen voor haar gasten was.
We kregen de kans nog niet om binnen te gaan en te vragen hoe het zat, en dan
eten te bestellen. Onze goesting voor Hrensko en de marktjes was helemaal over.
Ik ga nog wel terug om te wandelen daar, maar voor meer niet meer!
Onderweg naar huis, in Decin, hebben we dan een tof
restaurant gevonden, restaurant Svejk. Heel vriendelijke bediening. En best te
eten daar. Ik denk dat ik daar zeker nog eens terug ga.
Het spijtige is, dat we ons Liesje zien achteruit gaan. Ze
kan het bijna niet meer volhouden. Je ziet het ook aan haar gezicht, hoor, ze is op. Snel naar huis nu, zodat ze haar bedje in kan, en kan rusten. Ze heeft zich heel sterk gehouden vandaag!
Vanmorgen bij het opstaan zagen we het
duidelijk. Dit ging niet lukken. Ons Liesje zag er uit alsof ze de ganse nacht
druk in de weer geweest was. En dat was ook zo. Ze had haar heel bed omgewoeld.
Ze is meteen dan ook maar de zetel ingedoken.
Familieraad gehouden, verpleegster van dienst, lees Anja, er bij geroepen en op
onderzoek gegaan. Ja, de thermometer liegt niet, 39° koorts, dat is niet mis, hé.
Ik wil niet in haar plaats zijn, hoor. De familieraad was deze keer heel snel
afgelopen, en er werd unaniem besloten om met dit ziek kind niet op stap te
gaan. Wijselijk besluit, vind ik. Na ze nog wat geplaagd te hebben met
uitspraken als: weet je het brood staan? kan je koffie maken? ga je je niet
vervelen zo alleen? ... had ze het snel door dat we maar grapjes maakten. Want
zoiets doe je natuurlijk toch niet. Zo een ziek kind alleen laten.
Al snel hoorde we ons Liesje snurken als een
varkentje. Je hoorde dat het nodig was dat ze rust nam. Ik denk dat ze verder
de ganse dag geslapen heeft.
Wij hebben dan ook maar platte rust gehouden.
En ik, ik heb me voornamelijk bezig gehouden met iets wat ik anders nooit zou
doen. Ik heb hout binnen gehaald, en de kachel aangemaakt. Wat een gezellige
warmte, zeg. Dat zijn we niet meer gewoon, zo een vlam in huis. Euh een vlam in
huis? Heb ik ooit nog gehad, maar toen was ze een stuk jonger. Ik vind ze nog
leuk hoor. Maar vlam? Dat is toch wel weer voorbij. Grapje!!!
In de namiddag hebben we dan maar een film
gezien. Ik denk niet dat we dat al ooit samen gedaan hebben. Het was leuk, maar
ik miste toch stiekem het wandelen.
Vandaag zijn we dan ook maar niet op
restaurant gegaan, en heeft Anja maar weer een lekkere maaltijd klaar gemaakt.
Tegen de avond aan
werd onze zieke wakker. En goed hoor, haar koorts was voor een groot deel
verdwenen. Je hoorde het ook dadelijk aan haar spreken. En ze had een reuze
honger, zei ze ons. En dat was ook zo. Ze heeft lekker mee gegeten, gelukkig.
Dus, voor morgen
ziet het er beter uit. We gaan zien wat de ochtend brengt, en dan beslissen we
wat we gaan doen.
Ik ga me nog een
beetje bezig houden met lezen. En dan maar proberen van vroeg in ons bedje te
kruipen, dan kunnen wij ook een beetje bij rusten. En dan op . naar het grote
werk.
Het is al zo koud
niet meer, en de sneeuw begint ook stilaan te verdwijnen. Vanmorgen was het erg
mistig tot deze middag. En toen hebben we toch wat zonnestralen zien binnen
komen. Hopelijk word het morgen nog beter weer. Dat zou pas mooi zijn.
Zo, als je niet veel
doet, kan je ook niet veel schrijven.
Tot een volgend
bericht, van een hopelijk mooi avontuur naar de zandbrug.
Ik kijk er vast en zeker
al naar uit. Ik wil gaan fotograferen.
Dag 4. Jonsdorf, de Nonnenfelzen en de stenen van Oybin.
Hey allemaal,
Vanmorgen heel vroeg
opgestaan, want ik heb nog heel veel tijd in te halen. Bij mijn eerste blik
naar buiten, zakte de moed alweer in mijn schoenen. Zo ver ik zien kon, was
alles een wit dik sneeuwtapijt.
Lap, daar gaat mijn
zandbrug weer. Het wil maar niet lukken. Na het koffie zetten, hoorde ik de rest
al naar beneden komen. Daar had ik dan ook genoeg lawaai voor gemaakt, en dat
was ook een beetje de bedoeling.
Ons ziek Liesje kwam
ook naar beneden gegaan, maar daar was zeker alles nog niet mee in orde, hoor.
Ze zocht dadelijk terug
de zetel op. Ohlala, geen goed nieuws, dacht ik nog. De verpleegster geroepen,
koorts genomen, en ja, lap, nog steeds 38,5° koorts. Dan maar weer rustig aan,
dacht ik. Tijdens het ontbijt werd Lies ineens terug wakker. Heb ik nu weer
geslapen vroeg ze? Euh, ja, en dat hadden we mogen horen. Tot tweemaal toe
ben ik aan het raam gaan kijken welke tractor er in onze tuin stond met de
motor
aan, maar naderhand bleek dat ons Liesje te zijn!! Amai zeg, dat kon
tellen ... zo knorren.
We hebben toen maar
geprobeerd om er een ontbijt in te krijgen, en dat lukte toch een beetje.
En nu? Wat gaan we
doen? Ik wist het. We gaan een rondrit maken met de auto, en we gaan zo veel
mogelijk dingen bekijken waarvoor we bijna niet uit de auto moeten gaan.
Ondertussen was het
even gestopt met sneeuwen. Alles ingepakt, en wij op weg naar Jonsdorf, de
Nonnenfelzen.
Ik was nog maar een
acht km onderweg toen het ineens heel mistig werd en er weer een pak sneeuw
naar beneden kwam. Ik dacht nog: God, wat heb ik toch misdaan? Waarom moet die
rotzooi toch nu allemaal naar beneden komen? Wacht toch tot in de winter, zeg!!
Maar het hielp niet. Het bleef sneeuwen. Het werd stil in de auto, en heel even
heb ik er aan gedacht van terug te draaien. Zo erg was het. Maar we hebben toch
maar door gezet. Trouwens, wat gingen we anders doen?
Hoe verder we bij de
Duitse grens kwamen, hoe erger het werd. Ongelofelijk, zeg. Wat een
winterweer! De straten waren
helemaal dicht gesneeuwd en geijzeld. Het was behoorlijk tricky om nu nog
door te rijden, maar we waren nu al zo ver. Toch maar door gezet.
Net voor we Jonsdorf
binnen reden, passeerden we Oybin. En daar zagen we opeens een enorm grote
rotsformatie verschijnen voor onze ogen. Wat een pracht, zeg. Dadelijk de auto
langs het straat geparkeerd, en wij daar op af. Het werd ons meteen duidelijk
dat het om formaties ging die wel meer dan 100 miljoenen jaren oud zijn. Ik ben
er dadelijk naar toe gestapt. Ik moest en zou deze gaan aanraken. Dat doet je
wel wat, zeg. Je word stil, en je probeert je dan een beetje in te leven, in
hoe het in die tijd hier geweest moet zijn. Alles stond hier onder water toen.
Je kan nog heel goed de waterlijn zien. Daar zijn de stenen het meest
uitgesleten.
Eigenlijk was het wel
grappig. We zagen van op straat een 3-tal rotsen staan en waren daarvoor
uitgestapt. Maar telkens je even voorbij zo'n rots keek, zag je een andere
-mooiere- staan, en daarachter nog 1 en nog 1 ... het bleef maar komen.
Uiteindelijk werd het een fikse wandeling!
In China heb ik ook
het stenen woud gezien, en dat is ook zo wat het zelfde fenomeen als hier. Maar
daar was ik er toen zo niet van onder de invloed, raar. Deze rotsformaties zijn
groter en zwaarder dan in China. En ze zijn ook totaal anders van kleur. Wat
zou ik me toch graag even in de tijd willen gevoeld hebben. Misschien toch even
denken aan een tele-tijdmachine. Ik zou er alvast geld voor over hebben. Allee,
niet veel, he, want ik heb er geen! Ik ben maar een fabrieksarbeider, hé.
De sneeuw kraakte
onder onze voeten terwijl we een wandeling deden langs deze prachtige
rotsformaties. Mooi zeg, te mooi om waar te zijn. We genoten met volle teugen.
Wat een pracht, zeg.
Dan zijn we door
gereden naar Jonsdorf, de Nonnenfelzen. En alweer viel onze mond open van
verbazing. En dat was hier nogal gevaarlijk,want ondertussen was het weer
heel fel beginnen sneeuwen. En als je dan daar staat met je mond open .. niet
te lang dan, hé, want anders ga je misschien verdrinken. En dat willen we niet.
De auto op de
parkeerplaats gezet. Ons dik en warm aangekleed, want dat was hier wel nodig.
