Met het verlengde weekend ervan geprofiteerd om nog eens een stukje Hongarije te ontdekken. Alle Hongaren zijn gek op hun Balatonmeer, bij gebrek aan een zee trekken ze dan in de zomer en tijdens weekends massaal naar daar. Gelukkig is het Balatonmeer groot genoeg zodat het niet te druk is: het is het grootste meer van Midden-Europa. Zo'n 80km lang en max. 15 km breed (min. 1,5 km).
Wij logeerden in het plaatsje Heviz, wat bekend is om zijn thermaal (= warmwater) meer. Hoewel de buitentemperatuur maar zo'n 15° was, was het water toch nog 29°C. Het water bevat heel wat mineralen en zou geneeskrachtig zijn, heel wat mensen met reumaklachten komen naar daar om te kuren.
De dag erop verkenden we Kis-Balaton, wat betekent: 'kleine Balaton'. Aan de oevers hiervan is er een klein buffelreservaat. Korte wandeling + toer met huifkar (zonder 'huif') gemaakt. De neuzen stonden er alvast in dezelfde richting ...
Daarna verder gereden naar het Kanyavar-eiland van Kis-Balaton. De toegangsweg tot dit eiland is een prachtige houten wandelbrug die bestaat uit 3 bogen. Heel deze omgeving werd de afgelopen jaren een beetje toeristisch ontwikkeld (overal stonden borden waarop stond hoeveel Europese steun ze hadden gekregen per project, en in Hongaarse forint toont dat nog meer dan in euro's!). Het eiland was heel mooi!
In de late namiddag nog kort het dorpje Keszthely, dat ligt aan het Balatonmeer, bezocht. Het Festetics-kasteel was de moeite.
Zondag was het een grijze, miezerige dag, dus dan maar de plannen omgegooid en met de kindjes naar een groot zwembad getrokken. (Kehida Termal)
Al bij al een leuke eerste kennismaking met het Balatonmeer. We gaan er ooit nog wel eens naartoe en dan verkennen we weer een ander stukje.
Nog iets dat ik je niet wil onthouden, Senne bestelde fruitsla als dessert en kreeg dit :
:
