Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
08-12-2012
facteur
Hupsakee, naar de koekenstad. Lekker afgesproken met een vriendin. Eerst toch maar een schuilplaats gezocht tegen een gevel van een huis, ter hoogte van de halteplaats. Koude regendruppels waaien in m'n gezicht, want een echt afdak ontbreekt. Gelukkig kan ik de eerste de beste tram nemen. Alle wegen leiden immers naar de Groenplaats... Wanneer ik terug zalig droogjes en een heel stuk warmer op een lagevloertram zit, trek ik me van het koude weer geen rist meer aan.
Een stopplaats verder komt een oudere man naast me zitten. Echt, een heel vriendelijk persoon. No offence, maar hij is duidelijk geen Antwerpenaar. Dit merk ik niet enkel omdat hij het dialect niet beheerst, maar een antwerps stadsmens start zelden een gesprek met de eerste de beste vreemde waarnaast hij zich zet in de tram. Fier als hij is op zijn roots, hoe plaatselijk ze ook mogen zijn, laat hij me al direct weten dat hij hier de weg niet kent, want hij is van Mol. Nou, oké...toegegeven, hij is dan toch van onze provincie... Ik laat hem weten dat ik in Mol ook m'n weg niet ken.
Regendruppels worden smeltende sneeuw. Het is dus een makkie om een conversatie te beginnen. In onze contreien blijft men immers elk jaar opnieuw de oogjes extra opentrekken als er sneeuw valt. 't Lijkt telkenjare weer een bewonderenswaardig iets, ook al kan je de vlokjes haast tellen. Het haalt zelfs het nieuws, elk jaar weer, die eerste vlokjes (ook de tweede en derde...) Op zo'n moment denk ik: 'Goed zo! Vertel hierover op het nieuws, dat is 't teken dat er geen ramp is gebeurd. De goednieuwsshow, of iets in dien aard.' M'n buurman krijgt het antwoord dat ie verwacht, want ik beaam. 'k Gooi er nog wat bovenop, door te antwoorden dat ie zich maar beter voorbereidt op het einde van de week. Er wordt veel sneeuw en koude verwacht. Het winteroffensief is gestart. Wat dacht je...? Yep... hij beaamt. Het weer zorgt steeds weer voor superinteressante gesprekken. Ach ja, tegelijkertijd is het een soort aftasten, wat voor persoontje naast je zit. Voor 't zelfde geld krijg je een 'hmm' als antwoord. In zo'n geval stopt wellicht de conversatie. De kans is ook reëel dat de persoon naast je, geen snars verstaat van wat je zegt. Voor 't zelfde geld ben ik een net ingeweken Poolse of Oekraïnse ofzo. Maar nee hoor, de conversatie is ingezet, de sfeer is gezet en de man vertelt olijk dat ie van winterweertoestanden veel weet. Hij was immers postbode, veertig jaar lang. Nu gepensioneerd. Toen, deed hij alles met de fiets of te voet. Veertig jaar in't zelfde dorpje. Dat was nog eens een tijd. In de winter kon ie zich warmen bij de mensen thuis. Dan kreeg hij regelmatig een kop koffie en zelfs een koffiekoek of iets lekkers aangeboden. Soms wel eens een borrelke, maar dat gebeurde helemaal niet zo dikwijls als het cliché in feuilletonnekes doet denken. Als hij het erg koud had, hoefde hij maar te vragen of ie zich effe mocht warmen en de deur ging wagewijd open. Jajaja... de mensen waren toen anders. De job had een veel hogere sociale waarde dan nu. Hij kende Jef en klein pierke en... iedereen kende hem. Als hij nu over straat loopt, wordt hij steevast begroet met 'goeie morgen facteur'. Ik ben het met de man meer dan eens. Tegen de tijd dat wij onze postbode leren kennen, wordt ie overgeplaatst en komt er een nieuwe kadee. Net, als het leuk begint te worden... Ik noem het postpesterijen, met een knipoog. Het is voor de postbode wellicht ook een pak plezieriger als ie spontaan door de mensen wordt begroet. Zo'n nieuwe, is dikwijls erg zenuwachtig en geconcentreerd in de weer, dat die je groet niet eens hoort. Komt ie iets persoonlijk afgeven, dan schrikt ie al op als je hem/haar nog een fijne dag verder wenst. Nee hoor, buurman is er terecht erg blij om dat ie de goeien ouwen tijd nog had bij de post. Met de geneugten van het goeie en slechte weer in alle facetten erbij genomen.
Hij moet er uit, laat z'n compagnon die achter ons had plaatsgenomen, weten. Voor alle zekerheid nog maar eens gevraagd of dit wel de juiste halte is. Een groet kan er nog af. Ja... deze doorgewinterde facteur, weet nog dat een groet krijgen, een mens deugd kan doen. Hij laat het blijken.
de wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij
Van het MAS naar huis. Lijn 9 is afgeschaft. Pech. Het moet dus anders. Het moet met een overstap. Keuzemogelijkheden genoeg. Het regent, dus we willen maar best een zo droog mogelijke keuze maken. Dat, houdt ook in, dat we rekening willen houden met wachthokjes die niet, yep, lees duidelijk: NIET meer geïnstalleerd zijn. Het is immers zondag. Daar is niks mis mee, maar als we dan net ons voertuig gemist hebben, staan we een kwartier te scheelogen in de regen. Dat willen we voorkomen natuurlijk. Trouwens, 'k moet er rekening mee houden, dat ik maar weer eens zonder weerstand zit hé... We overwegen dus waar we 't best overstappen van bus 17. Ik weet niet of er een omleiding is. Man wordt er ook goed in. Hij is practischer dan ik. Typisch mannelijk, denk ik. Ik ben een warhoofd. Wanneer er meerdere mogelijkheden zijn, gok ik maar wat, over het algemeen. Hij heeft snel een overzicht van de verschillende overstapplaatsen en stelt al snel voor om mee te rijden tot aan het kruispunt met de Belgiëlei en de Lange Leemstraat. Daar kunnen we dan overstappen op tram 4. Haaaa... dien overstap zag ik over het hoofd. Aan die halte staat wel degelijk een wachthokje, geloof ik. Maar langs de andere kant, is het soms zo druk op lijn 4, dat als je daar opstapt geen zitplaats meer vindt. Da's nu niet aan mij besteed. Ook dat wil ik voorkomen. Luxeprobleem, 'k weet het. Maar nu, mag ik me dat veroorloven. Ik ben veel te snel moe. Dan denk ik plots aan het centraal station. Daar kunnen we in de pre-metro lijn 9 nemen. Dat zijn meestal lagevloertrams of op z'n minst gekoppelde pcc's. Zitplaats aanwezig dus! En... met die lijn, zijn we sneller thuis. Ook dat telt mee als je snel moe bent. Die optie wint het, dankzij mijn makkelijke echtgenoot die toegeeft.
Op de roltrap naar beneden, worden we geconfronteerd met spelende, vooral domme jongeren. Een jongen en een meisje, puberkes, lopen op de roltrappen die dalen, naar omhoog. Zij, geeft het al snel op. Hij, niet. Hij wil snoeven, vermoed ik. Hij loopt tot vlak voor m'n voeten om dan bruusk om te draaien en weer naar beneden te stormen. Ik zeg niks. 't Is niet mooi van me, maar ik hoop vanalles. Vooral dat ie een lesje leert waaruit ie afleidt dat dit helemaal niet hoeft. Maar ach... eigenlijk... ik ben ook jong geweest. Hoewel ik dit gedrag nooit vertoonde, heb ik beslist ook domme dingen gedaan... Eens we goed en wel op het perron komen, zitten die jongeren in een groepje van 6 op de grond. Ze zorgen ervoor dat iedereen hen opmerkt. Ze zijn zo opvallend mogelijk. Maar ze doen niks meer dat niet hoort, volgens de regels van de wetgeving. Onze tram komt er snel aan. Chanse!!! We stappen in en zetten ons helemaal achteraan. Ook de pubers zijn ingestapt. Het geluid zwelt enorm terwijl ze zich ook naar achteren begeven. Eén van de jongens vraagt naar waar deze tram rijdt. Ik kan het niet laten, wat sarcastisch te vragen of ze dan niet gelezen hebben wat er op de tram staat...? Ik merk droogjes op, dat dit duidelijk leesbaar op de lijnfilm staat én aangegeven staat op het perron. De jongen antwoordt dat ze niks hebben gelezen, ze zijn maar op een tram gestapt. Ze moeten naar Mortsel. 'Nou' zeg ik: 'Jullie rijden naar Deurne.' Ik moet de jonge kerel enkele malen herhalen dat ze de volgende halte beter uitstappen om lijn 15 te nemen. Gelukkig zijn de meisjes iets oplettender en sleuren ze de kerel er mee af de volgende halte. En, ohhhhh... wat doet de stilte goed. De andere passagiers achteraan zitten bewegingloos terwijl dit alles geschiedt. Eén man zie ik glimlachen wanneer de jongeren zijn uitgestapt. Ik denk hardop: o, jee, als die kerels onze toekomst zijn, staat de mens er niet zo goed voor... Hopelijk is er nog hoop...
De man z'n lippen krommen zich lichtjes, of beeld ik het me in? De anderen blijven stoïcijns onbeweeglijk recht voor zich uit staren. ... Of... zou de wereld al om zeep zijn...?
Ik moet er uit vandaag. Gedachten verzetten is dringend nodig. Doen dus. Dat beetje motregen is het einde van de wereld niet, maar zorgt er misschien wel voor dat de trams niet bomvol zitten. Het leven is aan de durvers. Wij, besluiten naar hartje Antwerpen te trekken. Er is immers in De Dames een bloemententoonstelling. Nou, dat wil ik wel eens zien. 'Kan best aardig zijn', probeer ik manlief te motiveren. Ik vraag, hij draait. Lief toch! We nemen tram 4, om dan nog een wandelingetje te maken, naar de Meir, waar het gebouw van bestemming is. Bij het opstappen toch eventjes een kleine babbel gemaakt met de chauffeur. Lang geleden gezien, je kent dat wel. Hij wist niet dat ik 'out' ben. Nu wel. Toffe kerel. Soms, kan je gewoonweg mensen niet zomaar even toeknikken en verder gaan. Vandaar de kleine babbel. Maar al gauw ga ik zitten. M'n man hield een plaatske vrij. 'k Zei toch al dat ie lief is hé...
Ik wist niet eens dat op de Meir een gebouw van de school De Dames is. Zo leer ik nog wat bij. De tentoonstelling is best aardig. Hier en daar staan er heuse kunstwerken opgesteld. Een bloemist is niet simpel een bloemverkoper meer. Ze moeten kunnen presenteren. En hoe...! Een kleurenpraal in mooi gecreëerde decors. Het gebouw als basisachtergrond. Het mag tellen. Ik zou zeggen, voor zover ik er iets van ken; onder anderen renaissance, maar ook een ruimte met Delftse blauwe tegels als decor. Spijtig genoeg dringend aan onderhoud toe, maar het zal wel heel wat kosten. We wandelen nog wat rond en nemen na een tijdje te tram naar huis terug. Ook nu weer valt het goed mee.
Er is voldoende zitplaats. Twee meisjes achteraan hebben muziek luid staan. Techno. Zelf praten ze ook heel luid, uiteraard om de muziek te overstemmen. Domme bakvissen toch... Maar ik zeg niks. Niemand zegt er iets over. Gelukkig stappen ze al snel uit. Oef...! Rust nu. Net voorbij Berchem Station is er een drukte van belang. Politie met blauwe zwaailichten doen vermoeden dat er een zwaar ongeval is gebeurd. Gelukkig is dit niet zo. Er staan praalwagens, enkele reuzen, hopen zwarte pieten en uiteraard dit allemaal onder veilige begeleiding van de lange arm der wet. Ze nemen de hele brug in beslag. Uiteraard niet op de tramroutes, maar ander verkeer wordt zo te zien omgeleid. We rijden niet snel, en iedereen kijkt naar het zelfde plaatje. Zowat alle zwarte pieten zitten nog in hun stoetroes, vermoed ik en ze wuiven uitbundig naar de tram. Kindjes op de tram kijken verbaasd en wuiven zo'n beetje op automatic terug. Ze kikkeren er van op. Niet enkel de kindjes zijn mikpunten van de pieten. Ook de volwassenen worden ferm toegewuifd. Gelieve het spel mee te spelen en terug te wuiven. Normaal gezien doe ik zoiets makkelijk mee. Maar vandaag niet. Ze moeten het maar met een knikje stellen. Eén van de pieten doet teken, roept dat we moeten uitstappen, hen vergezellen. 'k Denk in mezelf: " 'k Zal mij es spoeien zeker..." Te moe. Goed argument. Aan de volgende halte stappen nogal wat jonge kereltjes op. Kleinere kinderen met ballonnen in alle maten en kleuren. De wat grotere binken met zakken vol snoep. Al snel wordt de tram een snoepbar. Ze proeven, lusten het wel en slikken het door. Wanneer ze't niet lusten, spugen ze't uit... Eerlijk...? Nee, niet allemaal, wel een enkeling. Maar 'k vind het toch maar vies.
Nog niet gauw stapte ik zo graag uit de tram. Met dank aan Sinterklaas...
Ik kom aan het perron. Mijn perron. Ik deel het ook hoor, geen probleem. Maar een mens eigent zich dingen toe, waarvan ie regelmatig gebruik maakt. Zo gaat het ook met dit perron. Dicht bij huis gelegen. Daar neem ik steeds de tram en dat maakt het dus buiten het eigendomsrecht van vele anderen, ook van mij.
Een hele tijd terug, brak men het oude wachthokje af. De Lijn was immers gaan samenwerken met een andere firma. Die zorgde voor eigen infrastructuur binnen het straatmeubilair in verband met het openbaar vervoer. Die wijziging heeft voor nogal wat problemen gezorgd. Het ging zo ver, dat de Stad limieten moest leggen aan de wantoestanden, door boetes uit te delen aan de firma. Het wisselen van de wachthokjes gebeurde inderdaad op erbarmelijke wijze en soms heel erg ondoordacht gevaarlijk, voor de passagiers. Maar, deze omstandigheden flink doorgebeten, kwam het bewuste nieuwe wachthokje er. En na nog wat geduld, lag het perron er op een gegeven moment terug veilig voor iedereen bij. Goed zo. Speekmadol en bank vooruit!
Een korter tijdje terug, merkte ik plots op, dat men weer aan de slag was gegaan op het perron. De boel werd terug open gegooid. Eventjes later, was het nieuwe wachthokje ribbedebie. Weg dus. Gelukkig heeft men de grond terug mooi gelijk gemaakt en de dals terug gelegd. Maar het wachthokje blijft weg.
Ik kom er aan. Er staat een mevrouw. Ze vindt het maar niks, zo zonder beschutting. Vandaag hebben we chanse. Het is mooi weer. 'Volgende week', zegt ze: 'gaat het vriezen. Dat zal wat anders zijn.' Ze jammert over het barre vooruitzicht. Wat wel meer gebeurt op zo'n moment is dat de fout uiteraard bij De Lijn ligt, volgens de gedupeerden in regen en koude. Ik neem het op voor De Lijn, bij deze. Verdedig waar nodig en leg uit wat ik weet, niet veel maar toch meer dan niks, over deze situatie. De Lijn wordt gezuiverd van blaam waar nodig. Mevrouw wordt lichtjes overdonderd. Haar kritiek smelt. Net op dat moment komt een tram aangereden. Mooi op tijd.
Na ietwat meer dan twee weken, mag en kan ik nog eens verlucht worden. Het doet goed en ik vier het door een tripje naar het Schoonselhof te maken. Uiteraard, met het openbaar vervoer. Daarvoor moet ik overstappen. Ik zal als alles naar wens verloopt, een klein uurtje onderweg zijn. Tenzij... ik echt veel chanse heb met het overstappen en alles supervlot verloopt, haal ik het zeker in iets minder dan drie kwartier. Aan pech en tegenslag denk ik niet. Dat is, wat mij betreft, momenteel peanuts. Ik neem tram vier. Een enkel pcc'ke, redelijk gevuld. Er is nog één zitplaats vrij. Een jonge vrouw met een grote hond, zit in het midden van een dubbele zetel. Haar hond, braaf voor haar voeten. Er staan verschillende mensen recht, maar niemand doet moeite om gebruik te maken van de vrije plaats. Ik denk: Wauw... da's gereserveerd voor mij!!! Zonder dralen, want ik heb geen zin om te blijven staan. Ik ben erg snel moe, zie je. Ik vraag haar dus of ik kan plaats nemen. Ze laat me aan het venster zitten, trekt een ietwat verveeld gezicht, maar dat negeer ik. Integendeel, ik dank haar beleefd. Verder geen reactie. Ze laat de hond nu naast haar liggen, zitten of steunen. Het dier is absoluut braaf. Een grote, lamme goedzak. Goed verzorgd, want geen geur. Daar durf ik wel eens ergerlijke last van hebben, dan moet ik uitstappen. Nu dus niet. Aan de Nationale Bank stap ik uit om daar over te stappen op tram 24, of bus 290. Het maakt niet uit. Het is aangenaam om te weten dat ik op deze manier niet te lang zal moeten wachten. Ook al schreef ik eerder dat het nu niet belangrijk is voor me, het is toch redelijk koud. Nog geen vijf minuten van m'n lieve leventje wordt geëist.
Bus 290 wordt m'n vervoermiddel. Er staat nogal wat volk te wachten, maar niet getreurd er is plaats genoeg op de bus. Ik groet de chauffeur bij het instappen. Hij knikt. 'k Neem plaats nog ver vooraan in de bus. 'k Laat me 'vervoeren' door de stadsrit. Rustig verkeer, rustige mensen, rustige stad. Na een tijdje valt me op, dat al tientallen mensen zijn opgestapt, maar enkel één persoon groette de chauffeur. Laat dat dan nog net een dame zijn die als eerste instapte, met achter haar nog een zestal andere reizigers. Zij wilde -vermoed ik- haar levensverhaal gaan vertellen, maar door het gedrum in haar rug, lukte dit helaas niet. Ze moest verder... De chauffeur glimlacht eventjes naar haar, maar laat de boel rustig draaien zoals 't verloopt. Wat later, op het Zuid, stapt een man op. Hij heeft z'n betaalkaart in de hand. Dat doet mij denken aan het feit dat ik dat niet deed. Ik liet de chauffeur niks zien, uit gewoonte vrees ik. Door veel met de tram mee te rijden, hou je de kaart niet bij de hand als je instapt. Bij de tram kan je immers via verschillende deuren instappen, niet enkel bij de chauffeur. De instappende man, steekt gretig z'n kaart in de ontwaarder bij de chauffeur. De chauffeur vraagt waar ie wil uitstappen. De man aarzelt. Chauffeur herhaalt de vraag. De man antwoordt. Chauffeur tikt in het apparaat en het piept. Chauffeur laat weten dat reiziger een euro moet bijbetalen. Man reageert niet. Chauffeur herhaalt. De man zegt dat dit niet kan. De chauffeur zegt dat de man verschillende zones doorreist en daarom moet bijbetalen. Er staat niet voldoende meer op de kaart. De man herhaalt dat dit niet zo is. Ik zie dat de chauffeur de rit annuleert alvorens het te laat is. Hij zegt rustig tegen de boos wordende man, dat als ie niet wil betalen, hij dan op een andere manier z'n rit zal moeten verder zetten. De man z'n stem is ondertussen verstaanbaar tot achterin de bus, vermoed ik. Hij is kwaad. Hij blijft herhalen dat ie die rit alle dagen maakt en nog nooit meer heeft moeten betalen. Weer legt de chauffeur de zonekwestie uit, maar de man z'n oren, noch z'n wil staan zonegericht. Spijtig eigenlijk. Omdat de man maar blijft argumenteren, hoort ie niet naar waar het echt om gaat. Even lijkt het of ie gaat uitstappen, maar dan bedenkt ie zich, haalt een euro uit z'n vestzak en betaalt. De chauffeur tikt de rit weer in op de kaart. De man is boos, verwijt de chauffeur dat pikken niet mag, zene manneke.
Gelukkig gaat de man, ook al is hij serieus in z'n gat geschoten, niet zo ver om de chauffeur uit te schelden voor rotte vis. Hij gaat al mokkend zitten. De chauffeur die de man volgde via de binnenspiegel, z'n ogen kruisen de mijne. Hij lacht me toe. Dat vind ik knap hoor. Door dit kleine gebaar, merk ik dat de chauffeur het niet aan z'n hart laat komen. Hij zet z'n weg rustig verder. Da's nen echte prof zie! Ik glimlach hem toe.
Het is een regelmatig voorkomend euvel. Grappige tint was het taalgebruik. De man is Afrikaan. Spreekt goed Nederlands, zelfs hier en daar dialect, maar met een zwaar accent. Het ging allemaal zo vlotjes, gebrekkig, sappig getint en bleef binnen de grenzen. Als ik in uniform zou zijn geweest, had ik me bij de man gezet om hem rustig te vertellen wat de chauffeur hem probeerde bij te brengen. Maar nee, nu niet. Niet zonder het herkenbare item en trouwens, ik heb er nu de energie niet voor. Misschien, heel misschien weet de man het allemaal wel, maar probeerde op die manier wat goedkoper te reizen. Misschien lukt het soms. Maar ik geef hem graag die kleine kans dat het niet zo is. Dat heel, heel erg misschien hij het echt niet wist.
M'n ritje is erdoor vlotjes op vooruit gegaan. Al vrij snel moet ik er uit ...om een wandeling te maken, genietend van de pure rust, op het Schoonselhof.
Dag meisje met het ijsje aan het raam dag beentjes van het meisje in de tram dag bengeling en tingeling dag Marokkaan dag Indiaan dag onderdaan dag mevrouw getrouwd met uw sjakosj dag meneer in de weer met uw moustache dag gast, ik zie u groeien aan uw rugtas dag Turk, dag snurker uit de Late Nacht dag Chinees dag Kongolees dag Kees dag Jood, dag tingeling, dag rode muts, dag kleine duts in de te grote koets dag blinde en dag hond dag blind verbond dag hanger in de lus dag muisje in de hoek dag denker aan het venster dag oortjes in de oren van de stille zanger dag reizigers allemaal dag elk verhaal dag alle taal dag alle reizelingen in de bedding van de stad dag, dag, dag, dagelijks klinkt in ons heelal de tingeling
Het is weer zo ver. Met Respect op De Lijn, beginnen we weer een nieuwe actie. Dit jaar genieten we van een samenwerking met nogal wat bekende namen. In de eerste plaats is er Bernard Dewulf, die een zeer treffend gedicht maakte voor onze poëzietram. Dan zijn er Johan Petit en Vitalski die het eerder deze week voorlazen op de Rooseveltplaats. Filmke terug te vinden op m'n profiel in Facebook. Daar ik dit jaar niet actief meewerk, ben ik niet van alles op de hoogte, dus kan het zijn dat ik namen oversla. In elk geval vind ik het prachtig dat elk jaar weer mensen te vinden zijn die zich mee willen inzetten. Eerder deze week hoorde ik iemand zeggen dat het woord 'respect' misbruikt wordt. Die persoon walgde daarom van dat woord. Hiermee ga ik niet akkoord. De inhoud van een woord wordt niet lelijk omdat het woord misbruikt wordt. En daar gaat het toch om. Als we nou met z'n allen 'de anderen' behandelen zoals we zelf willen behandeld worden, zouden er geen problemen zijn op het openbaar vervoer. En, ook al lees of hoor je dikwijls over zaken die absoluut niet kunnen, de grote meerderheid houdt zich aan die normen. Niettegenstaande is zo'n actie nodig, om mensen er blijvend bewust van te maken.
Gisteren begon de actie dus. Afspraak Astridplein voor de persvoorstelling. De gedichtentram, de schrijver, een groep muzikanten om 'U' tegen te zeggen, de ontwerpers van de poster en vele andere medewerkers én vakbondsafgevaardigden waren aanwezig. Ik ook. Passief medewerker, want ook al kan men dit jaar niet op me rekenen, ik blijf op de hoogte. Ik kon erbij zijn, want voelde me goed. Heus, nee, 'k heb er geen spijt van. Eerst gaf Eddy Maes uitleg over de actie. Bernard Dewulf gaf uitleg over hoe het gedicht tot stand kwam en las het dan voor. De drie muzikanten zorgden voor een swingende toets, spijtig niet versterkt, want in open lucht. Een bedanking voor de ontwerpers van de mooie affiche, mocht ook niet achterwege blijven. En wij, de rest dus, genoten en mochten een rondje Astridplein rijden. Dit jaar worden kaarten uitgedeeld aan passagiers en chauffeurs, waarop ze kunnen invullen wat voor hen respect betekent. Een aanvulling van het gedicht als het ware. Er zal later eentje uitgepikt worden. Als ik het goed voor heb, zal ook Bernard Dewulf hiervoor instaan. En de winnaar verdient... een prijs. Daar mijn interesse niet naar die prijs gaat, is me ontgaan wat dat zal zijn. Typisch... De tram op zich mag worden 'gespot' en een fotootje mag je altijd op Facebook zetten, op het profiel dat Eddy Maes aanmaakte voor Respect op De Lijn. Best leuk toch! Op zondag 16 december wordt de actie afgesloten met een brunch voor de chauffeurs in Centrum De Wijk, Antwerpen Noord. Daar wordt bekend gemaakt welke chauffeur per stelplaats de prijs wint. De prijs van de winnaar van de mooiste foto, wordt persoonlijk overhandigd.
Ik genoot dubbel want, zag enkele mensen terug, die ik een hele tijd niet had gezien. En... dat deed goed! Een leuke babbel, een glimlach, meer heeft een mens niet nodig om er een goed gevoel aan over te houden. Daarenboven, kwam de zon ons vergezellen. Niks dan stralende mensen dus...
Zaterdag en herfstweer. Een mens zou kunnen binnen blijven, het gezellig maken. Maar nee, het is za-ter-dag. Dag van rommelen, inkopen doen, eventueel poetsen. Hoewel ik daar geen punt van maak. Er zou veel moeten gebeuren in huis, maar het mag blijven liggen. Spijtig genoeg lopen al die karweitjes heus niet weg, die kunnen nog op een ander moment gedaan worden. Goed humeur gaat voor. Vandaag, ook al valt de regen bij momenten met bakken uit de grijze hemel, moet ik buiten. Ik heb lucht nodig, vertel ik m'n man. Is daar iets op tegen in te brengen? Nee toch. Hij, toffen tiep, altijd geweest, begrijpt, knikt niet echt vrolijk, maar ondergaat. Wij gaan dus samen ergens heen. Nee, niet met de auto, daar heeft hij geen zin in. Na wikken en wegen, besluiten we, gewapend met een paraplu van hier tot ginder, een stel goei botinnen en een trui onder onze regenjas naar Linkeroever te trekken. Ik moet er vooral voor zorgen niet ziek te worden. Lichtjes verkouden, maar daarom ga ik me heus niet opsluiten, want, wat moet ik dan deze winter? 'k Moet er wel rekening mee houden dat ik nu geen weerstand heb. Bloedlichaampjesverhaal door chemogedoe. En ja, ik weet wel, lichaam is baas, maar ik weiger binnen te blijven wanneer ik me eindelijk goed genoeg voel na zo'n chemokuur. Regelmatig wandelen is gezond. Dat stilzitten en binnen blijven maakt een mens depri. Ik ben trouwens ook een mensenmens hé. 'k Kan het niet helpen, maar ik heb wat duplicaten van m'n eigen soort nodig om me goed te voelen. Trouwens... er moet bewogen worden.
Oké, Linkeroever, here we come! We nemen tram 9, achter de hoek. Nou ja, dat willen we. Maar we missen hem net. Om niet in de hevige regenbui te blijven staan, hoppen we op tram 9, die in de andere richting rijdt. Men heeft immers de wachthokjes verwijderd aan de tramhaltes in onze buurt. Niet leuk met dit weer. Gelukkig is m'n man vandaag heerlijk gedwee, want hij begrijpt me niet echt. De logica is weg, we rijden immers in de verkeerde richting. Het ging zo snel dat ik hem enkel maar teken kon geven me te volgen. Anders hadden we ook deze tram gemist en zouden we wel degelijk in de regen staan. Uitleg wordt gegeven in de tram, makkelijk gezeten én droog. Ondertussen hou ik de lichtseintjes in het oog aan de haltes in de andere richting. We stappen af aan een halte waar wel een hokje is en moeten maar een tweetal minuutjes wachten op tram 9, richting Linkeroever. Er stapt een groepje mensen op die nog niet helemaal op de hoogte zijn van de verandering binnen De Lijn in onze buurt. Onderling vergelijken ze en geven het nodige commentaar voor of tegen bepaalde veranderingen. Achter ons ligt een klein hevig schreeuwertje in de kinderwagen, zich te laten gelden. 't Kleintje heeft er brood van gegeten. Wat een stem, wat een karakter, wat een volume. De moeder neemt het kindje op de schoot en slaat haar op de billen. Gelukkig niet hard, maar zwijgen doet het kindje daarom niet. Integendeel. Enkele mensen durven een boze blik werpen. Daar blijft het gelukkig bij. We tjokken verder en de tram raakt voller. Er moeten ondertussen al heel wat mensen staan. Maar eens we in het centrum van de stad komen verschuift het volk regelmatig. Halte Meir. We staan stil. We blijven stilstaan. We... blijven... nog... stilstaan... Er is beslist wat aan de hand, weet ik direct. Ik hoor de stem van de dispatcher, er komt een metrowachter naar de chauffeur en ze praten. Geen info voor de reizigers. Mensen worden stilaan ongeduldig, maar niemand gaat naar de chauffeur om iets te vragen. Ook ik niet. Gewoon geen zin. Ik moet ook niet persé ergens zijn op een bepaald uur ofzo. Dan hoor ik weer dispatching een boodschap geven aan de chauffeur, die op zijn beurt de passagiers inlicht. Er staat een voertuig in panne in de tunnel onder het water. Er zit dus niks ander op dan te wachten. Uiteraard beslissen wij om ons doel voor vandaag dan maar aan te passen. Er is niks mis met de binnenstad. Eerst geef ik nog wat info aan Engelstaligen die niet weten wat er aan de hand is. Je zal maar toerist zijn, ocharme... ;-)
Raar maar waar, word ik enkele malen aangesproken op straat. Niks ergs natuurlijk. Mensen vragen waar ze bus zus of tram zo kunnen nemen. Ik vraag me af, of ik zonder het te beseffen aangeef dat ik info kàn geven...? Maar ach, telkens weer, doe ik dat met plezier en zo duidelijk mogelijk.
Wanneer we na onze natte wandeling weer huiswaarts keren, met tram 9, gaat het terug vlot. De sfeer op de tram is ook weer heerlijk. In onze buurt zijn twee moeders met kinderen gaan zitten. Bijhorende echtgenoot heeft zich achteraan gezet. De kindjes vinden het best leuk om tussen mama en papa heen en weer te lopen. Tot ze onderling ruzie krijgen. De mama's praten hun Afrikaanse taal onderling, maar de kindjes praten onderling Nederlands. Wanneer de mama's zich tussen de kinderen gooien, gaat dat in het Engels en Nederlands, lekker knapperig accentje. Het jongetje is ontevreden, want zus heeft meer lijnen op de lijnkaart die ze in haar handen heeft. Niks aan te doen, ze hebben geen ander kaart om mee te spelen. Hij blijft dus op z'n honger en verwijt z'n zusje dat ze hem die kaart niet gunt. Ondertussen is -enkele zetels voor ons- een bejaarde man in gesprek. GSM. Typisch. Zo worden we op de hoogte gebracht van zijn vechtscheiding, financiële miserie en gebekvecht. Hij zal er niet stiller om spreken, we mogen/moeten het allemaal weten. Stadsapathie. Jawel, ik trek het me wel aan, hoe mensen mekaar de duvel kunnen aan doen. Maar ik ga hem toch niet de hand op z'n schouder leggen om hem te troosten. Het wordt stilaan tijd om uit te stappen. De Afrikaanse gezinnetjes stappen ook aan dezelfde halte uit. Eén van de mama's ziet een volbedrukte tramkaart op de grond liggen. Ze vestigt er zoontjelief z'n aandacht op. Het jongetje was nog altijd aan het ... zagen, wedijveren, over wat hij wilde. Wanneer hij de kaart ziet liggen, glundert hij. Stilte. Gejuich. Lachende glinsterende oogjes en de mondhoeken gekruld tot achter zijn oren. Tevreden, zijn strijd gewonnen, neemt hij de kaart en houdt ze bewonderend vast. Zoveel lijnen op één kaart! Ik geef een bevestigend woordje aan één van de mama's, zij antwoordt iets in de zin van 'ach... kinderen hé'.
M'n man merkt het. Zulke toestanden doen me goed. Zo kan ik eigenlijk wel zeggen dat m'n werkgever in zekere zin ook zorgt voor m'n goed gevoel, zelfs als ik niet aan't werk ben.
Ik zit onderuit in m'n luie zetel naar tv te kijken. Er is een programma bezig dat ik niet ken, misschien nieuw. Ik volg het allemaal niet zo. Ik had gelezen dat er iets over een modeontwerpster in zou komen, vandaar dat ik vandaag kijk. Canvas. Het is een kolderprogramma en staat me wel aan. Magazinski. Er komen vele verschillende onderwerpen aan bod, telkens kort, maar voldoende. Op een zeker moment hoor ik een Nederlandse student zich voorstellen als Daniël. Hij tekent een grappig figuurtje. Hij knipt het uit en lijmt het. Ondertussen vertelt hij dat hij de mensen graag uitnodigt een spel te spelen. Ik meen hem dan aan de tramhalte op de Groenplaats in Antwerpen te zien staan. Eventjes getwijfeld... Maar dan... Yep, zeker ben ik nu. Het is wel degelijk in onze koekenstad. Ik herken ook tram 4, waar hij instapt. Hij kleeft het leuke monsterfiguurtje op een raam aan een zitplaats. Een andere zelfgemaakte klever plakt hij achteraan de rugleuning van een zetel. Daarop staat de uitleg over het spel waartoe hij de passagiers uitnodigt. Het mag niet, weet hij, maar het is zo leuk, zie je. De bedoeling is dat je kijkt naar de muil van het monstertje. Het kleeft zodanig op de juiste hoogte, dat het lijkt of het monstertje eet de mensen, buiten op straat op. Hij houdt dan de mensen in het oog. Spelen ze het spel mee of niet? Hij wil mensen zo bewegen met iets leuks bezig te zijn tijdens het zich verplaatsen met de tram. Zo kijken mensen op een andere manier naar buiten.
Ik vond het subliem! Nee, het mag niet hè. Stickers kleven in de voertuigen valt onder de term vandalisme, net als graffiti spuiten of zetels stuk maken. Maar... Denk ik bij mezelf, zou ik in functie zijn en de brave ziel betrappen en de ware toedracht kennen... Hoe zou ik reageren...? Een ding weet ik zeker. Hij heeft m'n sympathie gewonnen. En ach... Ik zou hem misschien wel aanraden de boel zo stiekem mogelijk te bevestigen om het spel te kunnen spelen. Misschien zou ik hem wel aanraden contact op te nemen met De Lijn en eventueel in samenspraak zulk leuk spelletje te organiseren op tram en/of bus.
En dan zou ikzelf heel hard duimen, dat hij niet zou worden weggestuurd.
We wagen het er op om vandaag, zondag, een wandendelingetje te maken. Verkleinwoord vanwege de gezondheid. Toch, het weer daagt te zeer uit (jippie, de zon schijnt!) en dus is een kleintje beter dan niks, wat onder andere weersomstandigheden zeker waarheid zou zijn geweest. We besluiten toch effe een trammetje op te springen. Kwestie om al niet moe te zijn als we aan het bedoelde oord van rust en oase om te wandelen, aankomen. Al wachtend op 'die tramme', hebben we -wat dacht je?- rustig tijd om naar anderen te gapen. Heerlijk toch... Er komen twee mannekes aan. Ik denk aan 'de mannekes' van vroeger op tv. Eigenlijk heette het programma niet zo, zij waren bekend onder de naam Woodpeckers. Het was naderhand dat Jef als 'het manneke' optrad. Maar als ik aan Jef denk, denk ik er automatisch z'n broer bij... De broers Jef en Cois Cassiers zaliger. Ze waren gewéldig! Wel, deze twee lijken er in geen mijlen op, maar doen me'r toch aan denken. ze zijn mooi oud, waarmee ik wel zeggen, écht cliché-oud. Een tweeling van misschien 90 jaar. Allebei identiek uitzicht. Hetzelfde gekleed. In kostuum. Donker, oud, maar gewassen en van de pers, mooi in de plooi. Op z'n 's zondags wellicht. De twee broeken allebei evenveel te kort. Water in de kelder noemden wij dat vroeger. Nu, door onze salafistische medemens, krijgen die te korte broeken een andere bijgedachte. Toch, ik betwijfel of deze broeder-tweeling hierbij stil zal staan, ooit, nog. Ze zijn perfectamente evenveel of weinig kaal. Hun houding, voorover gebogen. Allebei in net dezelfde graad van koppige aftakelende krommigheid. Sukkelaars die je wil omarmen voor hun simpele verschijning als onderdanige mens. Onderdanig aan de natuur. Twee in één. Identiek. Samen op en in hun wereld. Geen behoefte aan contact met anderen, zo lijkt het, slenteren ze voorbij. Op hun duizendste gemak. Hopelijk, gelukkig in hun beide zelven.
Hun verschijning maakt het de moeite de wandeling te hebben gewaagd.
Er is vanalles te doen in de stad. Ook dichter bij huis. Omdat ik snel moe ben, nemen we de tram voor maar drie haltes. Er zit al wat volk, maar er is nog wel wat plaats tussen jonge gasten die ruim plaats hebben genomen. Ik zet me dus naast zo'n jonge kerel van een jaar of 17. Onderling spreken ze Spaans. Wat zij niet weten is dat ik hen versta. Ze schampen verbaal. Eerst is er de nodige pret van de twee die samen zitten naar de twee anderen toe. Omdat er nu iemand naast hen heeft plaats genomen. Maar dan begint de jonge man achter me over mij. Ik heb immers een sjaaltje op m'n hoofd. Hij houdt er niet over op. Ik krijg eigenlijk schrik dat hij het zou weg trekken... Gelukkig gaat hij niet zo ver, maar ik voel me echt niet lekker. Toch besluit ik niet te reageren. Wanneer ik zal afstappen zal ik hem wel hebben, denk ik. En wanneer we aan Berchem station komen en ik opsta, groet ik hen klaar en duidelijk in't Spaans. De stoutmoedigste onder hen, die achter me zat slaat z'n handen voor z'n gezicht. Alle vier hun mond blijft open staan van versteltenis.
't Schooljaar is nog eens begonnen. Zo ook een resum veranderingen bij De Lijn. Hoe het verloopt, moet je mij niet vragen. Ik leef niet erg Lijnbewust de laatste tijd. Hoewel, niks weten over De Lijn moeilijk kan. Je zet het nieuws op en De Lijn achtervolgt je gewoon. Stalkers. Enfin, meestal, als er nieuws op 't nieuws is, blijkt het wel met een negatief tintje, als het over De Lijn gaat. Pantobreuken, stakingen, ongevallen, enz... Blijkbaar zijn al heel wat studenten te laat gekomen op de eerste schooldag. De tweede schooldag, van 't zelfde laken een broek. Om er dan toch nog een positieve noot aan te geven... voor zover ik op de hoogte ben, was het niet op dezelfde lijn. Het leed wordt dus verdeeld. Eerlijk. Net zoals we vroeger van moeder ook moesten delen onder broers en zussen.