De temperatuur was hier tot 3 graden onder nul gezakt. Er stond een stevige
ijzige wind, en het sneeuwde keihard. Maar we zijn vertrokken. We werden
natuurlijk dadelijk kletsnat. Maar dat hield ons, en zeker mij, niet tegen. Ik
voelde mij aangetrokken tot die Nonnenfelzen. Ik wilde ze zien en voelen.
Eénmaal als ze in het
vizier kwamen, vielen we stil. Terug die monden open! Wat een pracht, zeg. We
hebben daar zeker een volle minuut staan kijken. Langer kunnen we onze adem
niet in houden, hé.
Al snel zien we ook
dat het nu trappen lopen is. Een heel stuk omhoog. We vliegen als jonge veulens
die trappen op. Maar al heel snel remde die Nonnenfelzense trappen ons af. En
leken we alleen nog hijgende paardjes. Zo met heel veel witte damp die uit de
bek komt. Kom op, jongens, effe een tandje minder zetten, we komen er wel,
hoor.
De kids lopen ons
voor. Lies heeft kou, en ze weet niet wat haar te wachten staat. Ze wil alleen
maar heel snel weer naar de auto. Het zegt haar op dit moment niet zo veel.
Maar eenmaal boven
aangekomen, weet ik haar te overhalen, en maakt ze toch heel de toer mee af. Ze
klaagt dat ze kou heeft, maar ik denk dat ze het stiekem toch ook wel heel mooi
vind.
Ik ben niet te houden,
en begin te fotograferen als een bezeten. Ik voel de kou niet. Tot ik op het
hoogste punt sta. Samen met Gitte. De snottebellen vliegen ons om de oren. We
moeten er nog mee lachen. Maar we houden vol. We zullen hier van elk plaatsje
genieten. Tranen staan weer in mijn ogen. Wat ben ik soms toch een zieligaard,
zeg. Ik vind het mooi, en daarmee uit.
Tijdens het naar beneden
gaan, word het erger. Het heeft ondertussen nog meer geijzeld en gesneeuwd. We
moeten echt met twee handen de leuningen vasthouden, anders schuiven we gewoon
naar beneden. Spiegelglad is het op die trappen. Maar we halen het.
Lies begint nu echt
gaan te bibberen. Even dacht ik aan een lichte aardbeving, maar het was onze
kleine meid. Maar ze word beloond. We gaan snel in het hoog gelegen restaurant
binnen en bestellen soep met worst en knoflook, en appelstrudel, en warme
chocomelk mèt slagroom. En, natuurlijk ook een pivo voor den bompa.
Na nog wat nagekeuveld
te hebben, beslissen we van de terugweg in te zetten. Lies vraagt aan de dame
de kortste weg terug naar beneden. De dame antwoordde heel vriendelijk, dat ze
dan maar op haar gat moet gaan zitten, en haar naar beneden moet laten glijden.
We moeten er allemaal om lachen. Ik denk dat ze moe is. Maar, ze heeft het toch
maar weer gedaan. We zijn er blij om. Anders hadden we deze pracht weer niet
gezien.
We hadden nog plannen,
maar aangezien het weer hier nog steeds zo slecht is, besluiten we om maar
stilaan de terugweg in te zetten. Weer een heel wijselijk beslissing, vind ik.
Het was spekglad onderweg. Dat heeft geduurd tot we een stuk Duitsland uit
waren, en Tsjechië weer inreden. Daar sneeuwde het ondertussen niet meer, maar
was het regen geworden. En gelukkig was het er ook niet zo glad meer als
vanmorgen.
We besluiten dan maar
om over Decin weer naar huis te rijden. Daar waren we eergisteren in een heel
tof restaurant gaan eten. En dat wilden we eigenlijk nog maar eens doen.
We hebben daar met z'n
vieren lekker gegeten en gedronken. En de prijs viel weer reuze mee. Mooi toch,
hé. Tsjechië is een tof en mooi land. Alleen rijden er iets te veel cowboys
rond. In elke bocht moet je wel opletten, want op hun eigen baanvak blijven,
kunnen ze nog niet zo goed. Ze rijden heel graag snel en binnenkant-bocht nemen
vinden ze ook wel heel leuk, denk ik.
Zo, daarna nog snel
even wat boodschappen gedaan in de Tesco -kan hier altijd en deze in Decin 24
op 24h. Dat is wel heel gemakkelijk, zeg. En dan naar huis. Een douchetje, en
dan lekker het bed in. Na eerst nog mijn pivo'tje gedronken te hebben.
Wat we morgen doen,
weet ik nog niet precies. Het zal heel veel van het weer afhangen.
vanmorgen al heel vroeg opgestaan. En het
eerste wat ik dan doe, is buiten kijken. En geloof me, ik moest dadelijk aan
een liedje denken en voelde me gelukkig.
