Het is me wat. Een hels weekend achter de rug. Schreeuwen, roepen, dreigen, huilen, ... alles er op en eraan. Het klassieke scenario zou je denken. Alleen zijn de rollen omgedraaid. Ik met de hoorns op mijn hoofd, de bedrogene krijg de verwijten naar mijn kop. Het is allemaal mijn fout, alles ligt aan mij. Meer zelfs het is een regelrechte schande dat ik zelfs maar een beetje verontwaardigd durf te zijn. Dat zij met een andere "omgaat" is niet meer dan normaal, ik mag me zelfs gelukkig prijzen.. Scheiden no way, waarom.
Daar sta je dan, je denkt het recht te hebben toch een beetje boos te lopen en down te zijn maar zelfs dat mag niet. Het gaat zelfs zo ver dat ik haar moet troosten en oppeppen. Met als resultaat dat ze mij al de les leest.
Ik heb een pijnlijke nek omdat het gewei dat ik mee moet torsen zwaarder en zwaarder wordt. Mijn vrouw, die ik eigenlijk wel graag zie, bedriegt mij sinds 3 jaar regelmatig, volgens haar platonisch. Maar echt warm wordt ik daar niet van.
Het is best mogelijk dat ik de oorzaak ben maar het is niet fijn steeds opnieuw te moeten ontdekken dat een relatie faalt. het toppunt daarbij is, is dat ik de verwijten krijg. Het is allemaal mijn schuld beweert ze terwijl ik degegene zou moeten zijn teleurgesteld te zijn me dunkt
Het is een vreemd gevoel om op een wit scherm gevoelens en gedachten neer te schrijven. Alsof je in een donkere kamer luidop je frustaties uitroept niet met het doel gehoord te worden maar om het kwijt te geraken. Of het neerschrijven helpt, geen flauw idee.
Ik heb gekozen voor de naam Cocu = Eh ! oui, je suis cocu, j'ai du cerf sur la tête On fait force de trous dans ma lune de miel Ma bien-aimée ne m'invite plus à la fête Quand ell' va faire un tour jusqu'au septième ciel (uit le Cocu van Georges Brassens 1958)
en ondertitel hoorndrager = man die door zijn echtgenote bedrogen wordt. Deze uitdrukking is waarschijnlijk ontstaan in de tijd dat men een kapoen (een gecastreerde haan) de sporen afsneed en in de kam plantte, waar ze als hoorntjes doorgroeiden en de kapoen kenmerkten
Het zal wel duidelijk zijn dat ik hier niet de liefde zal bejubelen.