Vandaag riskeerde ik ook het openbaar vervoer te nemen. En ik had chanse. Maar op de bus kwam ik naast een dame te zitten, die door een handeling van de chauffeur een negatieve noot moest kraken. Tja, soms is nou net dat ene ding, de beruchte druppel die de boel doet overlopen. Ze klaagt steen en been over chauffeurs. Ik doe, wat ik in zo'n geval altijd doe. Luisteren in de eerste plaats. Als het negatieve wat op is geraakt, is't aan mij. Ik voel met haar mee, want er lopen nogal karwatsen rond op de wereld hé. Maar, gelukkig zijn er ook die andere chauffeurs, want toegegeven, de meesten zijn echt wel toffe kadees hoor. En, ze geeft toe. Heerlijk gewoon! Op den duur heeft ze compassie met de chauffeurs die zich soms uit benarde situaties moeten redden. Omleidingen, lastige passagiers, verkeersstress... Uiteindelijk draait ze wel wat bij en tegen dat ze van de bus gaat stappen, is ze al weer een stuk monterder.
Nog niet zo lang geleden werden lijnen 10 en 5 doorgetrokken tot in Wijnegem. Wel, ondertussen werd ook lijn 15 doorgetrokken tot Boechout. Wat wil ik die graag eens uitproberen. Hoewel er niks te proberen valt, je moet het gewoon doen natuurlijk. Op het nieuws preek minister Hilde Crevits in het gloednieuwe model hermelijn, net aangekocht, of is het, net geleverd... Fier als een giet(st)er legde ze uit hoeveel vooruitgang het openbaar vervoer boekt met het uitbreiden van de tramlijnen. Ik hoor het haar nog zeggen: 'Nu kan men van Boechout naar de stad en van de stad naar Boechout'. En dan denk ik: yep, daarvoor kijk ik naar het nieuws. Dàt, had ik echt niet zelf kunnen bedenken, dat de tram daarvoor dient... Oja, 'k moet (h)eerlijk zijn, het woord 'veiligheid' is ook gevallen, maar zo snel ergens tussen gewrongen, dat het haast niet opviel. Niet dat ik kritiek ga leveren hoor. Vergeve me, 'k zou niet durven tegenover zo iemand, die het toch heus veel beter weet dan ik, ons, wij. Maar soms moet ik effe m'n cynisme de vrije loop laten, dat heet overleven, en daaraan ben ik toe, dus permitteer ik me wat meer dan anders. Ik had gehoopt dat ze op z'n minst zou gezegd hebben, dat men nou met de tram, zonder overstappen tot centrum stad of zelfs linkeroever zou geraken vanuit Boechout. 't Had gewoonweg beter verkocht... denk ik. Vooral met de zeer nakende wijzigingen in het lijnaanbod in onze Koekenstad.
Maar het voertuig op zich. Wat futuristisch gestroomlijnd, wat equivalent staat aan aerodynamisch-achtig vloeiende lijnen. En over 'lijnen' mogen we het hebben, nietwaar. Hoewel dat dan weer een flauw grap is. Enfin, 'k zou het graag toch es een keer allemaal van wat dichterbij bekijken. Dus, ga ik, op een dag dat het geen slecht weer is (vanwege weerstandsgebrek) en, ik me goed genoeg voel, en ik niks anders aan de hand heb, eens gewoon meerijden om te kijken, te observeren, te voelen, mee te maken.
't Lijkt BobbeLijnLand wel...
Post scriptum: Een collega stuurde me een verbetering, (waarvoor dank) want, m'n redenatie over de nieuwe tram klopt niet. Deze voertuigen zijn nog niet in de running. Ik dacht op het nieuws een nieuw model herkend te hebben, maar misschien doet de medicatiemix me wat ijlen... Want, aan mezelf ligt zo'n fvaut natuurlijk helemaal niet... De tram die nu op lijn 15 rijdt, is eentje met een led-lijnfilm. Da's dan nog wel niet aerodynamisch, maar men moet klein beginnen nietwaar...
Het is uitzonderlijk warm. Ik hou me rustig, een beetje uit noodzaak. Maar, zo heb ik er natuurlijk ook niet veel last van. Toch kan ik het niet nalaten, te denken aan de collega's die op deze dagen werken. Een voertuig met airco brengt de nodige verlichting in deze dagen. Hoewel ik, maar da's heel persoonlijk, absoluut tegen airco's ben, hoop ik op zulke dagen dat vooral de voertuigen mét, worden uitgezonden. Als we ze dan toch hebben, kunnen we ze maar best gebruiken op de momenten waarvoor die airco werd geplaatst.
Voor die enkele extreem warme dagen ocharme die wij in ons landje kennen, vind ik airco overbodig. 't Is trouwens ook slecht voor ons milieu. Terug naar voertuigen met raampjes die open kunnen, zou ik echt een verbetering vinden. Maar ach, wie ben ik? 'k Heb me altijd afgevraagd waarom men is afgestapt van het principe 'open raampjes' in de voertuigen. Tocht, zegt u??? Maak mij niet wijs dat airco geen bacteriën verspreidt, er zijn voorbeelden genoeg terug te vinden. Op vliegtuigen krijgt men hierdoor zelfs tbc. 'k Moet er niet aan denken, nu ik geen weerstand heb. Voor mensen zoals ik zou dit hen het leven kosten. Oké, toegegeven, er wordt ruzie gemaakt op trammekes over, raampje open of raampje toe. Domme ruzies natuurlijk. Gewoon omdat mensen niet geneigd zijn toe te geven. Enkel zichzelf op de eerste plaats willen zetten. Soms aardt het uit in fysieke agressie. Maar dit percentage is zo klein, plus, zulke mensen worden ook agressief over andere luttele dingen. Bij hen gaat het niet over een open of gesloten raampje, maar over een manier om zichzelf te kunnen profileren naar anderen toe. Wanneer zij ook maar de kans kunnen krijgen, grijpen ze die. Dit allemaal geschreven zijnde, ook al maak ik de laatste dagen geen gebruik van het openbaar vervoer, voel ik mee met hen die op bus of tram zitten.
Achter de grote voorruit waar de zon volop schijnt kan de temperatuur aardig oplopen. Passagiers zitten een kwartier of een half uur op bus of tram. De chauffeur vijf uur of langer aan één stuk door. Het alomgekende hard verdiende zweetuurke zou op dagen boven de 30°C wat mij betreft mogen opgetrokken worden tot een dubbel betaalde dag. Zoveel van die dagen zijn er heus niet, denkend in het kader van besparingen. Geconcentreerd blijven, terwijl je stil moet blijven zitten in zo'n hitte, is heus niet zo evident. Puffend denkt een chauffeur al rijdend aan gelijk welke frisse tegemoetkoming die hij zou kunnen gebruiken, terwijl andere weggebruikers hem voor de wielen komen. Wat hem wellicht algauw weer effe terug doet komen bij de hoofdzaak, namelijk veiligheid in het verkeer. Tot hij al weer snel overmand wordt door de warmte. Het kleine ventilateurke draait met een trillend geluid op volle toeren, de warme lucht verplaatsend, maar oké, het doet toch iets. Toch, na een tijdje, weet de chauffeur niet meer of het nou wel of niet een verschil geeft en zet het even af. Maar al snel, besluit hij dat het inderdaad toch wel iets geeft en het geluid er dan liever bij neemt. Terug op, dat klere ding...