Kennen jullie dit liedje nog? Als de rook om
je hoofd is verdwenen ..maar ik had dadelijk die tekst aangepast met de
woorden: "als de sneeuw door de zon is verdwenen." Ja, dan voel ik me
weer zeer gelukkig. Ja ja, ik hoor het al, die melodie blijft nu ook in jullie
hoofd zitten, hé. Ha ha.
Ondertussen zijn nu ook de anderen beneden
aangekomen. En ons Liesje? Ze zoekt vandaag niet meer onmiddellijk de zetel op,
zeg. Goed zo. Ze is nog niet helemaal genezen, maar het gaat toch al een stuk
beter met haar. Dat belooft, zeg.
Geen sneeuw meer te zien, dus ik gelukkig. Dan
maar aan het ontbijt begonnen. Ik heb voor de verandering eens spek gebakken.
Dat hebben ze hier heel graag. Spek met bruine suiker. Mijn haar komt recht omhoog als ik ze daar zie van genieten. Ik vind het zo vreemd. Maar als ik dan mijn boterham met spek, vol mosterd smeer, dan kijken zij alsof ze ET terug zien landen. Och ja, wat je lekker vindt, moet je maar eten.
Terwijl ik aan het ontbijt bezig ben, wordt
het buiten terug somber en mistig. Ik begin gaan te denken...niet lachen...ik
kan ook denken, hoor. Je ziet dat aan mij misschien niet altijd, maar het gaat wel. Ik denk dus wat gaan we vandaag doen? En waar gaan we heen? Ik laat eerst iedereen nog wat van het ontbijt genieten. Als ik over de tafel heen kijk, zie ik alleen nog blinkende gezichten. Ken je dat? Te veel in het vet gezeten, denk ik.
En plots terwijl ik zit te dromen en naar
buiten zit te staren, zie ik de zon verschijnen. Heerlijke zonnestralen vallen
door het raam naar binnen. Ik roep, "JA, ik weet het. We gaan vandaag naar
de zandbrug!" Dit weer kan het niet stuk maken. Ik dacht, als het dan
vandaag tegenslaat met het weer, dan kan ik nog altijd een andere dag uit
kiezen om nog eens terug te gaan.
Toen werd het weer even heel druk. Jassen,
picknick, fototoestellen, handschoenen, noem maar op. Alles werd klaar genomen.
En het moest snel gaan, want dan begin ik ze op te jutten. Dat doe ik zo al
jaren, en nog steeds trappen ze er met zn allen in, ha ha. Maar eerlijk gezegd ben ik dan zelf zo opgejaagd als een jong veulen. Want dan kan het niet snel genoeg meer gaan voor mij. Die zandbrug spookt al jaren door mijn hoofd. Alsof ik ze hoor roepen: "Staf, allee jongen, waar blijf jij nu?"
Alles ingeladen, en wij weg. Gitte heeft de
poort al geopend. Ze stapt in, ik zet de auto in achteruit en wil de weg op
draaien. Ik vraag aan Gitte: "Alles okay? Geen auto's, enz?" "
Jaja, papa, kom maar...kom maar...kom maar!" En dan ... PATAAT, een slag! We schrikken allemaal. En de auto helt ineens helemaal achterover. Ik vloek en roep: MERDE!! Met al die sneeuw die er de vorig dagen gelegen heeft, had ik niet eens gezien dat er vlak naast de inrit een open gracht was. En ja, daar hingen we nu. Fijn hoor. Ben je zo helemaal klaar om te vertrekken, en dan krijg je dit aan de hand.
Anja vraagt al of ze een boer met een tractor
moet gaan zoeken -wat niet moeilijk is hier, want het zijn bijna allemaal
boeren- maar ik zeg haar van even te wachten. Ik probeer het zelf wel. De dames
stappen ondertussen allemaal uit om te helpen duwen. Ik krijg het voor mekaar
om de auto zonder al te veel schade weer uit die gracht te halen. Oef, wat een
geluk. Ik wou dadelijk op de grond gaan liggen om te kijken of er geen schade
aan de auto was, maar kon me gelukkig net op tijd in houden. Dat is geen
mannenwerk, he. Ik vroeg dan maar aan Anja of zij even wou kijken, wat ze dan natuurlijk ook dadelijk deed. Gelukkig zeg, geen schade.
Zo, dan de rit verder gezet naar Mezni Louka. Daar
zouden we de auto parkeren en dan te voet langs vele rotsformaties het woud in,
richting de zandbrug.
Wat een prachtige wandeling, zeg. Ik heb al
veel gezien, maar dit is wel één van de mooiste die ik ooit al gedaan heb.