Ik denk aan hen. Ik hoop dat er nog passagiers zijn, zoals ikzelf ooit eens ondervond, die je zelfs een fris drankje aanbieden. Ook al wilde ik het toen niet direct aannemen, het doet je enorm goed, te weten dat mensen wel degelijk beseffen dat het in de cabine snikheet wordt. Beste collega's... drink voldoende en stap telkens uit aan de eindhalte om, als er de mogelijkheid toe is, je te verfrissen. Hier, thuis, zit iemand, die aan jullie denkt... ;-)
Ondertussen ben ik al zowat anderhalve maand thuis. Al goed gerecupereerd van de operatie op zich. Maar nog in de beginfase van de chemovuiligheid. 'k Wist wel dat 't alles behalve zou zijn, maar heb me toch nog mispakt aan het pakket. Pfffffttttt... 't is verdomd zwaar. Niettegenstaande gaat het nu stukken beter dan enkele dagen geleden. Daarom wil ik er van profiteren om een ziekenbriefje binnen te brengen. Ik had het eerder al per mail verzonden, maar uiteraard moet ook het origineel ter plekke geraken. Ik wacht er niet graag mee, dus nu is het moment. Ik moet de tram nemen. Zodra ik aan de halte kom, merk ik dat de tram op komst is, dankzij de signalisatie. Toch zet ik me neer in het wachthokje, tussen een bejaarde dame en een jonge mp3-luisterende kerel. Enkele mensen herkennen me en groeten. Ik knik, maar hou het daarbij. Eens ik op de tram zit, kijk ik rustig naar buiten. Het is niet druk, da's fijn. Toch, wanneer een Tibetaans lijkende moeder en zoon opstappen, komt de ouwe getrouwe gezellige rumoerige sfeer boven drijven. Mama tatert er op los tegen zoon, een kind van 11jaar, schat ik. Eerst wil hij niet bij haar zitten, maar ze blijft hem aanmanen tot ie eindelijk doet wat ze wil. Wat een taal. Heerlijk om de onverstaanbare geluidengolven aan te horen. Haar bijhorende gestes scheppen meer duidelijkheid, voor me. Gebarentaal... universeel... Ze zetten zich net voor me en laten me volop genieten van een documentaire live op de tram. Toch een ietwat traditioneel-achtig gekleed als ze is, bestudeer ik stilletjes de vrouw. De manier waarop ze met mekaar omgaan is mooi. De jongen plaagt haar wat. Zij ondergaat genietend. Maar tegelijkertijd knuffelt hij haar. Echt mooi om gade te slaan.
Thuis ben ik een boek aan 't lezen over een Italiaanse vrouw die als kind naar België immigreerde. Haar herinneringen, haar problematiek, haar ontworteling... Kortom, het boek fascineert me. En ik denk, terwijl ik naar deze moeder en zoon kijk, gezeten tussen nog een aantal verschillende wereldmensen, dat ik beslist moet genezen. Ik wil graag nog een hele tijd tussen deze mensen kunnen werken. Eventjes was ik het gevoel vergeten. Maar al snel weet ik terug, dat ik het niet mag vergeten...
Ik probeer het niet te doen, maar 't is niet zo makkelijk... aftellen... Aftellen naar het begin van de eerste chemotherapie. Maar 't is nog zo ver niet. Da's pas de laatste dag van deze maand. Ondertussen wil ik me voorbereiden op het minst leuke, buiten de misselijkheid wellicht. 'k Ken genoeg mannen die het niet leuk vinden hun haar te verliezen. Hoewel dat nog wat anders is. Als mannen hun haar verliezen (hormoongevoelig) is dat voor de rest van hun leven. Haarverlies bij zo'n therapie is tijdelijk, nou, hoop ik toch voor mezelf (groen lachje). Tot hiertoe heb ik nog niet veel vrouwen ontmoet die kaalhoofdigheid als een oogstreling beschouwen, als het over zichzelf gaat. Trouwens, je kaal scheren is één ding, maar bij dit soort haarverlies, zijn ook je wenkbrauwen en wimpers weg. Dat komt altijd vreemd over... Maar oké, ik bereid me er op voor, hoewel er een ietsie pietsie kansje is, dat ik ontsnap door een techniek die men gaat toepassen. Geen garantie, maar een betrachting.
Wanneer m'n ega thuis komt na't werk, heb ik wel zin in een wandelingetje. Niet te ver, want ik word snel moe, maar wat beweging is een must. Hij stelt voor om naar de stad te trekken. Daarover moet ik niet twijfelen als hij er aan toevoegt om eens te gaan kijken of we een muts of pet of watdanook kunnen vinden, dat ik de moeite vind. Oepsss... ik wilde eerst thuis nog vanalles uitproberen, met het gerief dat ik heb liggen. Maar waarom ook niet geprofiteerd van de solden, hij heeft gelijk. We vinden drie petten waar hij me wel mee ziet zitten (...) Huh... en ikzelf ook. Op weg naar huis, zet ik er alvast eentje op. Kwestie van het wennen. M'n ene échte krul, die ik afgelopen jaar spaarde, komt er leuk onderuit en hangt laag over m'n gezicht. De oncologe had het al gezegd; 'Spaar die krul. Laat ze niet uitvallen, maar spaar ze. Wees creatief.' M'n man geeft de nodige complimentjes. Het is een leuke pet, ze mag heerlijk laag over het hoofd. Het doet goed hoor.
Dan nemen we de tram huiswaarts. 'k Ben best moe. Er is nog zitplaats, we hebben chanse. Het duurt echter niet lang of de tram is vol. Ik zet me langs het raam, zo zet m'n man zich naast me en kan niemand tegen m'n pijnlijke arm stoten door de drukte. En druk is het. Ik heb de pet lekker laag over m'n hoofd getrokken, zo zit ze goed. Door de klep, kan ik haast geen gezichten zien. Ik zit min of meer in een coconnetje. Wanneer we gaan afstappen en ik net ben opgestaan, rukt er iemand aan m'n krul. Ik kijk om, en merk iemand van de gemeenschapswachters op. Ik ken deze mensen van op kantoor. Ze groet me. Ik groet haar.
Het was de bedoeling om deze krul, wanneer het nodig is, af te knippen en vast te naaien op een lint dat ik onder een pet of doek zou dragen. Dat lijkt reëeler. Iedereen is ondertussen die lok in m'n gezicht gewend. Ik ook. Ik wil het echt proberen. Maar dan hoop ik maar, dat niet iedereen die me wil groeten aan die ene lok zal trekken... 't Zou effe schrikken zijn, wanneer men die lok plots in z'n hand zal houden...
Blijkbaar toch een gevaar voor op het openbaar vervoer...
Hier ga ik dan... Eigenlijk stap ik van m'n principe af, wat tegen m'n zin. Het is, was, de bedoeling dat ik hier over tram- en buservaringen met mensen zou schrijven. Nu is de boel -wat dat betreft- stil gevallen. Toch, ik werd er me van bewust dat er meer collega's blijken mee te lezen dan ik eerder vermoedde. De hartverwarmende ruggesteuntjes die ik via mail krijg van collega's wijzen me hierop. Tja... wat kanker al niet vermag...
Eind deze maand, juli dus, zal ik starten met de eerste reeks chemotherapie. Ik zal twee reeksen ondergaan. Ik kijk uit naar de laatste chemo-dag, dat zal zijn, de dag na kerst. Er bestaan heel erg dappere mensen die tijdens de chemo-periode blijven werken, in de mate van het mogelijke. Men heeft erg zware periodes van misselijkheid enz... In mijn geval is dat niet aangewezen, daar trams en bussen redelijke broeihaarden zijn en de kans te groot is dat ik een infectie zal oplopen. De weerstand vermindert namelijk, tijdens die chemo(zotte)kuren. Oké dus, ik zal lang thuis zijn, langer dan ik durfde denken. Niet goed, maar niks aan te doen. 'k Loop een te groot risico op herval. Bon, na die chemo, zal ik nog radiotherpie ondergaan. Momenteel interesseert het me zelfs niet hoe lang of kort dit zal duren. Da's nog de ver-van-m'n-bed-show.
Het gaat goed. Waarmee ik bedoel, ik zit niet in een dip ofzo. Momenteel moet ik nog wel rustig aan doen, daar ik nog herstellend ben van de operatie. Doktersbezoeken, wat wandelen, wat creatief bezig houden en vooral me voorbereiden op het onaangename kale hoofd. Heel wat mutsensites en -ideeën worden afgesurfd. En, nee... ik zet hier dan beslist geen foto van mezelf... ;-)
Eigenlijk is 't nu het moment bij uitstek om een weddenschap te verliezen, met als inzet het kaal scheren...
Nee, ik neem bus noch tram. Hoewel ik gebruiker ben ten ziele uit, besef ik, dat het openbaar vervoer nu effe best kan ontweken worden. De laatste keer dat ik de bus nam, lijkt me lang geleden. Eigenlijk is het maar een kwestie van veertien dagen ongeveer. Misschien zelfs iets minder, ik ga het niet natellen... Toen stapte ik op een redelijk gevulde bus. Een collega zag me en hield een plaats voor me vrij. Dus zette ik me naast hem. Hij was op weg naar de plaats waar ie z'n dienst zou aanvatten. We spraken over vakantie. Die van hem zat er aan te komen. Hij glunderde, zag er echt naar uit. Hij gaat naar z'n thuisland, de grote plas over. Oorspronkelijk is hij spaanstalig. Ik had hem een hele tijd geleden duidelijk gemaakt, dat ik hem tijdens m'n dienst liefst in 't Nederlands zou aanspreken. Kwestie van de accenten voor gedragsregels met respect naar mekaar en reizigers, juist te leggen. Hij begreep me. Nu, konden we dus vrijuit Spaans praten. Goed voor mij, om de taal wat te onderhouden. En hij genoot er zichtbaar van.