Achter elke bocht een ander zicht, en achter elke rots weer een andere, die
elke keer weer mooier en hoger is. En de herfstkleuren ... prachtig ... soms
ligt er een gouden tapijt van bladeren tussen de bomen. De tijd gaat voorbij,
en de kilometers lopen op. We vervelen ons niet. De zichten blijven prachtig.
We slaan rood uit, en hijgen alsof ons leven er van af hangt. Het is dan ook
serieus bergop. Ons Lies vraagt me nog: Papa, zo een hart, kan er dat uit
vliegen? Ik zeg neen, waarom? Dat van mij bonst zo hard, zegt ze, alsof het er
gaat uit vliegen. Geen nood, zeg ik nog, het vliegt er heus niet uit.
En dan ... opeens ... een kreet van mezelf. Ik
ben de eerste die ze ziet. Daar kijk...de zandbrug!! We staan weer perplex.
Mondjes open. We lijken wel zo een ganzenfamilie die honger heeft, zeg.
Wat een pracht! Wat een fenomeen! Ik kan niet
onder woorden brengen wat de natuur hier heeft gemaakt. Ik stond in China voor
de Moon Mountain, maar had toen niet die kik die ik nu had. Ik begrijp het
niet. Dat is toch ook hetzelfde natuurverschijnsel daar? Ik had toen al veel te
veel gezien, denk ik.
Nu kon het niet snel genoeg meer gaan. Het
hijgen stopte...ofhoorden we het niet
meer? Ik weet het niet. Ik wilde maar een ding meer, verder naar die brug. Hoe
dichter we kwamen, hoe mooier ze werd. Een pracht. Ik geraak er niet over uitgepraat.
Ik voel me gelukkig als een kind. Dat ik ook dit weer mag meemaken en zien.
Samen met hen, die ik ook allemaal zo graag zie. Ik vind het reuze.
Eénmaal boven aan de brug aangekomen, moeten
we inkom betalen. Anders zeur ik altijd als ik moet betalen. En nu? Nu kan het
niet snel genoeg gaan. Kom betalen, roep ik nog. Ik wil hier binnen. Er zijn
drie uitkijkpunten waar je kan naartoe klimmen om die pracht te gaan bekijken.
Het is wel telkens serieus klimmen. Doodop zijn we. Het is zwaar, heel zwaar.
Maar, meer dan de moeite.
We maken zelfs geen tijd om onze picknick naar
binnen te werken. Zo druk zijn we zn allen bezig met die brug. Fotograferen,
filmen, dromen en kijken, steeds maar weer kijken. Ik geraak niet
uitgefotografeerd. Ik wil de brug van overal in het vizier hebben. Ik heb
iedereen er al bij geroepen. We hebben prachtige fotos, dat weet ik zeker.
Ik vind het zo jammer, dat ik hier geen enkele
foto op het net gezet krijg. Ik heb echt alles al geprobeerd, maar het wil maar
niet lukken. Telkens valt het internet weg. Maar jullie zullen ze te zien
krijgen. Dat beloof ik.
Dan komt ons Liesje met een heel goede
opmerking. Ik hoor ze zeggen. Mama, wanneer gaan wij onze wafel en banaan opeten?
Ik heb honger...en het wordt al donker.
Oh neen zeg. Paniek. Ja, dat is waar, we hebben nog niets gegeten en het wordt al donker. Ojee, en we moeten nog een dikke 8km teruglopen naar de auto. Door het woud. Snel een plaatsje gezocht op een bank, en onze wafel en banaan dan maar opgegeten. Ja, het is echt donker aan het worden, heel donker. Pech ... veel pech, we zullen er door moeten. Bij het verlaten van de zandbrug zegt een gids ons nog gedag. Wij waren de laatste bezoekers van het seizoen. Morgen sloot het domein en werd het alleen nog geopend op zon- en feestdagen. Toen zei hij heel droog: prettige terugtocht ...in het maanlicht!!! Toen slikten we wel even, want het werd inderdaad zienderogen donkerder!
We besluiten om niet terug te gaan, maar
verder door. Dan zouden we 4km moeten stappen tot aan een parking i.p.v. 8 km
terug naar de auto. En misschien komt daar wel een bus en kunnen we die nemen
terug naar de parking waar onze auto staat. Het is een hel in de pikkedonker
gaan. Je ziet in het maanlicht -inderdaad, de gids had gelijk- wel vaag de
wandelpad, maar geen details, zoals stenen of takken die er liggen of gaten in
de wandelpad. Was wel moeilijk stappen! Gelukkig heeft onze avonturier nr° 2,
en dat is Gitte, een zaklampje bij. Zo ééntje dat je moet opdraaien en dat dan
wat licht geeft. Hier doen we het mee. Het lukt. Het is wel wat gevaarlijk,
omdat we niet altijd zien waar we onze voeten zetten. Anja is de eerst die pech
heeft. Haar voet klinkt om en doet pijn. Maar het gaat ... we gaan verder. Ik
krijg vragen van de kinderen. "Papa, wat doen we als er een wolf komt? Of,
wat doen we als er een beer komt?" Ik zeg heel stoer: Ben je moe? Neen,
zeggen ze. Ik zeg: Awel, dan is het heel makkelijk...lopen dan, hé kinderen...heel
hard lopen!!! Hahaha.
Flauw, hé. Maar we houden elkaar zo bezig en
het stappen gaat beter en sneller dan.
Ja, we hebben goed gegokt. We komen ergens aan
een straat uit, maar balkdonker, zeg. Je ziet geen steek meer voor je ogen. We
zien in de verte lichten aan komen. Snel lopen we naar een bushalte. De bus
stopt, maar rijdt in de andere richting. Anderhalf uur wachten, zegt de
chauffeur, dan komt er één die jullie richting uit rijdt. Ja lap, daar staan we
dan. Ik zeg: komaan, vandaag ben ik de Chinese vrijwilliger. Ik doe mijn rugzak
af en ga stappen in de richting van de parking. Ik ga autostop doen. Ben je gek?
zeggen ze met drie in koor. Ik zeg: ja, maar nog niet zo gek lang.
Al bij de derde auto heb ik prijs. Ik mag met
een Tsjech mee rijden. Hij verstaat helemaal niets van wat ik probeer te
zeggen, maar hij wist wel dat ik naar Mezni Louka moest. En ik mocht mee. Zo,
weer een probleem opgelost. Boven aan de parking aangekomen, zie ik twee
koppels Duitsers staan, die het zelfde probleem hebben, als ik had, maar dan in
omgekeerde richting. Hun wagen stond onder aan de parking.
Ik zeg: kom op, dames en heren, stap maar in.
Ik breng jullie naar de parking beneden. Lang geleden dat ik nog zo een
gelukkige mensen gezien heb. Want het was ook echt gevaarlijk daar, hoor. Pikdonker,
en dan langs een onverlichte straat lopen om nog een 7km bergop over asfalt te
lopen. Je zou voor minder.
Tijdens het naar huis rijden, zijn we weer in
hetzelfde restaurant gaan eten. En we hadden geluk. Er was een feestje, met
live-muziek. Een goulash feestje, echt waar. Je kon er vier verschillende soorten
goulash eten, met brood, knödel, rösti aardappelen en gekookte aardappelen. En
pivo...veel pivo. Gezellige boel daar, hoor. We zijn er een hele tijd blijven
hangen.
Als het aan mij gelegen had, waren we al veel
vroeger thuis geweest. Maar als ge zo 3 vrouwen bij hebt, die dan ook nog eens
graag pivo...euh, cola drinken .. Ja, dan ben je dadelijk nog niet thuis, hé.
Maar ik heb niet gezeurd, ik heb me dan ook maar aangepast. En met veel tegenzin dan ook nog maar wat pivo gedronken.
Ik heb vandaag weer heel wat op mijn netvlies
gekregen. Dingen die me jaren gaan bijblijven en waar door ik me nu, en in de
toekomst, heel gelukkig ga voelen. Mooi...prachtig...ik heb er niet meer
woorden voor.
Wat was ik weer vroeg wakker vanmorgen!!! Maar ik hoorde rondom mij alleen nog maar gesnurk, dus besloot ik om ook nog maar een beetje blijven te liggen. Het was trouwens laat geworden gisterenavond. We hadden hier onze eigen Haloweenavond!! Toen we gisterenavond nog wat TV aan het kijken waren, hoorden we plots gerammel aan de voordeur! Huh? Wie kan dat nu zijn? We kennen hier toch niemand?? Toen we gingen kijken, was er niets te zien. Was het de wind? Misschien wel, want die was toch sterk opgekomen. Brrrr, toch maar spooky, hoor!
Toen ik vanmorgen wakker werd, hoorde ik nog steeds die fluitende wind. En wat hoorde ik nog? Tik tik tiktiktiktik â¦regendruppels op het raam! Verdorie, het regendeâ¦en geen klein beetje ook niet. Jammer, maar niets aan te doen. Ik liet daarom de rest van de bende maar
uitslapen, en ging beneden al een tasje koffie maken. Beetje bij beetje kwam er leven in ons vakantiehuisje ⦠hahaha, je had ze hier moeten zien binnenstrompelen!! Ons Lissa liep als een robot. OOOOhhhh, mijn kuiten doen pijn!!!