De airco van de bus lekte. Hij zat onder de druppels die hij opving met z'n hand. Zo zou z'n tas niet te nat worden. Ik, had er beslist niet blijven zitten, maar hem deerde het precies niet erg. Ons gesprek kreeg natuurlijk de wending die ik niet kon ontwijken. Het ging ook over mijn kanker. Misschien daarom, vond hij het natte gedoe niet zo erg. Een druppel... peanuts, vergeleken bij... en ach, het wàs dan ook die ene, warme dag.
En nu, binnen enkele dagen, mogen de draadjes er uit. Oeffff... dàt zal goed doen, want dan zal het verband ook wel niet meer hoeven. Putjes in de weg, wat kort stoppen, of een ietsje te snel in de bocht gaan, doet me niet goed. De zwaartekracht zorgt dan voor onaangename kwaalpijntjes. Daarom zal m'n man vrij nemen om me met de auto, lekker milieu-onvriendelijk, naar de dokter te brengen en het verdict mee te aanhoren. M'n lieve, liefste morele steun... Want chemo-therapie wordt voor me klaargestoomd. Dat weet ik al. Het wat en hoe moet ik nog vernemen. 'k Vrees dat 'k dus nog een tijdje enkel passagier zal blijven...
De officiële voorlaatste schooldag. Mooi weer. Wie zou er klagen???
Niettegenstaande is het met de ochtendspits behoorlijk druk op de bus. Het valt me op dat universiteitsstudenten nog volop aan de gang zijn met hun cursussen. Ik zit op de bus die me naar het ziekenhuis rijdt. Die passeert ook de universiteit. 'k Moet er heen om een reeks vooronderzoeken te ondergaan. Kinderen zitten lichtjes opgewonden te zijn. Ze zitten op de achterste bank. Net als in de cinema, een zeer populaire zitplaats. Er wordt gegibberd, ik durf het wel eens 'eikes leggen' noemen, vanwege de gelijkenissen in het geluid dat kippen maken. Het werkt aanstekelijk, want ook ik krijg pret. Hoewel ik meestal denk: als er zo gegibberd wordt, durft dat wel eens eindigen met ruzie. Hier is dat niet het geval. Voor er ruzie kan uitbreken, stappen de youngsters van de bus.
De studenten daarentegen, zijn in discussie over planten, onkruid en vooral de juiste benamingen. Latijnse benamingen hoor ik niet, maar mooie Nederlandse klinken me als klokjes in de oren. Het gaat over oa melganzevoet, varkensgras, hagewinde en nog een reeks waarvan ik nooit hoorde. Spijtig genoeg onthou ik de namen niet. Wat mij betreft is hun kennis knap. Telkens is er een kerel die luchtig z'n wetenschap te kennen geeft met wat en hoe over elke plant die wordt benoemt.
Later op de dag, rij ik weer over en weer naar het ziekenhuis. Deze keer is de sfeer totaal anders. Ik vecht me een weg naar vrije zetels, tussen kinderwagens door. Tja, ik laat me niet kennen door braaf te staan wachten tot mensen eindelijk door krijgen dat ze in de weg staan. Zoals tijdens m'n job, laat ik een klaar en duidelijke 'pardon' horen met een astublieft erop volgend. En komt er geen beweging, wring ik me er wel door. Ik zit. Verder geniet ik van m'n mp3-speler, met oortjes uiteraard. Ik sluit me af, want het commentaar dat ik hoor in de bus staat me niet aan. Oké, de dames blokkeren de gang en het tussenstuk. Maar dat heeft met houding te maken en niks met huidskleur of afkomst. Als ik me niet op m'n muziek concentreer, zou ik me mengen met wie weet wat voor reactie van de anderen. En daar, heb ik nou écht helemaal geen zin in.
De laatste weken had ik nogal wat rond m'n hoofd. Het lukte me niet goed iets te schrijven daardoor. Maar nu, nu het verdict is gevallen, zal nog blijken of m'n blog -voor mij althans- een gezonde manier van ventileren biedt. Mezelf kennende, peins ik van wel. De tijd zal het uitmaken.
M'n gezondheid moet effe voorrang. Nou, da's altijd het belangrijkste, maar nu... eist deze volop de aandacht op. 'k Heb de uitslag van een resum testen en ik blijk de fiere bezitter van een cyste met slechte cellen. Kanker dus. Nog wat concreter... borstkanker.
Oké. Zo zij het. De ingreep vindt volgende week plaats, maar eerst moet ik nog een reeks vooronderzoeken ondergaan. En, nu ik dat allemaal weet, kan ik verder. Beter nog. Ik gà verder, met de wetenschap dat stilstand achteruitgang is. 'k Zal er hier misschien regelmatig over schrijven. Hangt ervan af, of ik er zin in heb. Ik zal alleszins nog wel met het openbaar vervoer rijden als passagier de komende maand. En zo zal ik beslist nog wel voldoende redenen hebben om hier annekdotes neer te zetten. Vanuit het standpunt van reiziger, zoals ik af en toe al deed.
Waarom ik dit nu schrijf? Om te beginnen... wil ik meehelpen aan het doorbreken van Het Grote Taboe. Kanker veroorzaakt dikwijls dood. Als je'r tijdig bij bent én geluk hebt, blijft het bij een ziekte die je overwint. Ik zal wellicht tot de laatste groep behoren. Eens, een belofte geschreven, kan ik er niet meer onderuit.
Het zal me nog meer doen stilstaan bij kleine onbelangrijke dingen, waar mensen toch graag een drama over maken. Vannacht kon ik niet slapen. Logisch natuurlijk. Het nieuws verwerkend. En plots, tussen dat geestelijk gerommel door, schoot me nog een annekdote te binnen. Het was vorige week, op lijn 19, waar ik na een lange tijd nog eens het hele traject moest meerijden.
Een vrouw met kinderwagen stapt op de bus. Het is de derde kinderwagen op het voertuig, maar ze kan haar kw niet tussen de twee andere zetten. Eén kw is leeg en staat niet mooi geschikt. Die is zomaar neergekwakt, bij wijze van spreken. Ik vraag dus luidop wie de eigenaar is. Geen antwoord. Ik herhaal nadrukkelijk m'n vraag. Enkele mensen wijzen een vrouw aan die bijna achteraan in de bus zit. En, inderdaad, ik merk ook een klein ukje naast haar op de zetel. Ik wend me dus persoonlijk naar haar. Boos roept ze dat die buggy niet toe kan, want het kleintje moet er in. Waarop ik: 'Nou, de buggy is toch leeg. Dan kan die ondertussen toch opgevouwd worden.' Kwaad roept ze: ' 'k Zal hem op mijn hoofd zetten zeker!!!' Ik vind dit echt wel lachwekkend en antwoord dus, dat ze dat gerust mag doen, als ze denkt dat dit een oplossing biedt.
't Is misschien niet echt mooi van me. Vooral niet omdat ze zo 'het' mikpunt in de bus is geworden en mensen het grapje blijken te kunnen waarderen. Zij niet. Ze sleurt het arme kind van de zetel en ploft haar bruusk in de buggy. Zet het rijtuig wat opzij, zodat -eindelijk- de andere vrouw ook uit de weg kan staan, en reizigers probleemloos kunnen afstappen. Na enkele tellen probeer ik stilletjes en diplomatisch de boel recht te trekken. Ik vertel haar, dat we samen gebruik maken van de bus en we het best dus samen proberen het aangenaam te houden voor iedereen, nietwaar. Ook dàt kan ze niet appreciëren...
Tja, dan heeft ze twee keer werk hé... zo leerde mijn moeder me vroeger altijd als ik boos was...
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.