Ik begrijp het wel, hoor. Toen ik vanmorgen onze wandeling van gisteren aan het uittekenen was, bleek dat we toch wel zoân 15 km gewandeld hebben, met een hoogteverschil van +- 350 a 400 meter. Stevig wandelingetje toch wel!!
Toen iedereen wakker was, hebben we uitgebreid ontbeten en ons daarna met zân vieren in de zetel genesteld. Buiten regende en waaide het lustig voort.
We hebben dan maar de dvd-collectie, die hier in het huisje stond, eens uitgepluisd en samen een paar filmpjes gekeken ⦠1492 Conquest of Paradise, The Deer Hunter, en dan nog eentje, maar die naam ben ik al vergeten.
Het was dus echt wel een luilekker-dagje ⦠we zijn zelfs te lui geweest om zelf eten te maken, alhoewel we de hele dag thuis geweest zijn. Tegen de avond, toen we brood gingen kopen, vonden we een klein restaurantjeâ¦nog goedkoper dan dat vorige, en zeker zo lekker. Daar hebben we dan gegeten en zijn we terug naar huis gereden.
Het leek vanavond nog donkerder dan anders. We geraken die donker hier toch maar niet gewend! Onderweg naar huis zagen we op verschillende plaatsen in de bossen kleine lichtjes naar ons gluren. Even stilletjes wachten aan de kant van de weg om te zien wat dat is. Het waren hertjes en kleine reeën. Lief, zeg! En veel! Waar kwamen die plots allemaal vandaan??
Het is een beetje moeizaam opstaan voor iedereen. Het begint
zwaar door te wegen, zo elke dag maar rond bratsen. Ik krijg nog moeilijk
iedereen gemotiveerd om deze laatste stap dag in Tsjechië in te zetten. De neus
begint stilaan op "naar huis gaan" te staan.
En toch wil ik, kranig als ik ben natuurlijk, deze dag nog
een mooi avontuur aangaan. Want ik had natuurlijk al op het internet gezien wat
ons zou te wachten staan.
Een lekker stevig ontbijt en de stemming begon al te
veranderen. We hadden plannen, die achteraf toch weer zouden gaan veranderen.
Ik had als laatste dag in Tsjechië, Tiské Steny in Tisà
uitgekozen. Het zou een pracht worden, daar was ik al bijna zeker van. Ik had
stiekem al wat plaatjes gezien hier en daar. En ik had op het Tsjechisch forum
al van iemand een tip gehad -dank daarvoor- dat het er onvergetelijk mooi zou
zijn. Zeker voor een beetje avonturiers als wij dan zijn. En dat bleek ook
achteraf. Ofwel durfde je niet boven gaan wandelen, ofwel durfde je dit wel,
maar dan voorzag je beter toch wat reserve-ondergoed!
Dus ... wij weg ... gps op Tisà en rijden maar. Het was een
heel stuk rijden, maar ook onderweg was het de moeite waard. Een heel mooie
weg.
Daar aangekomen, was het eigenlijk heel rustig in het dorpje
Tisà. Het leek zelfs of je in een afgelegen, verlaten spookstadje aankwam. Maar
hier en daar zag je toch wat beweging ... zelfs heel snel als we onze auto
geparkeerd hadden. Van waar ze komen, of waar ze zitten, ik weet het nog niet.
Maar je auto ligt nog niet stil of ze zijn al daar om parking te betalen. Maar
soit ... het hoort erbij.
We hadden even rondgekeken maar zagen zo direct niet waar we
naartoe moesten. We zagen wel de herkenbare rotsen, maar niet direct waar we
moesten beginnen. Daarom vroeg ik aan de vriendelijke dame van de parking ...
in mijn beste Duits ... "waar kan ik een kaart kopen? Wandelkaart?"
"Huh? Kaart?" Dat kende ze niet dus draaide ze zich maar om, om weer
als een weerlicht te verdwijnen. Maar plots kwam ze breed lachend terug gelopen
... haar Tsjechische Kroon was gevallen, denk ik ... " Ah, mapy?
Info?" Ja, ze had het begrepen!!! Ze wees naar een gebouwtje, iets
verderop in de straat. Info, knikte ze heftig van ja! Info dort!!
Dus, wij met ons allen, gepakt en gezakt, eerst naar het
info kantoor. Toen we het gebouwtje naderde, vroegen we ons af, waar dat
info-kantoortje dan wel was, want wij zagen niets. Tot de jongste dochter
plots, boven een deur, INFO, zag staan .... maar het kantoortje was LEEG! Er
stond een tafeltje en een lege boekenrek. Daar was ooit wel een
info-kantoortje, maar nu, volgens ons, al jaren verlaten en gesloten!!
Dan maar op goed geluk vertrekken, hé. Ik merkte wel dat mijn gezelschap niet zo
enthousiast was als anders. Anja vertelde me achteraf, dat ze zoiets had, van
... pfff, ik heb het eigenlijk wel gehad nu, met al die rotsen. Die heb ik nu
wel genoeg gezien. Maar ze gingen toch allemaal mee.
We moesten alleszins naar boven, naar de rotsen. Het eerste
stuk was een stevig klimmetje!! Achter een kerkhof door, waar dan plots iets
meer volk te zien was. Toen we boven aankwamen, wisten we meteen dat we goed
zaten. Daar stond het vertrouwde houten barakje "KASSA". Ja, je
betaalt hier overal om de natuur in te gaan!! En het gekke is, dat deze
barakjes en ook de parkingbarakjes allemaal bezet worden door bijna-bejaarde
dames en heren! Vooral deze dame was nog een echt-kranige oud-communistische
dame. Je ging echt niet langs haar barakje zonder te betalen, hoor!!
Grappig was ook: er kwam een Duits gezinnetje -papa, mama en
dochtertje- van de andere kant gewandeld. Dus eigenlijk hadden zij de wandeling
tussen de rotsen al gedaan. Maar dat was buiten ons kranig dametje gerekend!!
Zij riep op deze man en zei dat hij nog moest betalen. Maar hoe? Betalen? Wij
konden aan de andere kant van de wandeling zo doorlopen?? Waarom dan hier
betalen? Ah, zei ons dametje, het vrouwtje van de andere kant is ziek vandaag,
daarom dat de kassa daar gesloten is. Maar hier moet je betalen!!!! Hahahaha...
te gek gewoon!!! Dit kan alleen in Tsjechië, toch?
Dan maar de wandeling aangevangen. Vertrekken tussen nauwe
kloven onderaan de rotsen, langs rotstrappen stevig naar boven, en dan boven
... WAUW ... wat een uitzicht over al die rotsformaties. Wel tricky daarboven,
zeg!! Er stond een stevige wind ... met momenten héél stevige wind ... en dan
daarboven op die rotsen ... 150 meter hoog ...brrrr .... serieuze afgronden,
hoor! Maar het was weer een prachtige creatie van de natuur. Tussen de rotsen, over
de rotsen, zelfs onder de rotsen door soms ... prachtig.
Plots zag Lissa een houten plankje hangen met daarop: 60 m.
Chata -> . Ze kent niet veel Tsjechisch, maar wist wel dat Chata
"hut" betekent en "hut" betekent voor Lissa "warme chocomelk en rusten".
Hahaha.
We besloten om inderdaad naar de chata te wandelen om even
iets te drinken en te plassen. Tot onze verbazing was de chata geen
"hutje" maar een heus hotel met een supergezellig restaurant aan. Aan
dit restaurant was een nog gezelligere veranda aangebouwd met een onbetaalbaar
uitzicht over de rotsformaties. Een heel vriendelijke dame kwam de menu
brengen, en hoorde meteen dat we Belgen waren. "Ah," zei ze
"Belgien? Mit Atomium en kleines pee-man!! Sehr schön!!" Ja, duh ... Atomium
en manneke Pis mooi? Hoe noemt zij dan die prachtige rotsen naast haar deur!!
Toen we de kaart bekeken om iets te drinken, bleek dat het
eten daar nog goedkoper was dan in de stad waar we anders gingen eten. En plots
... zomaar vanzelf ... wijzigde onze plannen. We besloten om daar te eten
i.p.v. 's avonds in Decin. Lekker en zeer betaalbaar!
De terugweg was zeker zo mooi. Je liep echt door de rotsen
en onder de rotsen door. De kinderen maakten er een spelletje van om hun in de
kloven en nissen te verstoppen en barstten telkens in lachen uit, als we hen
weer eens gepasseerd waren, zonder dat we hen gezien hadden. Van vermoeidheid
was geen sprake meer. Dit keer waren we wel tijdig terug vertrokken, maar toch
was het alweer pikdonker als we beneden aankwamen.
Daar was het nu wel heel druk. Naast de parking was een
café'tje en daar was een -late- Halloween party aan de gang. Kinderen waren nog
volop bezig met pompoenen uit te hollen, ouders waren "drakenbloed"
aan het drinken, heksen liepen af en aan .... hehehehehe... leuk!
We hebben daar dan nog iets gedronken ... warme chocomelk
hadden ze er niet meer, maar in de plaats daarvan kregen de kids hete melk en
een chocoladeblokje op een stokje. Konden ze zelf chocolademelk maken. Lekker!
En dan zat de dag er weer op ... de laatste ... morgenvroeg
inpakken, en richting België!